Misschien is hij wel de beste doelman uit de geschiedenis, of de meest elegante. Met zekerheid is hij de meest gelouterde en gelauwerde. Gianluigi Buffon, de keeper van Juventus en de Italiaanse nationale ploeg, maakt een eerste balans op van zijn indrukwekkende carrière.

Veel inleiding behoeft een onderhoud met il numero uno van Italië niet. Een blik op zijn palmares (zie kader) spreekt boekdelen en over wat er niet in staat, zal de flegmatieke doelman van Juventus wel honderduit vertellen. Een open gesprek met Gianluigi Buffon, 38 en sinds kort recordhouder van het aantal onafgebroken ongeslagen minuten (973) in de Serie A.

Toen je in 1995 prof werd, werd je beschouwd als het grootste internationale keeperstalent. Nu is Manuel Neuer de referentie in doel. Veel waarnemers zeggen dat hij voor een revolutie heeft gezorgd omdat hij zo goed kan voetballen. Wat denk jij daarvan?

GIANLUIGI BUFFON: ‘Voor doelmannen is het altijd al belangrijk geweest om goed te kunnen voetballen. Wat Neuer nu doet, ken ik heel goed. Kijk maar eens terug naar mijn wedstrijden bij Parma onder Malesani, met wie we de UEFA Cup, de Italiaanse beker en de supercup wonnen (in 1999, nvdr). Drie, vier keer per wedstrijd moest ik uit mijn strafschopgebied komen om een aanval van de tegenstander af te weren. Omdat ik als kind veldspeler was, heb ik altijd al de neiging gehad om mijn voeten vaak te gebruiken. In Italië is het bovendien altijd gebruikelijk geweest. In het begin van de jaren negentig bijvoorbeeld kwamen Francesco Mancini, doelman onder Zdenek Zeman bij Foggia, en Luca Marchegiani, keeper van Lazio, ook al vaak buiten hun strafschopgebied. Ik vind het met andere woorden niet zo revolutionair wat Neuer doet. Wel echt vernieuwend voor keepers is FC Barcelona geweest. Tien jaar geleden integreerde Barça de doelman niet alleen in de ploeg, maar ook in de opbouw van het spel. Voordien kwam een keeper alleen maar uit zijn strafschopgebied om een aanval van de tegenstander af te blokken. Barça heeft er iets aan toegevoegd: voortaan komt een doelman niet meer uit zijn doel om een actie af te breken, maar om een aanval van zijn eigen ploeg te lanceren.’

Polyvalentie is in het hedendaagse voetbal niet alleen belangrijk voor doelmannen, ook voor veldspelers. Een spits moet kunnen verdedigen, een verdediger moet kunnen aanvallen.

BUFFON: ‘Als je vandaag de dag een fenomeen bent – en dan bedoel ik een écht fenomeen – dan kan je je de luxe veroorloven om net iets meer je krachten te sparen dan de anderen, want telkens als je de bal hebt, maak je het verschil. Dan spreken we over mannen als Messi, Cristiano Ronaldo, Neymar of Ibrahimovic. Als je ‘slechts’ een gemiddelde voetballer bent of zelfs een ‘gewoon’ goede voetballer, dan moet je heel veel lopen. Fysiek wordt er zo veel van je gevraagd dat geen enkele ploeg het zich nog kan permitteren om een speler op te offeren. Toen ik prof werd, kon dat nog. Nu niet meer.’

DE ITALIAANSE SCHOOL

Riskeren fragielere spelers daardoor niet uit de boot te vallen? Roberto Baggio bijvoorbeeld zei dat hij het nu nooit zou maken als profvoetballer. Hij zou niet meer de frisheid hebben voor doel als hij eerst honderd meter pressing moet voeren op de tegenstander.

BUFFON: ‘Baggio was een van die spelers over wie ik het net had, een fenomeen. Ik kan het weten, want ik heb met hem gespeeld. Ik weet niet of iedereen dat beseft, maar Baggio moest technisch niet onderdoen voor Maradona. Hij was werkelijk outstanding, technisch verbluffend, een goddelijke voetballer. Misschien had hij net iets minder persoonlijkheid dan Maradona, maar ze zouden allebei nog altijd even belangrijk zijn nu als vroeger. Ook omdat ze anders zouden trainen, ze zouden niet zo snel meer moe worden. Uitstekende voetballers vinden altijd een manier om hun spel te spelen.’

