‘Had mijn vader me meegenomen naar een zwembad, dan was ik nu zwemmer.’ Maar zijn vader nam hem mee naar een voetbalveld en dus is hij nu voetballer. Thierry Henry over strafschoppen, Arsenal en Franse bondscoaches.

Hoeveel doelpunten hij ook nog zal maken – en hij pompt ze er op vrijwel wekelijkse basis in -, tot het einde van zijn dagen zal Thierry Henry achtervolgd worden door vragen over de strafschop in twee tijden die hij dit seizoen miste. En dus luidt ook de eerste vraag van dit interview als volgt : zal hij die fameuze penalty met zijn landgenoot en ploegmaat bij Arsenal Robert Pires ooit nog eens correct proberen uit te voeren ? “Dat is net het punt : hij wás correct uitgevoerd”, antwoordt hij. “De volgende keer zal ík de voorzet voor mijn rekening nemen en hopelijk lukt het dan wel. Let wel, ik schuif de schuld niet door naar Robert Pires. Het was mijn idee, maar soms heb je niet helemaal controle over de situatie. Het was, eerlijk gezegd, een vreemde ervaring. Ik was ervan overtuigd dat we die strafschop goed zouden uitvoeren en ik was gewoon op de bal aan het wachten. Alleen, die bal kwam maar niet. Nu, dat is waar alles om draait in het voetbal : je maakt plannen en je probeert dingen, en soms lukt het niet.”

Wanneer besliste je dat je een strafschop op deze manier wilde nemen ?

Thierry Henry : “Ik droom daar al van sinds ik zestien jaar ben, maar ik vond gewoon niemand om het mee te doen. En nu ik eindelijk iemand vond, blijkt hij niet de juiste persoon te zijn om het mee te doen. Pas op, ik heb het niet op Robert gemunt. Misschien kan je kwaad op me zijn omdat ik die strafschop bij een 1-0-voorsprong niet op normale wijze nam. Maar was dat écht wel beter geweest ? Soms trap je een perfecte penalty en scoor je toch niet. Het was wel degelijk mijn intentie om die strafschop efficiënt te nemen, hoor. Het lag niet in mijn bedoeling om een shownummertje op te voeren. De mensen zullen misschien zeggen dat dit niet het juiste moment was om dit te doen. Langs de andere kant, als je het doet bij een 6-0-stand of in een vriendschappelijke wedstrijd, verliest het veel van zijn impact. De gedachte was nobel, maar het liep niet zoals gepland. De volgende keer zal ik de bal in de richting van een ploegmaat toetsen.”

Waarom was je altijd zo bijgelovig om geen strafschoppen te trappen als de fout op jou werd gemaakt ?

“Met bijgeloof heeft dat niets te maken. Ik weet alleen – en dat weet ik omdat het me al zo dikwijls overkwam – dat je niet voor honderd procent gefocust bent als je een strafschop moet trappen nadat de fout op jou gemaakt werd. Ik miste zo al meerdere strafschoppen, omdat ik ge- woon mentaal niet scherp genoeg was, omdat mijn gedachten nog bij de voorafgaande fase zaten.

“Maar oké, voortaan zal ik álle strafschoppen nemen. Misschien zal iedereen dan gelukkig zijn. Niemand zal dan nog kunnen zeggen : ‘Waarom neemt Thierry hem niet ?’ De mensen zullen dan zien dat ik er ook dan soms nog zal missen. Misschien zal het een einde maken aan die stroom van nonsens.”

Hoe voelde het om het clubrecord van Ian Wright als topschutter van Arsenal te breken ?

“Dat was een belangrijk moment in mijn carrière. Wat het extra speciaal maakte, was dat het recorddoelpunt viel in de Champions League (tegen Sparta Praag, nvdr) en dat het bovendien een belangrijke goal was. Voor hetzelfde geld maak je het in een match die je verliest. Nu zette mijn treffer de ploeg op een 2-0-voorsprong, zodat we helemaal de controle over de wedstrijd veroverden. Maar het was een geweldige ervaring. Toch was ik een fractie van een seconde ontgoocheld omdat ik het record niet op Highbury brak. Maar die teleurstelling week snel.

“Voor de aftrap van onze eerstvolgende match op Highbury kwam Wright me feliciteren. Het verwonderde mij dat hij zo tevreden was omdat ik zijn record gebroken had. Hij was toch een echte winnaar, die altijd tot het uiterste ging. Misschien was hij in zijn binnenste wel overstuur omdat hij zijn record kwijtspeelde, maar daar toonde hij in ieder geval niets van. Hij zag er integendeel gelukkig uit. Ik weet zeker dat ik me ontgoocheld zal voelen de dag dat iemand mijn record verbetert.”

Had je al van Wright gehoord voor je bij Arsenal belandde ?

“De eerste keer dat ik hem aan het werk zag, was in de Cup Final van 1990. Hij speelde toen voor Crystal Palace en het werd 3-3 tegen Manchester United. Ik herinner me ook een paar wedstrijden van hem tegen Paris Saint Germain in de beker voor bekerwinnaars. Een andere keer zag ik hem bezig tegen Auxerre. Ik kende hem dus als een geweldige doelschutter en ik had een paar schitterende doelpunten van hem onthouden. Ik wist dat hij de beste goalgetter ooit van Arsenal was. Het verbaasde mij dat hij niet bij de nationale ploeg van Engeland zat. Dat zijn zo van die bizarre dingen in het voetbal.”

Had je verwacht dat je zo vaak zou scoren voor Arsenal ?

“Wel, ik startte er als spits, maar verhuisde nadien naar de flank. Tot Arsène Wenger me weer in de spits gooide. Toen ik bij Arsenal kwam, was mijn eerste ambitie om er te spelen. Daarna ging het om góéd te spelen en te scoren. Maar ik dacht geen seconde aan het breken van een record.”

Wist je veel van Arsenal toen je hier aankwam ?

“Ik kende Arsenal wel en ik hield er altijd van om op televisie wedstrijden in het Highbury Stadium te bekijken. Later leerde ik meer over de club via de Arsenalspelers in de Franse nationale ploeg. Manu Petit, Patrick Vieira en Nicolas Anelka spraken altijd vol lof over Arsenal. Ze hadden er de dubbel gewonnen, dus uiteraard konden ze alleen maar goede dingen vertellen. Ik wist dus wel wat van Arsenal toen ik hier belandde, maar natuurlijk niet de hele geschiedenis.”

Of ging je in de eerste plaats naar Arsenal om aan Juventus te ont- snappen ?

“Neen, want niet om het even welke club was goed genoeg om Juventus te verlaten. Toen ik bij Juventus wou vertrekken, stelde ik heel uitdrukkelijk dat ik voor Arsenal wou spelen. Ik kan niet zeggen dat het gemakkelijk was. Het duurde een lange tijd voor de clubs het eens raakten. Maar al die tijd was Arsenal mijn keuze.”

Wist je iets af van de belangstelling van Real Madrid ?

“Neen, maar ik weet dat ik op hun verlanglijst stond toen ik achttien jaar was. In Frankrijk deed dat veel stof opwaaien. Ik ben toen met hen gaan spreken, maar nadien kreeg ik van Real geen enkel signaal van belangstelling meer. Hoe dan ook, ik had mijn zinnen op Arsenal gezet.”

Vette mediakluif

Hoe ben je met voetballen begonnen ?

“Als mijn vader mij eerst naar een zwembad had meegenomen, dan zou ik nu zeker een zwemmer zijn. Maar hij nam me mee naar een voetbalveld en bijgevolg ben ik nu een voetballer. Ik was vier jaar toen hij op een zaterdag met mij in een park ging voetballen.”

Waren er spelers die je bewonderde ?

Michel Platini was toen het icoon van het Franse voetbal, maar als spits keek ik vooral op naar Marco Van Basten.”

Welke trainers bewonderde je ?

“Bij Monaco oefende Arsène Wenger een enorme invloed op me uit. Maar in die tijd domineerde het grote AC Milan het internationale voetbal en ik keek enorm op naar hoe Fabio Capello daar het respect van al die vedetten kreeg. Bij Juventus leverde Marcello Lippi schitterend werk. Ik had het geluk dat ik er nog een tijd – tot aan zijn ontslag – met hem mocht samenwerken.”

Als beginnend voetballer ooit gedacht dat je nog in het buitenland zou spelen ?

“Het buitenland ? In het begin dacht ik niet eens dat ik profvoetballer zou worden, laat staan profvoetballer in het buitenland. In die tijd liepen de buitenlandse voetballers in de diverse competities ook nog niet zo dik.”

Er wordt nogal wat afgeroddeld over je contract. Hoe reageer je daarop ?

“Die praatjes interesseren mij niet en ik denk dat je dat op het veld aan mij kan zien. Dat is nu eenmaal een vette kluif voor de media. Er gaat geen week voorbij zonder dat er iets over dat onderwerp verschijnt. Het begint stilaan vervelend te worden. Ik kan de belangstelling voor mijn contract wel begrijpen, maar wat ik erover te zeggen heb, zei ik bij het begin van het seizoen al. Sindsdien ben ik nog niet van mening veranderd. Mensen zouden me op het veld in de gaten moeten houden, dan zouden ze dat weten.”

Allemaal mensen

Over naar de Franse nationale ploeg : op het WK 98 speelde je elke wedstrijd behalve de finale. Waarom was je er toen niet bij en hoe voelde je je daarbij ?

“Eerst en vooral : met twintig jaar voor eigen publiek het WK winnen was een formidabele belevenis. Maar ik baalde omdat ik in de finale niet mocht meedoen. Het was de bedoeling dat ik in de loop van de match zou invallen, maar toen werd Marcel Desailly in de tweede helft met rood van het veld gestuurd en dat veranderde de plannen. Maar ik moet zeggen : toen het mijn beurt was om de wereldbeker omhoog te tillen, was ik dat al vergeten.”

Vervolgens liep het voor Frankrijk volledig verkeerd op het WK in Zuid-Korea en Japan. Wat is daar precies gebeurd ?

“Ik wil niet naar excuses zoeken, maar de meeste van onze spelers voetbalden in de belangrijkste Europese competities en drongen ver door in de Champions League. Dan kwam daar bijna zonder onderbreking dat WK aan. Niet alleen Frankrijk, maar ook nog andere topteams vlogen daardoor vroegtijdig naar huis. Brazilië won de wereldtitel. Maar Ronaldinho speelde toen bij Paris Saint Germain, dat niet Europees voetbalde en in de Franse competitie tiende eindigde. Rivaldo zat op de bank bij Barcelona. Ronaldo keerde terug uit blessure. Net dat waren de spelers die het verschil maakten. En waarom maakten ze het verschil ? Omdat ze frisser waren. Waarom raakte Zuid-Korea zo ver ? Oké, ze hadden een geweldig team, maar toch vooral omdat de spelers nog fris waren. De Turken ? Stuk voor stuk voetballers die nog niet leeg waren toen ze aan het WK begonnen.”

En op het EK 2004 in Portugal overkwam Frankrijk hetzelfde ?

“Hetzelfde liedje, ja. Topteams met topspelers werden voortijdig uitgeschakeld. Die hadden dat seizoen gewoonweg te veel wedstrijden gespeeld, meer dan ze aankonden. Het is een moeilijke kwestie. Ik ben de eerste om te zeggen dat ik aan alle wedstrijden wil deelnemen. Maar we zijn allemaal maar mensen. We zijn geen machines. Soms maakt de tegenstander dat op een pijnlijke manier duidelijk. Bovendien speelden we in Portugal niet goed. Tja, dan wordt het moeilijk.”

Je maakte nogal wat bondscoaches mee : Aimé Jacquet, Roger Lemerre, Jacques Santini en nu Raymond Domenech. En ?

“Nadat we de wereldbeker hadden ge- wonnen, was Aimé Jacquet God in Frankrijk. Toen ik jong was, supporterde ik voor Bordeaux, de club waar hij in die tijd trainer was. Dus toen ik hem bij de nationale ploeg ontmoette, was het respect van mijn kant al aanwezig. Maar hij kreeg het respect van alle spelers. Hetzelfde kon niet van de pers gezegd worden. Hij werd echt neergesabeld en dan druk ik me nog zacht uit. Waren we geen wereldkampioen geworden, dan zou hij Frankrijk zeker ontvlucht zijn. Jacquet kreeg de spelers samen. Er waren geen vedetten. Het was een team van hardwerkende voetballers. We bezaten geen buitengewone spits, dus moesten we teren op onze verdediging en onze collectieve instelling. Hoe ver je daarmee kan komen, werd toen bewezen. We kregen op het hele toernooi slechts twee doelpunten tegen.

“Roger Lemerre was de eerste assistent van Jacques en trok de lijn gewoon door. Het WK 2002 mislukte, maar vergeet niet dat Frankrijk met Lemerre in 2000 Europees kampioen werd. Dat was een enorme prestatie.

“Jacques Santini was anders, hij hanteerde een andere stijl. We speelden altijd 4-5-1, maar onder hem schakelden we over naar 4-4-2. We kwalificeerden ons fluitend voor de eindronde van het EK 2004. Daar verloren we van Griekenland omdat we te veel kansen misten. Hadden we de halve finale bereikt, dan had iedereen gezegd : ‘Opdracht volbracht.’ Maar zo ver raakten we niet en Santini kreeg alles over zich heen. Ik vind nochtans dat hij over het algemeen zijn werk niet slecht deed. Pas op, ik deel de mening niet van mensen die zeggen dat het al een hele prestatie is om de halve finales te halen, want dan heb je ten slotte nog altijd geen medaille.

“Raymond Domenech kreeg een aartsmoeilijke opdracht. Nagenoeg een hele generatie – en wat voor een generatie – stopte ermee en hij moest met jonge spelers een nieuwe ploeg bouwen. In dergelijke situaties heb je tijd nodig. Maar tijd is wat de bondscoach net niet had : de kwalificatiewedstrijden begonnen meteen. Aanvankelijk leek het erop alsof we de kwalificatie zouden missen. Domenech was toen de gebeten hond. Uiteindelijk keerden spelers als Zidane en Thuram terug uit pensioen en kwalificeerden we ons alsnog. Nu vraagt heel Frankrijk zich af of Domenech de man is die Frankrijk naar de finale van het WK zal loodsen.”

Wat denk je zelf ?

“Ik denk nog niet aan het WK. We kwalificeerden ons en dat is het enige dat telt. Een paar ervaren spelers keerden terug. We zullen wel zien wat de zomer van 2006 ons brengt.”l

KEIR RADNEDGE

‘HET WAS NIET MIJN BEDOELING OM BIJ DIE STRAFSCHOP EEN SHOWNUMMERTJE OP TE VOEREN.’

‘MICHEL PLATINI WAS HET ICOON VAN HET FRANSE VOETBAL, MAAR IK KEEK OP NAAR MARCO VAN BASTEN.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content