‘We gaan de menselijke warmte van hier missen’

© koen bauters

KRC Genk shopt het liefst in Scandinavië. Een Zweed hebben ze niet, wel twee Denen, een Noor en een Fin. Hoe ervaren de vier het leven in België en Genk, en wat missen ze uit hun thuisland?

Al bij het aanschuiven aan tafel is te zien dat de Genkse Denen Joakim Maehle en Marcus Ingvartsen, de Fin Jere Uronen en de Noor Sander Berge een goeie band hebben met mekaar. De taal zit hen niet in de weg. Uronen spreekt naast het Fins ook Zweeds, de tweede officiële taal in Finland en de taal van de regio waar hij opgroeide. En Berge heeft een Zweedse moeder.

Dat de sfeer goed zit, mag niet verbazen. De vier komen uit de landen die al een paar jaar bovenaan de ranking staan van Most Happy Countries ter wereld, met Finland op één, Noorwegen op twee en Denemarken op drie.

Een taalbarrière hebben jullie in België of onderling nooit gehad?

JERE URONEN: ‘Er is amper noodzaak om Nederlands of Frans te leren, omdat alles hier in het Engels gaat.’

MARCUS INGVARTSEN: ‘Ik had dat niet verwacht, maar dat maakt het voor ons wel gemakkelijker. Nederlands praten is moeilijk, maar lezen lukt wel: veel woorden lijken op onze talen.’

Wat wisten jullie over België toen je hier tekende?

JOAKIM MAEHLE: ‘Weinig. Ik had eens een reportage gezien over de diamantbuurt van Antwerpen en ik wist dat Brussel een stad was waar belangrijke beslissingen genomen worden.’

URONEN: ‘Ik wist dat Brussel de hoofdstad van Europa was en dat jullie een sterk nationaal team hadden, maar van de Belgische competitie wist geen van ons iets af. In Scandinavië gaat de aandacht vooral naar Engels voetbal en een beetje naar Duitsland. Meer mensen in Finland kijken naar formule 1 of rally dan naar voetbal.’

SANDER BERGE: ‘Ik ben echt niet gaan opzoeken hoeveel inwoners België had. Ik had nog nooit van Genk of Limburg gehoord. Ik kreeg op mijn achttiende een interessant voorstel van een club die me op basis van het voorgestelde sportieve parcours wel interesseerde, en ik dacht: als die club oké is, zal de regio ook wel meevallen. Het is net zoals jullie weinig weten over ons in het noorden. Voor ons verschillen Amsterdam of Belgische steden als Antwerpen of Brussel ook niet zo veel.’

Wat wisten jullie voor je komst over Genk?

URONEN: ‘Samen met de andere nieuwkomers toen, Ally Samatta, Nikolaos Karelis en Roeslan Malinovski zagen we in het clubmuseum een film over de geschiedenis van Genk, waardoor we snapten waar deze gemeenschap haar roots heeft.

INGVARTSEN: ‘Dat hebben wij niet meegekregen. Alleen kom je hier snel te weten wat men wil: bloed, zweet en tranen. Wie hier wil geaccepteerd worden, moet zich helemaal geven.’

BERGE: ‘De man die me van de luchthaven naar hier bracht, had roots in het mijnwerkerswezen en heeft me er alles over verteld. Toen we in Brussel vertrokken, wist ik niets van de geschiedenis van de stad en de club, eenmaal in Genk wist ik alles. Toen ik voor het eerst in de stad rondliep, kon ik me niet inbeelden dat er voor een voetbalwedstrijd 20.000 man in het stadion zouden zitten. Maar die waren er wel. En als je de beleving zag, leek voetbal wel iets van leven en dood. Zo belangrijk is sport in Noorwegen niet.’

MAEHLE: ‘Ik kom uit een Deense stad met 140.000 inwoners, daarvan zaten er 4000 in het stadion.’

URONEN: ‘In Zweden kwam er meer volk kijken, tot 10.000 man, maar wat Sander net zei, dat voetbal hier soms een kwestie lijkt van leven en dood, viel me ook op.’

Verse melk

Welke rare vragen krijgen jullie over jullie thuislanden?

