Wie overleeft?

© GETTY

Amper transferinkomsten, voorlopig toch, en gedurende weken of maanden geen toeschouwers in de stadions. Een nieuw televisiecontract zal niet alles goedmaken. Wie overleeft corona?

Het was een week vol nieuws en hoop voor de supporters van Anderlecht. Dinsdag raakte bekend dat Kemar Roofe naar de Glasgow Rangers verhuist, donderdag dat Mustapha Bundu hem in de selectie komt vervangen. Niet direct hetzelfde type, maar tenminste een ander gezicht in de aanval.

Om eerlijk te zijn: we zullen Roofe niet erg hard missen, daarvoor was hij te vaak geblesseerd. Maar in de wedstrijden waar hij op het veld stond, dertien in totaal, was hij energiek en maakte hij zes goals – zo inefficiënt was de man dus niet.

Wie hem ook niet zal missen, is de financiële directeur van Anderlecht. Dat Roofe weg is, scheelt een slok op het flink gevulde glas van de loonkost. Wie uit Engeland komt, is prijzig, Roofe voetbalde volgens een makelaar in het Park voor 2,2 miljoen euro bruto (1,7 miljoen jaarsalaris plus tekengelden en andere commissies). Dat kunnen schrappen telt in deze tijden van crisis. Zijn vervanger Bundu is jong, komt uit Denemarken en kost de club amper half zoveel. En wie weet is zijn doorverkoopwaarde hoger. Het is overigens een internationale trend. Toen Napoli Victor Osimhen kwam weghalen bij Lille OSC, was dat met de vraag of de transfersom niet in vijf keer kon worden gestort.

De verliezen zullen overal fors zijn, maar zeker bij de topclubs.

Besparen op salarissen en overbodige spelers laten afvloeien zijn manieren om de uitgaven naar beneden te krijgen. Maar een nieuwe club vinden voor spelers blijkt niet zo makkelijk. Kijk maar naar Sinan Bolat, de voorbije drie seizoenen sterk onder de lat van Antwerp, op dit moment werkloos. Net als Kevin Mirallas, Jan Vertonghen en nog een resem anderen. Kijk maar in onze Competitiespecial van vorige week naar het aantal vraagtekentjes. Bestemming onbekend.

Bedrijven zeggen via hun federaties dat ze drie jaar nodig zullen hebben om zich te herstellen van deze crisis, waarvan het einde nog niet in zicht is. In het in juni gepubliceerde rapport van Deloitte, dat zich al een paar jaar op vraag van de eersteklassers buigt over de socio-economische impact van het profvoetbal op de Belgische economie, staat in de samenvatting van de cijfers dat de geschatte impact van covid-19 op de omzet van het Belgische professionele voetbal -25 procent is op de totale omzet in het seizoen 2019/20. Het exacte omzetcijfer geeft het rapport nog niet, dat is iets voor juni 2021. Het publiceert wél het omzetcijfer van het seizoen 2018/19: 378,5 miljoen. Toen betekende dat een stijging van 18 procent tegenover het seizoen voordien. We kunnen dus voorzichtig stellen dat covid-19 de clubs terug in de tijd gooit, naar 2017/18. Drie jaar dus. Net als de bedrijven. En de crisis was al zo groot, bleek in februari uit de licentieslag. Het gezamenlijke verlies in het seizoen 2018/19 bedroeg 91,3 miljoen euro. Vóór corona dus.

Relanceplan

Inkomsten halen de clubs deels uit transfers (die internationale stroom moet nog op gang komen, zie kader), uit televisiegelden (elk seizoen ongeveer 100 miljoen euro, te verdelen over 18 clubs in 1A en een restje voor 1B en de amateurs), uit sponsoring en uit ticketing (abonnementen en losse verkoop).

De laatste jaren stegen de inkomsten uit tickets geleidelijk: van 89,7 miljoen euro in 2016/17, over 92,5 miljoen euro het seizoen erna tot 99,3 miljoen euro in 2018/19. Het stopzetten van de competitie in maart en het niet houden van play-offs zal die curve doen knikken. Hoeveel? Dat varieert per club. Omgerekend in percentages zijn wedstrijdinkomsten voor de ploegen uit 1A goed voor 20 tot 30 en zelfs 35 procent van het jaarinkomen.

Zet die daling zich dit seizoen door? Ongetwijfeld. Er is al zeker geen publiek in augustus en daarna valt nog af te wachten hoe zwaar de coronagolven zijn. Geen enkele club verwacht dat ze vanaf 12 september, na een korte interlandbreak, opnieuw de volledige capaciteit van haar installaties kan benutten. De eerste versoepeling zal in de richting van 25 tot 30 procent van de capaciteit gaan, een tweede misschien richting 50 procent. Voor clubs met een abonnementenbestand dat de volledige capaciteit van het stadion benadert – nagenoeg alle topclubs – is dat een drama. Hun voordeel: ze kregen de voorbije maanden geld binnen om mee te werken. Hun nadeel: ze moeten diverse relancestrategieën uitwerken als ze die trouwe fans straks ook weer kunnen binnenlaten.

Sommige clubs werkten een compensatieregeling uit voor hun trouwste fans.

First come, first served? Om de beurt? Per bubbel? Omdat het in juni nog leek dat er vanaf augustus mét publiek zou kunnen worden gevoetbald, hadden heel wat ploegen in overleg met de lokale en nationale overheden al een coronaproof veiligheidsplan klaar. Dat moet nu even in de koelkast.

Compensaties

Welke schade lijden ze? De uitbreiding tot achttien ploegen betekent voor de zestien die er vorig seizoen ook al bij waren, één thuiswedstrijd extra. Dat voordeel zijn ze na komend weekend, wanneer iedereen al eens thuis mocht spelen, weer kwijt. Ze hadden wel de kosten van organisatie en premies, maar niet de baten.

Elke ploeg speelt in augustus twee keer thuis zonder fans. Omdat uiteraard niemand een recette tegen een topclub wil missen, werden die ‘eerlijk’ verdeeld. Elke club kreeg een team uit de G6 (Antwerp meegerekend) en eentje uit de andere helft van de tabel. Al was het voor veel clubs toch nog een zure appel. Het bezoek van Antwerp aan Cercle zorgde daar de voorbije twee seizoenen voor een uitverkocht bezoekersvak en veel catering. De eerste thuiswedstrijd komend weekend moeten aftrappen tegen de bekerwinnaar zonder publiek, betekent een verlies tussen 120.000 en 150.000 euro, rekenden ze al uit bij groen-zwart. Doe daar nog de thuismatch later op de maand tegen streekgenoot Kortrijk bij en je komt voor augustus al aan 200.000 euro. Zo gaat het snel.

Wie overleeft?

Ook zuur: het missen van de recette tegen Anderlecht voor KV Mechelen vorige zondag: normaal een match van 150.000 euro, kantine en eters inbegrepen. Voor Eupen hakte corona er zowaar twee keer in. In de Oostkantons misten ze in maart op de 30e speeldag het bezoek van de fans van Club Brugge, en volgend weekend opnieuw. Twee keer geen 100.000 euro.

Bij de topclubs ligt die schade in de onderlinge duels nog veel hoger. Club Brugge mist de recette tegen Charleroi (elke wedstrijd zonder publiek kost hen 800.000 tot 1 miljoen euro), Standard die tegen Genk, de Limburgers die tegen Club Brugge, Charleroi die tegen Antwerp. Een uitverkocht stadion levert hen een half miljoen euro op, zegt Charleroi, dat tot 7000 tickets in losse verkoop aan de man brengt. Een ‘kleiner’ duel minstens 100.000 euro. Van de top zes ontsnappen (voorlopig?) alleen Anderlecht (thuiswedstrijden tegen STVV en Mouscron) en Gent (KV Mechelen en KV Kortrijk) aan gemiste recettes in topduels.

