Op vrijdag 1 oktober trekt de Belgische basketbalcompetitie zich weer op gang. Ondanks de pijnpunten begint Jacques Stas, manager van Spirou Charleroi en assistent-bondscoach, vol enthousiasme: ‘Eigen talent wordt weer belangrijker.’

J acques Stas (41) is een man die geen vragen nodig heeft om in een spraakwoede uit te barsten. Een man bovendien, die een eigen mening ontwikkelt en die ook durft te uiten. Kortom, met zijn ervaring als profbasketter, zijn huidige status als manager van landskampioen Spirou Charleroi en assistent-coach bij de nationale ploeg, de geknipte figuur om tekst en uitleg te verschaffen bij alweer een nieuw seizoen Belgisch topbasketbal.

Charleroi verdedigt zijn landstitel en wil, zoals het eigenlijk elk jaar verkondigt, beter doen in Europa. Nog andere doelstellingen?

Jacques Stas: “Het is in de geschiedenis van het Belgische basketbal nog maar zes keer gebeurd dat een ploeg viermaal op rij kampioen werd, wij willen in dat rijtje komen. En verder hebben we een unieke kans om ons te tonen in de Euroliga, de meest prestigueuze Europese competitie. ( Charleroi speelt op 24 september de terugmatch van de kwalificatieronde tegen Nymburk,nvdr) Daar zijn wel wat organisatorische aanpassingen voor nodig. Een eerste goede stap is dat we vanaf nu vijf Belgen in de kern moeten tellen. Het ideale scenario om volgens mij in Europa een goed figuur te slaan is dat je vier of vijf Belgen hebt van degelijk niveau, aangevuld met enkele Amerikanen die Europees een surplus betekenen. Het probleem van de Belgische clubs nu is dat de Amerikanen die ze halen, niet altijd Europees niveau waard zijn. Hoe wil je dan Europees uitblinken?”

Is dat een kwestie van geld?

“Niet enkel dat. We hebben in het verleden vooral de fout gemaakt om de Belgische basis te vergeten. Als je geen basis hebt van drie of vier sterke Belgische spelers, heb je amper iets om op voort te bouwen. Daaraan moeten we nu werken.”

Je hoort van de buitenlandse trainers hier wel eens: ‘Meer Belgen, allemaal goed en wel, maar als ze het niveau niet halen, kun je ze moeilijk opstellen.’

“Akkoord, maar veel trainers denken nu eenmaal op korte termijn. Als manager vind ik het mijn taak om ook aan morgen te denken. Het moet wel gezegd: tot voor kort nodigde de fiscale wetgeving, die dankzij een gunstige belastingsregel buitenlanders goedkoper maakte voor clubs dan Belgische spelers, natuurlijk uit tot zulk transfergedrag. Charleroi maakte zich daar ook schuldig aan. Maar op lange termijn ben je niets met zeven buitenlanders in je kern. Kijk maar naar onze nationale sport nummer één, voetbal. Daar was België de vorige decennia top, maar de laatste jaren verzeilden we in een diep dal. Daardoor werd het de clubs én de federatie duidelijk dat er aan de basis – de jeugd – iets moest veranderen. Eigen talent wordt weer belangrijker. Dat is wat we met het basketbal nu ook meemaken. Dat dal, bedoel ik.”

In feite is de EK-kwalificatie van de Belgian Lions dan een verkeerd signaal? Sommige mensen zullen denken dat we goed bezig zijn.

“Misschien. Anderzijds tonen we met de Belgian Lions aan de clubs dat het mogelijk is om met een Belgisch blok ook Europees resultaat te boeken. Je moet natuurlijk wat geduld hebben. Wij haalden Sam Van Rossom vijf jaar geleden – toen hij nog in tweede klasse bij De Pinte speelde – al bij de nationale ploeg. Daar plukken we nu de vruchten van.”

De BDL: een nieuwe jongerencompetitie

Moet je dan bij Charleroi, toch de grootste club in België, niet het goede voorbeeld geven?

