De zwarte week van de doelman van Club Brugge en de nationale ploeg: nadat Stijn Stijnen vier tegendoelpunten incasseerde tegen Marokko en één keer zwaar blunderde, kreeg hij zondag tegen RC Genk weer zes treffers om de oren.
Club Brugge zat in zak en as na de 2-6-nederlaag van afgelopen zondag tegen RC Genk. Er werd hard gewerkt, er waren kansen maar een verbluffend efficiënt Genk legde de pijnpunten in de trage defensie genadeloos bloot. Iedere snel uitgevoerde aanval van de Limburgers zorgde voor gevaar. Stijn Stijnen, al het hele seizoen de beste speler bij blauw-zwart, kon er weinig tegen beginnen. Nadat hij vorige week woensdag in de pijnlijke wedstrijd van de nationale ploeg tegen Marokko één keer blunderde, beleefde hij nu weer een donkere avond.
Stijn Stijnen : “We hebben tegen RC Genk gewoon niet scherp genoeg gespeeld en te veel ruimte weggegeven. Genk heeft in de eerste vijf minuten twee fouten genadeloos afgestraft, we komen terug tot 1-2, maar de organisatie was compleet weg. Natuurlijk hebben we veel kansen gekregen, maar daarmee ben je niets als je zes doelpunten incasseert. Terwijl dit seizoen is gebleken dat we juist over veel defensieve stabiliteit beschikken.”
Is dat wel zo ? Uiteindelijk ben jij al het hele seizoen de uitblinker bij Club Brugge.
“Alles wat meezat in de heenronde zit nu tegen. Het geluk is gekeerd.”
Zes punten uit de laatste zeven wedstrijden, het is mager.
“Terwijl we een paar weken geleden Standard op vijf punten konden zetten. Je verliest die wedstrijd en je raakt in een spiraal. Het vertrouwen is wat aangetast. Intussen staan we op tien punten van Standard. Daaraan zie je hoe snel het allemaal kan veranderen. We moeten nu redden wat er te redden valt en mekaar zeker niet met de vinger gaan wijzen. Het komt eropaan zo snel mogelijk een knop om te draaien. We zijn de tweede plaats wel kwijt aan Anderlecht, maar we spelen nog tegen Anderlecht.”
Intussen verlengde je je contract bij Club Brugge, dat tot 2009 liep, tot 2011. Is dat niet jammer voor een speler die werd geciteerd bij Juventus, Inter, Milan, Udinese en Everton ?
“Ik zie niet in waarom dat jammer zou zijn. Ik ben nog altijd maar 26 jaar. Ik voel me goed in Brugge en ik heb me verzekerd van een mooi contract tot mijn 30ste. Aan het buitenland kan ik later nog denken. Als ik mijn huidige niveau behoud, zullen er in de toekomst nog voorstellen op me afkomen. Ik blijf voldoende ambitieus om te lonken naar landen als Duitsland, Spanje en Italië. Vooral Italië.”
Omdat je moeder Italiaanse is?
“Nee, omdat de Italiaanse competitie me het best zou passen. Mijn stijl ligt dicht bij die van de Italiaanse keepers. Ze doen hun werk, nemen geen onnodige risico’s, halen geen stomme stoten uit om de show te stelen. Mijn idolen zijn altijd al Italiaanse doelmannen geweest: Gianluca Pagliuca, Francesco Toldo, Walter Zenga. Zij hebben dezelfde stijl als ik, maar dan beter. Het zijn stuk voor stuk zelfverzekerde maar sobere doelmannen.”
Werd je echt benaderd door clubs als Juventus?
“Er wás belangstelling en scouts van grote clubs zijn me komen bekijken. Maar wat ikzelf onder concrete belangstelling versta, dat is een contract dat ze onder je neus duwen met de vraag dat je het ondertekent. En die vorm van belangstelling heb ik vanwege Europese topclubs niet gezien.”
Nogal logisch aangezien je werkt met Renée Goyvaerts, de enige vrouwelijke manager in het Belgische voetbal. Er wordt verteld dat ze zich door al die mannen in de hoek laat duwen en dat ze geen respect krijgt in het milieu.
“Voordien werkte ik met haar man, Fernand Goyvaerts. Die heeft bij Barcelona en Real Madrid gespeeld, dan ben je niet om het even wie. Na zijn overlijden ben ik bij zijn vrouw gebleven en ik heb niet de intentie om daarin verandering te brengen, want ze doet haar werk goed. Toen haar man nog leefde, regelde zij al het financiële aspect van mijn contracten. Moet je een man zijn om op de juiste plaats nulletjes en komma’s te kunnen zetten? Ik dacht van niet. Dat ze in het milieu niet zou worden gerespecteerd, daar trek ik me geen bal van aan. Vind jij het zo belangrijk om respect te krijgen in een zo hypocriet milieu als de voetbalwereld?”
Club Brugge scoort bedroevend weinig: amper anderhalve goal per match.
“Wij maken belangrijke doelpunten en dát telt. Iedereen zou misschien willen dat Club Brugge er in elke wedstrijd drie of vier goals inbuffelt, maar dat is niet belangrijk.
