Voor het seizoen had de competitiehervorming haar voor- en haar tegenstanders. Nu het seizoen bijna ten einde is, blijkt uit een kleine rondvraag bij de trainers dat er niet veel enthousiasme meer is. ‘Ons voetbal beter maken is niet gelukt.’

De prijzen zijn verdeeld, het is analyseren, lessen trekken en uitkijken naar volgend seizoen. Het seizoen 2009/10 was het eerste volgens de nieuwe competitieformule. Clubs zijn die op dit moment intern volop aan het evalueren. Wij vroegen alvast aan de trainers wat ze ervan vonden.

Ariël Jacobs: “Ik kan aannemen dat er op een bepaald moment een verandering moet komen. De maatschappij wil iets anders, we proberen het als tegemoetkoming om het voetbal aantrekkelijker te maken, ook voor tv. Alleen vind ik dat de wijzigingen die nu werden doorgevoerd, drastisch waren terwijl misschien niet alle voorwaarden aanwezig waren. Van veldverwarming tot de constatering dat een club als SV Roeselare vijf weken verstoken bleef van competitievoetbal. Je zit zonder winterstop, terwijl we dat gewoon waren. De introductie van iets nieuws als play-offs. De halvering van de punten. Waarom gebeurde dat in play-off 1 en niet in play-off 2? Veel items bleken voor discussie vatbaar.”

Glen De Boeck: “Als je de competitie hervormt, moet je trainers en/of technisch directeurs raadplegen, maar dat is niet gebeurd. Een hoop problemen konden vermeden worden. Je kunt er toch niet van uitgaan dat het altijd goed weer zal zijn en als het geen goed weer is, zeggen dat je pech hebt?! En je kunt het ons toch niet kwalijk nemen dat we play-off 2 niet wonnen en daardoor tot aan de bekerfinale drie weken zonder wedstrijden met inzet zitten?”

Het kwam allemaal te snel, vindt ook Mario Notaro (Charleroi): “De kalender was overvol en er was geen marge als er iets fout liep.” Dennis van Wijk: “Het is een hervorming die ontworpen is door bureaucraten zonder voeling met de mensen op het terrein. De nieuwe formule was vooral gefocust op de ploegen bovenaan en de rest moest maar volgen. Men is dit seizoen gestart met de gedachte: we zullen wel zien waar we uitkomen.”

Inhoudelijke veranderingen

Ook bij Club Brugge zijn ze tegen de hervorming. Adrie Koster: “Een competitie over 28 of 30 wedstrijden geeft een heel goed beeld van wie de sterkste ploegen zijn. En dan moet je geen play-off organiseren, waarin punten worden gehalveerd en er weer onderlinge competitie komt. Ik denk dat het Belgische voetbal er het meest bij gebaat is dat de beste ploegen Europees voetbal halen. Op de lange duur gaat het je anders een Europese plaats kosten. Dat kan nooit de bedoeling zijn.” Ook Westerlotrainer Jan Ceulemans is formeel: “Ik ben geen voorstander. Over de gewone competitie hoorde je geen klachten, nu wel.”

Frank Vercauteren is een van de weinige trainers die wel voordelen ziet: “Het nieuwe systeem heeft goeie kanten, maar ook mindere. Het halveren van de punten bracht de spanning om de titel een beetje terug, anders was Anderlecht met misschien dertig punten voorsprong kampioen geworden. Anderzijds, dat de elfde in de eindstand misschien alsnog Europees kan voetballen, lijkt me geen goeie zaak. Het voordeel van het systeem is dat je je in de reguliere competitie een verliespartij kon permitteren, of, zeker als je Europees speelt, al een keer een speler kon laten rusten. Anderzijds vind ik de lange kalender een nadeel. Bovendien stel ik me ook vragen bij de bedoeling. Ons voetbal beter maken is niet gelukt. Het is allemaal wat wisselvallig geweest.”

Peter Maes treedt Vercauteren daarin bij: “Op extrasportief vlak zag ik in de laatste fase van de competitie verzadiging bij fans en bedrijfsmensen. In het reguliere deel was er veel spanning. Toen de tickets voor play-off 1 verdeeld waren, viel die weg. In play-off 2 was de hoofdprijs te flets en te ver weg. En ik vond het ook allemaal chaotisch en onduidelijk qua afspraken en datums.” Freddy Heirman (Lokeren) houdt vooral een positief gevoel over aan de nieuwe vorm. “Vooral door de grotere spankracht in de reguliere competitie.”

Jos Daerden, van zijn kant, zit met gemengde gevoelens: “Ik vind de formule op dit moment nog moeilijk te beoordelen, door de suprematie van Anderlecht en het ontbreken van Standard en Genk in play-off 1. Je had ook de winter en de heisa rond Moeskroen. Ik denk dat al die uitzonderlijke zaken de perceptie en evaluatie van de hervorming mee beïnvloeden. De formule is zeker interessant voor de clubs in de middenmoot. Die worden normaal gezien geen kampioen en moeten al een uitschieter hebben om naar Europa te mogen. In dit model heeft een aantal clubs een nieuw doel: play-off 1.”

En dat doel bereikte STVV. Guido Brepoels: “Voor ons was het een enorm succes. We hebben heel veel toeschouwers ontvangen en de jongens deden een schat aan ervaring op. Vier keer Anderlecht, AA Gent en Club Brugge. Op alle gebied een voltreffer, het leren verteren van drie matchen op acht dagen. Mocht Anderlecht uiteindelijk geen kampioen geworden zijn, dan was er wellicht iets ontploft. Ik kan de teleurstelling bij Club Brugge begrijpen. Voor de andere ploegen: dramatische toeschouwersaantallen, de meeste mensen vergeten dat de ploegen wel de lonen moeten blijven betalen. Play-off 2 was niks. En de vijftiende plaats, dat is al helemaal een drama.”

