Vanavond staat Milan Jovanovic tegen AZ voor een van zijn laatste grote uitdagingen met Standard. Een gesprek over zijn carrière, de toekomst, de wonden van de oorlog en Thierry Henry.

Het is maandagavond en Milan Jovanovic is onderweg van Luik naar Brussel. Hij is er de centrale gast in het tv-programma Studio 1 La Tribune op La Deux van de RTBf. De telefoonlijn wordt bestookt met vragen, Jova krijgt zelfs complimenten van Anderlechtsupporters. Toen hij drie en een half jaar geleden langs een achterpoortje in België belandde om er een gerenommeerde dokter op te zoeken – dokter Popovic, toen bij Standard – kende niemand hem. Hij had een test in een oefenwedstrijd in Visé nodig om te tonen dat hij een (minimum)contract waard was.

Vandaag, op zijn 28e, is Milan Jovanovic top in België, en een van de weinige echte vedetten die de Jupiler Pro League rijk is. Vorig jaar toonde hij dat hij op het veld ook kan wedijveren met de betere tegenstanders in Europa. Jova heeft uitstraling. Over wat hem anders maakt dan andere voetballers, moet een collega die hem beter kent niet lang nadenken: “Als je slechtgezind bent en je belt Milan, klaart de hemel na vijf minuten open. Hij geeft je energie.”

Ook in het tv-programma imponeert hij, al praat hij nauwelijks Frans en is er een tolk nodig om een diepgaand gesprek mogelijk te maken. Maar wanneer het even kan, komt hij gevat uit de hoek. Zoals bij een opwarmertje waar hij tien vragen met ‘ja’ of ‘nee’ moet beantwoorden.

Vraag: bent u de beste aanvaller in België?

Antwoord: “Nee.”

Vraag: Hoe bedoelt u?

Antwoord: “Ik ben de beste speler in België!” ( grijnst)

Vraag: is Dieumerci Mbokani de tweede beste speler?

Antwoord: “Nee.”

Vraag: wat dan wel?

Antwoord: “Samen met mij nummer één!”

My English is very bad‘, waarschuwt hij een paar dagen later wanneer hij na de training de perszaal betreedt. Maar dat valt heel goed mee.

Een van de meest opvallende vragen in het tv-interview was waarom u, die toch een uitstekend student was, na drie en een half jaar in Luik, nog geen Frans sprak.

Milan Jovanovic: “Ik antwoordde daarop: omdat ik om de zes maanden dacht dat ik zou vertrekken, en dat het in die beperkte tijd weinig zin had om Frans te leren. Dat is het ook. Maar drie en een half jaar later zit ik hier nog. Een tweede reden is, dat ik in Luik bij veel mensen terechtkan die Servo-Kroatisch spreken. Ondanks mijn gebrek aan kennis van het Frans leef ik goed in Luik, al zou het mét kennis van Frans natuurlijk nog beter zijn.”

Weet je al waar je straks naartoe gaat?

“Ik heb een paar concrete aanbiedingen. Het is aan mij om ja of nee te zeggen. Waarschijnlijk wordt het een van de clubs die mij nu een aanbieding deden.”

Maar je blijft tot het eind van het seizoen?

“Als het van mij afhangt, wel. (mysterieus) Wie weet, zit ik ook volgend seizoen nog in België.”

Onlangs was er belangstelling van Olympiacos?

“Een transfer is, wat mij betreft, aan de orde in juni. Ik moet straks geopereerd worden. Dus wil ik zo weinig mogelijk risico’s nemen, want voor mij telt het WK. Ik wil niet het risico nemen dat ik mijn knie ga forceren.”

Je bedoelt dat je, na een eventuele transfer in januari naar een club in een grote competitie, jezelf meteen moet tonen. Als je dan forceert of niet aan spelen toe komt, komt je WK in het gedrang.

“Juist. Ik wil geen risico nemen.”

Je wilt Standard alleen inruilen voor een topclub.

“Daar blijf ik bij. Als ik toch naar een club in een ander land zou gaan die niet in een van de vijf topcompetities in Europa speelt, moet het een club zijn die héél goed betaalt én Champions League speelt.”

Je gaat niet in Qatar of elders in Arabië voetballen?

“Nee. Die clubs doen niet mee in de Champions League. Ik wil de komende drie, vier jaar op topniveau voetballen, om tevreden te kunnen terugblikken op het sportieve deel van mijn carrière.”