“De mensen willen op alle Belgische voetbalvelden het spel van Barcelona of Real Madrid zien, maar dat zie je nergens anders. Ik bekijk heel wat Belgische competitiewedstrijden live en ik begrijp de kritiek op het spel van Club Brugge niet goed.”
De beste speler van Club is zijn doelman: dat is toch niet normaal voor een ploeg die de titel ambieerde?
“En Daniel Zitka vorig seizoen dan? Van Anderlecht wordt dan wel gezegd dat het champagnevoetbal serveerde, maar het heeft zijn kampioenstitel van vorig seizoen in de eerste plaats te danken aan zijn doelman.”
Tactische komedie
In Wallonië ben je niet bepaald populair.
“Ik weet het. Ik kan er niets aan doen.”
Welke verklaring heb je daarvoor?
“De verklaring heet Logan Bailly! Mijn problemen met de Waalse pers en het Waalse publiek staken vorig seizoen de kop op. Bij Genk brak toen Bailly, een zeer goede Franstalige doelman, helemaal door. Maar het was wel Stijnen die het doel van de nationale ploeg verdedigde. Niet iedereen was daarmee opgezet. Persoonlijk heb ik geen speciale problemen met Walen. Mijn beste vrienden bij Club Brugge zijn Gaëtan Englebert, François Sterchele en Jonathan Blondel.”
Een andere verklaring zou kunnen zijn dat je je beste prestaties altijd tegen Standard levert … Zoals in de bekerfinale.
“Ik weet het niet.”
Na die finale maakte je een gebaar van minachting in de richting van de supporters van Standard. Een zogenaamde ‘bras d’honneur’.
“Het was geen ‘bras d’honneur’. Ik heb een gebaar gemaakt dat erop leek, akkoord: ik sloeg met mijn linkervuist op mijn rechterarm. Maar het was een gebaar van vreugde, irritatie en opluchting. Als om te zeggen: ‘Kijk, na dit rotseizoen pakken we toch nog een prijs .‘ De supporters van Standard hebben gedacht dat het voor hen bedoeld was, maar ze vergissen zich. Intussen heb ik Pierre François mijn uitleg van de feiten al gegeven en hij heeft dat aanvaard. Ik wou dat het publiek van Standard evenveel begrip toonde.”
Ook je stukjes komedie worden niet gesmaakt. Zoals in de wedstrijd tegen Cercle Brugge, toen je voor dood bleef liggen na een onschuldig contact.
“Komedie maakt deel uit van het professionele voetbal. Dat is tactisch. Al wil ik er wel op wijzen dat een speler van Cercle me toen een kniestoot in het gezicht heeft toegediend.”
Niettemin: eerlijk is anders.
“Er gebeuren zo veel oneerlijke zaken in het voetbal. Een blessure veinzen is nog het ergste niet. Dat hoort er gewoon bij. Net als het tijd winnen bij het uittrappen op het einde van een wedstrijd waarin je aan de leiding staat.”
Twee aanslagen
Wat we ook van jou onthouden: je hondsbrutale overtreding tegen Honour Gombami in de bekerwedstrijd tegen Cercle. Nog schandaliger is dat je daarvoor slechts een schorsing van twee wedstrijden opliep. Wat heb je daarop te zeggen?
“Dat ik het niet met je eens ben.”
Vond je het zelf geen smerige overtreding dan?
“Nee.”
Voor hetzelfde geld was Gombami zwaar geblesseerd.
“Helemaal niet. Ik hád hem zwaar kunnen blesseren, maar dat heb ik niet gedaan. In diezelfde situatie zouden vele doelmannen hun voet of hun knie hebben gebruikt. Ik heb Gombami alleen met mijn hand tegengehouden. Om hem gewoon te stuiten en om hem vooral geen pijn te doen. Ze hebben die ingreep vergeleken met de aanslag die Harald Schumacher destijds pleegde op Patrick Battiston. Dat ze die vergelijking maken, dát is pas schandalig. Ik zie geregeld veel brutalere fouten op een voetbalveld. Volgens mij had een schorsing van één wedstrijd volstaan, maar goed, ik heb die sanctie van twee speeldagen aanvaard.”
In dezelfde zin pleitte ook meteen coach Jacky Matthijssen. Hij vond een schorsing voor één wedstrijd genoeg, hij zei dat het oneerlijk zou zijn om je langer te schorsen. Denk je dat zijn lobbywerk de Belgische voetbalbond heeft beïnvloed?
“Ik ken er anderen die aan lobbyen hebben gedaan. In de tegenovergestelde richting dan. Zoals de gasten van de uitzending Studio 1 op RTBF. Stéphane Pauwels bijvoorbeeld. Zij eisten een schorsing van minimaal vijf of zes wedstrijden. Ik stel me vragen over hun analyse.”
Vorig seizoen pakte je Orlando op dezelfde manier aan.
“Twee zware fouten, terwijl ik bijna 100 wedstrijden met het eerste elftal van Club Brugge heb gespeeld. Twee fouten in 100 wedstrijden, is dat zo veel? Ook met Orlando ging het om een duel op volle snelheid. Ik heb nog nooit het contact met een tegenstander gezocht met de intentie hem te verwonden.”
Het overkomt je niet voor de eerste keer dat je erin vliegt en zelf geblesseerd raakt. Toen je 17 jaar was en bij Hasselt speelde, kwam het tot een incident met een tegenstander. Je zei tegen hem: als je nog in mijn buurt opdaagt, breek ik je doormidden. Bij het volgende duel vielen er effectief brokken: je liep een kaakbeenbreuk op.
“Hij had me al twee keer zwaar geraakt. Oké, ik beging een stommiteit. Ik was nog jong en impulsief toen. Ik nam niet altijd de meest intelligente beslissing. Ik kreeg zijn knie in mijn gezicht en ik heb er zwaar voor betaald.”
Op 19-jarige leeftijd speelde je nog bij Hasselt, op provinciaal niveau. Verklaart dat bepaalde technische onvolkomenheden in je spel? Was je niet beter vroeger in een professionele omgeving terechtgekomen?
“Ik speelde al op jonge leeftijd in de eerste ploeg van Hasselt en daar ben ik mentaal vlugger gegroeid dan een jongere die bij een profclub voetbalt, maar niet zeker is dat hij tijdens het weekend op het veld komt of die zich moet vergenoegen met wedstrijden met de UEFA-junioren. Intussen was ik doelman van een ploeg van kerels van 30 à 35 jaar, voor wie een winstpremie ongelooflijk belangrijk was. Zo leer je je verantwoordelijkheid op te nemen. Ik kreeg de kans om te tekenen bij Lommel en STVV, maar ik gaf er de voorkeur aan om bij Hasselt te blijven, omdat ik daar titularis was.”
Hoge ballen, is dat je zwakke plek?
“Alleszins is het een aspect van mijn spel waaraan ik nog moet werken. En dat doe ik dagelijks, onder de hoede van Dany Verlinden.”
Is het waar dat je al sinds lang rugklachten hebt, die je beletten om op hoge ballen te werken?
“Dat is nog zo’n kwakkel in de pers. Het slaat nergens op, ik heb nooit rugproblemen gekend. Als ik lieg, dat ze het dan bewijzen met een volledig medisch dossier.”
Gebrek aan klasse
Er staat al jaren geen vedette meer in het doel bij de nationale ploeg. Raakt het je als ik je daarop opmerkzaam maak?
“In het geheel niet. Ik ben ook niet blind en ik voel me niet te beroerd om te zeggen dat Jean Nicolay, Christian Piot, Jean-Marie Pfaff en Michel Preud’homme echte vedetten waren. Ik heb zeker niet de pretentie om me met die monumenten te vergelijken. Ik kan alleen maar proberen om zo goed mogelijk te presteren.”
Verwend door die voorgangers verwacht iedereen een resultaatbepalende doelman bij de nationale ploeg.
“Akkoord, ik heb nog niet veel punten gewonnen voor de nationale ploeg. Maar ik heb ook nog niet veel punten verloren. Om bij de nationale ploeg echt door te breken, zou ik een glansprestatie moeten leveren tegen een ploeg waarvan alle Belgen geloven dat ze onklopbaar is.
“In Brussel, tegen Portugal, vond ik mezelf zeer goed, maar niemand besteedde daar aandacht aan, want we verloren met 1-2. Thuis tegen Armenië heb ik de ploeg een paar keer gered toen het nog 0-0 stond. Als ik daar niet één of twee gevaarlijke ballen pak, raken we in de match op achterstand. Maar nu wonnen we die wedstrijd uiteindelijk met 3-0. Tegen Marokko mag die tweede goal natuurlijk niet vallen.”
Je vader speelde nog samen met René Vandereycken bij Hasselt en hij was zijn adjunct-trainer bij Mainz …
“Dat weet ik, daar hebben ze me nog al op gewezen. Ik vind het jammer dat zulke uitspraken uit de mond komen van iemand die zelf een mooie voetbalcarrière achter de rug heeft.”
Bertrand Crasson, bedoel je.
“Inderdaad. Ik heb veel respect voor zijn carrière. Maar door zo te spreken, getuigt hij van weinig respect voor Vandereycken, voor mijn vader en voor mij. Wat een gebrek aan klasse! Ik aanvaard de analyses van mijn prestaties, om het even of ze nu afkomstig zijn van Crasson, Pauwels of nog anderen. Maar ik kan niet verdragen dat ze de man pakken.”
Je behoorde bij de spelers die een verlenging van het contract van Vandereycken steunden onder het motto dat de sfeer in de groep goed was. Maar wat is het belangrijkste: een goede sfeer in de groep of goede resultaten?
“Vandereycken heeft nu een groep gevormd die gedurende tien of twaalf jaar resultaten kan behalen. Natuurlijk hebben we nu tegen Marokko een dreun gekregen maar dat neemt niet weg dat we over veel talent beschikken en dat er een groeimarge is. We hebben gewoon behoefte aan een sterke prestatie.” S
door pierre danvoye – beelden: reporters / hamers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier