Niet geselecteerd door Aimé Anthuenis en toch voetbalt Marc Wilmots vanavond op de Heizel. Op een bijveldje. En daarna kijken naar de Rode Duivels tegen Kroatië. ‘De nationale ploeg’, zegt hij, ‘heeft toekomst.’

Vanavond bindt Marc Wilmots nog eens de voetbalschoenen aan. Niet meer in het grote Koning Boudewijnstadion, waar België-Kroatië wordt gespeeld, maar op een bijveldje in een voorwedstrijd van Vlaamse vedetten tegen ex-Rode Duivels. Het is amper de tweede keer dat hij dat doet, de eerste keer was in een galawedstrijd van Zinedine Zidane. Kriebelen doet het vooralsnog niet na een jaar van inactiviteit. Lopen en tennissen doet hij met plezier, voetballen niet. “Misschien over een paar jaar”, zegt hij. “Mijn lichaam rust nu even uit na achttien jaar van belasting.” Drie kilo zwaarder staat hij dan bij zijn afscheid, maar die waren er drie maanden geleden al bijgekomen : het gevolg van zijn korte periode als interimtrainer van Schalke 04. Dat komt ervan als je bijna dagelijks 500 kilometer in de wagen zit en aangewezen bent op de frieten in de wegrestaurants.

Nu is hij politicus. Het voetbal volgt hij van een afstand. “Ik mis de kleedkamer niet, ik ga niet naar de wedstrijden.” Vrijdag liep hij even langs bij de KBVB voor informatie over de trainerscursus, iets wat hij absoluut wil gaan volgen. Verder interesses genoeg. “Ik wil even iets anders doen.”

Laten we het toch maar over België-Kroatië hebben. Emile Mpenza loopt er niet bij. Was je verrast over zijn overstap van Schalke naar Standard ?

Marc Wilmots : “Drie maanden geleden vroeg Schalke Emile om zijn contract, dat afloopt, met twee jaar te verlengen. Dat wou hij niet, omdat, zo gaf hij aan, hij niet langer in Duitsland wilde blijven. Dat is zijn goed recht. Alleen was er een keerzijde aan die beslissing : in dat geval zou hij niet meer spelen, zoals dat vaak het geval is met iemand van wie het contract afloopt en die niet bijtekent. Voor Emile was acht maanden aan de kant blijven geen optie. Daarom is deze beslissing niet slecht, ook met het oog op de nationale ploeg. Hij heeft zijn lot in eigen handen de volgende zes maanden.”

Er was ook interesse van andere clubs.

“Er was sprake van Monaco, maar ik weet uit eerste hand dat hij daar niet boven aan de verlanglijst stond. Maar er belden wel drie makelaars die hem daar kwamen aanbevelen. Dat is zijn probleem. Hij hééft geen makelaar, maar driehonderd amateurs voelen zich geroepen om hem even te gaan aanbevelen bij een club die een spits zoekt, hoewel ze niets met hem te maken hebben. Niemand heeft een contract met Emile. Luciano d’Onofrio heeft hem een dienst bewezen. Als hij hem straks verkoopt, wordt de winst verdeeld tussen Schalke en Standard, dat lijkt me fair.”

Bij Schalke vindt men dat Emile zich nooit heeft aangepast.

“Je kunt niet alles hebben in het leven. Misschien was het verkeerd van mij om hem een beetje te veel te bemoederen. Maar toen ik een jaar bij Bordeaux zat, heeft hij toch ook zijn plan getrokken zonder mij ? In het buitenland heb je pluspunten én minpunten waar je mentaal mee om moet kunnen. Ik zou het mentaal moeilijk hebben om de ene week voor 50.000 toeschouwers te spelen en de andere week voor 1000 man. Ik was Emile niet wit, hé. Hij hééft fouten gemaakt, net als de club. Hij had in betere omstandigheden kunnen vertrekken dan langs het achterpoortje. Ze hadden hem voor véél geld kunnen verkopen toen ze vice-kampioen werden.”

Wat kan hij Standard bijbrengen ? Een echte goalgetter is hij niet.

Comment définir Emile ? Emile is gif voor een verdediging. Je mag hem nooit één tegen één laten, de minste bal in de diepte kan dodelijk zijn voor een verdediging. Hij is geen sukkelaar voor doel. Hij is wél meer iemand die anderen beter doet spelen, iemand die een echte goalgetter bevoorraadt. Neem nu Ebbe Sand. Die scoorde in zijn beste seizoen 22 keer, waarvan 14 keer uit een assist van een Emile die voortdurend diep ging en een goede voorzet heeft met links. Waar hij hard aan moet werken, is de volley. Na elke training twintig minuten extra in één tijd afwerken op voorzetten die van links en van rechts komen. Il ne pense pas assez à marquer.

“Wat ik hem verwijt, is dat telkens als hij een bal in de diepte vraagt, hij in één van de hoeken duikt. Ik heb hem het al vaker gevraagd : wat ga je altijd bij die cornervlag zoeken ? Want daar staat de goal niet, hé. Hij moet van de zijkant af vertrekken en de bal diep vragen, richting goal, zodat hij vaker één tegen één komt te staan, zoals Thierry Henry dat uitstekend doet. Zijn kracht is zijn snelheid. Als hij naar de zijkanten spurt, remt hij zichzelf af ; zoekt hij het centrum op, dan komt hij op volle snelheid. Ofwel moet de laatste verdediger een fout maken, ofwel staat hij oog in oog met de keeper. Hij is ook kopbalsterk, heeft een enorme sprongkracht. Dat zijn allemaal zaken die hem moeten toelaten zelf meer doelkansen af te dwingen. Maar daartoe moet hij zijn looplijnen aanpassen. Vanaf vandaag, elke dag, zes maanden lang. Op je vierentwintigste kan dat nog.

“Voetbal is zoals piano spelen. Altijd maar trainen en herhalen voor de wedstrijd of het concert. Als je in de match een bal krijgt waar je op training niet op hebt geoefend, ben je nooit zeker van wat je gaat doen. Ben je op training tweehonderd keer alleen voor de keeper geweest, dan voel je je een stuk zelfverzekerder in de match. Emile heeft dat nooit kunnen doen : de hele tijd was hij geblesseerd. Natuurlijk kan je je afvragen : waarom ?”

Waarom ?

“Soms heb ik de indruk dat hij heen en weer is geslingerd tussen de medische staf hier en de dokter daar. Elke arts meent te weten hoe hij Emile moet aanpakken, maar elk heeft zijn eigen methode. Ik heb hem gezegd : kies één dokter en hou je daarbij. Het onevenwicht in de quadriceps is goed weggewerkt, maar hij blijft fragiel qua spierstelsel. Zijn eerste uitdaging daarom is nu niet het scoren, maar acht maanden blessurevrij kunnen spelen. Dat vereist een dagelijks aangepaste training. Emile is een diesel die traag op gang komt. Omdat hij zo vaak geblesseerd is, moet hij altijd in geen tijd van nul naar honderd kilometer per uur gaan. Hij moet eerst een basis leggen, niet van de ene in de andere blessure sukkelen. Hij wilde ook naar het WK vorig jaar, maar dat kon niet, hij zat maar aan zestig procent. Soms moet hij begeleid worden om goede beslissingen te nemen.”

In de spits doen de Rode Duivels het nu zonder hem.

“Als hij fit is, is hij de beste spits die België heeft. De vraag is : wanneer is hij honderd procent fit ?”

Club Brugge en Anderlecht zitten in de Champions League. Moet je daaruit besluiten dat België Kroatië aankan ?

