‘Een aanbieding van Club Brugge? Het klonk als iets dat te mooi was om waar te zijn.’ Maar het bleek geen grap en dus keerde Peter Van der Heyden (33) na vier en een half jaar Duitsland terug naar de heimat. Misschien geeft hij Club weer vleugels.

Achteraf, als het bandje is gestopt en we nog wat nababbelen, lijkt hij zich even in de arm te knijpen en geeft hij toe: het geluk is met hem. Voetballer bij Eendracht Aalst, waar hij met Chris Van Puyvelde werkte. Bleek dat een van de beste Belgische vrienden van Trond Sollied te zijn, zodat die aan hem dacht toen er voor Club Brugge een opvolger voor VitalBorkelmans gevonden moest worden. Daarna zag Erik Gerets wel wat in hem, en trok hij naar Wolfsburg. En nu het in Mainz minder ging en hij, ook om familiale redenen, een terugkeer overwoog, vertrok onverwacht Koen Daerden. Dé uitgelezen kans om op een mooie manier naar België terug te keren. Naar Club Brugge, een paar kilometer van de plek waar hij aan het bouwen is. Peter Van der Heyden straalt: “Ik geloof niet in toeval, maar de omstandigheden zitten wel mee.”

Wanneer begon je aan terugkeren te denken?

Van der Heyden: “De eerste vier matchen van het seizoen heb ik gespeeld, en daarna had ik een gesprek met de trainer, Thomas Tuchel. Daarin vroeg hij zich af of ik aanvallende kwaliteiten had. Als linksachter. Ik viel bijna van mijn stoel. Hij vroeg me wat ik dacht van een plaats centraal in de verdediging. Heb ik gespeeld, maar die match draaide het niet goed. Vervolgens verdween ik naar de bank en op het einde zelfs dat niet meer. Toen heb ik aan de club gevraagd of mijn manager mocht uitkijken naar wat anders. ‘Doe maar’, zegden ze. ‘Maar blijf je, met evenveel plezier.’

“Mijn manager Didier Frenay ging aan de slag, terwijl ik er na de winterstop weer vol tegenaan ging. Het ging ook weer wat beter. In de periode dat ik een telefoontje verwachtte, heb ik bitter weinig gehoord van Didier, maar ik wist dat hij bezig was. De doorbraak kwam er met Koen. Club had ineens geen links-poot meer als back-up voor twee, drie posities. In de krant las ik dat ik werd ‘aangeboden’. Dat klinkt raar, het heeft iets wanhopigs. Ineens kreeg ik telefoon van Didier: de aanbieding lag klaar. Het klonk te mooi om waar te zijn. Je zegt wel bij een vertrek: het allermooiste is later terugkeren. Maar dat zegt iedereen, terwijl je voor 99 procent zeker bent dat het nooit zal gebeuren. En ineens blijkt dat wél zo te zijn, net in een periode waarin ik me niet goed voelde en zei: nu kies ik voor de familie. Mijn zoon heeft de leeftijd om naar school te gaan.”

Annick pikt in: “Ginder ging het nog niet, geen plaats. En hij wilde zo graag. Woensdag ( vandaag, nvdr) wordt zijn eerste schooldag.”

Peter: “Mijn enige eis bij een terugkeer was: in Brugge kunnen wonen. We zijn in Varsenare aan het bouwen en dat speelde mee. Toen we dat huis de eerste keer zagen, wilden we plots blijven.”

Annick: “In september was dat. Toen heb ik mijn nest geroken.”

Peter: “Dat was een heel raar gevoel, dat nest rieken. Nooit meegemaakt. Alsof er een elastiek aan je trekt. ”

Annick: “En dat gevoel is nooit meer weggegaan.”

Peter: “Toen ik vroeger van België naar Duitsland reed, had ik het gevoel: ik ben weer thuis. Zo goed had ik het daar. Maar dat is omgedraaid. Het was gedaan. Voilà.”

Dubbel gevoel

Maak eens de balans op van het Duitse avontuur.

“Ik heb het voetbal daar toch zien evolueren. Er zijn wat buitenlandse trainers gekomen. En gegaan, moet ik ook zeggen. Het voetbal is technischer geworden. De Sturm und Drang is er aan het verdwijnen. Leverkusen speelt fantastisch voetbal. Geen enkele lange bal. Bayern speelt ook over de grond, ik denk dat die kampioen worden. En Felix Magath knijpt nu ook weer alles uit de jonge gasten van Schalke. Magath regeert vanuit het angstprincipe en dat doet hij fantastisch. Die mannen bibberen, je loopt elke dag je ziel uit je lijf bij hem. Anders word je afgemaakt, weet ik van mijn tijd onder hem bij Wolfsburg. Daar hadden ze een volkstuintje, waar oude mensen op een stukje grond wat groentjes kweekten. Moest weg van Magath. Er kwam een volledig nieuwe trainingsplaats, met zand en stenen en trappen. Het jaar daarna was hij weg … Iedereen klaagt steen en been over hem, maar hij bereidt je lichaam wel voor op een jaar lang zware arbeid.”

Met Magath noch met Tuchel klikte het. Is dat toeval?

“Ik heb daar een raar gevoel bij. Iedereen is altijd overtuigd van mijn kwaliteiten, maar ergens moet er iets haperen. Ik denk dat het grote punt is dat ze in Duitsland enorm veel waarde hechten aan trainingen. Bij Magath liepen we op een gegeven moment met dertig spelers te trainen. We speelden een matchke, 15 tegen 15, over het hele veld. De trainer zei: ‘Ge moet u tonen op uw positie.’ Ik antwoordde: ‘Maar waar moet ik lopen, het staat hier vol!’ Waarschijnlijk heeft Magath niet graag die directe confrontatie. Hij is slechts een dot groot, maar iedereen kijkt naar de grond en niemand durft wat te zeggen. Ik durfde dat wel, maar daar ben ik snel van moeten terugkomen. ( lacht) Nu, ik heb geen enkele trainer gehad die mijn kop niet kon zien, of ik de zijne niet. Maar dat wil niet zeggen dat ik ja moet knikken als een trainer wat zegt.”

Keer je terug uit Duitsland met een gevoel dat je geslaagd bent?

“Bij wijze van spreken kon ik daar zonder probleem 34 matchen spelen. Maar ze leggen er andere klemtonen en het moet allemaal kloppen. Ik ben er ook geblesseerd geraakt en heb er diverse trainers gekend. Als ik niet direct het vertrouwen krijg, heb ik weer een periode nodig om me erover te zetten. Daardoor heb ik een dubbel gevoel. Maar blijdschap overheerst wel. Was de trainer van vorig jaar gebleven, had ik alles gespeeld, zeker weten. Nu heb ik iets van: geslaagd of niet geslaagd? Het hangt af van iemand die een ander idee had en dat maakte me kwaad. Ik heb er lang mee ingezeten.”

Warm water

Vrees je niet dat ze in Brugge nostalgisch gaan denken? Je wordt geassocieerd met de laatste grote periode, die van Sollied, twee titels, twee bekers.

“Dat is toch gewoon het klassieke scenario? Mike ( Klukowski, nvdr) heeft lang tegen dat beeld van mij moeten vechten, maar ik kwam van Aalst en ik moest vechten tegen den Borkelmans. Ja! Dat is toch nog een stuk moeilijker zeker? Vergelijken doen de mensen altijd. Gij, wij, iedereen.”

En dan moet je nu opboksen tegen je opvolger van destijds, Klukowski.

“Ik weet waar ik op dit moment sta. En als hij blijft spelen, en hij speelt goed, waarom zou ik dan dwaas doen? Ik ga trainen, maken dat ik fysiek in orde ben en dan is het aan de trainer. Die is daar open en eerlijk in. Wie in zijn ogen goed is op die positie, speelt. Leeftijd speelt geen rol. Ik wil nu eerst opnieuw ritme krijgen. Fysiek sta ik niet slecht, maar mijn laatste match dateert van 31 oktober.”

Herinneringen worden mooier met de tijd. Je kreeg vroeger ook de kritiek dat je aanvallend beter was dan verdedigend.

“Er zijn ook goals via de rechterkant gevallen én spitsen geweest die kansen misten. Al die uitspraken … Ik kon me dood ergeren als er een goal viel op het moment dat ik voorin was. Hebben we dan geen verdedigers om de plaats over te nemen? Je moet het zo bekijken, anders kun je nooit een stap vooruit zetten. Gelukkig nam Simons veel over. Ik ben blij dat ik nu met zijn nummer speel.”

Club zoekt nog naar zijn opvolger …

“Dat ze hem terughalen! Hij zit op de bank en speelt niet meer. Zo iemand kun je altijd gebruiken. Als die tachtig is, loopt hij er in het bos nog iedereen af. Dat is de Simon. Je reclameerde dat hij geen bal raakte, maar hij liep wel alle gaten dicht.”

Vermant en Valgaeren werden kritisch benaderd toen ze naar België terugkeerden.

“Een Belg denkt dat hij het warm water heeft uitgevonden en dat België het voetbalmekka van de wereld is.”

Dat denken ze in Nederland, Peter.

“Daar ook! ( lacht) Wij neigen eerder naar het negatieve dan het positieve.”

Het moet knallen

Wordt van jou leiderschap verwacht?

“Ik hoop dat ik dat kan brengen, maar dat moet de tijd uitwijzen. Ik heb eerst werk aan mezelf. Mijn lichaam op punt stellen. En dan komt het wel. Ik voel dat ik weer plezier ga krijgen in het voetbal. Dat heb ik een tijd niet gehad. Het was boksen, boksen, boksen, mijn vrouw gaat dat beamen.”

Hoe reageerde jij je dan af?

“Niet.”

Annick: “Met je muziek, Peter.”

Peter: “Als ik dat niet heb, weet ik nu, ontplof ik. Ik draai muziek, niet met twee luidsprekertjes van tien decibel, wat heb je daaraan? Het moet knallen, als in een discotheek. In het nieuwe huis moest een muziekkamer komen. Daarom hebben we speciaal een kelder gebouwd, garage én muziekkamer. Ik doe het wel niet als de kinderen thuis zijn.”

Annick: “Je voelt dan de bassen tot boven.”

Peter: “Ik heb altijd een moment alleen nodig.”

Annick: “Dat is het nadeel van het buitenland, je kunt niet snel iemand opzoeken. Er zijn wel veel voordelen. Ik denk dat wij er als koppel en gezin één zijn geworden.”

Peter: “Je bent op elkaar aangewezen, absoluut. Hier heb je meer afwisseling, daar is het trainen, naar huis en vier muren. Cinema? In het Duits, gedubd! Een schande, hoeveel discussies dat ik daar met de spelers al over had. Zij zijn fier dat het elke keer dezelfde stem is, maar hoe kun je nu kijken naar Wesley Snipes met een Duitse stem? Al begint dat ook te veranderen, in de cinema’s krijg je al eens een Engelse film met Duitse onderschriften. Zeker in de grootsteden. Duitse muziek? Een paar zangers vind ik goed, ik zou er bij wijze van spreken ‘bijna’ wat cd’s van kopen. Bijna. ( lacht) Ik vind dat Duitsers wél een goeie mentaliteit hebben. Ik heb me daar zeer goed gevoeld. Onze buurman in Mainz, dat is een vriend voor het leven.”

Annick: “In Duitsland mag je in de stad lopen, je zult merken dat mensen kijken, maar ze zullen je nooit aanspreken. In Brugge komt een wildvreemde supporter op je schouders kloppen en vragen hoe het is.”

Peter: “Daar wachten ze in rij voor een handtekening, hier komt de ene na de andere stoempen. Alles heeft zijn eigen charme.”

Is het Brugse voetbal veranderd?

“Ze voetballen wel meer, vind ik. Bij ons was destijds alles directer. Snel naar voren, met man en macht, en dan hopelijk op tijd terug. Maar zelfs al wist iedereen hoe we speelden, het was niet te houden, omdat we goeie spelers hadden.”

Ben jij veranderd?

“Neen. Ik denk niet dat je kunt veranderen. Ben jij sinds je 20e veranderd qua persoonlijkheid? Mijn bedoelingen zijn nog steeds dezelfde. Ik wil nog altijd gaan, de drang blijft.”

Heb je geprofiteerd van een schaarste aan linkerverdedigers?

“Neen. Ik ben op het juiste moment op de juiste plaats gekomen. Dat is niet profiteren, helemaal niet. Ik ben nogal een gevoelsmens, alles wat errond hangt, is belangrijk voor mij. Het hangt nu louter en alleen van mezelf af. Als ik in orde ben, weet ik voor honderd procent dat ik het nog kan. Er zal wel wat kritiek komen, daar moet ik tegen kunnen. Ik denk dat ik hier weer plezier in het voetbal ga hebben omdat het Club Brugge is. Daarom wil ik hier ook mijn loopbaan afsluiten. Nu anderhalf jaar contract en dan misschien nog de optie en dan stop ik.”

door frédéric vanheule & peter t’kintbeeld: christophe vander eecken (reporters)

Dat ze Simons terughalen! Zo iemand kun je altijd gebruiken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier