De supporters van AA Gent lieten tegen STVV hun ongenoegen blijken over de trainer. Verliest de god van Gent aan status of krijgen zijn engelen op de tribune duivelse trekjes?

Een trainer die een fluitconcert van de eigen supporters met een cynische imitatie beantwoordt, het is ongehoord voor iemand naar wie de jeugd opkijkt, maar Michel Preud’homme presteerde het onlangs in de thuiswedstrijd van AA Gent tegen STVV. Merkwaardig dat een trainer die het predicaat ’top’ krijgt aangemeten zich zo kan laten verleiden tot een ordinaire reactie.

Kritisch is de Gentse aanhang altijd al geweest, maar opvallend was hun reactie tegen STVV wel. AA Gent staat derde in de rangschikking en laat best aangenaam voetbal zien. Dus vanwaar kwam dan ineens dat geventileerde onderhuidse ongenoegen?

Sport/Voetbalmagazine vroeg het aan twee supporters die binnen de harde kern enig aanzien genieten.

Dirk Vos (47) komt al een kleine twintig jaar naar AA Gent. Hij is politiek actief, deed zeven jaar ombudswerk in het Vlaams Parlement en werkt als docent aan de Vormingsleergang Sociaal en Pedagogisch Werk. “Een van de vakken die ik doceer, is emancipatorische vaardigheden”, zegt hij. “Uiteindelijk heeft het organiseren van supporters alle kenmerken van een emancipatiebeweging. Net zoals je met de vrouwen- of arbeidersbeweging had. Het gaat over je organiseren, verantwoordelijkheid nemen en komen tot actieve participatie. Positief is dat supporters geleidelijk aan kunnen participeren in de besluitvorming. Zo cre-eer je een win-winsituatie.”

Vos is bestuurslid van de supportersfederatie van AA Gent. “Sinds een jaar of vijf komen de supportersclubs van de eersteklassers samen om gemeenschappelijke problemen qua racisme, veiligheid, de fankaart enzovoort aan te kaarten. Zo is de Supportersfederatie Topclubs opgericht en zijn we een erkende gesprekspartner.” Ook is er een Europese supportersfederatie opgericht en ook daar zit Vos in het bestuur.

Ronald Bes (25) is coördinator van de sfeergroep Buffalo Indians. Hij is, net als zijn broer, in Gent geboren, maar “de rest van de familie zijn rasechte Antwerpenaren”. Hoewel hij van origine basketfanaat is, werd hij toch supporter van AA Gent nadat hij met zijn broer een wedstrijd bijwoonde. “Een 4-5-nederlaag tegen Lierse, maar ik wist meteen: dit is iets voor mij.” Hij werkt als zelfstandige in de financiële sector. “Ik ben zelfstandige geworden om mijn vakanties te kunnen opnemen met het oog op AA Gent.”

Publiek item

Dirk Vos: “Het gefluit moet, denk ik, vooral verklaard worden uit een evolutie. Vroeger zat je met minder mensen in het stadion en het aandeel fanatieke supporters daarin was groot. Nu zit het stadion bijna altijd zo goed als vol en niet iedereen heeft die binding met de club. De erecode die vroeger bestond, om je eigen ploeg niet uit te fluiten tijdens de match, die is wat verwaterd. Vroeger werd er serieus gemekkerd, maar vóór en ná de match, niet tijdens. Je eigen spelers fluit je niet uit. Ik ga ook vaak kijken naar jeugdvoetbal en als je langs de kant van het veld staat te roepen en te fluiten, presteren die kinderen niet meer.

“Eigenlijk had niemand problemen met Preud’hommes gebaren, tot het een publiek item werd. Uiteindelijk deed hij niets anders dan wat sommigen van ons deden. De ene trainer is de andere niet. Je verwacht dat niet, maar zo onbewogen blijven als Sollied, verwacht je ook niet. Preud’homme is een fanatieke gevoelsmens. De lat ligt hoger, ook bij de supporters. Als het dan al eens tegenzit, heb je altijd mensen die daar moeilijk mee om kunnen.”