Liefde

Is het niet raar dat iedereen je op je 28e wil, terwijl je vier jaar geleden geen club had en hier moest testen om een contractje te krijgen?

“Dat is het zeker. Ik heb een moeilijke weg afgelegd in mijn carrière en mijn leven. Daarom mag ik nu geen verkeerde beslissing nemen voor de komende jaren. Belangrijk is dat ik al die jaren mezelf gebleven ben. Nooit heb ik mijn stijl van spelen aangepast. Was ik ingegaan op de suggesties die ik onderweg kreeg, en had ik mijn stijl aangepast, dan had men nu mijn specifieke kwaliteiten niet geprezen. Het punt is: de trainer in Oekraïne legde andere accenten dan die in Rusland, en dan de trainers hier. Ik moest op een trainer vallen die een type-Jovanovic nodig had.”

Kenners zeggen dat wat jou uniek maakt, de combinatie is van explosiviteit en werkkracht. Dat zie je zelden. Dan is de vraag: waarom zag niemand die combinatie vroeger?

“Ik heb altijd zo gespeeld, heb altijd mijn lichaam goed getraind en verzorgd. Als ik de statistieken van wedstrijden bekijk, ben ik tevreden als ik zie hoeveel afstand ik heb afgelegd, en hoeveel sprints ik heb getrokken. Veel lopen en explosief rennen gaan niet vaak samen. Bij mij wel. Tenminste: nu. De ene speler heeft meer tijd nodig om zijn kwaliteiten te ontwikkelen dan een ander. Belangrijk is op een trainer te vallen die voelt wanneer een jonge speler klaar is om gebracht te worden.”

Zes jaar geleden had je nog geen CL-niveau?

“Ik zat toen bij een club die CL speelde: Shakhtar Donetsk. Maar ik had pech, ik was geblesseerd en speelde toen niet. Dus merkte men me niet op.”

Welke verkeerde keuzes heb je zelf gemaakt?

“Door van Donetsk naar Lokomotiv Moskou te gaan.”

Van fouten kun je leren.

“Nou, het lijkt me beter dat je leert van de fouten van anderen dan dat je zelf fouten maakt!”

Wat was er gebeurd als Jan Boskamp destijds na die test had gezegd: ik moet die speler niet?

“Dan was ik waarschijnlijk naar Rode Ster Belgrado gegaan. Maar ik vind het beter zoals het nu is gegaan. Er was geluk bij, maar zonder de nodige dosis geluk kom je nergens in het leven.”

Veel buitenlandse spelers willen via België zo snel mogelijk hogerop. Beschouw je vier jaar België als tijdverlies?

“Sportief niet: ik heb prijzen gewonnen en meegeholpen om geschiedenis te schrijven met Standard, mensen in heel het land gelukkig gemaakt. Via Standard ben ik ook international geworden. Dat compenseert de minpunten. Want door hier zo lang te blijven, heb ik elders veel geld laten liggen.”

Met geld wil je ook je familie in Servië helpen.

“Natuurlijk. Ik heb alles aan mijn familie te danken, mijn opvoeding, mijn waarden. Wat ik terugdoe, heeft met liefde te maken, in al zijn vormen. Wat is een mens zonder liefde?”

Twee oorlogen

Je hebt als puber de oorlog in voormalig Joegoslavië nog meegemaakt. Heeft dat je kijk op het leven veranderd?

“Ons dorp lag aan de rivier die de grens vormde met Bosnië. Vijfhonderd meter van ons huis hoorde ik schieten en zag ik huizen in brand staan. Drie jaar heeft dat geduurd. Maar alles went, ook oorlog. Als je de eerste keer een dode ziet, ben je in shock, de volgende keren minder. Dat gaat zo met alles in het leven. De eerste maanden wisten we niet wat er gebeurde, daarna ga je weer dansen, zingen, naar de film kijken. Je probeert normaal te leven. Maar je vraagt mijn mening, en ik zou je willen antwoorden met een citaat van Immanuel Kant, al weet ik niet of mijn Engels goed genoeg is om het precies weer te geven: in de oorlog mag er niets gebeuren wat het leven, de vrede, na de oorlog in gevaar brengt. Met andere woorden: ook in een oorlog is er fair play nodig, hoe raar dat ook klinkt. Ik vind oorlog het ergste wat er is: beter honderd jaar praten dan één dag oorlog voeren.”

Die oorlog heeft je niet verbitterd gemaakt. Je praat er nu emotioneel over, maar iedereen die je kent, zegt: opgewekte, positieve kerel.

