Twaalf landstitels in de voorbije dertien jaar, daar staat Olympiacos Piraeus voor. Portret van een Griekse sportgigant, de volgende tegenstander van Standard in de Champions League.
Athene, broeierige metropool van om en bij de drie miljoen inwoners. Het is oktober en de thermometer geeft een aangename 26 graden aan, in de straten heerst een verkeerschaos van jewelste. Men rijdt hier nogal makkelijk door het rood licht en dat heeft een reden, zo vertelt taxichauffeur Spyros. “Groen staat voor Panathinaikos, rood voor Olympiacos”, grijnst hij, waarna het gaspedaal nog wat dieper ingaat bij het naderen van een stoplicht.
Aangezien zowat zeventig procent van de inwoners in Athene voor Olympiacos supportert, twintig procent voor Panathinaikos en tien procent voor de overige teams, begrijp je meteen waar de verkeersellende in de Griekse hoofdstad vandaan komt.
Olympiacos Piraeus is een begrip in Griekenland en ver daarbuiten, een way of life. Het is een van de grootste en succesvolste omnisportclubs ter wereld. Op het palmares onder meer: 37 voetbaltitels, 24 voetbalbekers, 9 basketbaltitels, 1 Europese basketbalbeker, 23 volleybaltitels, 2 Europese volleybalbekers, 22 waterpolotitels, 50 zwemtitels. Verder nog kampioenen in het tafeltennis, gewichtheffen, schieten, zeilen, boksen, worstelen en atletiek. Het mag duidelijk wezen: Olympiacos is een mastodont in de moderne sportwereld. Met fans van New York tot Tokio. Kyriakos Dourekas, teammanager van de club, illustreert: “Afgelopen zomer deden we mee aan een vrienschappelijk toernooi in Vietnam, tot onze verbazing daagden zelfs daar een stuk of zeshonderd supporters op.”
In eigen land kent de rood-witte gekte nauwelijks grenzen. “Een recente studie wees uit dat Olympiacos de sterkste merknaam in Griekenland is, populairder dan Coca-Cola”, voegt Dourekas daar niet zonder enige trots aan toe.
Een dode in het damesvolleybal
Om de drukte van de stad te ontvluchten, wonen de meeste rijken, BG’s (Bekende Grieken) en topsporters in Voula, een mondaine kuststrook net buiten Athene. We hebben er afgesproken met Michal Zewlakow (33), ex-Moeskroen en Anderlecht, ondertussen bezig aan zijn vierde seizoen bij Olympiacos. Op een half-uurtje rijden vanuit Piraeus ligt Notos Café, een bar-restaurant in een idyllisch decor en dé place to be in Voula. Zewlakow oogt gelukkig, hij vertelt honderduit, bestelt rustig een ontbijtje en werkt gewillig mee aan de fotoshoot op het strand. “Dit is het beste wat mij kon overkomen na mijn vier jaar bij Anderlecht. Je leeft hier gemoedelijker. Trainen doe je meestal slechts eenmaal per dag en de voorbereiding is minder zwaar. Om eerlijk te zijn: soms mis ik die gedrevenheid op training wel eens.
“We zijn geen Real Madrid of Barcelona, maar naar Griekse normen haalt Olympiacos regelmatig grote namen binnen. Zoals Olof Mellberg deze zomer, of Darko Kovacevic, Giovanni, Rivaldo, Lua Lua in het verleden. Toch durf ik niet zomaar te zeggen dat Olympiacos vele niveaus hoger speelt dan bijvoorbeeld Anderlecht of Standard, het is … anders.
“De supporters om te beginnen. Het fanatisme hier valt met niets te vergelijken. Wanneer in Athene een baby geboren wordt, geeft men die eerst een voornaam en daarna wordt meteen de club bepaald. ( lacht) De echte supporters van Olympiacos leven voor hun club, de ene week gaan ze naar het voetbal, de volgende naar het volley- of basketbal.
“Omdat ik me elke wedstrijd honderd procent geef, word ik door de fans gerespecteerd, maar evengoed krijg ik een fluitconcert over mij heen als ik een paar keer een foute pass geef. De fans zijn heel trouw, maar tegelijkertijd erg ongeduldig. Speel je eens gelijk dan vergeten ze die vijf wedstrijden ervoor die je gewonnen hebt. Grieken zijn zeer fanatiek, bij alle clubs, soms vraag je je af waarom ze daar zover in gaan. Af en toe ontspoort het. Zo is er vorig jaar zelfs een dode gevallen bij rellen tijdens een volleybalwedstrijd bij de vrouwen.
“Een tweede verschillend aspect aan het leven hier is de media-aandacht. Er bestaan twaalf sportkranten die de clubs uit Athene op de voet volgen. Je moet echt opletten wat je doet. Nu ja, wij zijn niet debiel, we weten wel wanneer we buiten kunnen komen. Ga je uit na een nederlaag dan zullen de supporters je heus wel aanpakken. Dat doe je dus beter niet.”
Gedeelde passie met Rode Ster Belgrado
Vanuit Voula gaat het terug richting Piraeus, voor een bezoek aan het Karaiskakis Stadium, de thuishaven van Olympiacos. De 55-jarige Lakis is chauffeur van dienst, ook hij is supporter van The Legend, zoals de bijnaam van Olympiacos luidt. En passant legt hij uit waarom trainer Temuri Ketsbaia na amper twee maanden ontslagen werd, ondanks vijf zeges en één gelijkspel in zes wedstrijden. “Ketsbaia was veel te gedisciplineerd voor zijn spelers, dat pikken ze hier niet”, vertelt Lakis, terwijl hij achteloos alweer vijf rode lichten negeert.
Het Karaiskakis Stadium, dat al sinds de oprichting van de club in 1924 als thuisbasis dient voor de voetbalploeg van Olympiacos, werd in 2004 helemaal vernieuwd omwille van de Olympische Spelen in Athene dat jaar. Tot voor de verbouwing schreef men Olympiacos trouwens met een k, naar aanleiding van de Spelen van 2004 werd men echter verplicht de clubnaam met een c te schrijven, naar analogie met het Engelstalige Olympic.
In de vroegere versie van het stadium lag er een atletiekpiste rond het voetbalveld, tegenwoordig zit het publiek tot tegen het veld, de spelers voelen de hete adem van de supporters in hun nek. Achter de goal bevindt zich het befaamde vak Gate 7 ( zie kader), het valt meteen op omdat er een hoog net gespannen werd. Spyros Gromitsaris, journalist bij het sportblad Protathlitis – een van de twaalf sportkranten in Athene – herinnert zich nog goed hoe dat kwam: “In 2005, het eerste seizoen na de bouw van het nieuwe stadion, liep een derby tegen Panathinaikos uit de hand. Een krant had als promotieactie gratis dvd’s uitgedeeld en uiteraard vlogen die allemaal op het veld. Leuk zicht, zo een heel veld vol dvd’s.” ( lacht)
Het Karaiskakis Stadium is bij elke thuiswedstrijd uitverkocht, in feite is de capaciteit van 33.334 zitjes veel te klein gezien het aantal supporters (minstens 80.000 geregistreerde leden), maar uitbreiden kan niet. Uitdiepen gaat niet vanwege het water onder het stadion, hoger bouwen mag niet van de stad. Het zorgt ervoor dat Olympiacos elk thuisduel in een kolkende sfeer speelt. Eentje waar veel tegenstanders bang voor zijn. De topclubs in Griekenland (AEK, Panathinaikos, Olympiacos, PAOK) werkten zelfs een gentlemen’s agreement uit waarin staat dat in topwedstrijden geen bezoekende supporters binnen mogen. Met andere woorden: wanneer Olympiacos in eigen huis Panathinaikos ontvangt, zitten er in het stadion enkel fans van de rood-witten. En omgekeerd.
“Nochtans is de sfeer in Karaiskakis verkalmd tijdens de voorbije jaren”, merkt Gromitsaris op. “De voorbije jaren moest Olympiacos maar drie of vier keer met gesloten deuren spelen.” Gromitsaris vindt dat cijfer blijkbaar best meevallen. “Het laatste incident gebeurde deze zomer, in de kwalificatiewedstrijd voor de Champions League tegen Slovan Bratislava, omdat enkele dronken Slovaakse fans heibel zochten.”
De Olympiacosaanhang heeft een affiliatie met die van Rode Ster Belgrado, eveneens gekend als een van de vurigste clubs in Europa. Rode Ster speelt net als Olympiacos in het rood-wit, bovendien delen ze dezelfde orthodoxe geloofsovertuiging. Een niet te onderschatten link tussen Griekenland en de Balkan. Gromitsaris: “In sommige wedstrijden zie je hier plots Servische supporters opduiken en ik weet dat sommige Olympiacosfans naar Belgrado afreizen wanneer Rode Ster het opneemt tegen Partizan. Dat maakt deel uit van de passie die de clubs delen.”
Het paradijs Rendis
De buitenkant van het Karaiskakis Stadium is indrukwekkend: shops, een museum en zelfs een heus warenhuis liggen in de catacomben ingebed. De binnenkant, afgezien van de mooie nieuwe tribunes en het grote veld, is dat veel minder. Geen overdreven grote kleedkamers, geen jacuzzi en weinig businessruimtes: een bewuste keuze. Dit is een club van het volk, van de havenarbeiders in Piraeus die opboksten tegen de aristocratie uit het Atheense stadsleven. Dat oorspronkelijke ‘wij tegen zij’-gevoel is tot vandaag intact gebleven.
Een heel ander verhaal wordt het wanneer we Rendis betreden. Rendis is het ultramoderne trainingscomplex van Olympiacos dat in 2004 werd neergepoot. Chris Van Puyvelde, in het seizoen 2005/06 als assistent van Trond Sollied actief bij de Griekse topclub, had er al over gepocht.
In het trainingscomplex werken 29 mensen fulltime. Het keukenpersoneel staat 24 uur op 24, ter beschikking van de spelers. In het hoofdgebouw bevindt zich een spelershotel met 18 tweepersoonskamers en twee eenpersoonskamers (voor de coach en zijn assistent). Enkele van de tweepersoonskamers worden gebruikt voor jeugdspelers die te ver buiten Athene wonen. Beneden in hetzelfde gebouw bevindt zich een player’s lounge met allerlei spelconsoles, een filmprojector en uiteraard de obligate biljarttafels.
Buiten liggen drie magnifieke oefenvelden te blinken, alle drie uitgerust met een drainagesysteem.
Het bijgebouw is zo mogelijk nog indrukwekkender. Op het bovenverdiep liggen de kantoren van de technische staf en de directie. Het gelijkvloers is uitgerust met kleedkamers, een materiaalkamer, een fitnessruimte zo groot als een sporthal, twee medische kamers uitgerust met de modernste wetenschappelijke apparatuur en het pièce de résistance: een vertrek met sauna, jacuzzi’s en zwembad. “De populairste plek hier”, prevelt opzichtster Emy ietwat overbodig. “Ze mogen hier echter niet zomaar rondhangen, enkel op voorspraak van de dokters, wanneer er recuperatie ingelast moet worden.”
21 trainers in 17 jaar
De deur van het bureau van de teammanager zwaait open. Kyriakos Dourekas, al zestien jaar verbonden aan de club, wacht ons op voor een gesprek. Hij groeide op in Piraeus – een belangrijk gegeven, benadrukt hij – en maakte de hele succesperiode mee. Een scharniermoment in de clubgeschiedenis was volgens hem 1992, toen Sokratis Kokkalis voorzitter werd. Kokkalis is een van de machtigste zakenlui in Griekenland, hij bouwde zijn fortuin op met activiteiten in de telecommunicatie en bij de nationale loterij. Alleen dankzij hem kon Olympiacos een trainingscomplex als Rendis opzetten of topspelers inhalen van het niveau Rivaldo. We moeten er echter geen heilige van maken. Net zoals bij veel andere clubvoorzitters in het Griekse voetbal acht hij zich un-touchable en re(a)geert hij heel impulsief. Sinds 1992 versleet Olympiacos 21 trainers, dat is een gemiddelde van meer dan één om het jaar.
Journalist Spyros Gromitsaris: “Als Kokkalis zich na een wedstrijd gefrustreerd voelt, kan het zijn dat hij diezelfde avond de trainer ontslaat. Indien hij er een nachtje over zou kunnen slapen, zouden hier veel minder trainers de revue gepasseerd zijn. Kokkalis is in de eerste plaats een supporter. Hij handelt zeer emotioneel, trainers weten dat. Ketsbaia was bijvoorbeeld helemaal niet verbaasd door zijn ontslag, hij wist op voorhand dat dit scenario tot de mogelijkheden behoorde.”
Teammanager Dourekas zet zijn voorzitter – logisch – uit de wind: “Dat hij een trouwe supporter is, vind ik net belangrijk. Hij weet wat de fans willen. Kokkalis is bovenal een perfectionist. Bij zijn komst in 1992 reorganiseerde hij de club, bracht geld binnen en haalde goede Griekse spelers. Zo konden we in 1997 voor het eerst in tien jaar weer een titel winnen. Het vervolg kent u, de voorbije dertien jaar pakten we twaalf keer de landstitel.
“Het klopt dat we veeleisend zijn voor de trainers. In deze club moet je onmiddellijk rendement halen. Dat ongeduld is eigen aan de Griekse cultuur. Onze trainer vorig jaar ( de Spanjaard Ernesto Valverde,nvdr) kreeg al in januari een nieuwe verbintenis aangeboden, hij liet ons te lang wachten waarop de voorzitter besloot dat het niet meer hoefde.” De Georgiër Temuri Ketsbaia werd aangesteld. Hij had vorig seizoen indruk gemaakt op Kokkalis door met het ‘kleine’ Cypriotische Anarthosis Famagusta het ‘grote’ Olympiacos uit de Champions League te houden. Midden september mocht Ketsbaia al zijn boeltje pakken.
“Het probleem met Ketsbaia was dat het niet klikte met bepaalde spelers. Er moet een chemistry zijn tussen de coach en de club, die was er niet”, verduidelijkt Dourekas. “Ketsbaia stond heel erg op discipline, zonder afwijkingen en dat zijn we in Griekenland niet gewend. Daarom klikte het eigenlijk wel met Sollied destijds. In ons aankoopbeleid zijn er twee constanten. Eén, we kopen meestal spelers die weten wat het is om voor een titel te strijden en die met druk om kunnen. Twee, we werken graag met buitenlandse coaches. Van elke trainer proberen we iets te leren, zo blijven we onze structuur uitbreiden en verbeteren.”
De onvervangbare Nikopolidis
De Griekse eerste klasse, de Super League, is eigenlijk één langgerekte hegemonie van Olympiacos Piraeus. Vorig seizoen vierde de recordkampioen in dat opzicht een belangrijke titel: voor het eerst telt Olympiacos nu meer landstitels dan alle andere clubs samen.
Geen enkel team dat The Legend de voorbije jaren ook maar een béétje kon bedreigen, al wordt wel verwacht dat eeuwige rivaal Panathinaikos hen dit seizoen eindelijk eens het vuur aan de schenen kan leggen. De groen-witten, onder leiding van de Nederlandse coach Henk ten Cate, staan momenteel zowaar aan de leiding. “En toch zal Olympiacos ook dit seizoen weer kampioen worden, aan hun dominantie valt niet te tornen”, poneert Gromitsaris onomwonden.
De sterren van het huidige Olympiacos heten Dudu, Diogo, Antonios Nikopolidis, Luciano Galletti en Olof Mellberg.
Doelman Nikopolidis (38) is de aanvoerder van de ploeg en hét boegbeeld van Olympiacos. “Eigenlijk van heel het Griekse voetbal”, beaamt Michal Zewlakow. ” Nico is heel discreet en professioneel, waardoor hij bij iedereen, ploegmaats en fans, respect afdwingt. Hij won met Griekenland het EK in 2004 en verdiende zijn sporen bij Panathinaikos en Olympiacos. In feite dacht hij te stoppen, maar hij besliste er een jaartje bij te doen. Hij kan niet anders, want wie moet hem opvolgen? Dat is een van de grootste vraagtekens in het Griekse voetbal.”
Groots palmares, grootse ambities
Als tweede leider in de kleedkamer wijst Zewlakow naar Olof Mellberg, de Zweedse international die afgelopen zomer van Juventus overkwam. Vlak voor de training begint, wandelt de Zweedse verdediger het kantoor van de teammanager binnen. Hij vertelt over zijn nieuwe avontuur, na eerdere ervaringen in Spanje (Racing Santander), Engeland (Aston Villa) en Italië (Juventus).
Mellberg: “Ik was heel graag in Juventus, speelde er vorig seizoen ook bijna alles mee, maar toen werd met Ciro Ferrera een nieuwe coach aangesteld en met Fabio Cannavaro een bijkomende verdediger ingehaald. Daardoor zaten we achteraan met drie Italiaanse internationals, die zouden allemaal spelen in het licht van het komende WK, ik wist dat mijn speelkansen miniem werden. Toen kwam Olympiacos met een interessant bod aandraven, ze hadden mij in het verleden al eens gepolst.
“Van het Griekse voetbal kende ik niet veel, het enige wat ik wist, was dat Olympiacos overal moet winnen. Wij zijn hier de big dogs, alle teams willen tegen ons de beste wedstrijd van hun leven spelen.
“Ik moet zeggen dat de trainingsfaciliteiten top zijn en het stadion ronduit fantastisch. Het publiek zit er heel kort op. De Grieken zijn heel passioneel, je hoopt elke keer dat het niet uit de hand loopt. Alleen jammer dat er geen supporters van ons mee kunnen op verplaatsing, het voelt een beetje raar.
“Afgezien daarvan ondervond ik weinig aanpassingsproblemen. Het grootste verschil met mijn vorige buitenlandse avonturen is wellicht dat je hier omwille van de hitte ’s avonds traint. Ik heb overdag plots veel meer vrije tijd. ( lacht) Niets negatiefs dus.
“Ik kan je verzekeren dat ik me hier echt wel in een grote club voel, net zoals bij Juventus. Het palmares en de ambities zijn groots. Al toonde onze wedstrijd tegen Arsenal duidelijk aan dat we nog veel werk voor de boeg hebben om met dat soort van ploegen te rivaliseren. Het gaat om attitude, een kwestie van ervaring. Achter Arsenal ligt alles open. Ik zag Standard bezig in de samenvattingen tegen AZ en Arsenal, met wat meer geluk hadden ze nu al vier punten. Eens te meer toont dat hoezeer alle teams in deze groep aan elkaar gewaagd zijn. Onze wedstrijden tegen Standard worden cruciaal.”
door matthias stockmans beelden: reporters
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier