Keepertrainer Guy Martens: ” Davino is op voorspraak van Willy Reynders naar Genk gekomen. We hadden een derde keeper nodig (na het vertrek van Jan Moons, nvdr), want Jo Coppens(deze zomer verhuisd naar Cercle, nvdr) was maar vijftien en nog te jong. Omdat Bailly absoluut moest spelen, zochten we een jonge keeper. De info die ik had over Davino was goed, maar hij scheen wel wat ontspoord te zijn. Dat vond ik een uitdaging, want als zeventien-, achttienjarige had hij toch laten zien dat hij uit het goede hout gesneden was.

“Het probleem was dat hij in Beveren aan zijn lot was overgelaten. Hij worstelde met overgewicht en een duidelijk gebrek aan training: er zaten serieuze hiaten in zijn technische scholing. Zijn eerste halfjaar bij ons was niet zo positief. In die mate zelfs dat we erover hebben gedacht om hem na dat seizoen alweer te laten gaan. Hij oogde plomp en had helemaal geen uitstraling.

“Ik heb toen een zwaar gesprek met hem gehad. Bailly en Bolat waren erbij toen ik hem zelfs van de training heb weggestuurd. Met hangende pootjes is hij teruggekeerd. In een tweede gesprek heb ik hem duidelijk gemaakt dat hij eerst kilo’s moest verliezen en dat we dan pas met het serieuze werk zouden beginnen. Zo is bij hem het besef gegroeid dat hij moest veranderen of dat hij anders bij het groot vuil zou worden gezet. Hij is op zijn voeding gaan letten, met behulp van een diëtist, en is geleidelijk aan zijn kilo’s kwijtgespeeld. Stap voor stap werd hij beter. Hij evolueerde fantastisch en maakte de meeste progressie van de drie. De rangorde die altijd duidelijk was geweest – Bailly één, Bolat twee, Verhulst drie – begon te vervagen tegen het einde van vorig seizoen.

“Bailly speelt puur uit de buik en teert op zijn fysieke capaciteiten. Bolat is tactisch sterk, maar is momenteel zijn spelplezier kwijt. Davino daarentegen is heel gedreven, komt altijd vragen om extra werk. Hij keepte foutloze partijen bij de invallers: sober, efficiënt en op den duur ook met uitstraling. In de voorbereiding tegen Willem II maakte hij een fout, maar hij pakte daarna in de tweede helft uit met enkele uitstekende reddingen. Dat wijst op mentale sterkte. Hij mist alleen nog een klein beetje ervaring, dat wil zeggen: tien à vijftien wedstrijden op rij kunnen spelen.”

JAN HAUSPIE