Huub Stevens wil zijn Red Bull Salzburg niet als favoriet naar voren schuiven tegen Standard. De Nederlandse coach vertrekt liever als underdog. ‘Ik zou bepaalde spelers van Standard wel willen hebben.’

Taxham, het mooi ogende en hypermoderne trainingscomplex van Red Bull Salzburg, is geen onbekend terrein voor Steven Defour. De aanvoerder van Standard vertoefde er immers eind oktober, in volle revalidatie. Hij ontmoette er ook Rabiu Afolabi (29, ex-Standard) en coach Huub Stevens (56).

De Nederlandse Limburger voelt zich net als zijn assistenten Eddy Achterberg en Ton Lokhoff duidelijk in zijn sas in het Wals-Siezenheimstadion, waar op honderd procent synthetisch kunstgras wordt gespeeld. In plaats van een woning hoog in de bergen betrekt hij een appartement in het stadscentrum, inclusief idyllisch uitzicht. Red Bulleigenaar Dietrich Mateschitz – die een budget van 38 miljoen euro garandeert – is heel tevreden over de Nederlander. Die tevredenheid werd vorige week omgezet in een contractverlenging tot 2012. “Ik heb het hier zowel privé als sportief volledig naar mijn zin”, verklaarde Stevens, sinds juni 2009 in dienst. “Net als de club streef ik naar continuïteit, want we staan voor een veelbelovende fase. In de titelstrijd en Europees wil ik graag mijn bijdrage leveren. Het is bekend dat aan de top blijven moeilijker is dan er te komen. Wij moeten onszelf vooral bevestigen.” Vorige week woensdag kwam al de eerste ontnuchtering, met de 2-0-nederlaag in de beker bij Sturm Graz.

Eerlijk en hard

De Nederlandse toptrainer oogt heel ontspannen in de geboortestad van Wolfgang Amadeus Mozart. Terwijl de stad zich hult in een winters decor en we regelmatig worden vergast op een plensbui, ziet Stevens er patent en zongebruind uit. De welbespraakte Nederlander vertelt ruim een uur en een kwartier in geuren en kleuren over zijn ervaringen met Belgische voetballers, de Europese confrontatie met Standard, de bewondering voor de puissant rijke Mateschitz en de toekomstplannen met Red Bull Salzburg.

Was het een voordeel dat u Trapattoni en Adriaanse had als wegbereiders tot het huidige succes?

Huub Stevens: “Er was zeker een basis, ik moest niet van nul af aan beginnen. De totale organisatie, daar zorgt Red Bull voor. Die is gewoon perfect. Alles wordt tot in de puntjes verzorgd, zelfs het snoeien van de bomen langs het trainingsveld. Vergelijkbaar met de top in Duitsland. Maar de jongens moesten wennen aan een hardere hand en een andere voetbalvisie.”

Wat is die visie?

( grijnst) “Het liefst zo veel mogelijk winnen.

“Maar goed, deze club bestaat nog maar vijf jaar. Red Bull Salzburg heeft geen traditie; Sturm Graz, Austria en Rapid Wien wel. Of Standard. Dat merken we ook aan de jeugd. Heel langzaam begint dat wat te lukken. We timmeren aan de weg.”

De organisatie hier is beter dan in pakweg Nederland of België?

“Absoluut. Red Bull vindt dat alles goed geregeld moet zijn. Je wordt gedwongen correct met mensen om te gaan. Er bestaat een visie. Ik sta daar helemaal achter.”

U hebt de reputatie hard te zijn voor uw spelers.

“Ik heb geen geheim. ‘Hard’ is in mijn geval ook ‘eerlijk’. Ik ben correct. Je hebt met professionals te maken, die moeten met teleurstellingen kunnen omgaan.”

Onder aan de ladder

Wat viel u al op in Oostenrijk?

“Nou, dat dit een heel mooi land is. En natuurlijk de ideeën van Mateschitz. Wat die man al verwezenlijkte met de F1, dat hoopt hij ook voor mekaar te krijgen in het voetbal. Ons eerste gesprek zal ik nooit vergeten: de Oostenrijkse competitie was niet belangrijk, hij wilde vooral internationaal scoren. Zoals Red Bull.

“Die man is zo gedreven, een echte visionair. Zijn bedrijf bouwde hij vanuit het niks uit tot een imperium. Zijn plannen spreken me aan. Salzburg wil hogerop. En de jeugd is daarin een belangrijke pijler.”

Was het die grenzeloze ambitie die u over de streep trok?

“Ja, toch wel. Mateschitz is zó ongelofelijk gewoon.”

Kent u hem persoonlijk?