“Dat proberen we. Deze zomer heb ik nog hemel en aarde bewogen om Sam Van Rossom bij Charleroi te krijgen, die deal is maar op het laatste nippertje afgesprongen. Zelfde verhaal met Tomas Van den Spiegel. We doen pogingen, geef ons een beetje tijd. Ten andere, Charleroi was een van de grootste pleitbezorgers voor de oprichting van de BDL, de Belgian Development League, een beloftecompetitie die vanaf dit seizoen start. Bedoeling is dat elke eersteklasser een eigen jeugdteam op de been brengt en dat die ploegen als opwarmer voor elke eersteklassewedstrijd tegen elkaar spelen. Dat is voor Belgische spelers tot 22 jaar en het staat de clubs vrij om daar eender welke speler op te stellen. Hebben zij een talentvolle jongen gespot in een lagere divisie en willen ze die eens testen? Geen probleem, daarvoor is zo’n beloftewedstrijd ideaal.”

Ga je dan niet gewoon een juniorenkampioenschap krijgen waarbij alle eersteklassers hun juniorenploeg het veld op sturen?

“Dat kan. Dat was ook de reden die sommige tegenstanders aanhaalden om dit níét te doen. Kijk, er zullen ongetwijfeld heel wat lacunes in het systeem zitten en er zal heel wat op aan te merken zijn, maar in de zetel zitten en niets doen is ook geen optie. Je moet ergens beginnen, de structuur volgt dan wel. Dat hebben we bij de Belgian Lions bewezen door destijds een A+-team met jongeren te starten.”

Van wie komt dit initiatief?

“De BLB ( liga van eersteklasseclubs, nvdr) en een werkgroep waarin onder meer ikzelf en Philip Debaere, de sportief manager van Oostende, zetelen. Niet iedereen was voor, maar uiteindelijk hebben alle clubs zich erachter gezet. Dit is mijns inziens zowel voor clubs als voor supporters de ideale manier om nieuw talent te ontdekken. Want laten we eerlijk zijn: in onze tweede klasse zal dat niet gebeuren. Die wordt bevolkt door ouderen op hun retour of tweedegarnituurbuitenlanders. Hoe wil je dan jonge Belgen motiveren? Nu kunnen ze zich tonen in een grote zaal, in het shirt van een eersteklasser.”

Voor het derde jaar op rij wordt de eerste klasse met negen teams gespeeld. Dat is echt wel een zwaktebod. Wat is er aan de hand?

“Het minimumbedrag om een licentie in eerste klasse te bekomen is 750.000 euro, toch geen onoverkomelijk bedrag? Het feit dat geen enkele club uit tweede klasse daaraan begint, is natuurlijk een teken aan de wand. De situatie is penibel.”

Bestaat bij de topclubs in België, Oostende en Charleroi op kop, de vrees dat de Belgische competitie op den duur een competitie van zes ploegen wordt die Europees niets meer voorstelt?

“Die is er, ja. Leuven, Gent, Pepinster: ze hebben allemaal al wat financiële moeilijkheden gekend. Er moet maar één grote sponsor afhaken en je zit in de puree. Dat geldt eigenlijk voor elke club in België. En dat zou doodzonde zijn, want de enige reden waarom we nu nog betrekkelijk goede buitenlanders kunnen halen, is omdat de Belgische clubs als betrouwbare betalers bekendstaan. In Turkije of Griekenland kunnen ze het dubbele verdienen, maar daar zijn ze niet zeker dat ze uitbetaald worden. Dát is onze sterkte en die mogen we absoluut niet verliezen. Daarom zeg ik ook: beter twee of drie goede buitenlanders die je stevig betaalt, dan zeven buitenlanders die je elk twee euro betaalt.”

Wederom: Charleroi was daar de voorbije jaren mede schuldig aan.

“Dat ontken ik niet. ( stilte) Soms moet je het verleden kunnen opbergen en evolueren, daar zijn we mee bezig. Geef ons twee of drie jaar, dan zul je de resultaten wel zien.”

Door de nieuwe regel van vier jaar geleden, die stelde dat er een ongelimiteerd aantal Amerikanen in België mag spelen, is het leger Oostblokkers dat hier kwam basketballen vervangen door een bataljon Stars and Stripes. In die mate zelfs dat sommige analisten smalend over de ‘reservecompetitie van de NBA’ spreken.

( lacht) “Dat weet ik. Wij zijn bij Charleroi ook teruggekomen van die transferpolitiek met ex-Joegoslaven. Die mannen kun je toch moeilijk vertrouwen, hoor, daar steek je op den duur geen tijd meer in. De goede Europeanen zitten echter bij de topclubs, vandaar dat je voor een betaalbare oplossing richting VS kijkt.”

Veel basketliefhebbers haken af omdat het bij de meeste Belgische clubs een komen en gaan is van spelers. Op den duur eindig je het seizoen met een totaal ander team dan waarmee je het seizoen begon.

