Zaterdagavond spelen KV Kortrijk en Sporting Lokeren in het Koning Boudewijnstadion de finale van de beker van België. Andy De Smet, wedstrijdanalist bij halvefinalist RAEC Mons en lesgever in scouting aan de trainersschool, weegt de finalisten tegen elkaar af.

In de onderlinge duels in de Jupiler Pro League 2011/12 wonnen ze elk één keer, allebei afgetekend én op verplaatsing nog wel: Kortrijk ging eind oktober (speeldag 12) in Lokeren winnen met 1-4, zijn eerste uitzege van het seizoen overigens; en eind februari (speeldag 27) pakte Lokeren de zege in Kortrijk met 2-5. Ook opmerkelijk: Lokeren eindigde telkens met tien man – in de heenwedstrijd kreeg rechterspits Benji De Ceulaer twee keer geel en in de terugwedstrijd gebeurde hetzelfde met rechtsback Georgios Galitsios. Maar op 24 maart zijn in het Koning Boudewijnstadion de omstandigheden uniek, want dan spelen beide ploegen op verplaatsing een wedstrijd van alles of niets voor meer volk dan ooit. Wat mogen we verwachten?

“Qua profielen zijn Kortrijk en Lokeren twee vrij gelijkwaardige teams met elk hun speelwijze”, zegt Andy De Smet, hoofdscout en wedstrijdanalist van RAEC Mons en lesgever in scouting aan de trainersschool.

“Zowel Copa als Keet, de doelman die Hein Vanhaezebrouck doorgaans in bekerwedstrijden opstelt, is niet groot van gestalte maar wel explosief. Opvallend bij Keet is dat hij heel sterk anticipeert en intercepteert op diepe ballen.

“Ook centraal achterin is de manier van spelen vergelijkbaar. De kopbalsterke centrale verdedigers sluiten het centrum en geven weinig dekking aan de backs. Zukanovic en Martin lijken mij wel net iets complementairder dan het gelegenheidsduo TaravelGueye. Zukanovic ligt vaak aan de basis van de opbouw, Taravel trapt sneller een lange bal en maakt minder de opkomende beweging.

“De kern van Lokeren is iets ruimer in kwaliteit en bevat ook meer spelers met scorend vermogen, blijkt uit de statistieken van het aantal goals en assists per individu. Bij Kortrijk beperkt het scorend vermogen zich hoofdzakelijk tot het trio Veselinovic, Joseph-Monrose en Nfor. Chavarría doet het wat dat betreft met twee doelpunten en twee assists heel matig. Bij Lokeren zijn er De Ceulaer, Harbaoui, De Pauw, Mokulu en door zijn vele assists ook nog Leko. Beide ploegen beschikken over een targetspits. Harbaoui is mobieler dan Veselinovic, hij is sterker in de balaanname in beweging en durft ook zelf de actie op te zoeken.

“Kortrijk houdt vaker de nul en scoort minder op verplaatsing. De laatste maanden vertoont Lokeren de beste vormcurve.”

Meerderheidssituaties

Het grootste accent bij Kortrijk is de linkerflank, benadrukt De Smet. “Daar probeert het vaak een meerderheid te creëren in de zone van de rechtsachter van de tegenstrever. Bij balbezit posteert Vanhaezebrouck zijn linksachter Oussalah meteen heel hoog en komt Messoudi tussen de linies naar binnen gelopen, wat Zukanovic meestal toelaat om via deze linkerkant het spel op gang te brengen. Dan kan de diepe spits de centrale verdedigers wat opduwen; daarbij gesteund door offensieve middenvelder Nfor, die veel de bal opeist en zwervend en infiltrerend kan spelen. Geregeld is er dan ook nog De Mets, die wat inschuift en een fatsoenlijke steekpass kan geven. Die bewegingen en positiewissels beheersen ze enorm goed en dat zorgt ervoor dat de tegenstander achterin vaak in ondertal komt te staan. Op rechts is Chavarría beperkter in zijn acties, hij zorgt met zijn snelheid voor diepgang. In zijn rug is També een back die af en toe eens vinnig doorbreekt.”