Niet dat de ploegen géén inkomsten hebben uit die wedstrijddagen: behalve het televisiegeld zijn er de sponsorcontracten en hebben ze abonnementen verkocht. Dat geld is binnen. Tenzij…

Vijf procent

Tenzij er compensatievragen komen. Of je een kleine club bent. De spreidstand is hier immers zeer groot. De verkoop van de abonnementen is eerder stabiel gebleven bij de topclubs. Anderlecht en Charleroi communiceren daar niet over, maar Club Brugge verkocht zijn maximum van 24.250 opnieuw uit. Genk verlengde vanwege de crisis zijn 18.000 van vorig seizoen. Standard kende een lichte daling (-4,3 procent), Gent, Antwerp en KV Mechelen gingen tussen de zeven en de tien procent achteruit. Maar centen hebben ze.

De grootste problemen hier situeren zich bij de kleinere clubs: -27 procent in de abonnementenverkoop bij Cercle (zelfs al waren ze vijf procent goedkoper dan vorig seizoen), -28 procent bij Oostende, -50 bij STVV en -53 bij Waasland-Beveren, waar ze pas de laatste week voor de competitiestart van 500 verkochte abonnementen naar 1000 gingen (logisch, aangezien dan pas de onzekerheid verdween). Iets meer dan 1000 is ook het aantal dat Eupen verkocht. Kortrijk bleef met 2500 gevoelig onder het cijfer van vorig jaar (4500 met de vips inbegrepen) en Mouscron communiceerde niet. Het is duidelijk: bij de kleinere clubs wacht de toeschouwer nog af wanneer hij zal kunnen gaan kijken. Zij kregen dus veel minder werkingsgeld binnen, terwijl de loonkosten even hoog bleven. Vandaar de relatieve stilstand op de transfermarkt.

Toen in juli bleek dat corona nog even onder ons zou blijven, werkten sommige clubs een compensatieregeling uit om de trouw van hun fans te belonen. No matter what was de campagnenaam van de abonnementenwerving in Mechelen. Je geld kreeg je niet terug. Wel was er in mei een actie van één maand waarbij mensen die een abonnement kochten tot 30 procent korting kregen. Goed voor ruim 9000 verkochte abonnementen, het was een succes. KV Mechelen houdt nog wel een slag om de arm: op het einde van het seizoen gaat het de balans opmaken. Hoeveel thuismatchen hebben de fans uiteindelijk moeten missen? Een compensatie kan dan nog wel.

De transferinkomsten maken het spelen zonder publiek voorlopig niet goed.

Bij sommige teams werd die compensatieregeling al uitgewerkt, of wordt erover nagedacht. STVV gaf al korting en wacht af hoeveel matchen het zijn. Bij andere clubs ligt dat al vast. Nagenoeg overal gaat het in de richting van een terugbetaling van vijf procent van de kostprijs per gemiste thuismatch. In Beveren gaan ze dat oplossen met een voucher, te besteden op het einde van het seizoen in de fanshop, of als korting bij een abonnement op volgend seizoen. Ook Mouscron en Antwerp mikken in hun tegemoetkoming op volgend seizoen als compensatie.

Bij Club Brugge, waar ze qua transfers als gevolg van corona voor een behoudsgezinde koers kozen, laten ze de fan vrij. Na elke gemiste wedstrijd kan hij vijf procent van zijn abonnement terugkrijgen. Verzaakt hij daaraan en mag de ploeg het besteden aan jeugd, sociale projecten of andere initiatieven, dan maakt hij kans op een in de match gedragen shirt. Verzaakt hij voor een heel seizoen aan terugbetaling, dan krijgt hij sowieso een speciaal shirt als aandenken. Club houdt van slogans, vandaar in augustus alvast op de borst: We never play alone. Omdat het als een van de eerste clubs in 1A ook al een samenwerkingscontract met Eleven ondertekende, kon het zijn fans al verwennen met beelden (van onder meer alle doelpunten, in de app van de ploeg) en clubpassen voor liveverslaggeving, zodat de fan geen enkele match moet missen.

