Tien jaar geleden ontving SC Paderborn 07 nog VfB Kirchhellen en TSG Dürmen, straks komen Bayern München en Borussia Dortmund langs. Op bezoek bij de debutant in de Bundesliga.
Aan de receptie van Hotel Kaiserspfalz kijken ze verbaasd. Een verhaal over de promotie van de plaatselijke voetbalclub naar de Bundesliga? “Bent u echt daarvoor naar Paderborn gekomen?” Ook de vrouwelijke kelner in Resto Galerie in het stadscentrum gelooft ons niet. Zij is dan ook, verklapt ze, van Bielefeld, Paderborns aartsrivaal maar afgelopen seizoen gedegradeerd uit tweede klasse. Te veel geld uitgegeven in de gloriedagen, een voorbeeld dat Paderborn niet wil volgen.
Vanuit Brussel is het 400 kilometer rijden naar de stad in Oost-Westfalen, zo’n 100 kilometer ten noordoosten van Dortmund. In België zou Paderborn met 150.000 inwoners een van de grootste zes steden zijn, in Duitsland is het qua inwoners slechts het nummer 55. Dertien jaar geleden ploeterde SC Paderborn nog in vijfde klasse, pas in 2005 promoveerde het voor het eerst naar de tweede Bundesliga. Toen verzamelden zich 5000 fans op de Rathausplatz. Op 11 mei dit jaar daagden ze met 20.000 op. De promotiewedstrijd tegen Aalen was de afscheidsmatch voor kapitein Markus Krösche,die dertien jaar voor de club voetbalde en nu de schoenen aan de haak hangt. “Toen ik in de zomer van 2001 tekende, moest ik vragen waar de club precies lag. Toen ik de eerste keer in het oude stadion speelde voor 600 man en boven het veld de hoogspanningskabels zag, dacht ik: hier blijf ik maar één jaar.”
Net voor Krösches debuut in 2001 was Paderborn voor 800 toeschouwers kampioen geworden in de Oberliga, omgerekend de vijfde klasse. Toen heetten de tegenstanders VfB Kirchhellen en TSG Dülmen.
Het Hermann Lönsstadion waar Paderborn tot in 2006 als tweedeklasser voetbalde, is het enige stadion in Duitsland waar de elektriciteitskabels boven het veld hangen. In dit stadion, genoemd naar een plaatselijke dichter, speelde in 1983/84 TuS Schloss Neuhaus één seizoen in de tweede Bundesliga. Na de degradatie in 1985 sloegen de twee clubs Neuhaus en Paderborn de handen in mekaar. Eerst heette de fusieclub TuS Paderborn-Neuhaus, sinds 1997 is het SC Paderborn 07, verwijzend naar 1907, het stichtingsjaar van TuS Neuhaus. Op dat moment nam meubelhandelaar Wilfried Finke de zaken in handen. Ooit, voorspelde de selfmade man, in zijn jonge jaren zelf een begenadigd voetballer, zou zijn club in tweede klasse terugkeren. Daar werd eens hard om gelachen.
De verlichtingspalen in het Hermann Lönsstadion staan er nog, maar zonder lampen. Ook de grote zittribune staat nog recht, de niet overdekte staanplaatsen zijn overwoekerd met gras. Vandaag spelen hier de Paderborn Dolphins American football. Andreas Berger,die voor het stadiononderhoud instaat, toont een foto van een vol stadion uit 2004 waarin toenmalig derdeklasser Paderborn voor de beker SC Freiburg ontving. Eerder dat seizoen wipte Paderborn met 4-2 verrassend het HSV van Daniel Van Buyten en Emile Mpenza uit de beker, na een 0-2 achterstand. Scheidsrechter Robert Hoyzer gaf twee imaginaire penalty’s aan de thuisploeg en stuurde na een dik halfuur ook nog Mpenza weg en betrok zo Paderborn in het Duitse gokschandaal dat in 2005 aan het licht kwam.