De vraag is dus: hoe bespeelt Lokeren de sterke linkerflank van Kortrijk? “Vooral omdat zij aan dezelfde kant – hun rechterflank – met De Ceulaer en een offensieve back als Galitsios ook over een grote troef beschikken. Ik verwacht alleszins niet dat Vanhaezebrouck zich zal aanpassen en bijvoorbeeld met Mulemo als linksachter en Oussalah ervoor voor iets meer defensieve zekerheid zal kiezen. Hoewel Messoudi thuis tegen Leuven bewees dat hij evengoed vanaf de rechterkant kan voetballen. Zijn eerste halfuur was toen geweldig sterk.

“Evenmin verwacht ik dat Peter Maes De Ceulaer constant achter Oussalah zal laten lopen. Wellicht zal rechtsback Galitsios hem opvangen en zal Persoons zich bezighouden met de naar binnen komende Messoudi. Maar anderzijds is het wel een grote kwaliteit van Lokeren om gegroepeerd terug te zakken, dus ook beide flankspelers. Om heel weinig ruimte tussen de linies te laten, op buitenspel te spelen en druk te zetten in de medium press zone – dat is halverwege het veld. Ook het vierkant dat de twee verdedigende middenvelders met de twee centrale verdedigers vormen, is een niet onbelangrijk aspect van de verdedigende organisatie. Op speeldag 27 leek Maes mij duidelijk een verdedigende taak te hebben meegegeven aan Overmeire en Fevang. Het was opvallend dat Kortrijk toen Joseph-Monrose niet kon bereiken via de as. Daardoor kwam De Mets meer aan de bal, wat hen toch een stuk uit hun vertrouwde spel bracht.

“Maar als Lokeren besluit om collectief in te zakken en de bal aan Kortrijk te geven boet het wel wat in aan offensieve kracht. Ik denk ook dat Galitsios niet vergeten is dat hij in de laatste confrontatie met Oussalah al in de eerste helft twee keer geel pakte. De tweede was misschien licht, maar toch: als verdediger denk je daaraan als je het veld op komt, vooral als je wordt geconfronteerd met die specifieke twee-tegen-eensituaties.”

Omschakelingsmomenten

In de defensieve omschakeling laat Kortrijk meer ruimte vallen tussen de linies dan Lokeren, stelde De Smet vast. “Niet alleen door het lef dat ze in balbezit tonen, door hun driemansverdediging in de opbouw en de numerieke meerderheid die ze in andere linies in bepaalde zones proberen te creëren. De offensieve Oussalah is op links dan wel vaak weg, maar hij bezit het loopvermogen en de snelheid om de ruimte weer te dichten én in duel is hij met zijn vinnigheid en wendbaarheid moeilijk te passeren. Kortrijk staat op het middenveld bij het verdedigen ook gewoon iets opener, met De Mets en Messoudi hoger dan Pavlovic of N’Diaye. Bovendien sluiten de centrale verdedigers de as, geven ze daardoor minder rugdekking aan de backs; en als er daar ruimte komt te liggen, moeten de controlerende middenvelders uit de as die dichten. In de combinatie met de diepe spits is de ruimte in de rug van Oussalah bespeelbaar.

“Dat kan in de omschakeling ook mogelijkheden bieden voor individuele acties van De Ceulaer en De Pauw op de flanken. Zeker aan de kant waar Oussalah en De Ceulaer spelen, de linkerflank van Kortrijk, weet je dat de omschakelingsmomenten belangrijk zullen zijn. De Ceulaer is slim, snel en onvoorspelbaar, en sowieso al moeilijk op te vangen. De Pauw laat al enkele seizoenen staaltjes van zijn klasse zien. Hij lijkt nu volledig tot ontplooiing te zijn gekomen en houdt al enige tijd een goede vormcurve aan.

