Een avondje of namiddagje voetbal in de Premier League kost een rib uit het lijf, in de Jupiler Pro League lijkt dat nog mee te vallen. Sport/Voetbalmagazine dook onder in de wereld van hamburgers en frieten, van shirts en sjaals en vergeleek de prijzen van tickets en abonnementen in eerste en tweede klasse.

Anfield Road, november 2014, op de benedenrij van The Kop. Een grote banner met de woorden Let me tell you a story of a poor boy, daarboven vier kleine spandoeken:

1990 – 4 £

2000 – 24 £

2010 – 43 £

2020 -?

Nergens ter wereld is het stadionbezoek zo heilig als in Engeland, maar de Liverpoolsupporters voelen zich hoe langer hoe meer melkkoeien. En ooit staan die wel eens droog. 5,50 euro voor het duurste ticket in 1990, 61 euro in 2010, dit seizoen schommelen de ticketprijzen tussen 52 en 83 euro. “Heel wat mensen kunnen zich geen stadionbezoek meer veroorloven. En dan spreek ik nog niet over supporters die een lening moeten afbetalen”, reageerde Jay McKenna, voorzitter van het supporterscollectief Spirit of Shankly, met een levensgroot spandoek prominent aanwezig: £NOUGH IS £NOUGH.

Onlangs publiceerde de BBC zijn vierde Price of Football Study, waarin het de kosten van het Britse profvoetbal in kaart brengt. Conclusie: de gemiddelde prijs voor het goedkoopste ticket is in vier jaar met 13 procent gestegen, terwijl de koopkracht met amper 7 procent toenam. In december 2014 publiceerde Voetbal International zijn eerste onderzoek Wat kost ons voetbal? “In de Nederlandse stadions moeten we flink in de buidel tasten. Niet zo gek dus dat ze leeg lijken. Het meest gehoorde argument is dat een bezoekje aan het stadion verworden is tot een luxeproduct.”

En wat kost óns voetbal? Sport/Voetbalmagazine vergeleek de prijzen van tickets en abonnementen die voor iedereen te koop zijn en waarvoor een volwassen supporter (geen verminderde prijzen) niet bij de commerciële dienst moet passeren. Is voetbal in de Jupiler Pro League duurder dan in tweede klasse? Niet altijd. Na Club Brugge (805 euro) zijn de duurste abonnementen van het land te koop op de Bosuil, het openluchtmuseum van Royal Antwerp FC: 650 euro. Ook Oud-Heverlee Leuven (500), KSV Roeselare (500) en Eendracht Aalst (425) zitten met hun duurste abonnementen een flink stuk boven het gemiddelde van tweede klasse, aan de andere kant van het spectrum staan Seraing United (140), Virton (170) en Lommel United (195).

Prijzen vergelijken in de Jupiler Pro League is moeilijker. Bij meer dan de helft van de eersteklassers was niet altijd duidelijk waarvoor je betaalt. Vijftien matchen? Met of zonder play-off 2? Of is play-off 1 inbegrepen? Geen lijn in te bespeuren. Sport/Voetbalmagazine vergeleek ook de prijzen van de officiële wedstrijdshirts en sjaals, en de catering binnen het stadion: cola, bier, frieten, hamburgers, braadworsten en hotdogs.

Voetbal in Oostende

Oostende, een miezerige avond in februari. Langs de Elisabethlaan, de verbindingsweg tussen de E40 en het Albertpark, kijkt Martin Heylen de chauffeurs van op een spandoek in de ogen. “KVO… mijn aangespoelde herkomst!” De geboren Oost-Vlaming is sinds zijn verhuis naar de badstad een van de KVO-ambassadeurs en vertoeft in goed gezelschap. Guga Baúl (“honger naar meer!”), Kamagurka (“kunst aan zee!”), Frederik Vanderbiest (“karakter en lef!”), de pittige Wendy van Wanten (“gewoon héél lekker!”) en Marc Coucke, met twee abonnementen achter de brillenglazen geschoven. “KVO… kan je blind op vertrouwen!”

Oostende en voetbal, het is dan toch ‘iets’ geworden. Vaders, moeders, zoontjes en – opvallend – jonge meisjes stappen naar het Albertpark, waar Lokeren op bezoek is. Aan de poorten hangt de droge mededeling Uitverkocht. “Voor de zesde keer al dit seizoen”, zegt Bram Keirsebilck, communicatieverantwoordelijke.

Nergens in Jupiler Pro League is voetbal zó goedkoop: 99 euro voor een zitje in de spionkop, waar de 1550 abonnementen de deur uit vlogen. Ook KV Kortrijk bleef opnieuw onder de 100 euro, maar dan wel voor een seizoenkaart in de staantribune. Wie in het Guldensporenstadion een zitje wil, betaalt 149 euro.

Vorig seizoen 1877 abonnees, net voor de winterstop klokte de Oostendse teller op 3533 af. Keirsebilck: “De prijs en de goede resultaten van vorig seizoen verklaren het succes. De bezettingsgraad voor de Oostendse vakken schommelt tussen de 90 en 95 procent.” In absolute cijfers: 6114 toeschouwers gemiddeld, een stijging van 782.

“Meestal is er geen verband tussen prijzen en het aantal toeschouwers. Het principe blijft: hoe groter de vraag, hoe duurder de tickets”, zegt sporteconoom Trudo Dejonghe. “Maar als je genoeg capaciteit hebt, dan kan je de prijs wel verlagen en op die manier tot een groter aantal toeschouwers komen.”

“KVO is de Robin Hood van de Jupiler Pro League”, vindt commercieel directeur Patrick Orlans. “99 euro voor 18 wedstrijden, dat betekent amper 5,50 euro per match.” Goedkoper dan een avondje Kinepolis. “Maar in de cinema ben je zeker dat het een goede film is, bij ons is dat niet altijd het geval. Ook volgend seizoen bieden we nog abonnementen aan 99 euro aan. In de andere vakken zal de prijs lichtjes stijgen, maar de abonnees krijgen wel een galawedstrijd tegen Rijsel én een ticket voor een match in Rijsel cadeau.”

De sfeer in het Albertpark is volks. Een voorzitter die voor de match een schlager zingt, we zien het in Brugge, Gent of Anderlecht nog niet gebeuren. Of, na de wedstrijd de ontgoochelende 0-1 op Twitter meteen relativeert. Beter verliezen met mooie tifo en opgeheven hoofd, dan winnen met tifo met speler onthoofd…

Doodse sfeer

Een week later, een zaterdagavond over de taalgrens. Bienvenue au Stade du Canonnier. Mouscron-Péruwelz ontvangt KV Oostende. Vijf graden warmer dan de week ervoor in het Albertpark, maar de sfeertemperatuur is tot ver onder het vriespunt gezakt. Doods. “Ongeveer 2000 toeschouwers”, zegt communicatieverantwoordelijke Anne-Charlotte Beatse bijna verontschuldigend.

De wedstrijden tegen Anderlecht (8500), Standard (9500) en Club Brugge (10.500) herinnerden voor de winterstop even aan de hoogdagen, van de andere duels ligt niemand wakker. Nochtans: 110 euro achter het doel, alleen in Oostende en Kortrijk – 17 kilometer verderop – is het nog goedkoper. Ook de pilsjes zijn een meevaller. In 11 stadions kost een pintje welgeteld 2 euro, in Moeskroen, Waregem en Standard 1,80 euro, KV Kortrijk doet daar nog 10 cent af. AA Gent is de duurste met 2,60 euro, weliswaar voor 33 centiliter.

In Sport/Voetbalmagazine had de communicatieverantwoordelijke het onlangs over “een identificatie tussen publiek en spelers die nog moet plaatsvinden”, maar welke Mouscronnois kan zich met elf Franse voetballers vereenzelvigen? Seizoenarbeiders uit Sochaux, Montpellier, Rijsel, Le Havre, Sedan, Croix, Lesquin of Martigues.

