Schuift u zondag best meteen na het middageten voor de tv of zal u niets missen indien u pas op twee rondes van het einde inschakelt ? Vijf pertinente vragen over het wereldkampioenschap op de weg in Stuttgart.

Is het parcours echt zo zwaar ?

Ja. In iedere ronde van dik negentien kilometer liggen drie pittige hellingen te blinken : de Herdweg (700 meter, met stukken tot 17 procent), de Birkenkopf (1200 meter, met stukken tot 11 procent) en de aankomstzone (2800 meter, met stukken tot 7 procent). De profs leggen 14 rondes af, goed voor 267 kilometer wedstrijd, 5679 hoogtemeters en 48 hellingen. Ter vergelijking : de Ronde van Vlaanderen telde dit jaar 259 kilometer en 18 hellingen.

“Toen ik de berichten hoorde van de eerste mensen van de KBWB die gingen kijken in Stuttgart, dacht ik : Oei, wat gaan we daar krijgen ?”, zegt bondscoach Carlo Bomans. “Maar eens ik zelf ter plaatse was, viel het precies nogal mee. Toch blijft het een van de lastigste parcours die ik de laatste tien jaar zag. Je kan deze omloop nog het best vergelijken met de Amstel Gold Race. Om hier te winnen moet je bergop kunnen, maar ook sterk zijn. Dit is geen parcours voor echte klimmers, daarvoor zijn de hellingen te kort.”

Krijgen we vuurwerk of wordt het een lange, saaie dag ?

Niet te voorspellen. Zoals altijd maken de renners de koers en dus bepaalt de collectieve gemoedstoestand van de dag hoe het peloton zich gedraagt : angstig en afwachtend, berekend en controlerend, agressief en aanvallend of een combinatie van de drie. Vast staat wel dat het gedrag van de Italianen bepalend wordt voor het koersverloop. Carlo Bomans : “De Italianen zitten met zeven kopmannen. De vraag is wat zij in het eerste wedstrijdgedeelte zullen doen. Als ze op dezelfde manier tekeergaan als vorig jaar en de koers meteen hard maken op de hellingen, krijgen we een hele open, sterke wedstrijd.

“Maar voor hetzelfde geld kijkt iedereen naar mekaar en blijft de wedstrijd lang gesloten. Want ergens kan je dit parcours ook een beetje vergelijken met dat van Portugal in 2003, waar Freire won. Toen voorspelde iedereen dat alles in brokken en stukken uit elkaar zou liggen, maar uiteindelijk vlogen ze met vijftig man naar de streep, waaronder Zabel en Freire.”

Hoe de wedstrijd zich ook ontwikkelt, dat de finale zinderend wordt, staat buiten kijf. “In die laatste anderhalve, hellende kilometer zullen er zeker nog renners zijn die iets willen forceren”, zegt Bomans. “Het slot van het WK wordt allesbehalve saai.”

Wie speelt de hoofdrol zondag ?

De meeste betrokkenen houden het op drie grote blokken : Italië, Spanje en Duitsland. De ploeg met de beste kaarten is ongetwijfeld de Italiaanse. De selectie van Franco Ballerini bevat onder andere Paolo Bettini, Filippo Pozzato, Danilo Di Luca, Davide Rebellin, Damiano Cunego en Alessandro Ballan. Talent zat, maar zoals ieder jaar luidt de vraag : werken ze samen of rijden ze elkaar in de vernieling ? “Misschien bestaat de Italiaanse tactiek er wel in om een mannetje mee te sturen in iedere ontsnapping”, zegt Bomans. “Dan krijgt iedereen zijn kans zonder dat ze elkaar in de weg rijden. Stel dat een Ballan meezit in de ontsnapping, dan kunnen de Italianen alles op hem zetten en het initiatief overlaten aan de anderen.”