“Met Leko heeft Lokeren ook een middenvelder die met zijn linkerpoot heel preciese diepteballen kan trappen en die eveneens op stilstaande fasen heel belangrijk kan zijn. Als je in een bekerfinale een routinier als hij kan opstellen, is dat een troef, vind ik. Met Taravel en Persoons zet hij de lijnen uit en zijn ervaring kan ervoor zorgen dat het team zich niet laat vangen aan de drang om de wedstrijd te snel te willen beslissen. Zijn loopvermogen om te infiltreren is afgebot, maar in een verdelende rol kan hij nog heel nuttig zijn. Leko onder druk zetten zodra hij aan de bal is, zou Kortrijk groot voordeel kunnen opleveren. Overmeire komt geregeld over hem heen om zo in het offensief de extra infiltrerende pion te zijn.”

Schorsing

Door de schorsing van Maric zou Lokeren weleens kwetsbaarder kunnen zijn centraal achterin, bedenkt De Smet. “Taravel en Maric zijn geweldig op elkaar ingespeeld. Taravel stuurt de verdediging, maar met Maric is hij natuurlijk een ervaren pion naast zich gewoon. De vraag is: hoe loopt de tandem met Gueye die dag? Die is in elk geval minder snel en wendbaar.

“Daarom zal Kortrijk volgens mij opteren voor Joseph-Monrose als diepste man. Hij is een hardwerkende, heel explosieve spits die steeds diep denkt. Met een targetman als Veselinovic zou je misschien wat te veel in het voordeel van Gueye spelen. Maar in offensieve schakelmomenten is en blijft een sterke targetspits als hij natuurlijk een wapen: als aanspeelpunt kan hij lange ballen even vasthouden en deviëren naar de lopende en penetrerende spelers langs hem. Via uitbraken over de flank in de rug van de aanvallende rechtsback Galitsios en met een-tegen-eenacties aan de kant van linksback El Mouataz of De Bock kan je voorzetten in de rug van de centrale verdedigers proberen te brengen. En dan beschik je met Joseph-Monrose wel over iemand die de ruimte kan belopen en met wie je een grote, niet al te mobiele centrale verdediger in de problemen kunt brengen.

“Zoals zo vaak zullen ook in de bekerfinale de stilstaande fases een belangrijke rol spelen. Lokeren verdedigt daarop in zone en de lijnopstelling kantelt naargelang het om een in- of uitdraaiende center gaat. Bij het in zone verdedigen ligt de focus meer op de bal dan op de inlopende tegenstrever; en bij Lokeren lijkt de eerste zone mij voor de tegenstrever mogelijkheden te bieden. Doublure Lazic keepte bij momenten sterk, toen Copa naar de Afrika Cup was, maar koos vooral voor de tweede zone en kon de eerste zone zelden dichten.

“De mandekking van Kortrijk is defensief vrij secuur, hoewel Harbaoui in het laatste onderlinge duel een corner ongehinderd kon binnenkoppen. Beide ploegen bezitten vier à vijf kopbalsterke spelers.

“Controlerende organisatie van Lokeren of niet, ik verwacht dat spelers als Messoudi, Oussalah, Nfor en Joseph-Monrose in de finale supergemotiveerd zullen zijn en met hun acties moeilijk aan banden gelegd zullen kunnen worden. Tenzij ze verkrampen van de stress, maar dat zie ik niet gebeuren. En wat Veselinovic betreft: hij is ook iemand die je kunt inbrengen als er in de slotfase nog iets geforceerd moet worden.”

Bang

Een vroeg doelpunt kan de wedstrijd snel openbreken, besluit De Smet. “Als Kortrijk scoort, moet Lokeren komen en krijgen we wellicht een heel open wedstrijd. Komt Kortrijk op achterstand, dan zal het nog meer moeten pompen; en dan kan Lokeren nog meer zijn favoriete spelletje spelen, namelijk snel uitbreken vanuit een solide organisatie. Voor neutrale toeschouwers is het misschien wel te hopen dat Kortrijk op voorsprong komt. Maar het wordt vooral uitkijken naar de linkerflank van Kortrijk tegenover de rechterflank van Lokeren. Wie het minst bang is, zal aan het langste eind trekken.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE

“Leko onder druk zetten zodra hij aan de bal is, zou Kortrijk groot voordeel kunnen opleveren.”

“Het wordt vooral uitkijken naar de linkerflank van Kortrijk tegenover de rechterflank van Lokeren.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content