URONEN: ‘De clichévraag die je bijna altijd krijgt: ‘Is het niet te koud, ginder?’ Mensen weten dat Finland in het noorden ligt, vermoeden dat het erg koud is, en dromen er hooguit van om eens naar Lapland te gaan en het noorderlicht te zien. Je krijgt mensen amper uitgelegd dat het in de zomer even warm is als hier, en dat de zon echt wel ondergaat.’

Wat is in jullie thuisland beter dan hier?

URONEN: ‘Het onderwijs- en gezondheidssysteem. Niemand gelooft dat wij het beste onderwijssysteem hebben terwijl de kinderen geen huiswerk mee naar huis krijgen en ze vaak al ’s middags thuis zijn. En toen mijn vrouw moest bevallen, deed ze dat in Finland, toen ze hoorde dat je hier, als het zo ver is, de vroedvrouw krijgt die van dienst is. In Finland heb je één iemand die zich om je bekommert.’

INGVARTSEN: ‘In heel Scandinavië zijn al die zaken goed georganiseerd. We betalen veel belastingen, soms 45% maar boven een bepaald inkomen zelfs tot 60%, maar we krijgen er ook veel voor terug: een goed sociaal systeem, een propere leefomgeving.’

Wat moeten mensen weten over Noorwegen, Sander?

BERGE: ‘Dat het ook bij ons niet altijd koud is, dat we fantastische zomers hebben, met een echt strandleven, maar ook prachtige natuur met mooie bergen. Niet zo’n plat land als Denemarken. Ik ben 95 procent zeker dat ik na mijn carrière terug in Noorwegen ga wonen. Ook al is het leven er niet goedkoop. Maar ik snap dat, mocht ik in België geboren zijn, ik België het beste land ter wereld zou vinden. Tot ik Noorwegen zou ontdekken, natuurlijk.’ ( grijnst)

MAEHLE: ‘Als we een Belg vragen om ons het beste van België te tonen, eindigen we altijd op een terras. Dat is nu eens een woord dat we met België associëren: terras.’

INGVARTSEN: ‘Ook in Denemarken ga je met mooi weer naar zee. Vanuit Kopenhagen zit je in veertig minuten met de auto op het strand.’

MAEHLE: ‘Helemaal in het noorden van Jutland, twintig kilometer van waar mijn familie leeft, is het zalig: alleen maar strand en zee. En hygge, natuurlijk.’

Is dat echt een sleutelbegrip in Denemarken, of een commerciële truc waarover jullie boeken verkopen aan onwetende buitenlanders?

MAEHLE: ‘Nee hoor, daar gaat het elke dag over. Je doet aan hygge wanneer je gezellig met je vrienden ergens naartoe gaat, of wanneer je op de bank met je gezin lekker thuis blijft. Je kan het voor verschillende activiteiten gebruiken. Als ik het woord in de mond neem, is het om met familie knus thuis te zitten…’

BERGE ( grijnst): ‘…en de hele nacht door samen Fortnite te spelen.’ ( lacht)

MAEHLE: ‘Het slaat op alles waar je van geniet, in gezelschap van anderen.’

Wist jij wat het betekende, Sander?

BERGE: ‘Natuurlijk, als je elke dag met die Denen optrekt. We hebben daar in Noorwegen ook een woord voor, ‘ higelid‘, maar dat is veel minder gehypet dan het Deense woord.’

Als vrienden of familie op bezoek komen, waar stuur je ze dan heen?

URONEN: ‘Maastricht is onze favoriete stad. In Roermond is het prettig shoppen. En Amsterdam, Parijs en Duitsland zijn amper een paar uur rijden. Naar Finse of Zweedse begrippen is dat niets. Daar schrok ik wel van, toen de andere spelers panikeerden toen ze twee uur met de bus moesten rijden naar Moeskroen. Daar moest ik toch eens om lachen. Wij zaten tot tien uur op de bus, om naar Rovaniemi te rijden, omdat het vliegtuig te duur was. En nog eens tien uur terug de dag na de wedstrijd. Dat zijn pas bustripjes.’

MAEHLE: ‘Doe mij hier maar Maastricht en Düsseldorf.’

INGVARTSEN: ‘Ik hou wel van Antwerpen en Gent. Gent is zo mooi in de zomer.’

BERGE: ‘Ik hou ook van Maastricht.’

URONEN: ‘Nee, Sander. Jij zit altijd in restaurant Pepe’s.’

BERGE: ‘Dat klopt, daar woon ik eigenlijk.’ ( grijnst)

Welke zaken uit jullie geboorteland missen jullie hier? Mis jij korvapuustit (koffiebroodjes met kardemom) en Karjalanpiirakka (gezouten rijstbroodjes), Jere?

URONEN: ‘Dat zijn mijn favorieten! Die brengen onze ouders massaal mee, zodat we ze kunnen invriezen en met mondjesmaat eten.’

BERGE: ‘Ik ben daar ook dol op. Mijn moeder is Zweedse, dat lijkt op de Finse keuken. En ik mis ook lekkere verse melk.’

MAEHLE: ‘Ik kan er maar niet bij dat jullie hier melk drinken die één jaar houdbaar is.’

BERGE ( verontwaardigd): ‘De melk die jullie hier hebben, is vreselijk. Mijn pa is een melkliefhebber, maar als hij tien dagen in België is, zie je hem van dag tot dag wegkwijnen.’

INGVARTSEN: ‘Ik mis een lekkere bakker met broodjes zoals wij die hebben.’

Psycholoog

Jullie zijn nu voetbalprof. Wilden jullie dat ook al worden als kind?

URONEN: ‘Voetballer worden is geen droom voor Finse kinderen. Ik heb tot mijn veertiende ijshockey gespeeld, en was er ook goed in. Wij zijn een ijshockeyland, met ook veel belangstelling voor rally en formule 1. Ik wilde eigenlijk psycholoog worden, tot ik plots in het eerste elftal van Turku belandde, en zes maanden later in Zweden voetbalde. Daar heb ik mijn middelbare school afgewerkt, maar later wil ik nog altijd psycholoog worden.’

BERGE: ‘Ook ik was niet van plan om profvoetballer te worden. Ik speelde basket en voetbal, tot het plots erg goed begon te lopen in voetbal. Maar eigenlijk was ik van plan om zoals mijn vader advocaat te worden. Waarschijnlijk komt dat er nu niet meer van.’

URONEN: ‘Zo’n verstrooide man die nooit de juiste papieren vindt? Dat ben je nu al.’ ( grijnst)

INGVARTSEN: ‘Ik was wel van plan om profvoetballer te worden. Voetbal is een belangrijke sport in Denemarken. In Kopenhagen kan dat ook, die spelen mee op Europees niveau, maar bij de andere clubs ligt dat moeilijker.’

MAEHLE: ‘Ik dacht lang niet dat ik het zou maken als profvoetballer. Na mijn middelbare school was ik van plan om in Amerika aan een of andere universiteit te gaan studeren, ik had al een aanvraag lopen tot ik plots in het eerste elftal belandde en het heel snel ging. Anders zat ik nu als student in Amerika.’

Is er een groot verschil tussen het voetbal in Scandinavië en België?

INGVARTSEN: ‘In Scandinavië speel je in blok, daar gaat het altijd over het team. Hier is elke speler verantwoordelijk voor zijn zone en zijn rechtstreekse tegenstander. Je speelt je eigen wedstrijd in de wedstrijd.’

MAEHLE: ‘Dat is inderdaad het grootste verschil, meer één tegen één.’

BERGE: ‘Dat viel me hier ook meteen op. Nu vind ik het cool, je eigen wedstrijd in de match uitvechten. Daar word je fysiek sterker van, maar in het begin is het wel even wennen.’

URONEN: ‘Ik was na vier jaar een beetje uitgekeken op de typische 4-4-2 die ze in Zweden speelden, waarbij de back vooral de bal moet wegtrappen voor de buitenspeler hem kan voorzetten. Ik wilde als verdediger niet zomaar ballen wegtrappen, ik wou meer meevoetballen. Ik was echt toe aan een nieuwe competitie, maar de voorbereiding op het seizoen vond ik moeilijk. In Finland duurt die maanden, in Zweden ook en hier moet je er plots staan in anderhalve maand. Daar moet je lichaam wel even aan wennen. Plus al die tests in de voorbereiding: dat had ik nooit meegemaakt. Veel heeft met geld te maken. Zweden en Finnen willen ook professioneel werken, maar er is geen geld voor al die tests, vaak is er maar één voltijdse kinesist op de club en ’s middags moet je zelf voor je eten zorgen.’