Met de fiets
Twee kilometer voorbij deelgemeente Neuhaus ligt de Benteler Arena, goed voor 15.000 plaatsen, 4370 parkeerplaatsen plus 2000 fietsparkeerplaatsen. De meeste fans van Paderborn komen te voet of met de fiets. De Arena, die alles inbegrepen 25 miljoen euro kostte, werd in gebruik genomen in 2008. Niet toevallig ligt het hoofdbedrijf van voorzitter Finkenet naast het stadion. Vanuit zijn kantoor ziet de voorzitter hoeveel volk er naar het stadion afzakt. De locatie van het stadion heeft één nadeel. Toen bekend werd dat hier een stadion zou komen, stapten drie buurtbewoners naar de rechtbank. Daardoor mag de rust na 22 uur niet verstoord worden. Dat betekent dat Paderborn als enige Bundesligaclub geen avondwedstrijden kan spelen. Zolang de club geen Champions League haalt, is dat geen probleem.
Tot voor drie jaar lag het gemiddelde aantal toeschouwers om en bij de 7000. In het seizoen 2011/12 rondde Paderborn voor het eerst de kaap van 10.000. De eerste training van dit seizoen, in het stadion, werd bijgewoond door liefst 2000 toeschouwers. Op 18 juli waren er enkel nog 1500 staanplaatsabonnementen te koop. Na de mededeling dat clubleden voorrang hadden voor de aankoop van een abonnement, steeg het aantal leden van 1900 naar 11.000. Dat doet de kassa rinkelen, want leden betalen jaarlijks 100 euro, abonnement niet inbegrepen. Voor elke thuiswedstrijd worden straks nog 300 staanplaatsen online aangeboden. Ook als het straks al zijn wedstrijden verliest, zal Paderborn heel het seizoen in een uitverkocht stadion voetballen.
Vandaag wordt in Paderborn niet getraind. De spelers hebben in volle voorbereiding een week vakantie gekregen voor ze op trainingskamp naar Oostenrijk vertrekken. In de kleine fanshop volgen drie jonge bedienden op tv de aankomst van het Duits nationaal elftal in Berlijn. Wanneer we vragen hoe de zaken lopen, slaat de stress toe. “Ik mag u niets vertellen. We spelen nu in de Bundesliga, weet u.” Of er dan een foto mag worden gemaakt in de fanshop? “Neen. Daarvoor moet toestemming gevraagd worden.” Op het secretariaat kijken de twee bediendes elkaar aan. Matthias Hack, de persverantwoordelijke, had vooraf al aangegeven dat in die week niemand beschikbaar zou zijn voor een gesprek.
Geen balkon
Paderborn, genoemd naar de kortste rivier in Duitsland (de Pader, vier kilometer lang, gevoed door 200 bronnen) gaat prat op een geschiedenis van meer dan 1200 jaar, al is veel verbouwd nadat tachtig procent van de stad na WO II in puin lag.
In het stadscentrum krioelt het van de vlaggen: Duitse, maar ook in de geel-rode stadskleuren. Aan het raam van de Tourist Information hangt de poster met de foto van het promotiefeest in de stad. ‘Paderborn is erstklassig‘ staat erop. De poster is te koop voor één euro. Het ene feest volgt hier het andere op. Eerst de promotie, dan afgelopen zondag het Schuttersfeest én de wereldtitel van Duitsland. Over tien dagen wordt hier opnieuw gefeest: het tiendaagse Liborifeest is een groot katholiek feest dat teruggaat tot de achtste eeuw, toen Karel De Grote in Paderborn een kerk liet bouwen.
In het Rathaus ligt het Gulden Boek van de stad, waarin spelers en trainers hun handtekeningen zetten op die bewuste 11 mei. Een paar weken eerder had Bild zich vrolijk gemaakt dat Paderborn zelfs geen balkon had op het stadhuis waar de spelers de fans konden begroeten. Waarop de burgemeester gevat antwoordde dat toen het Rathaus in 1640 gebouwd werd er nog geen sprake was van de Bundesliga. Een tijdelijk podium waarop de spelers postvatten, loste dat probleem op.
Naast het Rathaus is het terras van Café & Bar Celona theplace to be in Paderborn, samen met het nabijgelegen Eiscafé. Hier kan men op een doordeweekse dag op het terras de spelers van Paderborn aantreffen. De meesten wonen in de stad en kunnen hier nog ongestoord een terrasje meepikken. Een luxe die hun profcollega’s in Dortmund, München of Hamburg niet meer gegund is.
