Anderlecht presteerde na de winterstop op kampioenenniveau. Het veegde zaterdag Club Brugge van de mat in een wedstrijd die er nooit een was.

Toegegeven, de rode kaart van Karel Geraerts, halverwege de eerste helft, speelde een rol in het wedstrijdverloop nadien. Het doorkruiste het plannetje van blauw-zwart om met vier spelers in een vierkantje dicht bij mekaar het sterke onderdeel van het aan de winterstop toch vernieuwde Anderlecht, namelijk het middenveld, af te remmen. Met het verdwijnen van Geraerts ontbrak het Brugge aan een jagende pion en dat had gevolgen. Club moest nog meer dan anders het middenveld uit handen geven. Aan de rust werd bijgestuurd: Simaeys ging een rij hoger spelen, Kucera kwam achterin en Sonck moest als hangende spits steun verlenen, maar toen was het kalf al lang verdronken en dachten de Brusselaars vooral aan demonstreren, eerder dan aan het verder afmaken van een gewond dier.

Maar eigenlijk had Brugge ook voor die uitsluiting al een pak zwarte sneeuw gezien en dus maakte de rode kaart eigenlijk géén verschil: het was niet erna dat de Brusselaars hun bezoekers bij de keel grepen, het begon al in de eerste minuut. Zelden kreeg Stijn Stijnen zoveel ballen in zijn box als zaterdagavond. Vanaf de flank, centraal, van overal. De Limburger sloeg het meeste weg uit zijn doelmond, maar was twee keer machteloos toen een door zijn masker (neusbreuk) toch wat geremde Philippe Clement twee beslissende kopduels verloor: eentje tegenover Frutos, die de paal trof, waarna Vlcek scoorde, en eentje tegen Van Damme, die een corner rechtstreeks binnenkopte. Op alle andere ballen stond Stijnen bijwijlen miraculeus paraat.

Loopvermogen, techniek, hoge pressing

Club was na afloop gul bereid zijn onmacht toe te geven. Iets anders was belachelijk geweest, want zelden was het niveauverschil tussen de twee ploegen zo groot. “Club speelt altijd goed in Brussel”, klonk het vooraf nog vol zelfvertrouwen bij de bezoekende coach, maar dit keer was het dus niet het geval. Want het Anderlecht van nu, dat is een kampioenenformat. Uit de 16 matchen sedert de winterstop puurden de Brusselaars 40 punten. Paars-wit verloor maar twee keer (in Waregem en op Standard) en speelde één keer gelijk (0-0 bij Lokeren). Al de rest won het. Doelpuntenverhouding: 32-10. Vergelijk dat met de heenronde: Anderlecht had toen na 17 speeldagen 27 punten. Het won amper 7 keer, speelde 6 keer gelijk en verloor 4 keer. Doelpuntenverhouding: 25-20. Minder rendement offensief, maar ook véél minder rendement defensief. Anderlecht draaide dan ook pas als zevende, op elf punten van herfstkampioen Club.

Het is bekend: aan de winterstop versterkte Club niet en Anderlecht wel. Dat loonde duidelijk. Vergeleken bij het heenduel, dat Anderlecht verloor na een klasseflits van Elrio Van Heerden (na de winterstop maar twee keer meer in actie), zag het hele offensieve compartiment er anders uit. In Brugge geen Boussoufa, Frutos, Vlcek of Gillet, de eerste twee geblesseerd, de laatste twee nog elders. Wel Legear, Théréau, en na de pauze Mpenza en godbetert Akin. Dat scheelt een grote slok. In Brugge was het nog Hassan die de bakens moest verzetten, en als je zaterdag weer zag hoe belabberd de Egyptenaar het er na de rust van afbracht in zijn laatste thuismatch voor de Brusselaars – toch een galamatch – dan snap je wel waarom Sporting in Brugge amper een vuist kon maken. Het onbegrip, lees ergernis, bij de rest van zijn ploegmaats tegenover de farao is groot. Vooral bij JanPolak, die Hassan na de rust, bij een vrije trap op zowat 20 meter voor doel, gewoon wandelen stuurde. In de hiërarchie is de farao maar een meeloper.

Neen, dan gaat er veel meer snelheid uit van Boussoufa, op de kant weliswaar, en draait het middenveld Polak-Gillet- Biglia stukken vlotter en met véél meer onderling begrip zonder de Egyptenaar. Loopvermogen, techniek, hoge pressing, infiltratie, het was (Belgisch) topniveau. In Luik kwamen ze nog te kort tegenover een enthousiast Standard, maar zaterdag stond er geen maat op. Ook niet op Biglia, die door een trainer in de eerste klasse eerder dit seizoen nog hét probleem van de Brusselaars werd genoemd. Zaterdag bleek dat probleem een luxepaard …

Spitsenduo van volgend seizoen

Had Club die drie man met een eigen 4-3-3 kapot moeten spelen? Wellicht was dat bij gebrek aan loopvermogen evenmin gelukt als met deze 4-4-2, waarbij Salou van de zes rechtstreekse duels met Juhasz er maar eentje kon winnen en aan de rust werd gewisseld. Club pakte nadien uit met wat het spitsenduo voor volgend seizoen moet worden, en dat leverde één kansje op: een snelle actie op rechts, waarbij SonckPriske in de diepte stuurde en Sterchele diens voorzet niet binnengeduwd kreeg. Samen met een slappe vrije trap van Leko was dat de offensieve dreiging van Club. De hoekschopverhouding na een uur zegt daarbij alles: 14 voor Anderlecht, 0 voor Club.

Die ene actie op de flank deed de Bruggefans héél even terugdenken aan vroeger, toen het flankenspel nog het handelsmerk was van Club. Dat is nu weg. Op de flanken ligt ruimte die niet wordt benut, het middenveld mist snelheid en voorin winnen de spitsen weinig duels. Sonck heeft daarvoor het lichaam, maar (nog) niet de frisheid. Sterchele scoort, maar weegt in topduels nog wat licht en is bovendien behoorlijk ontvlambaar. Het zal wel geen pretje zijn om 90 minuten te worden uitgefloten, maar zowel bij hem als bij heel Brugge nam irritatie behoorlijk snel de bovenhand. Brugge maakte niet zo heel veel fouten (een stuk of 18), maar 7 ervan werden met geel of rood bestraft.

Anderlecht heeft nog één puntje nodig om zeker te zijn van de tweede plaats. Daarmee zou dan de logische eindstand van het kampioenschap bereikt zijn. Standard was over het hele jaar de beste: zowel voor de winterstop als erna haalde de ploeg 37 punten. Anderlecht is de kampioen van de terugronde en Club (met de nodige portie geluk, gaf voorzitter D’Hooghe ruiterlijk toe) die van de heenronde. Tegenover vorig seizoen springt blauw-zwart van zes naar drie. Meer zat er écht niet in, dat bleek zaterdag.

door peter t’kint – beelden reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content