Zondag staan met Standard-Club Brugge en Genk-Anderlecht vier topclubs tegenover elkaar. Daarom nodigde Sport/ Voetbalmagazine hun vertegenwoordigers uit op de redactie. Zij leggen het Belgische voetbal anno 2012 onder de loep.
Als de volgorde van aankomst veelzeggend is, heeft RC Genk in deze competitie nog wat in petto. Algemeen directeur Dirk Degraen arriveert als eerste, gevolgd door de technisch directeur van Standard, Jean-François de Sart. Herman Van Holsbeeck van leider Anderlecht komt net uit het ziekenhuis, maar is scherp in het debat. Vincent Mannaert arriveert als laatste. Terwijl de koffie geserveerd wordt, is de sfeer aan tafel open, én voor het eerst sinds jaren heerst er optimisme over de toekomst van het Belgische topvoetbal. “Het ergste is voorbij”, verwoordt Herman Van Holsbeeck de algemene teneur. “Nu wordt er meer gesproken over het algemeen belang dan over de specifieke situatie van de eigen club.”
Is dit niet vooral een heel onrustig seizoen, in de bestuurskamers, op de tribunes en in de wandelgangen?
Jean-François de Sart: “Is statistisch gezien een derde van de trainers die ontslagen wordt niet de normale gang van zaken? Misschien gebeurt het nu vroeger dan voorheen, vanwege de competitieformule. Het heeft geen zin meer om een trainer in januari te ontslaan, dan is het al te laat. Dan ben je al bijna zeker van je plaats in de play-offs. Nieuw is de onrust van de supporters overal. Zo gauw het wat minder gaat, voelen ze zich mede-eigenaars van de club. Dat zet druk op het bestuur. Ook de manier waarop de media dat fenomeen behandelen, stemt tot nadenken. Sommige gaan te ver, geven een stem aan mensen die die stem niet altijd verdienen.”
Vincent Mannaert: “Van de grote vijf hebben er al drie diep gezeten dit seizoen. Dat zijn sowieso clubs waar elke dag veel over geschreven wordt. Daar komt nog eens de kracht van de sociale media bij. Wie kritiek heeft, ventileert die nu zeven dagen op zeven en vierentwintig uur per dag. Die sociale media zijn nu al een bron van informatie voor de media. Daardoor krijg je nu makkelijker supportersprotest. Op een kwartier heb je 500 man gemobiliseerd. Er zijn ook positieve kanten aan: het laat je ook toe om een directe communicatie te voeren met je fans.”
Hoe ga je daar als club mee om?
Dirk Degraen: “Ik vind het niet goed om de fout alleen bij de fans te leggen. Supporters reageren op iets waarvan zij vinden dat het fout loopt. Drie jaar geleden stonden ze bij ons ook met van alles te gooien naar de toenmalige voorzitter. Daar kan je maar één ding tegen doen: zorgen dat het zo goed mogelijk gaat in je club. En een sterk signaal geven als men over een bepaalde grens gaat. Keihard ingrijpen. Om te beginnen zorgen dat die mensen er niet meer in komen. Ik hoor dat er nog altijd niet op dezelfde manier wordt opgetreden. Als dingen zich voordoen zoals bij Standard-Anderlecht, moet er sterk ingegrepen worden door onszelf en de overheid. Alleen met strengere straffen zal het misschien meer onder controle komen.”
Herman Van Holsbeeck: “Dat sterk signaal heb ik na Standard-Anderlecht niet gezien, hoor. Het was de eerste keer in tien jaar dat ik me niet op mijn gemak voelde.”
Zowel voor Standard, Charleroi, Club Brugge als Beerschot, waar het allemaal onrustig was, geldt dat de club pas in andere handen is overgegaan. Kan dat te verklaren zijn doordat supporters zich niet meer herkennen in hun clubs?
Mannaert: “Dat vind ik flauwekul. Herman zat er vorig jaar acht jaar toen ze zich tegen hem keerden.”
Degraen: “Verandering is altijd een extra stok die je de fans geeft om te gebruiken.”
De Sart: “Het is in de eerste plaats een maatschappelijk probleem, een gebrek aan respect, waarbij wie niet tevreden is dat op een andere manier uit dan tien jaar geleden.”