“We zijn een kleine club in een kleine stad en dat zal nog even zo blijven”, zegt Rainer Bockmann, een inwoner die zijn koffie drinkt op het terras van Bar Celona. “Men noemt ons provinciaal, maar het is hier goed leven, er is hier weinig werkloosheid. In Paderborn zegt men: het regent of de klokken luiden. Maar het is niet zo dat wij hier elke dag in de kerk zitten, al zijn er kerken genoeg.” Bockman was bij de promotie aanwezig. Hij wijst naar een zaak aan de overkant: “Daar stond ik.” De promotie is een goeie zaak voor het imago van de stad, vindt hij: “Maar we blijven bescheiden. Een jaar geleden dachten we: als we maar in de tweede Bundesliga blijven. Nu denken we: als we dit jaar maar in de Bundesliga blijven.”
Honderd meter verder wacht Jens Reinhardt,al 25 jaar pr-man voor de stad. Hij is eigenlijk afkomstig uit Dresden en van kinds af fan van Dynamo, maar een betere pr-man kon de stad Paderborn zich niet wensen. Reinhardt is druk in de weer met een marketingcampagne die de stad naar aanleiding van de promotie naar de Bundesliga een stuk trots moet bezorgen én het imago moet veranderen: Paderborn ist erstklassig, is de slogan, die niet alleen op het voetbalsucces slaat.
Marketingcampagne
Burgemeester Michael Dreier zat ook in het stadion op 11 mei en ontvangt vandaag trots zijn gasten uit België. “Deze promotie is een historisch moment voor de mensen hier, nooit waren meer dan 20.000 mensen in de binnenstad samen voor een feest. Een jaar geleden had niemand dit voor mogelijk gehouden. Zelfs de clubvoorzitter was toen al tevreden geweest met plaats zeven tot twaalf. De club was namelijk het voorgaande seizoen slechts twaalfde geworden. Dit is voor Paderborn een sensatie. In april had de club amper 1900 leden, een paar maanden later al meer dan 10.000. Dit is de best mogelijke marketingcampagne die deze stad ooit kon hebben, in Duitsland en daarbuiten. Nooit werd de naam van onze stad zo vaak genoemd als de afgelopen drie maanden.”
Wat Dreier, als kind fan van Mönchengladbach, het meest trots maakt, is de manier waarop het succes er kwam: “Deze club heeft met weinig middelen een maximaal resultaat gehaald, met goeie, betaalbare jonge spelers. Ook in de Bundesliga zal Paderborn met een van de kleinste budgetten werken.”
De stad droeg 3,4 miljoen bij tot de bouw van het stadion, dat verder gefinancierd werd door een privéonderneming. Nu wil de stad nog mee een trainingscomplex helpen bouwen, maar verder stopt men geen geld in de club, verzekert de burgemeester. “De belastingbetaler kan niet zeggen dat het geld van de stad in de club verdwijnt. Mijn motto is: steun in stenen, maar niet in benen.” De verdienste voor goed beleid schuift de burgemeester naar de club, en met name naar de voorzitter: “Zonder Finke was Paderborn nooit in de Bundesliga geraakt. Nergens anders is met zo weinig middelen zo’n succes bereikt. Het begrip sensatie is hier wel op zijn plaats.”
Toch is Finke geen mecenas zoals Hoffenheim er een heeft. In totaal wordt geschat dat de voorzitter sinds 1997 tussen de 10 en 12 miljoen euro in zijn club gestopt heeft. Sinds Paderborn in tweede klasse speelt en tv-geld vangt, moet de voorzitter niet meer bijpassen. Alleen wil hij nog weleens zijn naam op de truitjes zetten als er geen andere shirtsponsor gevonden wordt. Voor komend seizoen is dat niet nodig. KSZ betaalt 800.000 euro, waarmee Paderborn de goedkoopste shirtsponsor in de Bundesliga heeft.
Toch torst de club nog 3,8 miljoen schulden mee uit het verleden. Die zullen, beloofde Finke, nog dit seizoen weggewerkt zijn. Van de 19 miljoen euro aan tv-gelden blijft dan 15 à 16 miljoen over voor de salarissen. Na dit seizoen zal Paderborn waarschijnlijk opnieuw in tweede klasse voetballen, maar dan wel schuldenvrij.
