De nieuwkomers in eerste klasse zijn oude bekenden. Ruim anderhalve week voor de grote buur, hervatte FC Brussels de trainingen. Een impressie.

Het is even zoeken voor we het oefenveld van FC Brussels, zoals het vroegere RWDM heet, vinden. De ploeg traint op de terreinen van de Nationale Bank in de schaduw van de basiliek van Koekelberg, maar het veld ligt ontzettend goed verscholen in een kom, omheind door bomen. Je hoort of ziet vanaf de straat amper een speler.

Daar, in alle anonimiteit, legt Emilio Ferrera aan zijn nieuwe ploeg uit wat hij wil. Al op de eerste training regeert de ernst. Op het terrein zijn diverse zones afgebakend en na een doorgedreven opwarming wordt de groep opgesplitst. Herhaaldelijk legt Ferrera de aanvallende of verdedigende bewegingen stil en wijst hij op fouten.

Twee seizoenen geleden parkeerde Ferrera RWDM op een tiende plaats. “In de terugronde werden we vierde. Veel mensen die ik toen heb verlaten, zie ik hier nu opnieuw. De ploegafgevaardigde, de medische staf. Op dat vlak is deze terugkeer een groot verschil met mijn aankomst bij Lierse. De organisatie is wel wat veranderd, maar echt nieuw is het voor mij dus niet.”

Noem het een soort thuiskomen. De voorbije weken hield hij zich naast het uitwerken en begeleiden van trainingen samen met sterke man Johan Vermeersch ook bezig met het bij elkaar puzzelen van een valabele kern. Woensdag was die nog vijftien veldspelers en drie doelmannen rijk, maar daar kwam verandering in. Ferrera, na de lunch in de cafetaria van het zwembad van Molenbeek : “We wachten nog op drie veldspelers. Twee centrale verdedigers en iemand op de rechterflank, die ook in de spits kan spelen. Een type Mornar, zo u wil. Vinden we die, dan zijn we voorlopig voldoende gewapend. Een van die twee centrale verdedigers zou Nikolovski van Lierse kunnen worden.

“Wij hebben geen al te jonge ploeg wat leeftijd betreft, maar wel wat betreft ervaring in eerste klasse. In de verdediging zijn Flammini, Colpaert en Bruno nieuw. In het middenveld heeft Riise, die overkomt van Standard, amper in eerste klasse gespeeld. Voorin hebben we onervaren jongens als Selemani, Nong of Makasi. Vijftig procent van de huidige kern op dit moment voetbalde nooit of amper in eerste klasse. Aan de andere kant zit er bij de jongens die wél ervaring hebben, een reeks spelers die in eerste tegen de degradatie moesten knokken. Nys, Greven, Culek… We moesten toch een beetje opletten. Vandaar de komst van Theunis, Zézéto, Nikolovski. We gaan een héél goed middenveld hebben, denk ik. Haydock, Culek, Coveliers, Theunis…”

Nieuwe bezems vegen schoon. En vroeg, in het geval van FC Brussels. Al om kwart over acht worden de spelers op de club verwacht voor een ontbijt. Dat betekent voor de Limburgers en de Luikenaars vroeg uit de veren, zo rond de klok van zessen. ’s Middags is er niet altijd eten voorzien en dus opperde de oude garde voorzichtig of het verplicht ontbijt niet kon worden omgezet in een verplicht middagmaal. Ze vingen bot bij hun coach.

Ferrera : “Als ik geen uur vastleg waarop ze op de club moeten zijn, komen ze te laat op de training, zoals vorig seizoen af en toe gebeurde. Als ik ze nu laat verzamelen voor een ontbijt, riskeren ze hoogstens op die afspraak te laat te komen. Dat is minder erg. Ik heb geen zin om mijn trainingen overhoop te halen. Dat sommige jongens nu misschien maar om half drie, drie uur iets eten, is geen probleem, in Spanje doen ze niet anders ( lacht). Het spijt me, op dat vlak ga ik niet bijsturen.”

Met Nikolovski, Theunis en Zézéto koos Ferrera voor oude bekenden. “Dat bepaalde niet mijn keuze, wél dat het goeie spelers zijn. Jongens die het niveau van eerste klasse aankunnen. Toen ik Johan Vermeersch voor de tweede keer zag, heb ik hem een lijstje overgemaakt met jongens die ik graag had. Op die lijst stonden de namen van Theunis en Zézéto. Ik geloofde niet in de haalbaarheid, maar het was een aangename verrassing. Geloof me, Zézéto zal niet bij Brussels blijven, we moeten niet dromen. Die jongen heeft de kwaliteiten om hoger te spelen.”

In Gent vonden ze evenwel nooit de juiste sleutel om zijn spel te doen aanslaan. Een jaar lang ergerden ze zich er aan zijn gebreken en aan zijn onvermogen om de tactische richtlijnen die hij meekreeg op het veld goed om te zetten zonder aan kwaliteit in te boeten. Voor het eerst losgerukt uit zijn Ivoriaanse omgeving was Zézéto, die bleef steken op vier goals, diep ongelukkig. Ferrera, die met de speler in contact bleef, was daar snel van op de hoogte. Toen Arouna Kone naar Nederland vertrok, dacht hij aan de Ivoriaan als vervanger, maar omdat er een transfersom moest worden betaald, ging die overgang niet door. Nu dus wel. Ferrera : “Zézéto heeft geen goed jaar achter de rug, maar elke aanvaller die voor het eerst een transfer doet, kampt met moeilijkheden. Kijk naar Dosunmu bij Westerlo. Dat heeft ook een tijdje geduurd.”