“In zijn bureau kijk je uit op F1-wagens, vliegtuigen en helikopters. Echt indrukwekkend, en vrij te bezichtigen door het volk. Er staan ook alfa jets. Ik vond dat schitterend. Hij gaf me de kans om er een vlucht mee te maken. Een kinderdroom ging daarmee in vervulling. Ik filmde alles en maakte er zelfs een dvd van. Die man loopt totaal niet te koop met zijn rijkdom. Hij bezit ook het eiland Laucala, bij Fiji, overgekocht van Elton John, dacht ik.”

Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk?

“Zeker als je ziet hoeveel uren hij klopt. Dit is zijn hobby en hij doet het nog altijd met evenveel drive. Onlangs trof ik op zijn bureau Fernando Hierro aan. Ze zaten te praten over de opleiding van Spaanse jeugd en hoe dat om te zetten naar Salzburg. Dat verdient bewondering.”

Een coach komt hier in een gespreid bedje terecht?

“Ja. Je moet alleen oppassen dat de spelers niet te verwend raken, want dat is de keerzijde van de medaille.”

Red Bull Salzburg heeft wel een onsympathiek imago in Oostenrijk.

( lacht) “Wij willen niet meteen de macht grijpen, maar meetellen in het internationale voetbal. Als wij het voor mekaar krijgen sympathiedrager te worden voor Oostenrijk, dan zal dat anders geïnterpreteerd worden.”

Een ander verhaal dan Chelsea, waar Abramovich alles koopt, terwijl jullie vooral de opleiding willen beklemtonen?

“Absoluut. Dat is de filosofie van Mateschitz: Red Bull staat voor jeugd. Hij wil met zijn academies aantonen dat hij de jongeren kansen geeft. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.”

Is het mogelijk om vanuit een klein land succes in de CL te halen?

“Dat wordt moeilijk. Maar niet zo lang geleden hebben we een keer met een kleinere club uit Duitsland, die pas later groter werd, toch ook iets bereikt: UEFA Cupwinst. Schalke 04 had in 1997 zijn supportersschare, maar international gezien geen aanzien. Toch kregen we het voor elkaar.”

Mijnwerkersmentaliteit

Salzburg werd in de CL-kwalificatiepoule uitgeschakeld tegen Maccabi Haifa. Wat kwamen jullie te kort?

“Dat had zijn redenen: weinig vakantie, geen ingespeeld team en automatismen. Maar dat heeft niks te maken met de kwaliteiten van de spelers. Wij denken met de eigen jeugd pas over een vier- tot vijftal jaren veel sterker te staan en te kunnen profiteren van de doorstroming.”

De eisen liggen hoog, vooral Europees.

“Je probeert altijd zo ver mogelijk te raken. Wij hadden, achteraf bekeken, toen zeker de ploeg nog niet om ver te komen. Of we daar nu het team al voor hebben, dat is ook nog maar de vraag.”

De cijfers zijn er nochtans: 18 op 18 in de Europa League, in een zware poule met Villarreal, Lazio en Levski Sofia.

“Maar dat is ook alweer verleden tijd. Eigenlijk is dat niet van tel, want het gaat om het heden. We moeten nu snel weer in het ritme komen.”

Jullie zijn toch in principe sterker, want met de spits Roman Wallner haalde je de topschutter bij LASK Linz, waar hij goed was voor 13 goals in 24 duels.

“Dan spreek je alleen over het offensieve compartiment. Als wij internationaal weer het niveau halen van enkele maanden geleden, dan ben ik zeker tevreden.”

Die goede Europese resultaten maken jullie wel favoriet tegen Standard?

“Nee. Als ik zie welke spelers zij hebben, die kunnen wij nog niet opstellen. Ik zou er bepaalde wel willen hebben hoor.”

Welke?

( lacht) “Daar gaan we niet over praten, hé. Qua individuele kwaliteit hebben ze bepaalde zaken voor op ons. Ook qua ervaring zit je met een duidelijk verschil.”

U groeide op in een streek die niet zo ver van Sclessin ligt. Heeft u eigenlijk iets met Standard?

“Allereerst: ik ben geen Hollander. Ik werd geboren in de mijnstreek en was regelmatig in Luik. Niet alleen voor het voetbal. We gingen wel eens met de familie op zondag naar de markt ginds. Dat was wat. Het voetbal bleef ik ook altijd volgen, omdat het in de buurt was. De afstand Sittard-Luik bedroeg slechts tachtig kilometer.”

Het was in de jaren zestig en zeventig, toen Standard regelmatig kampioen speelde. Wat sprak u het meest aan?

“De mijnwerkersmentaliteit. Hoe de fans achter de club staan, dat blijft fantastisch. Zoiets hadden wij in Nederlands Limburg niet. De Ruhrpott in Duitsland trok ook zo: Gladbach en Schalke 04 zijn clubs van het volk, het zorgde voor een apart gevoel. Dat heeft Standard ook.”

Een rasvoetballer

Belde u met Marc Wilmots om informatie in te winnen over Standard?