Zoals ze het in Kortrijk omschrijven: elke crisis biedt opportuniteiten en met de nodige creativiteit komt ook hier op de vragen van de fans een antwoord. Abonnees kregen daar vooraf de keuze of ze een seizoenskaart wilden met of zonder compensatie. Mét betekende dat een bedrag per wedstrijd die men mist, wordt overgeschreven op de consumptiekaart. Opvallend: slechts vijf procent tekende op dat aanbod in. Dat systeem van geld op de cashless card, om in het stadion wat mee te eten of te drinken, hanteren ze ook bij OHL.

Hoe dan ook: de verliezen zullen fors zijn, overal, maar zeker ook bij de topclubs. Vorig seizoen al geen play-off 1, nu wedstrijden zonder (en hopelijk later met een beetje) publiek, tot een vaccin beschikbaar is. Michel Louwagie begroot voor KAA Gent het verlies op 4 tot 5 miljoen euro. Als Deloitte gelijk krijgt met die terugval van 25 procent, staat het voetbal voor een recessie van formaat. Niet iedereen heeft immers een parel als Jonathan David om duur te verkopen.

Transferrivier staat nog vrij droog

In de laatste editie van de socio-economische studie van de impact van de Pro League op de Belgische economie komt onderzoeksbureau Deloitte, dat de cijfers van het seizoen 2018/19 analyseerde, aan een nettotransferresultaat voor alle ploegen van +22,4 miljoen euro. Dat was toen een opvallende daling, de seizoenen voordien bedroeg dat cijfer nog +73,3 miljoen euro (2017/18) en +97,1 miljoen euro (2016/17). De reden voor die daling schrijven de onderzoekers toe aan gestegen investeringen in de spelerskern. Lees: de clubs krijgen meer binnen, maar investeren ook meer om de spelerswaarde van hun kern op te krikken. In drie seizoenen, zo berekende Deloitte, steeg de waarde van de kernen van 112,8 miljoen naar 172,3 miljoen euro.

De cijfers voor 2019/20 krijgen we pas volgende zomer, maar uit de gegevens die de website Transfermarkt voor de Pro League verzamelde, valt wel dit op: de gestegen waarde van de spelerskernen werd vorig seizoen al flink verzilverd op de transfermarkt. Aan de inkomstenzijde stond zo’n 290 miljoen euro, aan de uitgavenkant iets meer dan 170 miljoen euro. Bonus: iets meer dan 120 miljoen euro. De website houdt hierbij alleen rekening met de definitieve transfers die clubs doen, huurgelden zijn niet verrekend.

Voorlopig – de transferperiode loopt vanwege corona nog tot 5 oktober – zet die trend zich niet door. Aan de inkomstenkant deze zomer staat een ‘magere’ 30,8 miljoen euro. Daar is de transfer van Jonathan David (potentieel 27 miljoen, maar vorig weekend nog niet definitief afgerond) niet in verrekend.

Aan de uitgavenkant: 35,5 miljoen euro. Onze start is begin augustus, de grote competities beginnen er maar in september aan, dat scheelt. Het geweld moet nog losbreken, wellicht pas in september na een eerste interne evaluatie van de beschikbare budgetten, maar een eerste conclusie is dat transfers op dit moment (nog) niet de gemiste inkomsten goedmaken van het spelen zonder publiek.

Uit de bijgevoegde tabel is wel duidelijk dat de profclubs uit 1A op dit moment de tering naar de nering zetten. De kernen slanken af en het geïncasseerde (en opnieuw geïnvesteerde) transfergeld is minimaal. Zeker als je dat afzet tegenover vorig seizoen. In die tabel zijn huurkosten niet inbegrepen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content