De anderen, dat zijn de Spanjaarden en de Duitsers. Spanje zet in principe alles op Oscar Freire, tenzij Alejandro Valverde in extremis mag starten. Eén of twee snelle vogels, met renners als Samuel Sánchez, Carlos Sastre, Manuel Beltrán en Juan Antonio Flecha in dienst : niemand zal het gewicht van de wedstrijd harder voelen dan de troepen van bondscoach Francisco Antequera. Mannetjes meesturen in de ontsnapping is een optie, maar kwalitatief doet de Spaanse selectie wel onder voor de Italiaanse.

Tot slot zijn er natuurlijk de Duitse thuisrijders als derde groot blok. Na de dopingellende van het afgelopen jaar hunkert de Duitse wielerliefhebber naar goed nieuws en dus is de druk op de Mannschaft bijzonder groot. Willen de Duitsers een beetje op hun gemak zitten, dan doen ze er goed aan om Jens Voigt zo snel mogelijk in een veelbelovende ontsnapping te parkeren. De immer strijdlustige hardrijder geeft het thuispubliek zonder twijfel waar voor hun geld en in de slotkilometers kan dan de explosieve Schumacher uitgespeeld worden.

Waar zitten de gevaarlijke outsiders ?

Zoals gewoonlijk : overal en nergens. Maar voor wie toch graag een gok wil wagen, volgende namen :

Michael Boogerd. Het WK-parcours doet denken aan de Amstel Gold Race en wie Amstel Gold Race zegt, zegt Michael Boogerd. Ondanks een koffer vol ereplaatsen won hij er maar één keer. Zal Boogerd er in de laatste dagen van zijn carrière in slagen om zijn zenuwen te temmen ? Met Karsten Kroon heeft hij in ieder geval een uitstekende piloot aan boord, maar zal die bereid gevonden worden zijn eigen kansen op te offeren ?

Fränk Schleck. Kwam het hele jaar door wat bleekjes voor de dag, maar kan zich in Stuttgart laten meedrijven in het zog van jongere broer Andy en van Kim Kirchen. Als ex-winnaar van de Amstel Gold Race heeft Schleck zeker de versnelling in de benen om op de laatste hellende strook iets te proberen.

Cadel Evans. Heeft er natuurlijk een slopende Tour en teleurstellende Vuelta op zitten, maar is meester in het aanklampen en kan na een uitputtingslag verrassend snel zijn in de sprint bergop.

Leonardo Duque. Colombiaans pluimgewicht, aanvallend ingesteld én snel in een selecte groep, zo bewees hij vorige week nog in de Vuelta. Anderzijds blijft zijn palmares voorlopig aan de magere kant.

En wat met de Belgen ?

Die zullen ongetwijfeld in beeld rijden, maar de kans dat een landgenoot komende zondag de regenboogtrui aantrekt, is aan de kleine kant. Als Stijn Devolder meedoet in Stuttgart (dat was bij het ter perse gaan nog niet bekend), lijkt hij de grootste kanshebber met zijn klimtalent en snelheid op de hellingen. Koelbloedigheid is echter niet zijn sterkste eigenschap en de vraag blijft hoe Devolder zijn mislukte Vuelta verteert – fysiek en mentaal.

Als hij in ideale omstandigheden naar de streep kan rijden – superbenen, koel hoofd, geen onnozelheden onderweg en een selecte kopgroep -, beschikt Philippe Gilbert over de grinta, de zelfverzekerdheid en ook de eindspurt om het zaakje in Stuttgart winnend af te ronden. Alleen kwam Gilbert het afgelopen seizoen toch wat bleker voor de dag dan de jaren voordien.

Misschien is de outsider onder de Belgen wel Björn Leukemans. Sterk, want dit jaar in dienst van Leif Hoste twintigste in de Ronde van Vlaanderen en vierde in – zijn allereerste ! – Parijs-Roubaix. Explosief bergop, want twee jaar geleden zevende in de Amstel Gold Race. Geprikkeld, want de ploegleiding liet hem dit jaar ondanks een uitstekend vormpeil thuis voor de Tour. En boze renners, die kunnen altijd wat meer. S

Door Loes Geuens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content