'We gaan de menselijke warmte van hier missen'

Goeie omgang

Wat nemen jullie straks uit België mee in je reiskoffer wanneer je hier vertrekt, en wat zeker niet?

BERGE: ‘Wat daar zeker zal bij horen, is de menselijke warmte die hier is. Ik heb het gevoel dat ik hier helemaal mezelf kan zijn, de hele tijd. Iedereen is hier open, aardig, respectvol. Dat zal ik missen: het onthaal, de relaxte manier van omgaan met mekaar, de vriendelijkheid, met alle nationaliteiten samen. Verder verschilt de manier van leven ook niet zo veel met wat we thuis kenden. Voor Ito of Lucumí, die van veel verder weg komen, zal dat wel anders zijn.’

Sander Berge
Sander Berge© koen bauters

MAEHLE: ‘Wij kunnen zelfs met de auto naar huis. Negen à tien uur rijden is het. In het begin had ik best wat moeite om hier mijn plek te vinden. Nu voel ik me beter dan in Denemarken. Hier zijn geen kliekjes, geen afzondering tussen de verschillende nationaliteiten. Je wordt makkelijk aanvaard. Zo’n toegankelijke en warme kleedkamer ga ik wel missen.’

URONEN: ‘Ik neem het receptenboek van Pastabar G&G mee naar huis. Dat is een plek waar de spelers van Genk thuis zijn en altijd terecht kunnen. Die ga ik missen. Misschien moet ik thuis in Turku een filiaal openen, als de chef me wil helpen.’

Onze fameuze chocolade neem je niet mee naar Finland?

URONEN: ‘Sorry. We hebben onze eigen topchocolade. De blauwe Fazerrepen. Belgische chocolade is zwaarder, van Finse chocolade die lichter is, kan je meer eten.’

Welk advies hebben jullie straks bij je vertrek voor de Belgen?

BERGE: ‘Panikeer niet als het begint te sneeuwen. Zodra hier één vlokje valt, is het pure chaos. En zorg voor drinkbare verse melk.’

URONEN: ‘Bij ons kan je drie jaar thuisblijven om voor je kind te zorgen zonder je job te verliezen. Man of vrouw, maakt niet uit. En doe iets aan jullie onderwijssysteem. Wij, Finnen, hebben het beste onderwijssysteem ter wereld, maar toch brengen we veel minder uren op school door. Het breekt mijn hart als ik hoor dat kinderen van dertien jaar hier pas om zeven uur thuiskomen na een schooldag met twee trainingen. Maar misschien is dat waarom jullie zo goed zijn, en Finland zo laag staat op de FIFA-ranking.’

De Scandinaviërs

De Finse linksachter Jere Uronen (24) belandde in januari 2016 vanuit het Zweedse Helsingborg bij KRC Genk, nadat hij in eigen land voor Turku voetbalde. De Noorse middenvelder Sander Berge (21) kwam in januari 2018 over van het Noorse Valerenga. Joakim Maehle (21) is een Deense rechtsback die in juni 2017 gehaald werd bij Aalborg. Marcus Ingvartsen (23) maakte als diepe spits furore bij FC Nordsjealland in eigen land en verhuisde naar Genk in de zomer van 2017.

Markus Ingvartsen
Markus Ingvartsen© koen bauters
Jere Uronen
Jere Uronen© koen bauters
Joakim Maehle
Joakim Maehle© koen bauters
Joakim Maehle (rechts): 'Ik voel me hier beter dan in Denemarken. Hier zijn geen kliekjes, geen afzondering tussen de verschillende nationaliteiten.'
Joakim Maehle (rechts): ‘Ik voel me hier beter dan in Denemarken. Hier zijn geen kliekjes, geen afzondering tussen de verschillende nationaliteiten.’© koen bauters
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content