In een voornamelijk Franstalige omgeving zou het nu beter moeten lukken, denkt de trainer. “Hij heeft zijn kwaliteiten en die terugval was normaal, ik denk niet dat het lag aan de club. Met Nong en Makasi heb ik snelle, technisch sterke spitsen. Ik denk dat we op dat vlak goed zitten.”

P atrick Nys is een van de blijvers. De gewezen doelman van Lommel en het Turkse Genclerbirligi tast momenteel de nieuwkomers wat af. “Vorig jaar zijn we kampioen geworden. Nu is het anders. Anders werken, andere eisen, nieuwe spelers, al dan niet met meer kwaliteiten, dat zal de toekomst uitwijzen. Eerste klasse vergt meer concentratie, inzet en werkkracht van de spelers. Sentiment verdwijnt op dit moment weer wat naar de achtergrond.”

Deed Brussels in zijn ogen de juiste transfers ? “De kern was vorig jaar niet zo groot, maar toen hadden we het geluk nauwelijks met geblesseerden of geschorsten te kampen. Eerste klasse eist veel meer van het lichaam van de spelers, ik denk dat het goed is dat er nog twee, drie bijkomen. Vorig jaar hebben we lang gezocht naar een rechtsachter, duizend en één testers over de vloer gehad, maar niemand voldeed. Met Fritz Emeran hebben ze daar een perfect alternatief gevonden, iemand die zijn strepen in België al verdiende. Met voor hem Riise heb je nu een mooie rechterflank.

“Achterin heeft Sammy Greven vorig jaar een heel sterk seizoen gespeeld. De driehoek Greven-Culek- Ernst werkte, door hun ervaring en vernuft. Didier Ernst hadden we dit jaar ook nog kunnen gebruiken, maar dat hij er niet meer is, is een zaak tussen club en speler, waar je geen vat op hebt. Richard Culek was vorig jaar heel belangrijk, met zijn lengte scoorde hij veel. We hebben vaak het verschil gemaakt op stilliggende ballen. Lukt dat straks opnieuw, vraag ik me af.”

Misschien mist de aanval ook nog wat power, bedenkt Nys. “Brussels zal in eerste klasse niet de ploeg zijn die het spel zal maken, we zullen vaak op onze eigen helft worden gedwongen en dan zullen we snel de omschakeling naar voor moeten maken. Van Davy Theunis hoorde ik dat Zézéto een wedstrijd kan beslissen als hij het vertrouwen krijgt. Op training zie je dat hij amper af te stoppen is als hij man tegen man speelt. Van de twee anderen, Makasi en Nong, hoop ik maar dat ze doorbreken. Daarom vraag ik me af of het niet wenselijk is om er toch nog een stevige spits bij te halen. Als die snelle jongens er niet doorkomen, zouden we een spits achter de hand moeten hebben die het met kracht kan openbreken. Dat kan anders het pijnpunt van de ploeg worden. De rest lijkt me vandaag een goeie mix : bestuur en trainer hebben een balans gezocht en gevonden.”

Nys is blij dat hij weer in eerste voetbalt, zijn naar eigen zeggen sterk jaar in tweede ging quasi onopgemerkt voorbij. Commercieel zal het de club ook deugd doen, gelooft de Limburger. “Vorig jaar is Johan Vermeersch bijna wekelijks bij ons geweest. Het was promove-ren of gedaan. Je zag de club sterk evo-lueren, in het begin was er qua business niks te doen, op het einde ging het volle bak. De stad heeft veel bedrijven, als je hier op termijn een goeie middenmoter kan worden, lijkt me heel veel mogelijk. Johan Vermeersch is een topzakenman die weet waarmee hij bezig is. Soms op een harde manier, maar wel efficiënt. Voor hem is FC Brussels een bedrijf en wellicht hoort het ook zo.”

Correct, maar direct. Rechtlijnig. Nys : “Wie zijn visie niet volgt, gaat eruit. Hij heeft zelf ook lang gespeeld, heeft op dat vlak knowhow. Zijn visie is een perfecte mix tussen zijn voetbal- en zijn zakenverleden en die mix dwingt hij aan iedereen op. Ik denk dat ze ook de overlevingskansen van FC Brussels bepaalt.”

De nieuwe zakelijkheid van eerste klasse. Het is wennen, ook aan de trainer. Nys : “Ik heb het zo nog nooit meegemaakt. Redelijk vroeg bij elkaar komen om samen te ontbijten, wedstrijdgerichte trainingen, allemaal tactisch, maar wel met veel fysiek erin. Constant richtlijnen krijgen… Ik heb nog nooit trainers geweten die me zo duidelijk zegden waar ik bij bepaalde fases moest staan. Ook bij de overschakeling naar de aanval geeft hij richtlijnen die bij een andere trainer nooit zo uitgebreid zijn. Zelden een trainer gezien die zo perfectionistisch met de dingen bezig was. Het kleinste papiertje dat aan de muur komt, is voorzien van de clubkleuren. Dat schept een indruk van professionalisme. Misschien ook zakelijker. Andere trainers waar ik mee werkte, vroegen soms wat informatie over thuis tijdens de stretching, of maakten al eens een grapje als je naast schoot. Hij is door en door ernstig. De sfeer zullen we zelf moeten maken.”

door Peter T’Kint

‘Ferrera is door en door ernstig. De sfeer zullen we zelf moeten maken.’ (Patrick Nys)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content