“Ik roep al jaren dat er hier kwaliteit zit. Alleen zit het probleem in België vaak in het hoofd. Als ik de hele tijd roep dat jij slechte artikels schrijft, ga je je op den duur wel afvragen of dat niet zo is, ook al ben je nog zo overtuigd dat je het goed doet. We moeten niet arrogant worden, maar onnodige twijfel moet gebannen worden. Anderhalf jaar geleden vond ik al dat we een uitstekende lichting Rode Duivels hadden. Er zit van alles in. Bij de Kroaten heb je die twijfel aan de eigen kwaliteiten niet. Dat heeft ook te maken met die fameuze derde plaats op het WK van 1998. Zo’n prestatie veegt veel vraagtekens weg, dan vraag je je niet meer de hele tijd af : hoe goed zijn we eigenlijk ? Op het WK bewees België tegen Rusland en Brazilië dat er een team staat. Alleen moeten de details beter worden. Maar dat ligt meer aan de clubs, bij de nationale ploeg is daar geen tijd voor. Dat Anderlecht en Club zich plaatsten voor de Champions League is in die zin de beste training voor de Rode Duivels tegen Kroatië. Na de zege van Club Brugge heb ik een fles champagne opengedaan. Voor de nationale ploeg is de kwalificatie van Club belangrijker dan die van Anderlecht, omdat er bij Club méér Belgische internationals aan extra topervaring toekomen. Als je goed telt, zitten op twee spelers na alle titularissen van de huidige nationale ploeg in de Champions League, op Buffel na, die Uefacup speelt met Feyenoord, en Geert De Vlieger. De publiciteit die Van Buyten in Frankrijk krijgt voor zijn prestaties, betekent iets. In Frankrijk hebben ze toch wel degelijke voetballers om mee te vergelijken.”

Waarom brengt hij diezelfde prestaties niet met de nationale ploeg ?

“Misschien denkt hij daar te veel over na. Op het WK zei ik hem dat hij zich geen duizend vragen moest stellen, maar tegen Brazilië gewoon Ronaldo op dertig meter van de eigen goal houden en zijn eigen spel spelen. Zijn debuut op het WK was niet goed. Dat gebeurt wel eens. Moet ik nog eens praten over míjn eerste WK ? Je staat niet in één klap aan de top, je leert met vallen en opstaan. Tegen Bulgarije stond hij een paar keer verkeerd, maar Aimé Anthuenis reageerde daar goed op door te benadrukken dat hij tijd nodig heeft. Je moet niet bij elke fout op zijn kap zitten. Vijf jaar geleden zat hij nog bij Charleroi, hé. Toen hij naar Frankrijk vertrok, was hij een meeloper, nu een vedette. Misschien helpt het ook als iemand hem duidelijk maakt dat híj de sleutel in handen heeft om de verdediging beter te maken. Misschien twijfelt hij, omdat hij zich niet honderd procent zeker voelt van zijn plaats en altijd in de weegschaal ligt met Valgaeren.”

Misschien kan hij de druk niet aan.

“Onzin. Weet jij hoe groot de druk is bij Marseille, een levende tijdbom waar er altijd wat roert ? Als je daar zo goed presteert dat ze luidop roepen dat ze je niet langer kunnen houden, dan kan je met druk om, hoor. Als hij niet de kwaliteiten heeft om bij de Rode Duivels te presteren, wie dan wel ?”

Biedt Geert De Vlieger in doel een meerwaarde ?

De Vlieger is een goede keeper. Zijn probleem is dat hij bij Willem II niet op het voorplan kan treden en er de ervaring van topwedstrijden mist. Zonder De Vlieger pakt België in Bulgarije vier goals. Hij houdt er de ploeg recht in de eerste helft. De Vlieger laat zich zelden op een zware fout betrappen. Wat verwijt men hem ? Dat hij twee goals binnenkreeg tegen Brazilië, waar hij niets aan kon doen ? Twee afgeweken ballen. Zijn beste jaren komen er nu aan.”

Wat vind je van het middenveld ?

“De bondscoach speelt met twee controlerende middenvelders, het Franse systeem. Baseggio is geen nummer tien, ook geen zuiver verdedigende middenvelder, maar een zeven en een half. Hij werkt goed af, maar moet wel vaker in de zestien meter opduiken omdat hij een uitstekend kopspel heeft. Dat gebruikt hij te weinig. Mbo (Mpenza) is sterk op rechts, al voelt hij zich net als Gert Verheyen voorheen een beetje beklemd tegen de zijlijn. Niet toevallig zijn het twee ex-spitsen. Ik denk dat hij op zijn best is als tweede spits. Vier jaar geleden riep ik nog dat hij volgens mij meer intrinsiek talent heeft dan zijn broer.”

Voorin is Buffel naast Sonck de revelatie.

