Elke week verzamelt Sport/Voetbalmagazine meningen over een pertinente vraag.

Nadat een hele waslijst aan namen de revue passeerde, koos Racing Genk uiteindelijk voor de Schot Alex McLeish om zijn kleedkamer op orde te krijgen en de ploeg weer naar de bovenste rangen te leiden. Is een buitenlandse trainer dan echt zo veel beter?

Bij Club Brugge mocht Thomas Meunier eenzelfde ingreep ervaren, hij kan de beslissing van het Genkse bestuur dus wel begrijpen: “Al kun je het niet helemaal vergelijken met Juan Carlos Garrido bij Brugge, want die had slechts één club (Villarreal, nvdr) op zijn trainerspalmares staan. Gezien het cv van McLeish denk ik niet dat de aanpassing in België moeilijk zal verlopen. Ik verwacht dat Genk weer een kandidaat voor de top drie wordt. Als de mayonaise pakt tenminste.”

Dat is een grote als. Want een kleine duik in de recente geschiedenis leert dat overdreven optimisme niet op zijn plaats is. De voorbije vijftien jaar behaalde een buitenlandse coach zes keer een landstitel. Besnik Hasi – meer Brusselaar dan Albanees – en Trond Sollied – die al eerder ervaring had opgedaan in de Belgische competitie – buiten beschouwing gelaten, slaagden enkel László Bölöni, Sef Vergoossen en John van den Brom erin om kort na hun komst de titel in de Jupiler Pro League op zak te steken. De laatste winnende zet, John van den Brom, kwam dus van de hand van Anderlechtmanager Herman Van Holsbeeck: “Anderlecht had al verscheidene jaren op Belgische trainers een beroep gedaan, met Ariël Jacobs, Frank Vercauteren en Hugo Broos. De keuze voor een buitenlandse trainer was wel overwogen.”

De manager van paars-wit verklaart zich nader: “We zochten naar iemand uit een andere voetbalcultuur, iemand die voor offensief voetbal stond. Zo kwamen we uit bij Ralf Rangnick, Ståle Solbakken en Van den Brom. De Nederlandse trainers genieten toch een goede reputatie en halen overal ter wereld resultaten.”

Anderlecht heeft geen spijt van zijn geflirt buiten de Belgische landsgrenzen. Standard evenmin. Nochtans deden Van den Brom en Bölöni niets anders dan het succes van hun voorgangers bestendigen. Alleen Sef Vergoossen slaagde erin op enkele maanden van nul af aan een kampioenselftal uit te bouwen.

Spaanse indigestie

De Buffalo’s waren net als Club Brugge bij de eersten om de horizonten iets verder te leggen dan Nederland of ex-Joegoslavië, traditioneel de landen waar Belgische clubs naar een trainer speuren. Maar de Spaanse invasie bleek niet de verhoopte resultaten op te leveren. “Ik blijf erbij: we zijn niet teleurgesteld in het werk van Víctor Fernández“, aldus manager Michel Louwagie. “Hij was zeer professioneel en bracht een hoop ervaring mee. Door zijn persoonlijkheid en goede ideeën konden we, ondanks een turbulent seizoen, toch op winst in PO2 mikken. Eigenlijk hebben de buitenlandse trainers ons altijd voldoening geschonken… voor een bepaalde tijd.”

Trond Sollied is de uitzondering op de regel, zijn lange (en succesvolle) regeerperiode bij Club Brugge werd nooit geevenaard door andere buitenlanders. Bölöni, Van den Brom, Fernández, Garrido en ook ChristophDaum: allen bleken ze een beperkte houdbaarheidsdatum te hebben. Louwagie: “Bij Fernández doken er in het tweede seizoen inderdaad problemen op. In het begin had hij niet echt de spelers om op zijn Spaans te spelen, dus forceerde hij dat ook niet. Vervolgens kreeg hij zijn zegje bij de transfers en wilde hij de spelers halen met wie hij zijn speelstijl kon doordrukken. Maar in de Jupiler Pro League die Spaanse manier van voetballen hanteren is niet vanzelfsprekend. Daar zijn de problemen ontstaan.”

Een analyse die gedeeld wordt door Thomas Meunier, getuige van het ontslag van Garrido bij Club: “Hij had een zeer duidelijke visie over het voetbal dat hij wilde brengen. Op geen enkel moment overwoog hij dat bij te stellen. Garrido focuste op het tiki-takavoetbal, maar daar heb je zeer specifieke profielen voor nodig. Barcelona maakt gebruik van die korte passjes en vlotte combinaties, maar zij beschikken dan ook over Xavi en Iniesta, niet over Steven Gerrard.”

Gebrek aan beter?

Garrido en vele andere buitenlandse trainers slaagden er moeilijk in zich aan te passen aan een andere voetbalcultuur. Nochtans betekent hun komst vaak het verdwijnen van een coach die gepokt en gemazeld is in het Belgische voetbal. Waarom blijven de clubs dan toch speuren buiten de landsgrenzen? Is dat wel een goed bestudeerde keuze?

Michel Louwagie: “In eerste instantie gaan wij altijd op zoek naar goede Belgische trainers, mannen die vrij zijn en hun waarde al bewezen hebben. Hein Vanhaezebrouck en Michel Preud’homme zijn daar twee recente voorbeelden van. Maar als dat profiel niet voorhanden is, trekken we de buitenlandse markt op.”

“Het is dikwijls een momentopname, het hangt van de situatie af”, vult Herman Van Holsbeeck aan. “Besnik Hasi is dan wel geen Belg, maar na Van den Brom wilden we weer in zee met iemand die het huis kent.”

Michel Sablon, grondlegger van de vernieuwde opleiding binnen de Nationale Trainersschool, maakt zich alvast weinig zorgen over de aanwezigheid van buitenlandse coaches op onze velden. “Je mag niet vergeten dat zoiets in beide richtingen werkt: veel Belgische trainers zijn nu in het buitenland aan de slag. Ik heb niet de indruk dat de verhoudingen scheef getrokken zijn. Akkoord, Genk haalde nu McLeish, maar hun eerste keuze was wel Peter Maes.”

Op zoek naar een andere identiteit

“Ik moet toegeven dat het verrijkend was om eens een andere voetbalaanpak te leren kennen”, blikt Meunier terug op de periode onder Garrido. “In het geval van Genk kan de keuze voor een buitenlander daarom verfrissend werken. Gezien hun huidige situatie denk ik dat het profiel van McLeish het juiste is.”

In de Cristal Arena moet de Schot een wat Britse toets geven aan het nogal nonchalante voetbal dat de Genkenaars het voorbije seizoen serveerden. In die zin blijkt de komst van een buitenlandse coach dikwijls te passen binnen de keuze voor een andere voetbalidentiteit. Michel Sablon relativeert die denkwijze: “Als ik een lijstje moet samenstellen met de namen die onze competitie kleur geven, kom ik uit bij Hein Vanhaezebrouck, Michel Preud’homme, Francky DuryFelice Mazzu ook, die straf werk levert bij Charleroi. Dat zijn allemaal Belgen.”

DOOR GUILLAUME GAUTIER

“In het geval van Genk kan de keuze voor een buitenlandse coach verfrissend werken.” Thomas Meunier

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content