Hij staat met Lierse in de top van de rangschikking. Willen de twijfelaars aan de capaciteiten van Emilio Ferrera eindelijk hun voorbehoud laten varen? ‘Ach, de rode loper ligt er nog niet en soms word je daar wel eens moe van.’

Ooit kreeg ondergetekende op een vrijdagmiddag een telefoontje waarin Emilio Ferrera nogal hevig tekeerging. Hij vond dat zijn club – op dat moment Beveren – in dit blad pejoratief werd behandeld. Met zuiders temperament probeerde hij zijn visie duidelijk te maken. Drie jaar later kunnen we er een keer om lachen, journalisten belt hij zelf niet meer op, zegt hij, maar het ergert hem nog steeds dat er achter zijn presteren blijvende vraagtekens worden gezet. “Ik ben begonnen als een wervelwind, maar op een moment dat ze zich zelfs in je voornaam vergissen, is het duidelijk dat je iets te bewijzen hebt. Ze hebben geen rode loper voor me uitgerold en die ligt er nog steeds niet.Nu zegt iedereen weer : het programma was tot dusver makkelijk, maar straks zullen we wel eens zien. Begrijp je dat ik dit soort vragen wat moe ben?”

Want bij de spelers gaat dat op den duur ook leven. “Daarom speelden we onlangs die oefenmatch tegen Leverkusen, vorig jaar tweede in beker, competitie en Champions League, waar ik voor en na de rust twee verschillende ploegen opstelde en we met 1-2 wonnen. Om hen nog maar eens duidelijk te maken dat het ook kan lukken tegen een moeilijke ploeg. Psychologisch was die wedstrijd belangrijk.”

Ben je het er dan niet mee eens dat jullie competitieprogramma tot dusver licht was?

Emilio Ferrera : Neen. Die ploegen stonden niet allemaal onderin toen wij er tegen voetbalden. Standard wel, maar dat blijft een grote. En daarnaast hebben we hetzelfde programma als Brugge of Sint-Truiden afgewerkt, maar die constatering maakten tot dusver weinigen.

Opvallend is dat het al klikte in de oefenmatchen vorige zomer, toen je amper bezig was.

Ik was niet verrast, omdat ik vrij snel geloofde in het potentieel van mijn kern. Je kan als trainer wel iets geloven en uitleggen, maar als de spelers het ook op het veld zien, is dat allemaal veel makkelijker. Tegen PSG bleek dat we konden rivaliseren met een ploeg van groot kaliber, die bovendien dicht bij de competitiestart stond.

Eén van de duidelijkste wijzigingen in vergelijking met vorig seizoen, is de wissel onder de lat. Mardulier moest zijn plaats afstaan aan Yves Van der Straeten. Waarom?

Omdat ik vind dat we jonge spelers moeten zien als voetballers die verantwoordelijkheid dragen.Hier werd bij een nederlaag nooit de schuld gelegd bij de jongeren. Ik stel iemand slechts op als hij verantwoordelijkheid wil en kan nemen. En soms betaal je de rekening. Als je zoveel goals slikte zoals Lierse vorig jaar en je bent titularisdoelman, dan gaat er iets niet. Cliff zal een groot doelman worden, maar als ik coherent wilde zijn, kon ik niet anders dan hem uit de ploeg zetten. Ik ga straks verder harde evaluaties maken. Alle jongeren, ook al komen ze uit de eigen opleiding, moeten hun verantwoordelijkheid dragen. Hét argument om in de A-kern van deze ploeg te blijven, is presteren.

Het resultaat gaat boven verder opleiden. Maar wat als ze niet af zijn?

Ik ken geen enkele opleiding waarbij het resultaat niet van belang mag zijn. Als je zegt dat de uitslag bij de jeugd niet mag meetellen, is dat één van de grootste absurditeiten die ik ooit hoorde, misschien zelfs de grootste. De competitie is buitengewoon belangrijk. Geen enkele opleiding is goed als ze het verlangen naar de zege niet aanwakkert. Ik ga hier geen namen noemen, maar wat had Lierse? Heel veel eigen opgeleide technisch sterke spelers die op het einde van een wedstrijd nauwelijks efficiëntie hadden getoond als je hun spel analyseerde. Geen voorzetten, geen schoten op doel, geen assists… Ze kregen een opleiding waarin hen werd aangeleerd hoe ze mooi moesten voetballen, maar niet hoe ze efficiënt moesten zijn. Ze werden bovendien ook nog eens anders behandeld. Dat is één van de zaken die ik wilde veranderen.

Een andere leidmotief van u is: de verdedigende organisatie is mijn verantwoordelijkheid, de aanval die van de spitsen. Is dat geen tegenspraak?

Neen. Een offensieve actie voorzien, gaat in tegen de essentie van voetbal. Voetbal is kunst, waar verbeelding en creativiteit moeten regeren. Dat kan je niet voorbereiden. Hier speelt het talent van het individu.

Maar als je die redenering doortrekt, kan je ook verdedigend niets voorzien, want de tegenstand is onvoorspelbaar.

Toch wel. Het systeem van de ander ken je. Je kan de ander het spelen nooit beletten, want die heeft zijn creativiteit en improvisatie, maar je kan je wel opstellen om het gevaar in de tweede fase zoveel mogelijk uit te schakelen. DeVleeschauwer, bijvoorbeeld, zal zijn acties op de flank altijd maken en voorzetten, maar je kan je wel instellen op die voorzetten.

Moet je anderzijds ook geen oplossingen aanreiken in de aanval?

Uiteraard. Dat is één van de redenen waarom we altijd met twee spitsen spelen, zodat de ene de ander kan steunen. Maar ik zal nooit aan een speler zeggen: je moet die bal daar aannemen, in die richting lopen en zo dribbelen. Ik heb als voetballer maar een matig niveau gehaald, maar was technisch sterk. Maar niemand heeft me ooit moeten leren op een bepaalde manier te dribbelen. Als ze het toch probeerden, lukte het uitvoeren eenvoudig niet. Het offensieve sturen, daar hou ik niet van.

Zijn er daarom geen individuele trainingen meerof is collectief trainen voor jou belangrijker?

De twee. Cesar Menotti resumeerde ooit goed mijn standpunt. Op de vraag waarom hij nooit in het bos liep, zei die: ik beloof u dat we dat alle dagen zullen doen de dag dat daar voetbalwedstrijden worden gespeeld. De dag dat we in het voetbal één tegen één spelen, zal ik ook individueel werken. Voetbal is een collectieve sport en dus train ik collectief. Voor mij moet er altijd een verband zijn tussen wat je doet in de week en wat je doet in het weekend. In Moeskroen scoort Stein Huysegems met zijn rechter, waarvan iedereen nu vindt dat wij daar individueel op moeten werken. Had ik dat gedaan, dan had ik nu recht op drie pagina’s in jullie blad. Maar ik heb daar niks speciaals voor gedaan en toch scoort hij met rechts. Maradona zocht ook altijd zijn linker… Iets offensiefs moet je aan het instinct laten.

Moeten we dan afstappen van de idee dat een speler compleet moet zijn? Tweevoetig, kunnen koppen, offensief sterk en defensief een goed recuperator…

Helemaal akkoord. Als ik onze wedstrijden zie, maak ik me wat Stein betreft helemaal niet ongerust. Ik hoorde na Moeskroen één van de analisten zeggen dat Stein goed de actie op rechts inzet, maar nooit de achterlijn haalt en zijn actie telkens afbreekt. Een goeie vaststelling. En dan? Ik weet dat hij in de actie elk moment naar binnen kan komen om op doel te schieten.

Dus zeg je niet: Stein, niet op rechts, want je hebt er niks te zoeken.