“Nee, maar wat ik heb meegemaakt, vergeet ik nooit. Ik heb twee oorlogen doorstaan: de burgeroorlog en de bombardementen door de NAVO, die de hele infrastructuur van Servië kapot hebben gemaakt. Nu nog worden kinderen ziek door uranium dat daar bij de bombardementen werd gebruikt. Wat hebben de Amerikanen achteraf gedaan? Niets. Mijn land is half verwoest, verarmd, maar Amerika heeft niet geïnvesteerd in de wederopbouw. Dat was niet fair.”

Zou je in Engeland of de VS kunnen voetballen?

“Waarom niet? Veel landgenoten wonen in Amerika, verdienen er geld en sturen dat naar Servië voor de wederopbouw. Ik heb geen problemen met Engelsen of Amerikanen. Ik kan het onderscheid maken tussen gewone Amerikanen en een select groepje dat oorlog nodig heeft om zaken te doen.”

Je deelt de mensen niet op in goede en slechte?

“Ik heb nooit een onderscheid gemaakt tussen mensen op basis van hun afkomst. I love all the people: iedereen in Bosnië, iedereen in Albanië, in Servië. Tomislav Mikulic, die nu voor Germinal Beerschot voetbalt, is Kroaat. Een vijand dus. Ook hij heeft erge dingen meegemaakt in de oorlog. Toch is hij mijn vriend. Oguchi Onyewu, een Amerikaan, ook.”

Als je zulke dingen hebt meegemaakt, relativeer je de voetbaloorlogen op het veld.

“Natuurlijk. Maar ook daar moet fair play gelden, vind ik. Neem nu wat Thierry Henry deed: dat kan toch niet? Ze moeten hem verbieden naar het WK te gaan!”

Stel dat jij in zijn plaats bent en het is de fase die beslist of Servië naar het WK gaat: wat doe jij?

“Ik zeg tegen de scheidsrechter: het was hands. Onmiddellijk!”

Zelfs als Servië daardoor het WK mist en je het hele land over je heen krijgt?

“Wat blijft er nu van Thierry Henry over? Ik bewonderde hem, maar al wat hij op het voetbalvlak gepresteerd heeft, verdwijnt in het niets bij de gevolgen van wat hij nu deed. Wat zal men zich over enkele jaren van Thierry Henry nog herinneren? Alleen die handsbal! Als ik, en vele anderen, straks aan Henry denk, denk ik aan bedrog. Wat Henry deed, was diefstal. Wat de FIFA deed, was zeggen: ‘Als je bedriegt, word je beloond.’ In dit geval met een plaats op het WK. Is dat de les die jongeren die van voetbal houden moeten onthouden?”

Erg, maar geen ramp

Ben jij je bewust van de invloed van je gedrag op jongeren?

“Ja. Het kan dat je emotioneel reageert, wanneer er een fout op je begaan wordt of wanneer je een penalty niet krijgt.”

Of wanneer je na een fout een speler van Sint-Truiden bij beide oren grijpt.

“Precies. Wat telt, is wat daarna gebeurt. Na die fase gaf de scheidsrechter me een kaart. Na de match heb ik hem een hand gegeven. Waarom zou ik kwaad op hem zijn? Hij had gelijk!”

Normaal zou jij tegen STVV niet spelen, je was geblesseerd. Waarom deed je dat?

“Omdat Standard in een moeilijke situatie zit. Ik reken niet, ik wil altijd spelen. De afgelopen vier jaar heb ik héél veel matchen gespeeld waarin ik pijn had en inspuitingen nodig had.”

Tegen STVV was je niet 100 procent, dus …

“Sorry: ik was wél honderd procent. Ik was alleen niet goed.”

Jullie zitten in een moeilijke periode. De trainer zei: ‘Er wacht ons een moeilijke winter.’ Wat kun jij daaraan doen?

“Het beste van mezelf geven. Maar als Standard als team niet draait, kan één iemand daar weinig aan doen. Als Standard goed draait, kunnen individuele spelers dat collectief nog sterker maken. Het omgekeerde kan niet.”

Ben je verbaasd over wat jullie nu meemaken?

“Niet echt. Veel geblesseerden, veel jonge spelers … Het is erg, maar het is geen ramp. We verloren vaak, maar we komen terug. Met Standard, nog dit seizoen!”

door geert foutré – beelden: reporters

Wat ik had gedaan in de plaats van Henry? Gezegd dat het hands was! Onmiddellijk!

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content