“Wij hebben nog wel eens contact, maar niet meer zo veel. Met Marc had ik wel altijd een heel goede relatie.”

Hij kent het Luikse huishouden nochtans door en door?

“Dat weet ik. Maar ik ga nu ook niemand in een moeilijke situatie brengen om informatie te verkrijgen. Ik ken de spelers van Standard ondertussen wel. Tot nu brachten ze als ploeg niet wat erin zit aan potentieel. Ik begreep ook dat Defour weer speelt. Hij is belangrijk voor hen. Voorin lopen er ook spelers met grote kwaliteiten.”

Weet u hoe Bölöni zijn spelers noemde?

“Nee.”

Salopards, smeerlappen.

“Ach, we weten toch ook dat Witsel een heel goede voetballer is, hé. Dat hij in het heetst van de strijd wel eens te laat komt, is gewoon hoogst vervelend.”

Het kan wel de rest van zijn loopbaan schaden?

“Ik denk dat hij alleen maar sterker uit die ervaring komt. Van die vervelende zaken, daar steek je toch wel wat van op.”

Is Defour een voetballer voor Ajax?

“Dat denk ik wel. Maar maak nou niet de fout dat een speler geëigend is voor een bepaalde club. Dat is o zo moeilijk.”

Een constante in uw trainersloopbaan is dat u vaak met Belgen werkte en zelfs een paar jonge talenten lanceerde. Toeval?

“Ja. Emile Mpenza floreerde vanaf het eerste moment, tot hij wat moeilijk deed en een transfer probeerde te forceren. Dan heeft hij wat afgelopen, om op andere gedachten te komen. We moesten hem toch duidelijk maken dat zoiets niet ging. Dan moet je hard en potverdorie eerlijk zijn. Je tekent een contract en daar moet je achter staan. Emile werd door bepaalde mensen gek gemaakt, in de goede zin van het woord.”

Zou hij een veel grotere carrière hebben gemaakt als hij naar uw raad had geluisterd?

“Moeilijk te zeggen. Emile is wel een rasvoetballer. Dat was zijn voordeel. Die jongen had alles: hij was atletisch en explosief. Bovendien verliep de verstandhouding met Ebbe Sand perfect. Dat klikte vanaf het eerste moment. Maar zo had ook Nico Van Kerckhoven weer bepaalde capaciteiten.”

Hij speelt op zijn 39e nog altijd.

“Dat weet ik. Daar schrik ik ook niet van. Nico is gewoon een liefhebber.”

Afgesloten hoofdstuk

Na de dood van zijn moeder stuurde u Vincent Kompany bij HSV op mentale rust. Waarom?

“Dat was een beschermingsmaatregel. Door die vervelende situatie thuis incasseerde hij tweemaal een rode kaart. Toen maakten wij de afspraak om, in zijn voordeel, even wat rust in te bouwen. Later hebben we daar de vruchten van geplukt.”

Hij was dus helemaal niet rechtgestaan in de kleedkamer om zich te laten gelden?

“Maar nee. Vincent is wel iemand die zich graag laat gelden. Gelukkig maar, ik heb daar geen problemen mee. In mijn periode was hij nog jong, maar wel professioneel met zijn vak bezig. Voor zijn leeftijd vond ik hem toen heel ver staan. Ik had nooit problemen met hem.”

Is Milan Jovanovic, die straks naar Liverpool trekt, Europese top?

“Ja. Ik had hem graag naar PSV gehaald. Maar zo wilde ik ook nog Sarr naar Roda JC halen. Milan is een heel leuke gast, behalve op het veld voor zijn tegenstander. Ik vond het alleszins een aardige jongen. Maar het geld was gewoon niet voorhanden. Hij wilde nochtans graag komen.”

Jullie maakten de afgelopen maanden naam in Europa. Zal er een tijd komen dat de echte kleppers naar Salzburg afzakken?

“Ze moeten in eerste instantie graag willen komen. De toppers staan nog niet te springen om op ons kunstgras te spelen.”

Is uw familiale situatie nu zodanig veranderd dat u opnieuw meer kunt genieten?

“Ik ben een gelukkig en gezond mens in een leuke omgeving. Als ik het ergens naar mijn zin heb, dan kan ik er ook prestaties leveren. Met de gezondheid van mijn vrouw gaat het nu ook goed. ( klopt op tafel) Dat stelt me voorlopig gerust. Ze woont nog in Eindhoven, maar komt regelmatig hierheen en vindt het hier even fantastisch.”

Een terugkeer naar Nederland is niet meer aan de orde?

“Ik beschouw Nederland als een afgesloten hoofdstuk.”

door frédéric vanheule

Alles wordt hier tot in de puntjes verzorgd, zelfs het snoeien

van de bomen langs het trainingsveld.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content