“Eerlijk : ik ken hem niet, hij is de enige echte nieuwkomer. Hij heeft wel lef, dat leren ze jongens in Nederland wel. Sonck is een permanent gevaar in de zestien meter. Zelfs als hij slecht speelt, kan hij vanuit het niets scoren. Zijn kracht is dat hij in zichzelf gelooft.”

Een nieuwe Marc Wilmots.

“Hij wordt nog beter dan hij nu is. Goed dat hij van Genk naar Ajax is overgestapt. Hij is er niet meer de koning van België, maar een nummer, een speler die weer van nul moet beginnen en tegen de concurrentie moet opboksen. Daar zal hij ook leren tactisch anders te spelen dan in zijn vertrouwde 4-4-2. Bij Genk liet hij zich wel eens terugvallen om de bal te vragen. Als hij dat bij Ajax doet, sturen ze hem weg, weer naar voor. Daar moet hij zijn én scoren. Géén excuses als het niet lukt, dan zetten ze er wel iemand anders. Hij zal er leren wat moeilijk is. C’est dans la difficulté que tu grandis.

“Sonck, Buffel en Emile samen in de spits is wel wat licht. Met goeie flanken als Goor en Mbo heb je iemand nodig die zich centraal voorin staande kan houden of die een bal kan bijhouden, zoals Gert Verheyen dat kon. Hoeveel fouten lokte hij niet uit ?”

Is Aimé Anthuenis een goede bondscoach ?

“Hij heeft wel iets van Waseige. Veel ervaring, een palmares. Aimé plaatst zichzelf niet op de voorgrond. Zijn eerste interland tegen Bulgarije liep het al verkeerd, maar toch verdedigde hij zijn spelers nadien. Nooit hoorde ik hem zijn spelers afbreken. Wat een trainer aan zijn spelers geeft, krijgt hij terug. Het is niet door meteen alles kapot te slaan dat je ergens komt. Het eerste doel was het EK 2004. Als het niet lukt, moet je een eerste tussenbalans opmaken. Zelfs als we niet gaan, moet je niet opnieuw vanop nul beginnen. Er staat iets, de nationale ploeg heeft een toekomst.”

Jij kan je goed inleven in een trainer.

“Je kan als trainer alles perfect voorbereiden en toch alles verkeerd zien gaan op het veld. Vorig jaar maakte ik het zelf mee tegen Nürnberg : we geven geen kans weg, komen vijf keer alleen voor de keeper, maar de bal gaat er niet in. Wat moet je dan doen ? Als trainer onderga je de dingen. Je hangt af van details. Toen ik bij Schalke overnam, vroeg men mij met welk systeem ik wilde werken. Ik antwoordde : met het systeem dat het best bij de kwaliteiten van mijn spelers past.”

Voegt een goede trainer niets toe aan de kwaliteiten van zijn spelers ?

“Ja, een goede communicatie met de pers. Wat er tussen een trainer en de spelers gebeurt, moet intern blijven. Dat was één van de sterke punten bij de nationale ploeg toen ik er was. Er sijpelde weinig door. Natuurlijk schiet je met de één beter op dan met de ander, maar met het oog op een gemeenschappelijk doel moet je je kleine persoonlijke frustraties onder tafel kunnen schuiven.”

Slotvraag : wint België vanavond van Kroatië ?

“Dat kan. Op voorwaarde dat je de meeste duels wint. Een ploeg die maar vijftig procent van de duels wint, wint nooit een wedstrijd. Dat is een algemene regel. Als je bereid bent om negentig minuten alles te geven, moet je jezelf achteraf niets verwijten. Zelfs als het tegenvalt, moet je op de ingeslagen weg doorgaan. Nederland miste het WK ondanks al zijn vedetten, maar ze doen toch maar mooi verder met dezelfde spelers. Ze gooien ook niet alles om. Alles veranderen is weer vanop nul beginnen. Dat is niet nodig bij de Rode Duivels. De basis is er.”

door Geert Foutré en Pierre Bilic

‘De kracht van Sonck is dat hij in zichzelf gelooft.’

‘Dat Anderlecht en Club zich plaatsten voor de Champions League, is de beste training voor de Rode Duivels.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content