Van Holsbeeck: “De grootste problemen hadden we twee jaar geleden toen we als derde eindigden en we de doelstellingen niet haalden, omdat een aantal sterkhouders was vertrokken. Maar kan je op Anderlecht voor het seizoen zeggen: jongens, dit is een overgangsjaar, en de titel is geen must? Je bent verplicht om je verwachtingspatroon aan te houden.”
Degraen: “Maar die ambitie heb je toch vooraf zelf uitgesproken, Herman? Wij hebben nu het geluk dat we al drie jaar naeen de ambitie die we vooraf uitspraken overtreffen. Dat Herman zegt dat hij kampioen ‘moet’ worden, daar heb ik wel een beetje moeite mee. Als ik het gevoel heb dat een doelstelling om een of andere reden niet te realiseren is, zal ik die niet uitspreken. Ook niet als ik bij Club of Anderlecht zou zitten.”
Mannaert: “Maar na de transfers was de tendens in de media over ons: ‘Als ze nu nog niet zeggen dat ze voor de titel gaan, tja dan…’ Twee maanden later roept iedereen dat we niet de kwaliteit hebben om voor de titel te gaan. Je moet proberen goed in te schatten waar je terecht kan komen, en daar eerlijk over communiceren. Maak je dat vervolgens niet waar, dan krijg je stevige reacties.”
Puntenhalvering
Durft iemand hier aan tafel toe te geven dat zijn club de lat te hoog heeft gelegd? Was het niet jouw voorzitter, Jean-François, die aangaf dat Standard een ploeg had die mee kon doen voor de titel?
De Sart: “Onze ambitie is Europees voetbal halen. Vorig jaar hadden we het over een overgangsseizoen, omdat we na de overname helemaal niet konden inschatten wat we waard waren op het veld. Transfers mag je ook zo goed voorbereiden als je wil, je weet nooit van tevoren of zo’n nieuwe speler zich zal aanpassen. Het verschil tussen de eerste en de derde plaats ligt soms in een paar details.”
Heeft Roland Duchâtelet te hoog gemikt?
De Sart: “Nee, omdat we als topclub altijd ambitieus moeten zijn. Wij gaan toch niet vooraf roepen dat we voor de vijfde plaats gaan? Met ons budget moet je altijd naar de top drie mikken. Trouwens, met deze competitieformule is alles tot de laatste minuut haalbaar. Twee jaar geleden eindigen we nipt als zesde in de competitie maar missen we vervolgens op een haar na de titel.”
Er is hier dus niemand aan deze tafel die straks de halvering van de punten in play-off 1 wil afschaffen?
Degraen: “Ik zie er één zitten. Nietwaar, Herman?”
Mannaert: “Als Anderlecht dit niveau aanhoudt en je halveert de punten niet, moet je niet eens met de play-offs beginnen!”
De Sart: “Persoonlijk ben ik tegen de play-offs, maar dat is niet het standpunt van mijn club. Ik zie de competitie als een lange marathon. Nu wint niet de ploeg die over heel het traject de beste was, maar wie op het einde het best was.”
Van Holsbeeck: “In de plaats van Club zouden wij ook opgelucht zijn dat het verschil straks maar de helft is van wat het nu is. Wij hebben vorig jaar vastgesteld hoe snel een voorsprong van twaalf punten wegsmelt als die gehalveerd wordt. Na twee weken play-offs hadden we nog twee punten voorsprong over. Mentaal krijgt iedereen dan een ferme klap. Ik kan u verzekeren dat het bloed, zweet en tranen heeft gekost om dat weer op de rails te krijgen. Nu profiteren we al eens van dit systeem. Voor de match tegen Limassol speelden we tegen OHL en hebben we de trainer gezegd: de match tegen Limassol, die telt. Waardoor we met een 1-1-gelijkspel op OHL konden leven. In een ouderwetse competitie zouden we dat nooit overwogen hebben.”
Degraen: “We hebben voor dit systeem gestemd en een onafhankelijke studie besteld om te kijken of dit de beste formule is. We mogen hier filosoferen wat we willen, maar ons standpunt ter zake mag niet langer afhangen van de toevallige positie van één club. Als we hier alle vier halverwege december nog aan tafel zitten met dezelfde ambitie – een prijs pakken via play-off 1 – is dat door de huidige formule. Anders waren de prijzen al bijna verdeeld.”
Van Holsbeeck: “Ik vind het play-offsysteem op zich niet slecht, al is het niet logisch dat de eerste voor zijn eerste plaats gestraft wordt met de halvering van de punten. Maar we hebben ervoor gestemd en we vechten dat niet aan. Ik kijk naar wat drie jaar play-offs ons – en dan bedoel ik niet alleen Anderlecht – heeft opgeleverd: een consensus om een studie te laten maken over wat het beste is voor de kwaliteit van het Belgische topvoetbal in het algemeen. Vroeger waren er kleinere clubs die vooral bekommerd waren om zichzelf, nu is het uitgangspunt van die studie het algemeen belang. Ik ben wel benieuwd of iedereen straks ook de resultaten zal ondertekenen als de studie afgerond is.”
Anderlecht
Zijn jullie verrast door de manier waarop Anderlecht de competitie domineert?
Mannaert: “Qua puntenaantal is 43 op 57 (het interview vond vorige week plaats, nvdr) niet zo spectaculair. Frappanter is hoeveel punten de andere topploegen hebben laten liggen. Het is maar omdat Standard, Club en Gent ondermaatse resultaten neerzetten dat Zulte Waregem en Lokeren tweede en vierde staan in plaats van vijfde en zesde.”
Van Holsbeeck: “Op het eind van de rit verwacht ik dat al wie hier aan tafel zit, zich plaatst voor play-off 1. Gent misschien niet, die hebben toch veel kwaliteit verloren.”
De Sart: “Genk en Standard hebben de laatste jaren meer geld geïnvesteerd in transfers dan de zogenaamd kleinere clubs. Als we blijven doorgaan met spelers kopen van één miljoen euro of meer, moet de kloof op termijn tussen de top en de kleinere clubs groter worden. Een club met een budget van 10 miljoen euro kan een club met 30 miljoen één keer pijn doen, maar vormt geen bedreiging als je het op drie of vier jaar bekijkt.”
Van Holsbeeck: “De kracht van Anderlecht is dat we eindelijk allemaal elke dag samenzitten met alle voetbalmensen, op Neerpede, terwijl tevoren de jeugd zich aan de andere kant van de ring rond Brussel bevond. Dan nog heb je een coach nodig die jonge spelers durft op te stellen. In die tien jaar op Anderlecht heb ik zo vaak gehoord: die is nog te jong, die mist dit, die kan dat niet. Nu hebben we een coach die gewoon voortgaat op wat hij ziet. We hebben een manneke van nog geen zestien van wie de coach me al gezegd heeft: zodra er een overeenkomst met die jongen is, neem ik hem bij de A-kern. Dat zegt hij omdat hij naar de jeugd gaat kijken. DennisPraet en Massimo Bruno waren jongens van wie we voor dit seizoen verwachtten dat ze bij de veertien zouden raken. Als Praet vijf matchen zou spelen, waren wij al lang tevreden geweest. Maar deze coach zet Praet én Bruno samen in de basis en die twee vormen een absolute meerwaarde voor het team. Ik denk dat wij hier aan tafel allemaal veel rijker zijn dan we vaak zelf denken, maar je hebt wel een coach nodig die dan zo’n jong spelertje durft op te stellen.”
De Sart: “Dat is al jaren onze filosofie, en dat blijft ook zo. In de bekermatch op Genk speelden we met vijf spelers in de basis die vorig seizoen met de U21 speelden.”
Van Holsbeeck: “We hebben ook geleerd uit de NextGen-competitie, omdat je anders te weinig matchen van niveau hebt voor je beloften. Zo dachten we dat we geen goeie verdedigers in onze jeugd hadden, omdat die jongens tachtig procent van hun matchen op de helft van de tegenstander voetballen, waardoor ze zelden onder druk komen. Maar na drie matchen van de NextGen heb ik twee jongens – ChancelMbemba en Michaël Heylen – een profcontract gegeven omdat ze toen lieten zien wat ze echt konden als ze onder druk kwamen, terwijl we Heylen tevoren gewoon een goeie voetballer zonder meer vonden. Nu zegt Van den Brom: ‘Laat die en die kernspeler maar vertrekken, dan pakken we die twee jongens in hun plaats.’ Dat is een totaal andere manier van werken dan vroeger toen men meestal zei: ‘Het is niet genoeg, laat ons nog maar eens een buitenlander kopen.’ In de tien jaar dat ik hier ben, werden onze eigen jongens altijd superkritisch benaderd, terwijl om het even welke buitenlander veel meer krediet krijgt.”
Heeft dat te maken met het feit dat Anderlecht een Nederlandse trainer heeft?
Degraen: “Het heeft niet met de nationaliteit van de trainer, maar met je eigen visie te maken. Bij ons moeten jongeren kansen krijgen. Ik ben blij dat onze jongeren zelfs bij Anderlecht kansen krijgen en het daar goed doen. (grijnst) Het is heel eenvoudig: je kiest zelf je trainer, en wie niet meegaat in onze filosofie – jongeren een kans geven – komt er bij ons niet in.”
De Sart: “Het heeft niet alleen met de hoofdtrainer te maken, de Pro League mist visie op de organisatie van de jeugdcompetities. Dat is een structureel probleem. Al jaren vechten we om onze beloften in derde klasse te laten aantreden.”
Mannaert: “Ik denk dat wij allemaal voorstander zijn om ze zelfs in tweede te laten voetballen. We proberen hen nu in vierde te krijgen, terwijl dat toch echt wel laag is.”
Degraen: “Desnoods begin je in vierde klasse, met de mogelijkheid tot promotie naar tweede. Het belangrijkste is dat het er eindelijk van komt en dat je zo het niveau van je jeugdspelers optrekt.”
Van Holsbeeck: “In vijftien jaar profliga voelde ik dat het vooral ging om eigenbelang, nu gaat het over het niveau van het Belgische voetbal en hoe dat omhoog te krijgen. Als de voetbalbond, de Pro League en de bedrijfsleiders achter de topclubs de handen in elkaar slaan, moet het beter worden dan de voorbije jaren toen twee kleinere clubs – waarvan er één niet meer in eerste speelt – alles blokkeerden.”
Nederlandse trainers
Jullie hebben alle vier een buitenlandse coach. Is dat een bewuste keuze?
Degraen: “Nee. Toen FrankieVercauteren ons plots verliet, stonden op onze shortlist ook enkele Belgen. Dat we bij Mario Been uitkwamen, is deels toeval, maar het klikt. Hij brengt goeie resultaten. De eerste maanden waren best moeilijk, zo aankomen midden in een seizoen en voor belangrijke Champions Leaguematchen. Dan gaat het om aanpassings- en inlevingsvermogen van zo’n nieuwe man. Door zijn flexibele manier van werken kan hij goed inschatten wat kan en wat niet kan. Dat hij met jeugd wil werken, zit bij ons al in de selectiefase. Dat zijn dingen die je hoort te weten voor je een trainer aanwerft.”
Hebben jullie elders gezocht wat je in België niet vindt?
Degraen: “Ik ga hier geen straffe uitspraken doen naar de toekomst, maar op korte termijn zou het me zeer verbazen mochten wij een niet-Nederlandstalige trainer nemen, zeker als een groot deel van de kern Nederlandstalig is. Als je jongeren wilt inpassen en die praten allemaal Nederlands, lijkt het me zeer onwaarschijnlijk dat wij een trainer halen uit een exotisch land, ook al heeft die kwaliteiten waarmee je een hoger niveau zou kunnen halen. Maar voor ons is dat niet het belangrijkste. Wij willen hier in België absolute top worden, en af en toe meespelen in Europa.”
