Vorige week klopte FC Sevilla Arsenal in de Champions League. Tom De Mul maakte het van dichtbij mee. De jonge Belg is gelukkig in Andalusië.

zondag 25/11

“Gisterenavond verloren we met 1-2 van Mallorca. In de competitie gaat het nog niet zoals het zou moeten. Zelf heb ik 35 minuten gespeeld en ik vond dat ik het niet onaardig deed. Met mijzelf gaat het goed de laatste tijd. Ik ben er meestal bij in de selectie en in totaal speelde ik al vijf keer mee. De eerste weken had ik het moeilijk, want het niveau op training ligt hier zeer hoog, nog hoger dan bij Ajax. Daar had je óók heel goede spelers, maar in onze selectie zitten alléén maar heel goede spelers. Ook de tegenstand is van een ander niveau. In Nederland heb je nog een paar teams waar je vrij simpel van kan winnen, hier heb je echt geen zwakke ploegen meer.

“Vanochtend was het om elf uur uitlooptraining voor de spelers die de hele wedstrijd volmaakten. De anderen, waaronder ik, trainden gewoon met de spelers die gisteren niet aan de bak kwamen. Die training duurde anderhalf uur. Ik train nog vaak in korte broek. Het is hier nog altijd 18 tot 20 graden.

“Na de training ben je doorgaans vrij. We eten alleen samen als we op afzondering gaan. Soms gaan we samen uiteten met het team, maar dat gebeurde nog maar twee keer sinds ik hier ben. Ik woon samen met mijn vriendin, een Nederlandse uit Volendam. Zij kookt. Vandaag spinazie met kip en aardappelen. Waarom ik niet kook? Ik mag niet in de keuken van haar, zij vreest het ergste als ik iets zou uitproberen. Als ze plots een week weg zou zijn, overleef ik het wel. En er zijn heel wat restaurants in Sevilla …

maandag 26/11

“Training om tien uur. Het maakt niet uit wanneer je aankomt, als je maar om tien uur klaar bent. Eerst was er een videoanalyse van Arsenal, zo’n tien minuten, over hun sterke en zwakke punten. Daarna trainden we tot twaalf uur. Er was veel volk, heel veel pers. Het was dan ook een open training, doorgaans vindt de laatste training voor een wedstrijd plaats achter gesloten deuren.

“Daarna kregen we de lijst van de 18 geselecteerden. Een kern van 26 betekent dat er altijd 8 spelers in de tribune belanden. Ik was bij de achttien. De enige Champions Leaguewedstrijd die ik miste, was tegen Steaua Boekarest.

“Na de training mochten we weer naar huis. De dag voor de wedstrijd probeer ik goed te rusten, meestal slaap ik een uurtje. De siësta bestaat hier nog, maar dan vooral in de zomer, wanneer het tussen één en drie ’s middags echt te heet is. In de winter is dat niet nodig, dan houden de meeste mensen geen middagslaapje, behalve voetballers. Verder blijf ik de avond voor een match gewoon thuis en ga ik rond elf uur slapen.””Om twaalf uur werden we verwacht in Hotel Lebreros, waar we bij thuiswedstrijden altijd verzamelen. Het hotel ligt op vijf minuten rijden van het stadion. Eerst zijn we nog wat gaan loslopen, plus wat stretchen en wat korte sprintjes trekken om de spieren wakker te maken. Daarna aten we samen, kip of vis. Alles gebeurt heel relaxed. Van nervositeit voor een wedstrijd was nog niets te merken. Daarna was het rusten geblazen op de kamer. Doorgaans deel ik die kamer met Andrés Palop, onze Spaanse doelman. Hij doet heel erg zijn best om me te begrijpen. Mijn Spaans wordt ook steeds beter. Meestal kijkt hij tv en heb ik mijn draagbare dvd-speler bij. Je wordt tijdens die rustperiode wel geacht op de kamer te blijven.

“Drie uur voor de wedstrijd, om kwart voor zes, aten we wat lichte kost en dan volgde de bespreking, die twintig minuten duurde. Dit keer had de trainer ’s middags al gezegd wie zou starten en wie op de bank zat. Soms gebeurt dat pas kort voor de wedstrijd.

dinsdag 27/11

Om zeven uur reden we door een haag van enthousiaste fans naar het stadion. Ik vind dat fascinerend, hoe mensen hier naar het voetbal toe leven, hoe ze ermee bezig zijn. Dat heb ik tevoren nooit meegemaakt.

“Al vroeg in de wedstrijd vroeg de trainer me op te warmen. Hij heeft zeker met het idee gespeeld om me snel in te brengen, maar op dat moment begon het op het veld goed te lopen en dus bleef ik op de bank. Dat Sevilla van Arsenal won, verbaast me niet echt. Wij kunnen van alle ploegen ter wereld winnen. We hebben Real al drie keer geklopt, Valencia weggespeeld. Het klinkt raar, maar het spelniveau tegen Arsenal is niet hoger dan dat tegen Barcelona of Real in competitie. De ontlading was wel enorm. Dit is – als ik me niet vergis – de eerste keer dat Sevilla in de Champions League speelt. Na de wedstrijd keerden we terug naar het hotel en aten we samen nog iets. Rond kwart voor twaalf was ik thuis. Ook mijn vriendin was naar de wedstrijd komen kijken. We hadden drie vrijkaarten: één voor haar, één voor onze leraar Spaans en voor een vriend van hem.”

woensdag 28/11

“Weer een ochtendtraining: uitlopen voor de titularissen, trainen voor mij. Na de middag zijn we met de honden, twee labradors, naar het strand getrokken. Dat is een uurtje rijden. Daarna zijn we kerstinkopen gaan doen in een supermarkt. Bij ons thuis staat de kerstboom al klaar. Mijn vriendin heeft dat gedaan. Ik heb een beetje geholpen: de kerstballen erin gehangen. Van 23 tot 29 december zijn we vrij. In die week gaan we langs bij onze ouders in België en Nederland. Op 2 januari spelen we alweer een wedstrijd voor de Spaanse beker.”

dondardag 29/11

“Na de ochtendtraining stond er om halfvier Spaanse les op het programma, anderhalf uur lang. Ik doe dat twee keer per week, mijn vriendin vier keer. Het is via haar school dat ik deze leraar vond, ik betaal hem zelf. Hij kent ook Engels, dat helpt af en toe nog, maar ik maak me sterk dat ik straks mijn plan kan trekken in het Spaans.

“Ik had ook les kunnen volgen via de club, zoals andere spelers, maar ik wilde graag deze leraar. Spaans is de voertaal op training, weinigen spreken iets anders. Bij Ajax zei Henk ten Cate af en toe iets in het Spaans tegen de Zuid-Amerikanen.

“Het gerucht dat Saint-Etienne in mij geïnteresseerd zou zijn, heb ik niet opgevangen. Ik ben hier nog maar net, heb voor vijf jaar getekend, en het bevalt me heel erg. Liefst wil ik zo lang mogelijk bij Sevilla blijven.

“Zelfs als ik op training hard werk en me sterk voel, garandeert dat me geen basisplaats. Het wordt een harde strijd, waarin flink je best doen niet altijd volstaat, want iedereen doet zijn best. Maar ik klaag niet, ik wist dat ik hier het eerste jaar niet elke week aan spelen toe zou komen.” S

opgetekend door geert foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content