Georges Leekens: “Als je er met een kleine club in slaagt om je te plaatsen bij de eerste zes, is dat fantastisch. Maar ik denk ook aan de sukkelaars van het nieuwe systeem, zoals SV Roeselare. Wanneer ik heel neutraal mag zijn, dan vond ik het niveau in het begin degelijk, maar we moeten durven toegeven dat het geleidelijk aan afzwakte. Het probleem was ook een beetje dat na vier keer dezelfde tegenstander de interesse bij publiek en pers afneemt. De gezonde spanning en nervositeit verdwijnt.”

Francky Dury: “Ik had liever inhoudelijke veranderingen gehad dan wijzigingen aan de vorm: betere accommodatie, clubs een bedrijfsstructuur opleggen, voor niet-EU’ers hogere loonsverplichtingen. We willen properder voetbal en in plaats van een speler na drie gele kaarten te schorsen, doen we dat na vijf. Bovendien werden de scheidsrechters bij betwiste situaties door hun eigen instanties bijna nooit gevolgd, wat clubs ertoe aanzette om in beroep te gaan tegen elke uitspraak.”

Voor herhaling vatbaar?

Koster: “Neen.” Ceulemans: “Als ik morgen moet stemmen, stem ik tegen. Van kerstvoetbal zijn niet veel clubs beter geworden en de play-offs vond ik niet zo geslaagd, ook al kwamen wij daar goed uit.”

Jacobs: “Ik ben niet tegen het principe van play-offs, maar we hebben meer nood aan analyse en overleg.”

Notaro: “Ik kan me vinden in de inkrimping van 18 naar 16, maar pleit voor een terugkeer naar een normale competitie. Je zou wel kunnen proberen het bekertoernooi op te waarderen.”

Van Wijk: “Laten we hopen dat er nagedacht wordt om toch een paar zaken te veranderen. Overal veldverwarming en liefst eentje die werkt. Oké, de winter was ongemeen hard, maar is het dan zo abnormaal dat het sneeuwt in december?”

Vercauteren: “Ik wil play-offs niet direct afschrijven, maar je moet wel zoeken naar een andere manier om de nivellering naar beneden tegen te houden. Bovendien viel door het kerstvoetbal de rust tijdens de winter weg. Daar snakken de spelers nu naar, naar rust.” De Boeck is het daarmee eens: “De korte break die er door het kerstvoetbal maar was, zorgt op het einde van de competitie voor vermoeidheid. Voor veel ploegen werden de play-offs al snel een testcase met het oog op volgend seizoen en dat was niet de bedoeling.”

Maes: “Aan enkele dingen moet men direct iets doen. De situatie van de vijftiende. Voor mij mogen de prijzen voor de eerste en tweede ook al uitgedeeld worden na de reguliere competitie. Daarna zou ik liever via een knock-outsysteem strijden om de resterende Europese tickets. Tegen kerstvoetbal heb ik niks.” Brepoels: “Ik wel. Kerst is Kerstmis. Vrij. Het Nederlandse systeem van play-offs vind ik beter, al moet het langer, 26 maart is te vroeg om te stoppen.”

Dominique D’Onofrio: “Het model moet worden herzien. Wat Roeselare overkwam, kan niet. Waarom werden in play-off 1 de punten gehalveerd en begon iedereen in play-off 2 van nul? Ik vond dit een te lange competitie, waarin geen rekening gehouden werd met de ploegen die Europees aan de bak moesten. Het kerstvoetbal tastte de mentale en fysieke weerbaarheid van de spelers aan.”

Dury: “Kerstvoetbal heb je verder enkel in Engeland, een competitie waar clubs in buitenlandse handen zijn, met budgetten van 100 tot 300 miljoen euro. Dat is niet dezelfde wereld als die waarin wij leven. Wij hebben geen grote indoorhallen om te trainen tijdens strenge winters. Ik stel vast dat de vier halvefinalisten van de CL uit landen komen die een lange winterstop hadden. Ook het play-offsysteem vind ik niet voor herhaling vatbaar. Dat de elfde nog in aanmerking komt voor Europees voetbal, vind ik niet kunnen. Bovendien blijven Standard, Germinal Beerschot, Charleroi en anderen drie maanden zonder voetbal en zonder inkomsten.”

Daerden pleit voor geduld: “Je kan iets niet al na één seizoen afschieten. Het kerstvoetbal was geen succes door de winter. Dat zal de volgende jaren niet anders zijn. Je kan veldverwarming wel verplichten, maar je mag de trainingen niet vergeten.”

Heirman: “Kerstvoetbal of spelen in de winter, dat blijf ik een discussie naast de kwestie vinden. Dit is wel voor herhaling vatbaar, ondanks de nadelen van de lengte van de competitie.”

Leekens concludeert: “We waren er duidelijk nog niet klaar voor. Een goede evaluatie lijkt me sowieso aangewezen: de positieve punten verbeteren en de mindere zaken – play-off 2, de situatie van de vijftiende, veldverwarming – wegwerken.”

door de redactie

“De hervorming is ontworpen door bureaucraten zonder voeling met de mensen op het terrein.Dennis van Wijk”

“Dat de elfde in de eindstand misschien alsnog Europees kan voetballen, lijkt me geen goeie zaak. Frank Vercauteren”

“We moeten durven toegeven dat het niveau geleidelijk afzwakte.Georges Leekens”

“Het kerstvoetbal tastte de mentale en fysieke weerbaarheid van de spelers aan.Dominique D’Onofrio”