Ronald Bes: “Zo kennen we Preud’homme natuurlijk, maar ik vond het niet zo slim gereageerd van hem, zo aangeven dat hem dat stoort. Eigenlijk moet hem dat koud laten en moet hij daar niet op reageren. Zo creëer je dat je een beperkte groep supporters tegen je krijgt en van supporters kun je nooit winnen. Hoe goed je ook bent als trainer. Vraag maar aan Hein Vanhaezebrouck.

“Er wordt dan wel gefloten, maar dat is toch een minderheid van de supporters. Het grootste deel dat stil blijft, hoor je natuurlijk niet. We staan nog altijd achter Preud’homme, dat is duidelijk. Maar een Gentenaar is altijd zwart of wit. Stel: je wint met 5-1, dan gaat een Gentenaar klagen dat je er één binnen hebt gekregen. Als het goed is, ga je hem niet horen, maar als het slecht is, is hij de eerste om dat te zeggen. Als het goed is, is dat de normaalste zaak van de wereld. Ik denk dat Preud’homme het vooral moeilijk heeft om daarmee om te gaan.”

De perimeter van Preud’homme

Dirk Vos: “Vanuit de supportersfederatie merken we dat Preud’homme de touwtjes strak in handen heeft. Heel professioneel, fanatiek en perfectionistisch. Dat is anders dan voordien. Wie naar de training gaat kijken, merkt dat genoeg: er zijn meer gesloten trainingen, spelers zijn ook niet meer zo toegankelijk als vroeger. Je kunt ze niet meer zomaar aanspreken om naar een supportersavond te komen. Preud’homme legt zijn spelers een regime op wanneer ze vrij en wanneer ze beschikbaar zijn.

“We hebben als federatie schriftelijk contact genomen om te vragen wanneer we Preud’homme nog eens op een supportersavond kunnen krijgen. Het is nu afwachten. Hij spreekt, als er geen pers bij is, meer open dan de meeste van zijn voorgangers. Hij gaat geen kritiek uit de weg en hij windt er geen doekjes om – het enige wat je hem niet moet vragen, is de opstelling voor de volgende wedstrijd.”

Ronald Bes: “Wij hebben als supporters nauwelijks contact met Preud’homme. Hij concentreert zich op de spelers en probeert dat wat te scheiden. Niet dat hij ons minder belangrijk vindt, maar hij investeert er minder tijd in. Leekens bijvoorbeeld was heel open, Sollied ook. Die durfden na de match al eens een pot komen pakken. Bij Leekens mochten we soms zelfs het spelershome in. Preud’homme trekt een duidelijke grens. Dat is het professionalisme van de club, zeker? De frustratie van de supporters is vooral dat de spelers nauwelijks nog bereikbaar zijn. Ook op de training kun je er amper nog bij.

“Je kunt ook redeneren dat het ons gaat helpen om een betere ploeg te krijgen. Mensen die al lang naar Gent komen kijken beseffen dat, maar de jongere generatie weet niet hoe het vroeger was, van hoever de club komt. Dat is, denk ik, het grootste probleem. Het is de angst dat ze met lege handen gaan achterblijven: geen beker, geen play-off 1.

“We zijn van plan om binnenkort eens met Preud’homme en het bestuur rond de tafel te zitten. Leekens en Sollied kwamen vaak om de maand naar de vergadering waar supporters vragen konden stellen aan de trainer. Preud’homme houdt de supporters wat meer af. Soms stonden supporters ’s ochtends vroeg al op het oefencomplex om handtekeningen te vragen en als het dan regende, liet Leekens ons al eens binnen. Bij Preud’homme is er een perimeter waar je niet binnen komt.”

De beker lééft

Dirk Vos: “Ik vind dat wij met die derde positie momenteel op onze juiste plaats staan. We hebben in het verleden zeer goede trainers gehad met wie we zeer mooi voetbal speelden, maar weinig resultaat haalden. En onder Leekens en Sollied haalden we zeer goede resultaten, maar bleef het wisselvallig. Voor supporters was het vaak moeilijk aanvaardbaar dat je ook de club gezond moest houden en goede spelers verkocht werden.

“De beker leeft enorm, we hopen er meer dan ooit op. Het is hét onderwerp van gesprek bij de supporters. We geloven meer dan twee jaar geleden dat de beker binnen handbereik ligt. Twee jaar geleden stonden we wel in de finale, maar toen moesten we Anderlecht opzijzetten. Als je nu voorbij KV Mechelen raakt, ben je in principe favoriet.”

Ronald Bes: “De sfeer is de laatste jaren na de komst van Leekens positief geëvo-lueerd. Dit jaar is het een beetje minder, maar we zijn nog altijd tevreden. Omdat we de voorbije jaren nipt de derde plaats gemist hebben en de bekerfinale speelden, liggen de verwachtingen hoger. De jongere generatie heeft de jaren zeventig, tachtig niet meegemaakt, die weten niet wat dat is. Dus ze denken nu dat Gent elk jaar de finale moet spelen. Als we niet kunnen winnen van Anderlecht beginnen ze al te fluiten. We spelen zeer goed, maar scoren is een probleem blijkbaar, daar kan Preud’homme ook niets aan doen.

“Maar als we van Charleroi winnen en we zijn zeker van play-off 1, dan is Preud’homme weer een god, hoor. Daar ben ik zeker van. Dat is eigen aan de Gentse supporters, daar moet je mee leren leven. De mensen die nu fluiten, zijn de mensen die op de eerste rij gaan staan als we de beker winnen. Het is bij Gentenaars zwart of wit. Dus als we ooit de titel winnen, gaat Gent een jaar lang te klein zijn.”

Foley blijft populair

Dirk Vos: “Het vertrek van Maric ligt zwaar op de maag, maar dat ga je altijd hebben. BojanJorgacevicheeft een bijna goddelijke status gekregen. In het tussenseizoen zijn spelers aanspreekbaar na oefenwedstrijden. Er zijn er die snel de bus op springen of blijven staan, maar Bojan komt zelf naar de supporters toe. Supporters willen dat ook. Wie enorm in het oog springt met zijn kwaliteiten en inzet, is Rosales. En iedereen is gek van El Ghanassy. Hij moet nog groeien, maar iedereen is ervan overtuigd dat hij nog voor het eind van het seizoen zijn eerste goal gaat maken. Het is een running gag nu: wanneer gaat hij scoren?”

Ronald Bes: “Yassine is vooral een voorbeeld voor de jeugd en de allochtone supporters. Dat is wel leuk. De mensen zien hem graag dribbelen. Olufade is nog altijd populair omdat er altijd iets gebeurt als hij naar doel gaat. Als hij weer eens mag meedoen, gaat het stadion uit zijn dak.

“Ik ben geen trainer, maar Ljubijankic zou beter renderen in een tweespitsensysteem, denk ik. Dat hoor je bij veel supporters. De meesten vinden dat de spitsen beter zouden spelen in een 4-4-2. Maar Preud’homme houdt vast aan zijn systeem en dat stampt de supporters wel eens tegen de schenen. Allee, verander nu toch eens!

“Maric was bij de ene helft van de supporters geliefd, bij de andere helft niet. Hij wou élke bal hebben, maar die domme kaarten en dat discussiëren zagen ze niet graag. We hadden eens verloren tegen … ik dacht de laatste in de stand, en Foley is toen de supporters komen begroeten. Hij zei achteraf in de krant: als je kunt gaan juichen als je wint, moet je ook kritiek aanvaarden als je verloren hebt. Hij is daarom nog altijd populair in Gent.”

door raoul de groote – beelden: reporters

De mensen die nu fluiten, zijn de mensen die op de eerste rij gaan staan als we de beker winnen. Ronald Bes

Het is een running gag: wanneer gaat El Ghanassy scoren? Dirk Vos

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content