Een flinke Egyptische input moest KV Turnhout, bijna dood in derde klasse, nieuw leven inblazen. Maar de buitenlandse profs kunnen het tij niet keren, en het ongenoegen groeit.

Het is woensdagavond en al pikdonker op trainingscentrum Leemshoeve, wanneer de spelersbus van KV Turnhout het parkeerterrein op draait. De selectie komt druppelsgewijs naar buiten. Eerst Ahmed Mahmoud. Daarna Youssef Kamel. Dan even niemand en vervolgens een hele sliert bestaande uit Mostafa Elfarargy, Elsayed Mamdouh, Hassan Elshamy, Ahmed Haythan, Ahmed Garibe en anderen. Ergens in het midden van deze optocht loopt ook de nieuwe coach van Turnhout. Hij heet Hesman Salem Zakarya en komt net als het merendeel van zijn spelers uit Egypte.

Aan het begin van de winterstop was Turnhout nog de hopeloze hekkensluiter van de derde klasse A, met tegenstanders als Rupel Boom en Izegem. Van alle slechte ploegen in die afdeling was Turnhout de allerslechtste. Eigenlijk had de club niets meer. Geen geld, geen status, nauwelijks punten en zelfs amper nog supporters. In een van de laatste thuiswedstrijden waren er nog geen 75 betalende toeschouwers. Nu staat de ploeg weliswaar nog steeds stijf onderaan, maar geld is in elk geval opeens geen probleem meer. Dat is omdat de Egyptische financier Maged Samy heeft ingegrepen. Samy liet in de winterstop een compleet elftal, inclusief reserves, uit Caïro overkomen, ter vervanging van de falende Belgen. Sindsdien voetballen er veertien Egyptenaren in het shirt van Turnhout, aangevuld met een handjevol autochtonen die mochten blijven. In hun debuutwedstrijd speelde de derdeklasser met negen Arabischsprekende voetballers 1-1 gelijk tegen Olsa Brakel. Dat was een tegenvaller.

Het Egyptische vreemdelingenlegioen, dat inclusief trainers en begeleiders inmiddels uit zeventien personen bestaat, werkt er nochtans hard voor. Er wordt sinds eind december minstens zes dagen per week getraind maar meestal zeven, wedstrijd of geen wedstrijd, en door weer en wind. De meeste sessies duren minstens twee uur, waarbij de spelers bijna continu in beweging zijn.

Een van hen, doelman Haytam Mohamed Hasan, sleept zijn lange lichaam richting kleedkamer voor de zoveelste training van de week. Het is nog vier dagen tot de derby.

“Geel”, zegt een Belgische man die naast hem loopt. Het is Rik Proost, al sinds 35 jaar de materiaalman van Turnhout. Hij heeft zijn arm om de Egyptische keeper geslagen.

“Verbroedering Geel. You know?”

De keeper schudt zijn hoofd.

No.”

Your opponent. Next match. Name is: Geel.”

Ter verduidelijking wijst hij naar een plekje aan de horizon. Het stadje van de aartsrivaal ligt maar een paar kilometer verderop.

You know?”

Weer haalt de lange keeper zijn schouders op

No.”

Halal

Communicatie is sinds de winterstop een probleem binnen de selectie van Turnhout, maar vreemd genoeg niet voor de Egyptenaren. In de kleedkamer zijn zij veruit in de meerderheid. Het is het handjevol Belgische voetballers dat nog gehandhaafd is gebleven, dat zich nu opeens niet meer verstaanbaar kan maken binnen de groep. In Turnhout leeft men sinds een tijd in de omgekeerde wereld.

De enige van de Egyptische gastarbeiders die Engels kent, is de manager, een gezette jongeman die als manusje-van-alles fungeert. Hij staat even verderop en oefent met een paar jeugdtrainers op zijn Vlaams. “Goedemorgen!”, schreeuwt hij door de Belgische nacht. De maan staat al behoorlijk hoog aan de hemel, maar hij roept nog een keer: goedemorgen! Daarna begint hij met aftellen. “Tien-niegen-ach-zuuven-zas-vif-vrr-dri-twie-oen.” Het applausje dat volgt, neemt hij met een theatrale buiging in ontvangst.

Ook hij is, net als de rest, van de ene op de andere dag van Caïro naar België gehaald door Maged Samy, financier van KV Turnhout en oprichter en mede-eigenaar van Wadi Degla, een Egyptische investeringsmaatschappij die hem tot een van de rijkste mannen van het land heeft gemaakt. Wadi Degla investeert in alles, als het maar veel geld oplevert: waterleidingen, fitnesscentra, telecomproducten, vastgoed en ook jonge voetballers. De holding is eigenaar van drie voetbalclubs.

In 2007 kwam Lierse SK in het bezit van Samy. Over het doel deed hij niet al te bescheiden. “Ik wil van de grootste kleine club van België, de grootste kleine club van de wereld maken”, zei hij. De reden dat hij daarvoor Lier uitkoos, was onder meer dat er in België beduidend minder salaris hoeft te worden betaald aan spelers van buiten de EU dan bijvoorbeeld in Nederland.

Vandaag bungelt Lierse SK onderaan in de eerste klasse, en zustervereniging Turnhout viel bijna uit de krant, zo laag stond het de hele eerste seizoenshelft op de ranglijst. Omdat de competitie in Egypte sinds de revolutie al een jaar lang stilligt maar hij zijn werkloze spelers toch moest betalen, besloot Samy hen naar België te halen. De zes beste Egyptische voetballers gingen naar Lierse SK (drie werden al meteen doorgestuurd), de veertien anderen werden twee-aan-twee ondergebracht in appartementen in Turnhout, waar vrijwel het complete eerste voetbalteam ter plekke werd gedegradeerd tot belofte-elftal. Ook de coach, Jef Durfraing, moest met zijn hele staf plaats maken voor Zakarya en zijn assistenten. Niemand werd ontslagen, alle spelers en trainers krijgen nog elke maand keurig betaald en hebben de verzekering dat ze volgend jaar weer aan de slag kunnen. Maar desondanks is stemming in de kleedkamer tot ver onder het nulpunt gedaald, net als bij de jeugdspelers, die hun hoop op een plekje in de hoofdmacht hebben zien vervliegen. Coach Dufraing moet zijn tong afbijten om niet te zeggen hoe hij er echt over denkt.

Rouwadvertentie

De training is intussen in volle gang. Vanuit de dug-out kijken drie oudere supporters toe. Dit zijn gepensioneerden die zich een leven zonder hun club niet kunnen voorstellen. Ze zijn altijd blijven komen, ook al kennen ze sinds een paar weken de helft van hun favoriete elftal niet eens meer bij naam. “Het is niet te doen om te onthouden hoe al die mannen heten”, zegt de middelste van de drie. “Daarom moedigen we nu maar het rugnummer aan.” Hij zegt dat hij de ploeg dit seizoen zal blijven steunen, omdat hij ook wel inziet dat deze noodgroep noodzakelijk was. “Er moest iets gebeuren, wilde Turnhout nog kans maken om in de derde klasse te blijven. Maar als al die mannekes uit Egypte er volgend jaar nóg zijn, dan kom ik niet meer.” Maar niet iedereen geeft de Egyptische invasie zo veel voordeel van de twijfel. Zijn collega-supporter rommelt wat in zijn jaszak. Hij overhandigt een stencil, afkomstig van de Young Boys, de fanatiekste supporterskern. “Het is een doodsbrief”, zegt hij. “Er is een groep fans die hier niet meer komt voordat die man uit Egypte weg is.”

Het stencil dat hij overhandigt, heeft de opmaak van een rouwadvertentie. In een thuiswedstrijd, tegen Racing Mechelen, zal de club ritueel ten grave worden gedragen. Er komt dan zelfs een echte doodskist aan te pas.

De wind waait hard over het trainingsveld. Sommige Egyptische spelers beven als een riet. Een paar weken geleden zagen ze voor het eerst sneeuw. De vertaler was de eerste die op onderzoek uitging. Hij gleed al bij de voordeur van zijn appartement uit en kon gelijk met een schouderblessure naar het ziekenhuis. Rik Proost had nog wel ter uitnodiging een oranje bal uit het ballenhok gehaald, maar geen Egyptenaar durfde één voet op het mysterieus witte trainingsveld te zetten.

Proost heeft genoeg zorgen. “Al jarenlang staan er na de wedstrijd broodjes voor de spelers klaar. De helft met ham en de helft met kaas. Maar tegenwoordig is negentig procent van de spelers moslim. Ham hoefde ik dus niet meer te halen. Dat eten ze niet. Ik dacht: ik koop kippenwit. Maar dat bleek ook een probleem, want niemand kon bevestigen dat die kip wel halal geslacht was. Zo leer ik elke dag weer bij.”

De materiaalmeester klaagt niet graag. Het heeft ook voordelen om een rijke suikeroom uit Caïro te hebben. Een paar weken geleden werd hij plotseling gebeld door voorzitter Marcel Hendrickx. Er was goed nieuws. Samy had een loopband voor de club aangeschaft. Of Proost even met de sleutel naar het stadion wilde gaan om het ding in ontvangst te nemen? “Toen ik daar aankwam, stonden er twee enorme vrachtwagens voor de poort. Ik dacht nog: Voor één loopband? Maar ze zaten bomvol apparatuur. In opdracht van Samy waren ze een compleet fitnesscentrum komen brengen! Zoiets hadden we hier nog nooit gezien.”

Heimwee

Zaterdagavond. Het is iets over zessen wanneer de spelersbus van KV Turnhout het terrein van aartsrivaal Geel opdraait. De gezichten van de Egyptische voetbalhuurlingen staan strak. Het zijn pure profs die hier het stadionnetje van Geel komen binnenrijden, broodvoetballers die in eigen land gewend zijn aan tribunes met tienduizenden volslagen doorgedraaide fans. Nu zijn ze plotseling hier, op het parkeerterrein van het Leunenstadion, voor wat de meest beladen wedstrijd van het seizoen schijnt te zijn. Maar hoe ze ook hun best doen en uit het raam naar buiten turen, er is niet één supporter te ontdekken.

Op de eerste verdieping komt even later het bestuur van de club binnen, voorzitter Marcel Hendrickx voorop. Er waren tijden dat het weinig scheelde of hij wist op vrijdagavond nog niet of er wel voldoende geld was om op zaterdagavond de lichtmasten te laten branden. Maar inmiddels ziet de wereld er heel anders uit.

“Er zijn vandaag weer vier nieuwe spelers bij gekomen”, zegt hij in het gezellige spelershome annex bestuurskamer annex ontvangstruimte annex perskamer van Geel.

Weer vier Egyptenaren zeker?

“Nee hoor. Er zit deze keer ook een Ghanees tussen.”

De voorzitter gelooft in het plan van Samy. Voor de zoveelste keer legt hij uit dat de injectie uit Egypte nog zo ongeveer de enige kans was om de club voor degradatie te behoeden. Echt geïrriteerd raakt hij pas wanneer de reactie van de KBVB ter sprake komt en het woord competitievervalsing valt. Dan slaat de voorzitter zó hard met zijn vlakke hand op tafel dat de Duvel in het bierglas van zijn buurman ervan gaat klotsen. “Wij doen niets onreglementair. Niets! In eerste en tweede klasse geldt er een maximum aan aangekochte spelers. Maar die regel bestaat niet bij ons. Niemand heeft ooit gedacht dat zoiets in derde klasse zou kunnen gebeuren. Maar nu is het wél gebeurd. Kunnen wij daar iets aan doen? Er wordt een hoop onzin over ons verteld, zoals dat we hiermee onze eigen jeugd verwaarlozen. Maar het plan is juist in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat onze talenten ook in de toekomst nog op niveau kunnen blijven spelen.”

Van de Turnhoutaanhang is weinig over. Er bevinden zich vanavond welgeteld 24 supporters in het uitvak. Langs de kant slingert coach Zakarya desondanks de ene na de andere Arabische volzin het veld in. Hij is van het fanatieke soort. Negentig minuten lang staat hij als een op hol geslagen verkeersagent aanwijzingen te geven.

Na afloop is het stil in de kleedkamer van de bezoekers. Er staat wel een schaal met broodjes, allemaal kaas, maar niemand heeft blijkbaar honger. De Egyptenaren trekken grotendeels zwijgend hun kleren aan. Sommigen staan zelfs na een warme douche nog te rillen van de kou. Jorne Segers, invaller en grootste talent van de club, komt met natte haren naar buiten. De teleurstelling is van zijn gezicht te scheppen. Hij heeft al honderd keer moeten uitleggen hoe het is om opeens vrijwel alleen maar Arabische teamgenoten te hebben. Het talent zucht. “Aan die jongens ligt het niet. Ze willen wel, maar tot nu toe lukt het nog niet om te winnen. Ik kan het goed met ze vinden. Ik heb vanwege mijn studie zelfs een tijdje met ze in het appartementencomplex gewoond. Het klinkt gek, maar dit is nu al een hecht team. We zijn geen elftal, zegt de coach altijd, wij zijn een familie. En ik moet eerlijk zeggen: zo voelt het ook. Ik snap de sentimenten van onze supporters, maar het is niet eerlijk om de teleurstelling bot te vieren op de spelers uit Egypte. Zij zijn ook maar gestuurd. Sommige jongens hebben heimwee. Ik vind dat niet gek. Eén speler heeft een vriendin die zes maanden zwanger is moeten achterlaten. Toch merk je op het veld niets aan hem. Hij zet zich voor honderd procent in voor Turnhout, terwijl hij daar tot voor kort nog nooit van had gehoord. Daar kun je alleen maar respect voor hebben, vind ik.”

Een week later wordt de thuiswedstrijd tegen Temse door de hevige sneeuwval al vroeg stopgezet, een kleine honderd aanwezigen spoedt zich naar huis. Het wordt een wel erg lange winter, hier in Turnhout.

DOOR MICHEL VAN EGMOND – BEELDEN: JURGEN VANTOMME

“Aan die jongens ligt het niet. Ze willen wel, maar tot nog toe lukt het niet.” Jorne Segers, jeugdspeler Turnhout

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content