Wie wordt euromiljonair?

© BELGAIMAGE

De grote juwelierszaak van het Belgisch voetbal speelde afgelopen transferperiode enkele van zijn sieraden kwijt, maar zet de prijzen voor zijn nieuwe diamanten al op scherp.

Zoals gewoonlijk komt de winterse aanval vanop de Britse Eilanden. Van over het Kanaal werd België gebombardeerd met miljoenen, in ruil voor de goals van Ally Samata en de spieren van Sander Berge, die een plaatsje kregen op de grote carrousel van de Premier League. Voor de Belgische competitie staat dat min of meer gelijk aan het einde van een tijdperk. Reeds afgelopen zomer immers werden onze laatste drie landskampioenen beroofd van hun mooiste juwelen. Wolverhampton telde miljoenen neer voor Leander Dendoncker, Aston Villa kraakte de bank voor Wesley en de Limburgse titelhouder liet Leandro Trossard en Roeslan Malinovski andere oorden opzoeken.

Jhon Lucumí, die een zeldzaam profiel heeft, wordt door sommige volgers genoemd als écht ‘de duurste speler van onze competitie’.

Ook al was Alejandro Pozuelo enkele maanden voordien naar de andere kant van de Atlantische Oceaan vertrokken, toch ging KRC Genk er prat op dat het de exodus had weten te beperken. Berge, Samatta en ook Joakim Maehle hadden wel interesse om te vertrekken, maar Genk wist het bloeden te stoppen door aan die sleutelspelers het perspectief van deelname aan de Champions League voor te spiegelen. Een deelname die hen nog aantrekkelijker zou kunnen maken bij geïnteresseerde clubs en hun marktwaarde opdrijven.

In België heeft Racing Genk de reputatie goed te kunnen verkopen. De Limburgers hadden bovendien in de zomer van 2018 Olympique Lyon afgewezen en aan voorzitter Jean-Michel Aulas laten weten dat er over de toekomst van Sander Berge niet kon onderhandeld worden wanneer het bedrag onder de 20 miljoen bleef. Anderhalf jaar later zorgt de Noor ervoor dat zijn club het record van Youri Tielemans breekt om de duurste uitgaande transfer uit de Belgische competitie te worden. Een zaak die des te schitterender is gezien het gaat om een verdedigende middenvelder, met amper zes doelpuntjes in iets meer dan honderd wedstrijden in het blauwe shirt op zijn naam. Niet echt een profiel waarvoor de prijzen normaal gezien de hoogte in schieten.

Een markt in ontwikkeling

‘Wij moeten leren om beter te verkopen’, stelt Michel Louwagie vast. De manager van Gent herinnert zich nog hoe er met hem gelachen werd toen hij de prijs van Moses Simon op 20 miljoen bepaalde, in een niet eens zo ver verleden toen de Nigeriaan de verdedigers van de Pro League tureluurs draaide. ‘Ik lees vandaag ( 30 januari, nvdr) een artikel in L’Equipe dat hij tussen de 15 en de 20 miljoen zou waard zijn. Ik had dus gelijk. Maar dat is het probleem van het Belgisch voetbal. In vergelijking met Nederland maken wij veel te weinig heisa over onze spelers. Wij moeten leren om beter te verkopen.’

De vergelijking met competities van een gelijkaardig niveau valt inderdaad pijnlijk uit voor de Belgische portemonnees. Ver boven de circa 20 miljoen voor Sander Berge, staat het record van Portugal op 120 miljoen (betaald door Atlético Madrid voor João Félix), dat van Nederland op 85 miljoen (Juventus voor Matthijs de Ligt) en dat van Oekraïne 59 miljoen (Manchester United voor Fred). Zelfs Oostenrijk, voortgestuwd door het ambitieuze project van Red Bull Salzburg, brak al door de grens van de 30 miljoen euro toen Naby Keita naar Leipzig verkaste.

De gemeenschappelijke noemer van al die transfers is een Europees parcours dat ver genoeg reikt om de beste clubs ervan te overtuigen hun bankkaart boven te halen. België maakte geen Europese finale meer mee sinds 1993, toen Antwerp de finale van de Beker der Bekerwinnaars speelde, en dus blijven de sterren van de Belgische clubs verstoken van directe transfers naar de toppen van het Europese voetbal. De eerste plaats van België op de FIFA-ranking wordt vaak gebruikt als reclame voor het zwart-geel-rode voetbal, maar in werkelijkheid dienen onze nationale clubs alleen maar om het reservoir aan te vullen van clubs uit de onderste regionen van de Premier League of van de subtop van de Duitse of Italiaanse competities.

‘Weet je, buitenlandse scouts hebben na twee baltoetsen meestal wel begrepen welk vlees ze in de kuip hebben’, aldus Andreas Dendoncker, broer van de speler van de Wolves en makelaar van Yari Verschaeren voor rekening van het Nederlandse makelaarskantoor Wasserman. ‘Voor mij is het – naast de statistieken zoals beslissende passes, gewonnen duels en geslaagde dribbels (naargelang het profiel) -hoofdzakelijk het aantal wedstrijden op het hoogste niveau dat de waarde van een speler bepaalt.’

Wie wordt euromiljonair?
© BELGAIMAGE

Een parameter die helaas ontbreekt op het cv van de meeste kanonnen uit de Belgische competitie en die dus de exodus van de laatste maanden naar clubs als Sheffield, Aston Villa, Brighton of Atalanta verklaart. Tweederangsclubs profiteren van het aanbod aan dergelijke spelers met een lage prijs, constateert Felipe Miñambres, sportief directeur van Celta de Vigo: ‘Het is een tussencompetitie waar je nog goeie spelers voor een redelijke prijs vindt, niet zo duur als in bepaalde andere landen waar de prijzen door het dak zijn gegaan.’

De nieuwe reuzen

Kan de nieuwe generatie van waardevolle spelers uit de Belgische eerste klasse daar verandering in brengen? ‘Ik geef niet langer de verkoopsprijs van onze spelers, maar Giorgi Tsjakvetadze of Jonathan David gaan boven de 25 miljoen’, beweert Michel Louwagie. Vooral de Canadees doet als revelatie van het seizoen van zich spreken. ‘Zo’n speler heb ik in geen dertig jaar gezien’, gaat de Gentse manager voort. ‘Het is een nummer 10 en hij loopt twaalf kilometer per wedstrijd.’

Als we de website Transfermarkt mogen geloven – en dat is toch een referentie geworden in deze materie – dan is de tiener van de Buffalo’s momenteel de duurste speler in de Belgische competitie. De Canadees gaat Zinho Vanheusden vooraf, wiens waarde bij herverkoop waarschijnlijk al vastgelegd is. Zijn terugkeer naar Inter een van de komende seizoenen is immers bepaald in een clausule in de deal tussen de Rouches en de nerazzurri. Achter hen vervolledigt de jonge Brugse flankspeler Krepin Diatta het podium, nipt voor Yari Verschaeren. Allemaal spelers die België voor gelijkaardige bedragen zouden moeten verlaten, bedragen die hoger liggen dan dat van Sander Berge.

‘Ik denk niet dat de prijzen enorm gaan evolueren in de komende vier transferperiodes. Volgende zomer zouden we dus opnieuw ongeveer aan dezelfde bedragen moeten zitten die tot nu toe betaald werden voor de beste spelers uit onze competitie. Misschien een klein beetje hoger, wie weet’, voorspelt Vincent Mannaert, algemeen manager van Club Brugge. Een jaar nadat Wesley in het uitstalraam werd gezet, zal het waarschijnlijk de beurt zijn aan Krepin Diatta en Emmanuel Dennis om Brugge te verlaten in de loop van 2020. De Afrikanen scoorden in de Champions League en zagen hun waarde de hoogte in gaan door hun prestaties tegen Real Madrid en PSG.

In het Venetië van het Noorden ziet men het lokale record, enkele maanden geleden gevestigd door Wesley, wel verbroken worden wanneer een van hun goalgetters aan een volgende stap in zijn carrière begint. Alle tenoren zoeken naar het ideale carrièreplan, maar het blijft een evenwichtsoefening. ‘Het is niet altijd de club die beslist om te verkopen’, legt Louwagie uit. ‘Wij hebben het niet altijd in eigen hand. Vaak gebeurt het onder druk van makelaars, spelers of de pers dat de club moet verkopen. Externe factoren zijn doorslaggevend.’

De routes naar het buitenland

De sterkhouders van Club Brugge riskeren volgende zomer in elk geval tot de hoofdrolspelers van de transferperiode te behoren. Een transferperiode waarin de rekruteurs meer en meer buiten de landsgrenzen gaan zoeken. De transfer van Théo Bongonda, de duurste deal tussen twee Belgische clubs, is stilaan een uitzondering aan het worden. De clubs in het kielzog van de G5 richten zich voortaan op het buitenland om hun goudklompjes te gelde te maken, zoals STVV dat Takehiro Tomiyasu richting Bologna stuurde of Charleroi dat Victor Osimhen aan Lille OSC verkocht. Een speler als Cyle Larin, geleend aan Zulte Waregem met een aankoopoptie die Essevee waarschijnlijk zal lichten gezien de interesse die de Canadese goalgetter opwekt (er is sprake van clubs die het bedrag dat betaald werd voor Bongonda willen benaderen of zelfs overtreffen), zal vermoedelijk geen extra stap zetten binnen België vooraleer hij naar het buitenland gaat.

