Doorgaans bakt een regerende wereldkampioen er niets van op het eerstvolgende EK, maar Italië heeft andere plannen. Het team kan bogen op een bijzonder sterke as.

Slechts één keer haalde een wereldkampioen ook de Europese titel: na het WK 98 in eigen land zegevierde Frankrijk ook in 2000 op het EK. Frankrijks slachtoffer van toen, Italië, mikt nu op hetzelfde huzarenstukje. Het wordt door iedereen bij de kanshebbers gerekend.

Nochtans begon de kwalificatiecampagne dramatisch: eerst bleef de Squadra steken op een 1-1-gelijkspel tegen Litouwen, vervolgens verloor ze de tweede wedstrijd in Frankrijk met 3-1. Net op tijd herpakte het team zich, om met een 1-2-winst in Schotland in de laatste wedstrijd als groepsleider te eindigen.

“Met deze fantastische spelerskern is Italië voor mij topfavoriet om Europees kampioen te worden”, legde Marcello Lippi nog wat extra druk op zijn opvolger Roberto Donadoni. “Het is een zware last om als wereldkampioen naar het EK te reizen”, meent keeper Gianluigi Buffon. “Op papier hebben wij het beste team ter wereld, maar makkelijk wordt het niet. Ik vrees vooral de Roemenen, door velen als het zwakke broertje in onze groep omschreven. Daar zullen nog velen van schrikken, hopelijk niet wij.”

Aan het allereerste EK in 1960 nam Italië niet eens deel. Vier keer slaagde het er niet in zich voor een EK-eindronde te plaatsen. Alleen in 1968 werd het Europees kampioen. In de halve finale zegevierde het tegen de Sovjet-Unie via een muntworp: penalty’s bestonden toen nog niet. Dat jaar werd de finale (tegen Joegoslavië) ook voor de eerste en laatste keer in twee wedstrijden afgewerkt: de eerste eindigde op 1-1, de tweede wonnen de Italianen met 2-0.

In de eindronde treffen de Italianen voor de vierde keer in twee jaar Frankrijk. De laatste 30 jaar kon Italië in 90 minuten niet van de Fransen winnen.

Opmerkelijk is ook dat de bondscoaches van Italië en Nederland ex-ploegmaats zijn. Tussen 1987 en 1993 werden Roberto Donadoni en Marco van Basten met AC Milan drie keer kampioen en wonnen ze twee keer de Champions League. Ook verdediger Panucci speelde bij Milan nog drie jaar samen met zijn huidige chef.

Het team

In twee jaar selecteerde Roberto Donadoni 67 spelers (één meer dan zijn voorganger Lippi) waaronder 20 debutanten (zes minder dan Lippi). De kern van het team bestaat uit spelers die in 2006 in Duitsland wereldkampioen werden. Van de acht ‘wereldkampioenen’ die er twee jaar later niet meer bij zijn, waren er zes ‘slechts’ invallers. Van de elf basisspelers uit de WK-finale tegen Frankrijk ontbreken er twee op dit EK: Francesco Totti, die kort na het WK zijn afscheid aan de nationale ploeg aankondigde, en verdediger Fabio Grosso, die op het sportieve vlak een stap terugzette en nu ‘slechts’ invaller is. Ook Alessandro Nesta – die tijdens het WK geblesseerd uitviel – haakte een paar maanden na het WK definitief af. De enige nieuwkomer die onder Donadoni min of meer een basisplaats verwierf, is de snelle en dribbelsterke linksbuiten Antonio Di Natale.

Heel lang zag het er naar uit dat Alessandro Del Piero niet tot de selectie zou behoren. Links op het middenveld, waar Donadoni hem in de eerste wedstrijden plaatste, bleek Del Piero nog slechts een schim van zichzelf. “Ofwel zet men mij in de spits of net achter de spitsen ofwel laat men mij uit de ploeg”, besloot Del Piero. Het werd dat laatste maar Donadoni kon nu echt niet meer om hem heen: Del Piero speelde zijn beste seizoen sinds lang.

Tactiek

Meestal grijpt Donadoni naar een 4-3-3, met drie controlerende middenvelders en een hangende links- en rechtsbuiten. Altijd is Luca Toni diepe spits, met Di Natale links en Mauro Camoranesi rechts van hem. Treedt Italië met twee spitsen aan, dan speelt Del Piero kort achter Toni.

Op het middenveld draait alles om spelmaker Andrea Pirlo. Voor de andere twee plaatsen is het kiezen uit Gennaro Gattuso en Massimo Ambrosini (beiden Milan), Daniele De Rossi en Simone Perrotta (beiden AS Roma).

Achterin is Gianluca Zambrotta de vaste linksachter en vormen Marco Materazzi (de enige geselecteerde van kampioen Inter) en kapitein Fabio Cannavaro het centrale duo. Voor de rechtsachterpositie ligt Cristian Panucci in balans met Fabio Grosso.

Sterke punten

Mentaal straalt Italië nog steeds uit dat het wereldkampioen is. De meeste belangrijke spelers verkeren net op tijd in topvorm. Weinig teams kunnen bogen op zo’n sterke as als Buffon-Cannavaro-Pirlo-Toni, terwijl Donadoni voorin met Del Piero en Marco Borriello twee spitsen in supervorm achter de hand houdt.

Zwakke punten

Een paar keer kreeg Italië het moeilijk in wat traditioneel de sterkste sector is: de verdediging. Buffon incasseerde slechts negen tegengoals, maar was vaak redder in nood. De doelman van Juventus keepte twee sterke seizoenen, maar een opvolger is niet in zicht. Als Buffon uitvalt, moet Italië het doen met Marco Amelia, die met zijn ploeg Livorno degradeerde, of Morgan De Sanctis, die bij FC Sevilla slechts invaller is. Ook als er iets met Pirlo gebeurt, heeft Donadoni op die positie geen vervanger. S

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content