Vorig jaar sprokkelde Cercle Brugge pas op de zesde speeldag zijn eerste puntje, toen tegen La Louvière. Nu verraste trainer Harm van Veldhoven op de vijfde speeldag, en na een teleurstellende 1 op 12, bekerwinnaar SV Zulte Waregem met een 1-2-zege. “Een onverhoopte overwinning, maar wel een belangrijke opsteker”, verklaart de genaturaliseerde Nederlander. “We baden niet in de luxe en zullen nog zeer hard moeten werken om het behoud veilig te stellen. Maar ik probeer zo veel mogelijk positief te blijven”, zegt hij. Voorlopig maakt Van Veldhoven – althans naar de buitenwereld toe – zich nog geen zorgen. Maar hij beseft heel goed dat er dringend nieuwkomers aan zijn kern moeten worden toegevoegd om degradatiestress te vermijden.

Mogen we met vier op vijftien spreken over een competitiestart in mineur ?

Harm van Veldhoven : “Nee, dat vind ik niet. Maar we hoopten toch op een drietal punten meer. Alleen de eerste helft op Moeskroen was een ontgoocheling en leidde bij mij tot ontevredenheid. Naar de oorzaken van onze geringe oogst moet ik niet te lang zoeken. We slagen er als ploeg nog altijd niet in om de rust te behouden. Door het geblesseerd uitvallen van een aantal sterkhouders vinden we geen evenwicht om fermer voor de dag te komen. Daardoor moesten we al snel terugvallen op maar twaalf tot dertien fitte spelers. De keuzemogelijkheden werden heel beperkt. Veel te snel moesten we terugvallen op Stijn De Smet en Tom De Sutter als dragers. Het verheugde me alleszins dat ze hun verantwoordelijkheid opnamen, hoewel ze eigenlijk nog in een beginstadium zitten. We moesten compenseren met overenthousiasme.”

Doel je dan specifiek op de blessures van Francky Vandendriessche, Milenko Milosevic, Tom Van Mol en Darko Pivaljevic ?

“Onder andere. Gelukkig konden we Francky en Darko al recupereren. We spreken over een pak ervaring, hé. Vooral de balvastheid en leepheid van Pivaljevic misten we hard. Dat maakt je bijzonder kwetsbaar, zeker als je moet opboksen tegen ploegen die over een volledige selectie beschikken. ( wat ontmoedigd) En dan zwijg ik nog over de tegenslag die we kenden met Sergiy Serebrennikov, die uitviel met een kuitbeenbreuk en zeker zes weken niet inzetbaar zal zijn. Onze verslagenheid was groot.”

Het lijkt wel alsof de duivel ermee gemoeid is ?

“Het was even slikken toen het noodlot toesloeg. Maar je moet verder en je moet als prof reageren. In de korte periode dat Sergiy met ons meetrainde, werd al duidelijk dat Serebrennikov ons als ploeg een directe meerwaarde kan geven door zijn maturiteit en rust in zijn spel. Hij kan de patron worden die we missen. Zijn uitvallen was een zware klap. Door zijn inbreng kon het probleem op het middenveld worden opgelost. We moeten nu naar alternatieven zoeken.”

Ook op het vertrek van Ibad Muhamadu en Brian Pinas had je duidelijk niet gerekend ?

“Nee. Ibad kon zich maar moeilijk verzoenen met zijn invallersstatuut, had duidelijk moeite om zich echt door te zetten en was niet altijd even gelukkig. Hij kreeg al snel een stempel van net niet goed genoeg. Het werd een mentale kwestie. Brian speelde eigenlijk altijd als hij fit was. Hij had veel moeite om zich aan te passen aan het Belgische voetbal, was het niet echt gewoon met de ploeg te knokken voor de punten. Bovendien wilde Brian niet verhuizen, maakte hij dagelijks lange ritten naar Nederland. Hun wegvallen was jammer. Gebeurt dit bij Anderlecht of Club Brugge, dan wordt er nu al moord en brand geschreeuwd. Wij zijn maar Cerceltje.”

Is er dan al sprake van een sportieve crisis bij het anders zo rustige Cercle ?

“( lacht) Goh, nee. Ongeduld mag je het niet noemen. We kennen de omstandigheden en weten hoe we moeten anticiperen : op de linkerkant moet er zeker iets bijkomen. Financieel is er wat ruimte. Zeker voor een speler, het liefst natuurlijk voor twee. Ik leerde al leven met de budgettaire beperkingen. We kunnen nu eenmaal geen transfersommen betalen. Ik respecteer dat. Alleen verliezen we daardoor jaarlijks kwaliteit en plaatsen in het klassement. Eén ding is duidelijk : we moesten reageren, want we hadden nood aan een wederopstanding.”

FRéDéRIC VANHEULE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content