‘Ik zie Belgische clubs niet meteen in staat om mee te dingen naar onze sleutelspelers. Dat is ook een teken dat we gegroeid zijn’, legt Mehdi Bayat uit wanneer hij in de lobby van hotel Parador El Saler over de wintertransfers van zijn club praat. Twee jaar nadat hij Kaveh Rezaei verkocht aan Club Brugge, mikt de gedelegeerd bestuurder van de Zebra’s niet meer op een binnenlandse transfer voor zijn beste spelers, met Marco Ilaimaharitra op kop. De middenvelder wordt door Transfermarkt op 4 miljoen euro geschat, maar vertrekt komende zomer allicht voor een hoger bedrag uit het Zwarte Land. Een jaar nadat hij een contract voor vier jaar tekende, heeft de Malagassiër alles in huis om zijn club het groot lot te doen winnen.

Bij Standard zijn het – meer dan Zinho Vanheusden, gezien diens aparte situatie met Inter – Selim Amallah en Samuel Bastien die de grootste kandidaten lijken te zijn om op korte termijn de kassa te spijzen met een mooi bedrag. Verschillende Londense clubs zouden als bestemming kunnen fungeren voor de lekkerste ingrediënten van het Luikse recept. Engeland aast ook op Joakim Maehle, die opnieuw zijn beste niveau lijkt te hebben gevonden na een seizoensbegin dat zodanig verstoord werd door transfergeruchten dat Felice Mazzu hem meermaals naast de ploeg zette. Maar bij Genk is het niet de Deen die het meest gewild is bij buitenlandse scouts, maar wel iemand die vlak naast hem speelt. Jhon Lucumí, die een zeldzaam profiel heeft, dat van een linksvoetige centrale verdediger die sterk is in de duels en heel behoorlijk in de opbouw, wordt door sommige volgers genoemd als écht ‘de duurste speler van onze competitie’. Hij zou daardoor een vervolg kunnen breien aan het mooie verhaal van centrale verdedigers die uit Limburg vertrokken zijn om sleutelposities in te nemen bij grote Europese clubs.

Voor een steeds meer verrassende prijs? ‘Toen Marc Degryse door Club Brugge verkocht werd aan Anderlecht voor 90 miljoen Belgische frank ( ongeveer 2,23 miljoen euro, nvdr), zei men dat dat te veel was’, weet Peter Smeets nog, van makelaarsbureau Let’s Play. ‘Vandaag beweert men dat Juventus een bod van 178 miljoen euro op Virgil van Dijk zou voorbereiden. Een centrale verdediger! Sinds Degryse wacht ik al op het moment dat de zeepbel springt, maar het is nog altijd niet gebeurd. ‘ Integendeel, enkele portefeuilles zijn op weg naar de zevende hemel.

Het spook van de Brexit

Om goeie zaken te doen hebben de Belgische clubs de goeie gewoonte aangenomen om zich tot Engeland te richten. Daar stroomt het geld bij beken, door de tv-rechten die voor honderden miljoenen euro’s zorgen op de bankrekeningen van de clubs. De meeste uitgaven wegen daar niet zwaar door en het zijn de leveranciers die daarvan profiteren. België behoort zeer zeker tot die leveranciers. Als we kijken naar de duurste tien uitgaande transfers in de geschiedenis van de Pro League, dan komen de kopers acht keer uit Engeland.

Daarom kijkt het Belgisch voetbal enigszins bevreesd naar de mogelijke gevolgen van de Brexit voor de voetbalmarkt. ‘Er zijn twee strekkingen in Engeland: zij die zeggen dat er niks hoeft te veranderen en zij die de grenzen willen sluiten en buitenlandse spelers het land uitzetten om het jonge Engelse talent kansen te geven’, legt ex-makelaar Nenad Petrovic uit voor de camera van LN24.

‘Het is duidelijk dat de Brexit een en ander kan veranderen’, bevestigt Michel Louwagie, die toegeeft dat de Premier League de belangrijkste financiële attractiepool blijft voor België. ‘Het gaat hen wat meer kosten en dat verdient enig wantrouwen, want het zou de markt kunnen destabiliseren.’

‘Voor topspelers zal er niks veranderen’, nuanceert Peter Smeets. Hij voorziet ook eerder gevolgen op de lange termijn, niet voor de eerstvolgende transferperiodes die allicht nog ontsnappen aan een nieuwe wetgeving. ‘Het is eerder op de kleinere transfers dat het een effect zou kunnen hebben. Een jongere samen met zijn ouders laten overkomen zal niet zo gemakkelijk meer zijn.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content