“Er ís een enorm verschil tussen de toeschouwersaantallen in Vlaanderen en Wallonië”, weet Dejonghe. “Standard heeft een voedingsbodem, Charleroi kán er één hebben, maar voor de rest? Moeskroen speelde dit seizoen voor een gemiddelde van 4000 toeschouwers – het laagste in eerste klasse -, maar voor de laatste wedstrijd tegen Westerlo waren er 1000 minder. In Bergen, een stad van 95.000 inwoners, zaten vorig seizoen gemiddeld amper 3800 toeschouwers in het stadion.”

Een troosteloos schouwspel, ook óp het veld. Veel goede wil en inzet, maar het is Oostende dat in de slotfase de match beslist. In het ruime perslokaal wordt er gezucht. Wéér niet. Tristesse. Maar de vriendelijkheid blijft. “Bonsoir, monsieur.”

Cateringoorlog(je) in Brugge

Jan Breydelstadion. Ruim drie kwartier voor de aftrap van Club Brugge-Lokeren is het koppen lopen op het plein achter de hoofdtribune. Braadworst, hamburgertje, frietje. Lachende gezichten aan de verkoopstandjes van Catering Verkindere, sinds 52 jaar hofleverancier van Club Brugge, maar in het tussenseizoen aan de kant gezet voor Events Catering Bevers.

De nieuwe voorwaarden wogen te zwaar op het familiebedrijf, klonk het bij de zaakvoerders. Ook de invoering van het cashless paymentsysteem, dat geld en bonnetjes overbodig maakte, was te tijdrovend en zou tot een daling van de verkoop leiden. Alsof ze de bui voelden hangen, namen de West-Vlaamse commerçanten in januari een café vlakbij het stadion – Olympos – over, waar ze drank- en eettenten neerpootten. “Allen naar de Olympos!” klonk het op Facebook, zeker toen Cercle – wel klant bij Verkindere – op zijn website olie op het vuur gooide: “Cercle Brugge kiest opnieuw voor de beste frietjes en lekkerste hamburger.”

Onder het motto Een tevreden fan is goud waard keerde Club Brugge begin november op zijn stappen terug en mocht Verkindere aan zijn 53e seizoen beginnen. Brandje geblust. Maar: bij sommige clubs kan je maar beter buiten het stadion iets eten of drinken. Op KV Mechelen, bijvoorbeeld, kost een grote bak frieten (versie XXL) met saus 5,50 euro, in de frituur net buiten het stadion varieert de prijs tussen 2,40 (klein) en 3,40 (extra groot).

Stel, vader en zoon trekken een avondje naar KV Mechelen, maar blijven nog even rond het stadion hangen. De kleine drinkt een colaatje van 1,50 euro en bestelt een klein bakje friet met mayonaise (2,40), vader kiest voor een pils (2 euro) en een grote bak friet (3,40). Totale kostprijs buiten het stadion: 9,30 euro. In het stadion moet de familie voor dezelfde bestelling 13,50 neertellen, ofte 4 euro meer.

Club Brugge en Lokeren delen de punten. Te weinig voor de Oost-Vlamingen, die na bekerwinst (2014) en twee seizoenen play-off 1 genoegen moeten nemen met een ticket voor play-off 2. De blauw-zwarte fans zijn ontgoocheld, een unieke kans verspeeld om de kloof met Anderlecht uit te diepen.

Een cava, alstublieft

Een zondagnamiddag in maart. AA Gent ontvangt Club Brugge, een topper/commerciële voltreffer. 1500 eters, alweer een record gebroken. Patrick Lips, commercieel directeur: “Voetballen op zondagnamiddag is voor ons het beste moment. Onze familietribune is altijd uitverkocht, maar we merken dat heel wat jonge kinderen ’s avonds niet naar de match komen. Jammer, want in die tribune heerst toch een aparte sfeer. En, opvallend: daar is de vraag naar vegetarische schotels het grootst.”

De Ghelamco Arena, culinair walhalla, waar het aanbod de gefrituurde of (zwart)gebraden happen ver overstijgt. De leden van de Executive Club mogen aanschuiven in het restaurant van Danny Horseele, die in Zeebrugge twee Michelinsterren bij elkaar kookte. In de Buffalo Bistro staan onder meer rundscarpaccio, salade geitenkaas, pasta vongole en kortgebakken Bonito-tonijn op het menu, op wedstrijddagen is de keuze beperkter: Buffalo Steak, vol-au-vent, spaghetti, Gentsche stoverij… Een schot in de roos: 400 couverts voor de wedstrijd, 200 mensen moeten weigeren. Katsjieng!

Op de promenade ligt nog meer lekkers te wachten. Klassieke voetbalkost, maar ook belegde broodjes, panini, worstenbroodjes, pizza’s, donuts, muffins, brownies en rijsttaartjes. Hier waant zelfs de gewone supporter zich eventjes vip: eten en drinken, warm en droog, door oude foto’s ondergedompeld in de geschiedenis van Blue/White.

Het is nu al koppen lopen. “Wie vroeg komt, mag gratis op de bus.” De bedoeling is duidelijk: de mensen langer in het stadion houden en daardoor de commerciële inkomsten verhogen. “De bouw, de gezelligheid, het comfort én de goede resultaten vormen de ideale mix om mensen meer te laten verteren, zonder dat ze het gevoel hebben dat ze worden uitgemolken.”

Een pintje voor mijnheer, madam nipt aan een… cava. Spaanse bubbels in een voetbalstadion? “Door het verhoogde comfort en de netheid hebben we momenteel 22 procent vrouwelijke bezoekers – iets minder dan in de Premier League -, die iets anders willen dan een pintje of een cola. In de winter serveren we zelfs vers gemaakte soep.”

Mystery shoppers bewaken de kwaliteit, de Gentse horecamachine wordt week na week gefinetuned. “Wie een pintje bestelt, wordt binnen de 6 seconden bediend.” In het Ottenstadion spendeerde de supporter om en bij de 2 euro per wedstrijd, momenteel is dat bedrag tot 7 euro opgelopen. Lips: “Het voetbal is de kapstok, maar de ervaring moet de negentig minuten overstijgen.”

Het stadion is helemaal uitverkocht. Moses Simon zorgt voor een eerste explosie, na de gelijkmaker van Ruud Vormer wordt het even stil. Maar wanneer Timmy Simons de bal in eigen doel werkt, kolkt de arena. Eindelijk de scalp van een topclub. In de skyboxen wordt beschaafd getoast, de promenade loopt weer vol. Katsjieng!

Kijkcijferkanon

De play-offs staan voor de deur. Anderlecht, Club Brugge en Racing Genk zijn de enige clubs die bij de start van het seizoen ook play-off 1 in hun prijszetting opnemen. Racing Genk vraagt 160 euro voor een staanplaats maar is niet gekwalificeerd, bij Anderlecht tikken de goedkoopste tickets aan tot 230 euro. Club Brugge biedt zowel de duurste (805 euro) als goedkoopste abonnementen aan: 135 euro voor een zitje achter het doel, 40 euro minder dan op… Cercle. “De goedkoopste en duurste zitjes – de place m’as-tu vu, waar de Mexican wave meestal stopt (lacht) – zijn altijd het snelst verkocht omdat ze op een verschillend publiek mikken. De sportconsument gaat voor de duurste plaatsen, de fan voor de goedkoopste”, zegt Dejonghe.

In de vier andere clubs in play-off 1 moet de dienst kaartenverkoop overuren draaien. Bij KV Kortrijk, de revelatie, waren ook de wedstrijden in play-off 2 en 3 in de prijs (99 tot 330 euro) inbegrepen, de vijf matchen in play-off 1 kosten de habitués tussen de 55 z(staantribune) en 120 euro. Sporting Charleroi is de goedkoopste van het land, met abonnementen tussen de 50 en 80 euro, voor niet-abonnees komt daar 10 euro bij.

Standard en AA Gent beperken zich bij de start van het seizoen tot de vijftien wedstrijden in de reguliere competitie, al biedt AA Gent wel de businessformule Gold aan: 1250 euro, zonder btw, inclusief de matchen in play-off 1. De gewone Gentse abonnee betaalt voor die vijf extra matchen tussen de 85 en 165 euro, in Luik 60 tot 125 euro.

De kostprijs van een avondje voetbal loopt aardig op, maar in tegenstelling tot Nederland is er in de Belgische eerste klasse geen drastische daling van het aantal toeschouwers. Gemiddeld 11.644 toeschouwers, slechts 112 minder dan vorig seizoen, toen er 585 supporters méér naar het stadion kwamen. “Dat had alles te maken met de Ghelamco Arena, waar het gemiddelde van 10.744 naar 18.551 toeschouwers steeg”, zegt Dejonghe.

Dit seizoen is Racing Genk de grootste verliezer (min 3263, naar 18.111), in Charleroi heeft het publiek zich na enkele rumoerige jaren opnieuw met het voetbal verzoend: een stijging van 28 procent (+1821) naar 8200 toeschouwers per thuiswedstrijd.

Club Brugge blijft ondanks een lichte daling (min 48) het kijkcijferkanon van de Belgische competitie met 379.890 toeschouwers voor de vijftien competitiewedstrijden (26.326 gemiddeld), Standard noteerde een stijging van 278 toeschouwers naar een seizoengemiddelde van 24.624.

Merchandising

Nog even terug naar de Ghelamco Arena, dat voor het eerst play-off 1-voetbal krijgt geserveerd. Mét een fanshop. Na het faillissement van kledingsponsor Masita bleven de deuren sinds januari gesloten, de club zal de nieuwe shop in eigen beheer uitbaten en inspelen op de wensen van de supporters. Lips: “We willen daarin ook niet overdrijven en beseffen dat we niet rijk zullen worden van een aansteker of een balpen.”

Merchandising. “Vreemd dat daar geen officiële cijfers over bestaan. De Belgische clubs houden die angstvallig binnenskamers”, zegt Dejonghe. De cijfers van de groten der aarde zijn om van te duizelen. De voorbije vijf seizoenen verkochten Real Madrid en Manchester United om en bij de anderhalf miljoen officiële shirts per jaar, goed voor 85 miljoen euro omzet. Barcelona (1,2 miljoen shirts) is mondiaal het nummer drie, Bayern München (945.000) staat in Duitsland op eenzame hoogte, terwijl het trio Chelsea, Arsenal en Liverpool met de kaap van 850.000 shirts per seizoen flirt.

“Die clubs hebben een mondiale uitstraling en zijn echte marketingmachines”, zegt Patrick Lips. “Een club als AA Gent moet 5000 à 6000 shirts kunnen verkopen, niet méér. Merchandising is voor ons branding, we creëren een merk. Daarom gaan we ook loop- en wieleruitrustingen op de markt brengen, we hebben zelfs al een Buffalo Bike. Zulke initiatieven verhogen de aanwezigheid in het straatbeeld en wekken sympathie op. Merchandising is bij de Belgische clubs in de eerste plaats een service.”

De kaarten zijn gekocht, de shirts en sjaals liggen te wachten, de cateraars staan klaar, de bal mag opnieuw rollen.

DOOR CHRIS TETAERT

“KV Oostende is de Robin Hood van de Jupiler Pro League: 5,50 euro per match.” Patrick Orlans (KV Oostende)

“Merchandising is bij de Belgische clubs in de eerste plaats een service.” Patrick Lips (AA Gent)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content