“Ja, dat gebeurt natuurlijk omdat het systeem dat toelaat. Maar je moet het ook niet overdrijven. Van de ploeg die bij Charleroi drie opeenvolgende keren kampioen werd, zijn er nog altijd jongens hier: Andre Riddick, Dwayne Broyles, Justin Hamilton. En tot deze zomer ook Len Matela en Jonathan Tabu.”

Oostende doet supertransfer

Welke clubs verwacht je dit seizoen helemaal bovenaan?

“Oostende heeft weer een stap vooruit gezet. Door het behouden van hun kern zorgden ze voor continuïteit. Daarbovenop hebben ze twee heel straffe transfers gerealiseerd met de komst van de MVP van vorig seizoen, Will Thomas, en de terugkeer van Marcus Faison. Faison is niet meer dezelfde spektakelspeler die een paar jaar geleden bij Charleroi de ster van het kampioenschap was, maar hij evolueerde tot een zeer nuttige garbage man, een speler die het vuile werk opknapt. Een supertransfer van Oostende!”

Kan Luik, vorig seizoen eerste geëindigd in het reguliere kampioenschap, zich tussen Oostende en Charleroi nestelen in de hiërarchie?

“Ze hebben deze zomer toch een pak wissels moeten doorvoeren. Luik haalde stevige jongens die knokken voor elke bal, een zeer fysiek team. Ze zullen wel weer meedoen aan de top. Vergeet ook Bergen niet. Daar deden ze een goede zet door het vertrouwen in coach Arik Shivek te behouden. Die had het vorig jaar niet onder de markt omdat hij pas in laatste instantie moest overnemen van de plots vertrokken Chris Finch, maar ik vind Shivek een uitstekende coach. Laat hem dit seizoen zijn eigen ploeg bouwen en je zult weer een topploeg zien.”

Antwerp en Aalstar zouden ook graag bij die top aansluiten, kunnen zij dat?

“Mja, Aalstar zit met zijn huidige infrastructuur aan het plafond. Willen ze hoger mikken, dan moeten ze durven de stap te zetten naar een nieuwe zaal. Daar hebben ze volgens mij alleszins het potentieel toe. Laat ze een grote hoofdsponsor vinden en dan zijn ze vertrokken. Wat Antwerp betreft, dat is nog zo’n basketbalstad met heel veel mogelijkheden. Het probleem daar is dat er te veel clubs zijn in één stad. In plaats van samen te werken en één grote club te vormen, werken ze elkaar tegen. Ik ken Eddy Casteels goed en voorzitter Roger Roels, dat zijn capabele mensen in wie ik vertrouwen heb.”

Met Casteels vorm je een hecht trainersduo bij de Belgian Lions, hoe verklaar je die compliciteit tussen jullie?

“Weet je, ik verkocht Eddy nog mijn vroegere huis en we wonen op ongeveer vijftig meter van elkaar. Ik ken hem al van bij Mechelen in de jaren negentig. Hij was toen assistent van Lucien Van Kersschaever, ik was er speler. Zijn passie voor de sport viel toen al op, ik denk dat we daarom zo goed opschieten met elkaar. Toen Eddy later bij Charleroi coach werd, was dat ook op mijn voorspraak. Er is een wederzijds respect en vertrouwen tussen ons. Dat kun je met een buitenlandse trainer moeilijker creëren.”

Eindigen doen we met een kleine pronostiekronde. Wie worden de revelaties dit seizoen?

“Ik verwacht veel van Bergen, zij zullen zeker beter doen dan vorig seizoen.”

En welke spelers mogen we in het oog houden?

Demond Mallet, onze nieuwe spelverdeler, volgens mij de beste spelverdeler die we hier in België de laatste jaren gezien hebben. Twee jaar geleden won hij met het Spaanse Badalona nog de ULEB Cup. Ik noem ook Trevor Huffman, van Oostende. Eens honderd procent fit – maar blijft hij dat? – de beste spelverdeler in België. Verder Michael Jenkins van Luik: een zeer regelmatige speler, vorig jaar topschutter in Duitsland. En tot slot Salah Mejri, de pas aangeworven Tunesische international van Antwerp. Die zal nog opzien baren.”

door matthias stockmans

Er zal veel op de nieuwe beloftecompetitie aan te merken zijn, maar in de zetel blijven zitten en niets doen is ook geen optie.

Bij Oostende zal het succes afhangen van Trevor Huffman. Blijft hij fit of niet?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content