Je sprak over andere Italiaanse doelmannen als Mancini en Marchegiani. Bestaat er zoiets als een Italiaanse keepersschool?

BUFFON: ‘Ze is een beetje verloren gegaan, maar ja, ze bestaat. Lange tijd was het heel gemakkelijk om een Italiaanse doelman te onderscheiden van een andere, omdat hij een specifieke techniek had en omdat hij fysiek een imponerende verschijning was. Vijftien jaar geleden was de Italiaanse doelman volgens mij degene in wie je het meeste vertrouwen mocht hebben. Er is echter één detail dat verhinderde dat Italiaanse keepers het maximum uit hun potentieel haalden. Als een doelman bij ons honderd reddingen verricht en één foutje begaat, dan zullen ze hem de hele week aanspreken over die ene fout en alle reddingen vergeten. Ze zullen hem gek maken. Italië is het enige land in de wereld waar, als je een fout maakt, het niet meer telt wat je voordien gedaan hebt of wat je nadien nog zal doen. De enkele doelmannen die er hier in slaagden om op hoog niveau te blijven presteren, zijn écht sterk, ook psychologisch. Doelman zijn is in Italië een zenuwoorlog.’

Wat is jouw geheim om al twintig jaar aan de top te staan?

BUFFON: ‘Het geheim is zo weinig mogelijk fouten maken. Daardoor heb ik regelmaat in mijn prestaties kunnen leggen en zekerheid kunnen verwerven. Dat maakt dat ik me nu niet meer laat conditioneren als ik een fout maak. Dat gebeurt me namelijk ook af en toe, maar dan zeg ik bij mezelf: het is gebeurd, maar we gaan er niet bij blijven stilstaan.’

DEPRESSIE OVERWONNEN

Je straalt veel zelfvertrouwen uit, zowel bij je ploegmaats als bij de tegenstanders. Nochtans – en weinig mensen weten dat – kende je in 2003 een depressie.

BUFFON: ‘Een doelman is hetzelfde als een journalist of een zanger: het is een mens. En mensen kan zoiets overkomen. Ik was toen 25, 26 jaar, een leeftijd waarop ik helemaal volwassen werd. Op zo’n ogenblik realiseer je je dat je alle onbezorgdheid, onbezonnen vreugde en alle dwaasheden die je je voordien kon veroorloven, achterwege moet laten. Je beseft dat je een andere levensstijl moet aannemen, dat je je ongedwongenheid moet afschudden. Die overgang zorgde ervoor dat ik doormaakte wat ik heb doorgemaakt.’

Hoe ben je daaruit geraakt?

BUFFON: ‘Ze stelden me voor om medicijnen te nemen, maar ik ben erin geslaagd om erbovenop te komen. Was ik erop ingegaan, dan zou ik in mijn hoofd een soort afhankelijkheid hebben gecreëerd. Ik wil van niets of niemand afhankelijk zijn. Daarom heb de depressie op mijn eentje overwonnen, op mijn eentje ‘de uitgang’ gezocht.’

Hoe heb je die ‘uitgang’ gevonden?

BUFFON: ‘Op sommige momenten stond ik in die periode plots te trillen op mijn benen als ik moest spelen. Ik was bang. Wat me het meest verontrustte, was dat het EK 2004 in Portugal voor de deur stond. Ik was bang om te mislukken. Als je de doelman bent van een land als Italië… Ik weet nog goed dat ik heel veel angst had voor onze openingsmatch tegen Denemarken, maar net die wedstrijd werd een kantelmoment. Dankzij een beetje talent en evenveel geluk – dat heb je namelijk nodig op sommige momenten – speelde ik een heel goede wedstrijd. Ik verrichtte enkele belangrijke reddingen, met een grote ontlading en veel emoties als gevolg. Bij het eindsignaal besefte ik dat ik voor het eerst in vijf, zes maanden tijd niet meer getrild had op mijn benen. Het was alsof ik opnieuw geboren werd. We speelden 0-0 en het was een smerige wedstrijd. Iedereen was geënerveerd, behalve ik, want ik wist dat ik mijn probleem waarschijnlijk had opgelost. Ik was niet langer bang, precies op het moment waarvoor ik het meest bang was.’

Sprak je met je trainers of ploegmaats over die depressie?

BUFFON: ‘Tegenover sommigen wel, ja. Praten helpt op zo’n moment het meest. Je zoekt overal en bij iedereen steun, maar je weet ook dat de grens subtiel is. Je kan er met sommige mensen over praten, maar tegelijkertijd moet je blijven presteren. Als je erover praat en je prestaties zijn niet goed, dan komt de molen op gang: de geruchten nemen toe, je krijgt een etiket opgekleefd. Het is een groot risico.’

In het voetbalmilieu heb je het recht niet om zwak te zijn?

BUFFON: ‘Het hangt af van wanneer je het zegt. Achteraf, wanneer alles achter de rug is, mag je zeggen dat je bang was. Maar als je praat op het ogenblik dat je de angst beleeft, zal iedereen zeggen: ‘Hij is gek, op hem kunnen we niet meer vertrouwen.’ Het is nochtans perfect normaal om angstig te zijn. Wie zegt dat hij nog nooit bang geweest is, liegt. Voor bepaalde wedstrijden ben ik trouwens nog altijd bang, en ik ben 38 jaar. Ik vind het een van mijn beste eigenschappen dat ik weet dat ik bang ben en dat ik die angst wil bestrijden. Het is een uitdaging, het is mijn doel.’

TRADITIE ALS BELANGRIJKE WAARDE

Je had het daarnet over het EK in 2004. Je bent de laatste van de gouden generatie, met ook nog mannen als Pirlo, Del Piero en Totti, die nog deel uitmaakt van de nationale ploeg.

BUFFON: ‘Gelukkig maar. Mochten ze allemaal nog bij de selectie zitten, dan zouden we echt wel aan verandering toe zijn.’ (lacht)

Maar vind je niet dat het Italiaanse voetbal een terugval kent? Dat de talenten van nu niet meer van hetzelfde niveau zijn als de talenten van toen?

BUFFON: ‘Ik weet het niet, ik weet zelfs niet of het correct is om het zo te formuleren. De Italiaanse maatschappij is grosso modo veranderd. Dat betekent dat de manier waarop jongeren worden opgevoed, veranderd is. Onze generatie begon te voetballen in het oratorio (een door de katholieke kerk ondersteunde structuur in een dorp of wijk, waar Italiaanse jongeren kunnen deelnemen aan allerlei activiteiten. Veel Italiaanse spelers werden zo ontdekt, nvdr). We kwamen er allemaal samen om te voetballen, te basketballen of een andere sport te beoefenen. Het groepsgevoel en het samenleven kwamen er automatisch aan bod. En je ontwikkelde er vooral je talenten. Wedstrijdjes vijf tegen vijf op asfalt, een dribbel proberen ondanks een steen die in de weg ligt of een put, ondanks een tegenstander die je op de huid zit. Het zijn omstandigheden die helpen om het beest dat in de mens zit naar boven te halen. De situatie is nu compleet anders. Door de opkomst van de technologie zitten jongeren veel meer binnen in huis, achter hun pc, hun iPad of hun iPod. Het gevolg daarvan is dat fantasie, inspiratie en talent een beetje aan het verdwijnen zijn op voetbalvlak. We zijn allemaal wat gerobotiseerd.’

Met Marco Verratti speelt een grote belofte van het Italiaanse voetbal in Frankrijk. Tien jaar geleden vertrokken de grote Franse beloften naar Italië.

BUFFON: ‘Politiek-economisch is er veel veranderd, vooral economisch dan. Door de kracht van het geld en zware investeringen is er een ongezond onevenwicht ontstaan. De traditie van een club is minder en minder van tel. In theorie kan eender welke ploeg opgekocht worden door de eerste de beste sjeik en op die manier tegen clubs met een rijke historie van 150 jaar als Juventus, Real Madrid of Barça spelen in de Champions League. Enerzijds is dat heel mooi, want iedereen maakt zo een kans. Neem als willekeurig voorbeeld Norwich. Over twee jaar zou die ploeg zomaar in de Champions League kunnen aantreden. Fantastisch toch voor de supporters van Norwich? Maar anderzijds ontneemt het het voetbal zijn romantische aspect. Voor mij is traditie een belangrijke waarde. Het is de vrucht van het harde werk van diegenen die je voorafgingen. Het is de vrucht van afzien en van successen. Ik vind het niet correct dat zoiets zomaar naar het achterplan verschuift door de kracht van het geld. Voor Juventus voetballen is voor mij meer waard dan spelen voor een club die me dubbel zoveel betaalt maar niet zo’n rijke historie heeft. Ik blijf mijn leven lang bij Juventus. Deel uitmaken van de geschiedenis van een dergelijke club maakt me trots.’

EMOTIES BELEVEN EN GEVEN

Je bent 38 jaar. Waarom speel je nog altijd?

BUFFON: ‘In de eerste plaats omdat ik het graag doe, ook al beoefen ik mijn sport niet meer met dezelfde passie als toen ik jong was. Na zo veel jaar is het niet meer dan normaal dat de passie een beetje afneemt, maar ik ga nog altijd met veel plezier de uitdaging aan. Daarnaast speel ik nog uit respect voor het leven. Mijn kwaliteit in het leven is om een belangrijke doelman te zijn. Het is niet meer dan rechtvaardig dat ik die kwaliteit benut zolang ik dat kan. Ten derde voetbal ik nog altijd omdat ik emoties wil beleven en emoties wil geven. Voetballers en supporters hebben een relatie die gebaseerd is op het wederzijds overbrengen van emoties. Ik zorg voor emoties door een redding, door een goed resultaat na te streven. Fans bezorgen mij emoties als ik ze passioneel zie supporteren. Het is iets overweldigends, iets unieks. Ik ben ervan overtuigd dat ik zulke emoties niet meer zal kennen wanneer ik een punt zet achter mijn carrière, maar ik vermoed wel dat ik er dan klaar voor zal zijn om die realiteit onder ogen te zien.’

Wanneer zal dat moment aangebroken zijn?

BUFFON: ‘Graag zou ik nog twee jaar profkeeper zijn en daarna basta. Dat is het idee. Ik wil niet spelen na mijn 40e, maar zoals ik me nu voel, wil ik wel verder doen tot aan mijn 40e.’

En weet je al wat je daarna zal doen?

BUFFON: ‘Sinds een tweetal jaren heb ik een idee over wat ik zou willen, ja. Ik ken de voetbalwereld goed. Wat ik heb meegemaakt, heeft me veel ervaring gegeven en ik hoop dat ik die ervaring in dienst kan stellen van anderen. Daarover ben ik zeker, maar hoe ik dat precies wil doen, weet ik nog niet.’

Enkele jaren geleden vertelde je dat je ooit graag bondscoach van de Verenigde Staten wou zijn.

BUFFON: ‘Ik heb geen zin om clubtrainer te worden. Het idee om na dertig jaar voetbal nog elke dag op het trainingsveld te staan spreekt me niet aan. Bondscoach lijkt me wel een mooie job. Ik ben ambitieus geboren. Als ik ergens aan begin, dan wil ik zo ver mogelijk geraken. Daarom kijk ik naar landen met een groot potentieel en met een grote bevolking. Daarbij denk ik aan de Verenigde Staten of China, landen waar je de mogelijkheid krijgt om een parcours van pakweg twaalf jaar af te leggen richting succes.’

Welk beeld wil je dat de mensen overhouden van Gigi Buffon?

BUFFON: ‘Hopelijk onthouden ze mij voor wat ik goed gedaan heb als voetballer, en als een goed persoon. Ik had het er een tijdje geleden nog over met een vriend. Tegenwoordig worden goede mensen, mensen die anderen respecteren, beschouwd als idioten of als mensen van een andere planeet. Dat stoort me enorm. Ik geloof namelijk dat bepaalde normen en waarden uiterst belangrijk zijn, de basis om de maatschappij als geheel te kunnen verbeteren. Zolang ik de mogelijkheid heb, zal ik ervoor vechten om mijn ideeën te verspreiden.’

DOOR LUCAS DUVERNET-COPPOLA EN STEPHANE REGY – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Als een doelman bij ons honderd reddingen verricht en één foutje begaat, dan zullen ze hem de hele week aanspreken over die ene fout.’ – GIANLUIGI BUFFON

‘Ik vind het een van mijn beste eigenschappen dat ik weet dat ik bang ben en dat ik die angst wil bestrijden.’ – GIANLUIGI BUFFON

‘Voor Juventus voetballen is voor mij meer waard dan spelen voor een club die me dubbel zoveel betaalt maar niet zo’n rijke historie heeft.’ – GIANLUIGI BUFFON

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content