Stein mag van mij overal lopen. Ik heb geen vaste verdedigende of aanvallende middenvelder, linkshalf of rechtshalf. Wat af en toe, geef ik toe, een probleem is. Onze duelcijfers zijn soms alarmerend. In Moeskroen hebben we er slechts 19 gewonnen. Dat is te weinig, maar inherent aan onze manier van aanpakken. Maar we compenseren dat met improvisatie die onszelf niet destabiliseert.

Bent u op dit moment een gelukkig trainer?

Te veel wordt van een ploeg gezegd dat ze onvoldoende scoort. En dan kijken ze naar het totaal aantal doelpunten. Er zijn nu al ploegen die meer dan twintig keer scoorden, maar daar zit één match met zes goals tussen. Dat vertekent het beeld. Wij wonnen diverse wedstrijden met twee goals verschil. Dus ja, ik ben tevreden. Héél tevreden. Was ik nu niet tevreden, dan mocht je me afvoeren.

Mag je nu meer eisen?

De verwachtingen worden groter, dat voel ik. De supporterszijn die nederlagen van vorig jaar al vergeten en herinneren zich weer de successen van vroeger. De pers praat veel meer over ons. Dat is iets dat wij niet in de hand hebben. Na de wedstrijd tegen Moeskroen stond al in de krant dat een gelijkspel misschien niet genoeg was.

Veranderen jouw verwachtingen?

Neen. Het ergste is dat je dingen in de loop van een seizoen gaat bijstellen. Op de persconferentie voor de start van het seizoen heeft Herman ( Van Holsbeek, manager, nvdr) het nog aangehaald. Hij herinnerde zich de match tegen Aalst, 0-0 aan de rust met bezoekers die twee grote kansen misten. ‘We stonden dicht bij tweede klasse’, gaf hij eerlijk toe. Van zover komen we. Vergelijk ons dus niet met Genk vorig jaar. Aan onze doelstellingen gaan wij niks veranderen, zelfs niet de linkerkolom als doel vooropstellen. We zijn nog nergens. De doelen blijven: minder goals slikken dan de voorbije twee jaar en werken aan een thuisreputatie.

Met een goeie organisatie en een doelpuntenmaker kom je in België ver.

Natuurlijk. Maar je gaat mij niet in de mond leggen dat Lierse voor de titel gaat, zoals een krant onlangs deed. Dat is onzin, natuurlijk.

Werken in goeie omstandigheden, is dat een opluchting voor je?

Het is de eerste keer dat ik… Ik werk hier veel met video, daar kruipt voor Patrick ( Deman, nvdr) die de samenvattingen maakt veel tijd in, maar het stelt je in staat sneller te gaan. Het tactisch bord hoef ik nog nauwelijks te gebruiken. En als ik dan naar Mechelen kijk… Ik had het er onlangs met mijn vrouw nog over. Hoe hebben die mensen het aangedurfd om me een contract aan te bieden, waarvan ze zeker wisten dat ze het niet konden honoreren? In welke omstandigheden zou ik er nu moeten werken? Opnieuw zonder salaris, nadat ik in Molenbeek al vier maanden had gewerkt zonder een frank te zien. Mensen die schande van me hebben gesproken toen ik mijn contract verbrak, weten niet waarover ze spreken.

Wist je dan niet op het moment dat je voor Mechelen tekende dat het benard was?

Neen. Ze zouden kampioen worden, alles ging goed. Pas enkele weken later stuurde de licentiecommissie de eerste signalen uit. Die commissie stelt mensen als ons, die geen toegang hebben tot de boeken van de club, in staat om iets beter de situatie te beoordelen. Ik heb na de tweede keer dat de licentie werd geweigerd mijn ontslag gegeven, omdat ik stilaan weet hoe het gaat. Zeker als ik vervolgens hoor dat er buitenlandse investeerders komen. In Beveren ben ik door zo iemand ontslagen. Alles wat mij in Beveren was overkomen, ging ik opnieuw in Mechelen beleven en dat wilde ik mijn familie niet weer aandoen.

Brugge ligt op papier vijf punten los.

Brugge is vandaag geen favoriet. Genk is op dit moment veruit de beste ploeg. Niet Brugge, want cijfers liegen niet. Club creëert veel minder kansen dan in het verleden en heeft op dit moment het nodige geluk. Mijn broer doet bij gebrek aan een club wat scouting voor ons en was in Charleroi. Een ploeg in crisis, maar Club had er een stomme goal nodig om uit de problemen te raken.

De twee vaandeldragers startten moeilijk in de Champions League. De discussie gevolgd over al dan niet aanpassen van het systeem?

Wat nieuw was in Genk en ook bij Brugge, was dat de trainer vasthield aan zijn systeem, om het even tegen wie gespeeld werd. Niet te veel ploegen in België, ook niet de top, deden dat. Maar dan, in quasi twee jaar, wilden ze datzelfde Belgische systeem ook nog eens behouden in Europa. Dat is te veel stappen ineens.

Sollied begreep dat sneller dan Vergoossen, want hij stuurde wel bij. De les van Lyon?

Vooral de les van Barcelona, denk ik. Het was daar maar 3-2, maar in de geschiedenis van de Champions League is er zelden een ploeg zo belachelijk gemaakt als Brugge ginder. Ik weet niet of er ooit een dag zal komen, dat een Belgische ploeg zowel in de competitie als Europees op dezelfde manier zal kunnen spelen. Of Sef verkeerd is of niet, daar moei ik me niet mee, hij blijft gewoon trouw aan een heel ambitieuze filosofie. Genk schopt nooit een bal zomaar weg, maar voetbalt uit via de defensie en gebruikt de hele lengte en breedte van het veld, met veel ruimte tussen spelers en lijnen. Misschien moeilijk vol te houden tegen Real, maar tegen Roma kon het wél. Misschien zegt Sef welin zichzelf : als ik niet verander in Europa, kom ik er misschien sterker uit in België.

En Anderlecht?

( Lange stilte). Anderlecht heeft een nieuwe trainer die zijn ideeën nog moet overbrengen en zoals bij elke ploeg die een nieuwe trainer heeft, zijn die er nog niet volledig door. Hier geldt dat ook nog voor de mijne. Anderlecht zoekt nog, maar ik vind dat niet onlogisch.

Als je nu terugblikt op je intrede in de voetbalwereld, met diverse forse verklaringen, heb je dan spijt van bepaalde dingen?

Helemaal niet. Ik ben er niet ingevlogen om er in te vliegen, maar maakte bepaalde vaststellingen en vraag me af of de tijd me geen gelijk aan het geven is. Dat er in dit milieu nog te veel aan het toeval werd overgelaten, was eentje. En een andere dat het voetbal van iedereen is, niet alleen van gewezen topspelers of trainers die al twintig jaar bezig zijn. Ik blijf herhalen dat de komst van Trond Sollied veel goeds heeft gedaan. Omdat hij aantoonde dat training een doel diende.

Twee jaar Brugge leverde één beker en twee tweede plaatsen op. Heeft hij daar gefaald?

Je moet ook kijken naar wat een trainer achter laat. Gent heeft twee jaar later nog steeds zijn vertrek niet verwerkt. Met Brugge is Trond nog geen kampioen geworden, maar Madrid is dat in eigen land ook niet altijd. Je hebt in België Anderlecht, Genk en Brugge. Het is geen drama als één van die drie achter de andere eindigt. Soms zie je pas later wat voor effect iemand op een club heeft, in het beleid, in de manier van denken van spelers en clubleiders. Van Himst wordt kampioen na Ivic, maar tien jaar later zegt iedereen dat het op basis van het werk van de Kroaat was. Dat is het onzichtbare balans van een trainer.

door Peter TKint

‘Ik ga straks verder harde evaluaties maken. Hét argument om in deze ploeg te blijven, is presteren.’

‘Aan onze doelstellingen gaan wij niks veranderen, zelfs niet de linkerkolom als doel vooropstellen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content