IN DEZE RUBRIEK DIEPT JACQUES SYS ANEKDOTES OP UIT DE KELDER VAN ZIJN GEHEUGEN. VANDAAG: DE START VAN DE BUNDESLIGA.

Volgende zaterdag zal het precies 50 jaar geleden zijn dat de eerste wedstrijden in de Bundesliga werden gespeeld. Eén jaar eerder had de Duitse voetbalbond na een turbulente zitting het licht op groen gezet voor een nationale liga. Zestien clubs telde de Bundesliga aanvankelijk en op de eerste speeldag verschenen er drie buitenlanders aan de aftrap. De Oostenrijker Wilhelm Huberts bij Eintracht Frankfurt, de legendarische Nederlander Co Prins bij FC Kaiserslautern en de al even memorabele Joegoslavische doelman Petar Radenkovic bij 1860 München. Radenkovic was de eerste keeper die meevoetbalde. Hij rukte geregeld tot aan de middellijn op, bij zijn talrijke ‘uitstappen’ hielden de toeschouwers de adem in. Bovendien bezat de kleurrijke en zeer zelfbewuste doelman ook nog andere kwaliteiten. Hij nam een plaat op waarin hij zichzelf uitvoerig complementeerde: Bin i Radi, bin i König heette het nummer, met Beiers accent, zoals het hoort. Het werd een gigantische hit die wekenlang nummer één stond in de hitparade. Later opende de vandaag 78-jarige Radenkovic, die nog altijd in München leeft, ook een restaurant.

FC Köln was de eerste kampioen in de Bundesliga, met de negentienjarige Wolfgang Overath als regisseur. Overath combineerde een fijne techniek met een groot engagement en had amper zeven competitiematchen gespeeld toen hij in de nationale ploeg debuteerde. Met Radenkovic als sluitstuk pakte 1860 München twee jaar later de titel. En dat in een opmerkelijk seizoen. Het naar de Bundesliga gepromoveerde Tasmania Berlin pakte amper acht punten en houdt vandaag ook nog een ander wrang record: het incasseerde 108 doelpunten in 34 matchen en speelde ooit een wedstrijd voor 827 toeschouwers, een dieptepunt. Borussia Mönchengladbach, toen ook net gepromoveerd, was de tegenstander en het werd 0-0.

Een andere debutant deed het toen beter: Bayern München maakte zijn opwachting in de Bundesliga met een derde plaats. En met twee voetballers die de Bundesliga kleur zouden geven: Franz Beckenbauer als libero en de onvervalste doelpuntenfabrikant Gerd Müller. Eén jaar eerder was Bayerntrainer Tschik Cajkovski een beroerte nabij toen hem een 1,75 meter grote en 85 kilo zware aanvaller werd gepresenteerd: “Wat moet ik met een gewichtheffer”, jammerde hij. Maar hij zou snel van mening veranderen. Müller maakte 365 doelpunten in 427 wedstrijden. Maar toen hij veertien jaar later in een wedstrijd op Eintracht Frankfurt acht minuten voor het einde werd gewisseld, kon hij dat niet plaatsen. Müller versaste naar het Amerikaanse Fort Lauderdale.

Precies 5429 voetballers traden in die 50 jaar aan in de Bundesliga, waaronder de rumoerige Luikenaar Roger Claessen als eerste Belg. Hij voetbalde tussen 1968 en 1970 voor Alemannia Aachen en kwam in 44 wedstrijden aan 11 doelpunten. Te weinig, maar de levenswandel van Claessen bleek ook in Aken niet die van een prof: hij runde in Luik een café en bleek zelf zijn beste klant te zijn. In die 50 jaar zaten 365 trainers op de bank, overwegend Duitsers. Het opmerkelijke is dat slechts zes buitenlanders kampioen werden. De eerste en meest beruchte was de Oostenrijker Max Merkel. Hij won zijn eerste Bundesligatitel met 1860 München in 1966 en arriveerde in januari 1967 bij het naar de bodem van het klassement gedaalde FC Nürnberg. De Oostenrijker voerde de ploeg naar de middenmoot en werd met datzelfde Nürnberg het seizoen daarop kampioen. Merkel nam provocatieve taal in de mond en liep bij wijze van spreken met de zweep in de hand op het trainingsveld. Het effect doofde snel uit: in het seizoen na de titel degradeerde Nürnberg.

Veel is er sindsdien veranderd in de Duitse competitie, inmiddels uitgegroeid tot een onvervalst succesproduct. Het gemiddeld aantal toeschouwers zakte aanvankelijk wel van 25.105 in het eerste jaar naar 16.387 tijdens de jaargang 1972/73, net na een omkoopaffaire, om vervolgens weer gestaag te klimmen en tijdens de campagne 2011/12 een record te bereiken: 44.293 mensen passeerden toen gemiddeld de loketten. Eén zaak bleef haast onveranderd: de trouw aan Duitse trainers. Ook vandaag zijn ze ruim in de meerderheid: slechts vier buitenlanders zijn bij de achttien clubs aan het werk.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content