Betaald parkeren
Even buiten het stadscentrum werkt een van de weinige inwoners van Paderborn die niet beter werden van de promotie. Jochem Schulze schrijft voor de Neue Westfalische, een van de twee stadskranten die Paderborn nog rijk is. Tot voor kort verzorgde hij ook de bijdragen over de club voor voetbalvakblad Kicker, maar nu Paderborn in de Bundesliga speelt, zet Kicker er een vaste redacteur op. “Het cliché van Paderborn dat in Duitsland overeind blijft, is een foto van de domkerk met op de voorgrond twintig nonnen”, zegt hij. “Alleen Münster heeft een nog meer conservatief imago. De stad probeert daar al tien jaar iets aan te doen, maar dat lukt niet zo goed. De promotie naar de Bundesliga is in dat opzicht een godsgeschenk.”
Opvallend is dat de club succes heeft zonder grote namen. De ommekeer kwam, legt Schulze uit, toen de club in 2008 afstapte van de gewoonte om doorgewinterde profs met dure contracten en tweederangsvoetballers uit ex-Joegoslavië te halen. De nieuwe rekruten zijn jonge Duitse spelers die een prima opleiding kregen bij Duitse eersteklassers maar daar niet aan spelen toekomen. De kern die de promotie afdwong, had amper vijf buitenlanders, waarvan vier geboren in Duitsland, plus een Nederlandse spits, die alweer weg is. Op nieuwkomer Ouali na spreekt iedereen in de kern Duits.
Die nobody’s dwongen de promotie af met een sportief budget dat tot het derde kleinste van de tweede Bundesliga behoorde. Slechts 6,2 miljoen euro betaalde Paderborn aan salarissen. Komend seizoen wordt dat opgetrokken naar 15 miljoen: het minste van alle eersteklassers en nog 2 miljoen euro minder dan het budget waarmee Eintracht Braunschweig een jaar geleden promoveerde en weer zakte. Net als Braunschweig wil Paderborn niet meer uitgeven dan het binnenkrijgt, ook al riskeert men op die manier al na één jaar weer uit het Duitse voetbalnirwana te tuimelen.
Straf is ook dat alle basisspelers die de promotie afdwongen, gebleven zijn. Ze kregen een contract voor twee jaar én een unieke kans om zich in de kijker te spelen. Bij een andere Bundesligaclub zouden ze, beseffen ze, hooguit op de bank zitten. Om een goeie kans te maken op het behoud had de club minstens vijf toppers moeten aantrekken en was het hechte teamgevoel waarmee het succes werd behaald, kapotgemaakt. Dus wil men een jaar genieten en is men voorbereid op straks weer tweedeklassevoetbal. Tenzij zich een nieuw sportief wonder ontwikkelt.
Met dat doel trainen de profi’s dagelijks op de Paderkampfbahn aan de overkant van de ringlaan, een paar honderd meter van het Rathaus. Het oude stadion waar voormalig derdeklasser Paderborn speelde tot de fusie met Neuhaus in 1985, is ontdaan van zijn tribunes. Er hangt een bordje aan het hek: ‘Bezoekers van de training gelieve links van het veld te gaan staan.’ Daar houdt iedereen zich ook keurig aan. Een ondergrondse tunnel leidt naar de parking aan de binnenkant van de ring. Daar parkeerden de spelers vroeger hun auto’s. Ze moesten zelf geld in de parkeermeter stoppen. “Dat was nog zo’n verhaal”, zegt Jochem Schulze. “Paderborn, de enige profclub waar de profs een parkeerticket moeten betalen om te mogen trainen… Sindsdien mogen ze gewoon op de Paderkampfbahn zelf parkeren. Gratis!”
Intussen is het aftellen begonnen. Op 28 augustus ontvangt de nieuwkomer FC Mainz, twee weken later is FC Köln te gast. Op 24 september volgt hét hoogtepunt van het seizoen, dan komt FC Bayern München op bezoek. ?
DOOR GEERT FOUTRÉ – BEELDEN CHRISTOPHE KETELS /BELGAIMAGE
In Paderborn mogen geen avondwedstrijden gespeeld worden. Zolang de club geen Champions League haalt, is dat geen probleem.
Tot voor kort moesten de profs hier een parkeerticket betalen bij het trainingsveld.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier