Het gaat hard voor Laurens De Bock. Met Sporting Lokeren is hij de revelatie in de Jupiler Pro League en een dag na zijn twintigste verjaardag kreeg hij begin november een eerste selectie voor de Rode Duivels. Sindsdien is Laurens De Bock een BV: een bekende voetballer.

Toen bondscoach Marc Wilmots op 8 november zijn selectie bekendmaakte voor de oefeninterland in en tegen Roemenië zal een pak voetbalfans de wenkbrauwen gefronst hebben. Laurens De Bock? Nochtans is die ontbolstering niet zo verwonderlijk…

Volgers van het Belgische jeugdvoetbal voorspellen de linksachter van Lokeren al langer een mooie toekomst. Een voorbeeldje: op zijn zestiende trok de toenmalige Engelse eersteklasser Portsmouth al aan zijn mouw. “Hans Galjé, op dat moment sportief manager van Portsmouth, wilde me erbij, maar Leekens (toen trainer van Lokeren,nvdr) vond dat geen goed idee”, vertelt De Bock daarover. Bij zowat alle nationale jeugdselecties behoorde de linkspoot bovendien tot de basisploeg en ondanks zijn amper twintig lentes heeft hij in de Belgische eerste klasse al 78 wedstrijden achter zijn naam staan.

Sinds zijn selectie bij de Rode Duivels staat de beloftevolle verdediger weer volop in de belangstelling. Zo prijkt hij op het scoutinglijstje van clubs als Ajax, WBA, Stoke City, Wolverhampton en zelfs Borussia Dortmund. Maar Bockie – zoals zijn ploegmaats bij Lokeren hem noemen – blijft er rustig onder. “Ik hoor links en rechts dat er gevraagd is naar mij, maar tussen volgen en concreet worden, gaapt een groot verschil. Ik zal er pas mee bezig zijn zodra een club een akkoord heeft met Lokeren. Je moet als speler niet te veel praatjes verkopen over een transfer, dat werkt toch alleen maar tegen jou.”

Oké, laat ons het dan hebben over Sporting Lokeren. Ben je verrast dat jullie voorbij halfweg de competitie nog meedraaien in de top van de Jupiler Pro League?

Laurens De Bock: “De start van het seizoen was moeizaam, maar dat hebben we elk jaar voor. Ik denk dat we in het begin vooral problemen kenden met de omschakeling van aanval naar verdediging. Het verschil is ook: in het begin kregen we vaak nog in de slotfase een goal tegen, terwijl de voorbije weken het omgekeerde gebeurde. Zo raak je in een winningmood. En als voetballer wil je altijd meer, we voelen ons klaar voor play-off 1.”

Sloop er paniek in de ploeg na de late verkoop van Benji De Ceulaer?

“Niet echt. Het vertrek van Benji zat er een beetje aan te komen. Hij wilde weg en Lokeren heeft bovendien een mooie som gekregen.

“Het is wel zo dat we wisten: geef de bal aan Benji en er zal iets gebeuren. Die eerste weken verstopten we ons daar een beetje achter, dat was ook het makkelijkst, hè. Maar Ayanda Patosi heeft die rol overgenomen. Als hij vertrouwen krijgt, kan hij net als Benji de zaken forceren. Nill De Pauw kan dat ook.”

Hoe verklaar je de metamorfose van Patosi?

“We wisten al langer dat hij talent had, maar hij leefde niet altijd voor zijn sport. Je levensstijl is belangrijk: als je veel uitgaat of onregelmatig leeft, kruipt dat in je lichaam. Ik ken genoeg talenten die er niet hard genoeg voor werkten en nu in tweede of derde klasse spelen.”

Toen jullie zagen dat Patosi zijn talent vergooide, zegden jullie daar dan niets van in de groep?

“Toch wel. Vooral de oudere jongens zoals Ivan Leko en KillianOvermeire. Als zij hoorden dat Patosi buiten de lijntjes kleurde, spraken ze hem daarop aan. In onze groep kan veel, we verdragen veel van elkaar. Patosi is ook een sfeermaker, we lachen wat af met hem.”

De wereld van Peter Maes

Met zijn landgenoot Ebrahim Seedat klikte het niet. Die keerde langs een achterpoortje terug naar Zuid-Afrika. Naar verluidt kon hij de strenge aanpak van Peter Maes niet aan.

“Tja, Maes heeft een harde aanpak, dat weet iedereen ondertussen. Het is soms moeilijk om te aanvaarden dat hij zo naar je roept om je beter te maken.”

Geeft hij af en toe ook een complimentje?

(grijnst) “Heel soms, ja. Maar uiteindelijk laat hij zijn spelers niet makkelijk vallen en maakt hij ze beter. Elke training zit hij er kort op. Tegen mij heeft hij ook genoeg staan roepen. En als je iets fout doet tijdens de wedstrijd word je de volgende dag met videobeelden terechtgewezen. Voor de hele groep. Dat is soms hard, want je wordt even voor schut gezet en achteraf jennen de ploegmaats je daar ook mee. Anderzijds besef je wel op basis van de beelden: hij heeft gelijk.”

Maar sommige spelers zijn niet tegen die ruwe aanpak bestand?

“Dat is zo. Je hebt jongens die helemaal dicht klappen en niets meer goed doen na zo’n tirade. Maar je kan ook zeggen: ik ga het beter doen! En dan doe je het ook beter. Dat was bijvoorbeeld het verschil tussen Seedat en Patosi.

Koen Persoons vertelde me dat er bij Mechelen enkele spelers aan ten onder gegaan zijn. Bij Lokeren heb ik dat in feite nog niet echt gemerkt. De jongeren worden er alleen maar sterker van: je ziet nu ook Jore Trompet of Alexander Corryn dat proces doormaken.”

Wordt Maes zachtaardiger naarmate je hem langer kent? Pakt hij bijvoorbeeld nieuwe spelers of jonge talenten harder aan om ze te testen?

“Ja, hij wil tonen dat hij er staat. Dat is zijn stijl en daar zal hij nooit van afstappen, zelfs niet onder druk. Ik weet nog heel goed hoe hij me aanpakte bij een van mijn eerste matchen, tegen Sint-Truiden. Normaal gezien ben ik niet gauw nerveus voor een match, maar op de training vooraf trapte ik enkele foute passes. Maes stapte op me af en zei: ‘Je zit nu nog in je eigen wereld, maar ik zal zorgen dat je in mijn wereld terechtkomt.’ Op die manier zet hij je psychologisch onder druk zodat je de volgende dag op scherp staat. Ik speelde toen een goede match. Kwam dat door zijn aanpak? Tja, dat kan je moeilijk zeggen.

“Nu relativeer ik dat allemaal gemakkelijker. Ik ken hem ondertussen drie jaar, ik weet hoe hij de dingen ziet en wat hij wil. Maar ik kan me inbeelden dat jonge gasten (sic) daar nog van onder de indruk raken.”

Waarom heeft Jérémy Perbet nooit zijn draai gevonden bij Lokeren?

“Ik denk niet dat dat te wijten was aan een persoonlijke vete met Maes, eerder met het niet passen bij een bepaald systeem.”

Was dat ook het probleem met Hamdi Harbaoui?

Harbaoui kwam bij Lokeren toe als topschutter van tweede klasse en vond dat alles rond hem moest draaien. Dat botste in de eerste plaats al met de groep én ook met Maes, die in zijn tactische visie geen individuen duldt. Hij heeft geprobeerd hem te veranderen, Harbaoui ging daar eerst tegenin, maar uiteindelijk is hij toch veranderd. Nu zie je dat hij erg belangrijk is voor onze ploeg: hij werkt hard, staat soms alleen op een eiland voorin maar houdt dan toch constant drie man aan de praat en scoort. Ik schat hem hoger in dan Perbet.”

Jérémy Taravel is door een knieoperatie out tot na de winterstop. Als vervanger centraal in de defensie wordt in jouw richting gekeken. Hulptrainer Rudi Cossey liet zich al ontvallen dat hij dat zelfs je beste positie vindt.

“In de voorbereiding heeft Maes me enkele keren getest als centrale verdediger, dat liep wel goed.

“Eigenlijk ben ik beginnen te voetballen als spits bij HO Kalken en Standaard Wetteren. Eenmaal bij Lokeren hebben ze me omgeschoold tot centrale verdediger. Ook bij de nationale jeugdploegen speelde ik meestal op die positie. Bij de eerste ploeg werd ik dan linksback.”

Je minpunt als linksachter is je positiespel, zeggen je trainers. Je wordt nog te makkelijk binnendoor gepakt.

“Daar wordt misschien iets te veel de nadruk op gelegd. Als je elke fase voorafgaand aan een tegendoelpunt analyseert, kan je van elke speler wel iets zeggen. Zo blijf je bezig.”

Liever niet in de ploeg

Eigenlijk moet jij een fan zijn van het play-offsysteem, want het is daardoor dat jij in het seizoen 2009/10 je kans kreeg bij Lokeren.

“Dat was een rare situatie. Wij konden dat seizoen maar net degradatie ontlopen en ons voor play-off 2 plaatsen. Emilio Ferrera wist toen al dat hij het volgende seizoen geen trainer meer zou zijn bij Lokeren. Een goeie coach, maar op dat moment was de motivatie ver te zoeken. Iedereen weet dat veel spelers tegen play-off 2 opkijken. Zo kwam ik in de ploeg. Ik stond er een beetje alleen voor, maar het voordeel was dat ik mij zonder druk kon bewijzen.”

Het was een seizoen waarin Lokeren drie keer van coach wisselde: eerst Alek-sandar Jankovic, dan Jacky Mathijssen en vervolgens Ferrera.

“Een moeilijke periode. Bij Jankovic was het de eerste keer in mijn carrière dat ik te maken kreeg met een trainer die geen Nederlands sprak, ik voelde mij niet echt op mijn gemak bij hem. Het was een periode dat ik eigenlijk liever naar school ging dan naar de training. Het ging niet goed met Lokeren, er heerste een doodse sfeer op de club. Op zo’n moment denk je als jonge gast toch ook: liever nu niet in de ploeg staan.”

Merk jij dat er sinds de komst van de tandem Willy Reynders – Peter Maes veel veranderd is op Lokeren?

“Absoluut. Van een strontjaar plots naar een topjaar, daar merkte je meteen de hand van dat duo. Ook in de groep zelf veranderde veel: voordien waren er vooral kliekjes, we deden nooit iets samen.”

Dat had natuurlijk te maken met de samenstelling van de kern. Die bestond veelal uit Afrikanen en spelers uit het Oostblok, waarbij makelaars te veel inspraak kregen.

“Soms had je een beetje het gevoel dat Willy Verhoost de ploeg opstelde en niet de trainer. Daar werd in de spelersgroep wel eens over gepraat, ja… Je wilt weten waar je aan toe bent, hè.”

Was het transferbeleid van Verhoost demotiverend voor de Lokerse jeugdspelers?

“Ja. Je zag Afrikanen komen die veel gekost hadden en die hopelijk later ook veel geld opbrachten. Dat was het beleid van de club. Nu krijgen jeugdspelers bij Lokeren veel vertrouwen en toekomstperspectief. De verdienste van Reynders en Maes valt niet te onderschatten: van degradatie- tot play-off 1-kandidaat. Ze tonen ambitie en werkkracht. Goeie transfers gedaan ook.”

Welke rol speelt Roger Lambrecht voor de spelers?

“Ik weet dat veel mensen hem als een bulldog zien, maar in feite is hij een pracht van een mens. Hij wil het beste voor Lokeren. Hij zocht lange tijd naar de juiste trainer, met Maes heeft hij die nu gevonden. Hij zal beter slapen, denk ik. Nu zie je echt een gelukkige mens.”

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – BEELDEN: KOEN BAUTERS

“Veel mensen zien Roger Lambrecht als een bulldog, maar in feite is hij een pracht van een mens.””De verdienste van Reynders en Maes valt niet te onderschatten: van degradatie- tot play-off 1-kandidaat.””Ik schat Harbaoui hoger in dan Perbet.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content