Van Holsbeeck: “Op een dag stapt Van den Brom mijn kantoor binnen, als trainer van ADO Den Haag. Wij hadden een speler, Dmitri Boelikin,van wie Ariël Jacobs vond dat hij niet goed genoeg was. Van den Brom vroeg of Boelikin vijf dagen met hen mee mocht trainen. Na die vijf dagen komt hij terug en zegt: ‘Die jongen zit diep, maar ik wil hem toch.’ Vervolgens lezen wij elke week hoe Boelikin weer heeft gescoord. Aan het eind van dat seizoen heeft hij 23 goals gemaakt en kunnen wij hem verkopen aan Ajax. Dan ga je zo’n coach van nabij volgen en hoor je dat hij altijd spelers beter maakt. Hij kwam bij ons met een visie én een open geest. En hij haalde resultaten. Schakelt Club Europees Kopenhagen uit, dan zit GeorgesLeekens daar waarschijnlijk nog. Dat iedereen naar Van den Brom luistert, komt omdat hij zich ten nadele van Limassol heeft geplaatst voor de Champions League, maar ook omdat hij een zekere flexibiliteit heeft die ik bij sommige Belgische trainers mis. Van den Brom is een teamspeler, die luistert en al eens kan toegeven dat hij zich vergist heeft: in het hedendaagse voetbal is dat een kwaliteit. Wat een Nederlandse trainer ook heeft, is een netwerk. Een Belgische trainer kent de spelers van Beerschot, een Nederlander heeft een wereldwijd netwerk, want in elk land heb je minstens één Nederlandse coach, die hem kan tippen wanneer dat nodig is.”
Was het netwerk van Ron Jans niet goed genoeg?
De Sart: “Het netwerk van Mircea Rednic is alleszins groter dan dat van Jans, die maar bij een paar clubs gewerkt heeft. Maar uiteindelijk liep het mis omdat hij met de beschikbare spelers niet het beoogde doel haalde, en het van kwaad naar erger ging. Dan moet je ingrijpen. Onze eerste keuze voor een vervanger was een Belg, maar Vercauteren wilde graag naar Lissabon.”
Stadions
We zijn al meer dan een uur bezig en het woord ‘stadion’ is nog niet gevallen.
Degraen: “Wij hebben er al één, we hebben er geen nieuw nodig.”
Kan het EK 2020, dat overal in Europa en normaal dus ook in Brussel gespeeld zal worden, voor een doorbraak zorgen?
Mannaert: “Dat zou eigenlijk niet mogen. Er moet iets gebeuren, ook zonder dat EK. Je kan in deze moeilijke tijden niet verwachten dat de overheid investeert, maar ze moet wel faciliteren. Een en ander heeft ook te maken met het ontbreken van een gecoördineerde visie vanuit de voetbalwereld zelf. Op dat vlak verwacht ik van de KBVB en de Pro League initiatieven naar de overheid. Want los van transferinkomsten is een verhoging van de wedstrijdinkomsten zeer belangrijk om je budget te verhogen. Een turboprocedure zoals in Nederland, dat hebben we nodig in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Dat de nationale ploeg een nieuw stadion moet krijgen waar Anderlecht van kan profiteren, vind ik niet kunnen.”
Van Holsbeeck: “De politiek moet ons gewoon zeggen waar een nieuw stadion kan komen. Wij zijn geïnteresseerd. Maar we moeten inderdaad eerst een draagvlak creëren om stadions in heel België te bouwen.”
De Sart: “Bij ons is een nieuw stadion niet aan de orde, tenzij de Beneliga er komt. Dan gaan we voor 40.000 plaatsen. Maar zolang de context Belgisch blijft, passen we alleen het comfort aan.”
Degraen: (grijnst) “Je bedoelt: een dak en een synthetisch veld? Ik denk dat het omgekeerd zal moeten: eerst de nieuwe stadions, dan pas de Beneliga.” ?
DOOR PIERRE BILIC, GEERT FOUTRÉ & JAN HAUSPIE BEELDEN: IMAGEGLOBE : JONAS HAMERS
“Wie kritiek heeft, ventileert die nu zeven dagen op zeven en vierentwintig uur per dag via de sociale media.” Vincent Mannaert
“Van den Brom kan al eens toegeven dat hij zich vergist heeft: in het hedendaagse voetbal is dat een kwaliteit.” Herman Van Holsbeeck
“Op korte termijn zou het me zeer verbazen mochten wij een niet-Nederlandstalige trainer nemen.” Dirk Degraen
“Bij ons is een nieuw stadion niet aan de orde, tenzij de Beneliga er komt. Dan gaan we voor 40.000 plaatsen.” Jean-François de Sart
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier