De publieke belangstelling in Romelu Lukaku groeit met elke wedstrijd, maar zijn club, Anderlecht, zijn makelaar, Christophe Henrotay, en zijn vader, Roger Lukaku, die instaan voor zijn begeleiding, schermen hem af. Lukaku senior, zelf ooit succesvol speler bij onder andere Seraing en Germinal Ekeren, draagt zorg voor de carrière van zijn zoon en volgt elke open training.

“Als ik één week weg moet naar het buitenland, zit ik er al mee verveeld”, zegt hij. “Want als de training soms vroeger gedaan is, ga ik Romelu om drie uur halen. Doe ik dat niet, dan moet hij tot acht of negen uur op Anderlecht blijven. In plaats van om vier uur thuis te rusten, wat gaat hij dan doen? Ik kan me niet veroorloven hem op straat te laten rondhangen. Er zijn appartementen in Brussel van andere spelers die op dat uur nog op school zitten. En dan?”

Romelu is zestien, aanvaardt hij dat zomaar?

“Hij begrijpt het, hij doet niet moeilijk. Soms moet je eens doorduwen, maar qua voeten op de grond houden, is het geen probleem, want we praten veel met hem. Dat begint thuis al. Als wíj niet meer durven bij te sturen omdat hij bij Anderlecht speelt, gaat het niet lukken. ‘Neen, dat mag je niet zeggen, neen, dat mag je niet doen …’ Dat draagt hij uiteindelijk mee naar buiten en hij blijft naturel.”

Zijn moeder Adolphine omschrijft Romelu als “sociaal, gemakkelijk, iemand die met iedereen overeenkomt.”

“Maar”, zegt zijn vader, “hij moet ook niet overdrijven. Want als je in het voetbal té vriendelijk bent, ben jijzelf het uiteindelijk die betaalt. Hij is zestien en dat wil niet zeggen dat hij te jong is – want dat doen ze in België graag – maar dat wil zeggen dat we hem goed moeten omringen en beschermen. Maar wat hij kan, moet je hem laten doen.”

Dat hij bij een Belgische topclub zit en met liefde omringd wordt, betekent niet noodzakelijk dat Romelu een luxeleven leidt. “Ze hebben het toch zwaar”, zegt Roger over Romelu en Jordan, diens jongere broer, die in de jeugd van Anderlecht voetbalt. “Ze staan op om halfzeven, vertrekken om tien over zeven en ze zijn pas ’s avonds om negen uur terug thuis. Elke dag, behalve op zondag. Voor Jordan, de jongste, gaat dat nog, maar voor Romelu is dat gecompliceerder omdat hij met de eerste ploeg traint. Er zijn mensen die hen geprivilegieerd zullen noemen en dat is zo, maar op je zestiende is het niet evident om je vrienden bijna niet meer te zien en bijna nooit thuis te zijn. Al zijn ze dat systeem nu ondertussen wel gewoon. Het is een routine geworden.” S

RAOUL DE GROOTE

‘Ik kan me niet veroorloven hem op straat te laten rondhangen.’

Roger Lukaku

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content