Het wedervaren van Herman Helleputte in Beveren. ‘Je moet hier constant met de beginselen van het voetbal bezig zijn.’

Herman Helleputte is een tevreden trainer. “We mogen niet klagen”, zegt hij, “want we hebben het, denk ik, beter gedaan dan iedereen tot hiertoe had verwacht. Beveren was toch de ploeg bij uitstek die al veroordeeld was voor het seizoen begon. Maar ondertussen is de kans redelijk reëel dat we in eerste klasse blijven. Dat is dan toch onze verdienste. We zijn voor het seizoen in DeClinge op trainingskamp geweest met élf spelers, waaronder drie doelmannen en een paar jongens van de B-kern. In Sport/VoetbalMagazine werd toen wat lacherig gedaan over tien kleine negertjes, maar ondertussen ziet iedereen ons wel als een volwaardige ploeg. Op een paar van de laatste weken na brengen wij ook goed voetbal én we hebben een overwinning of acht op zak, plus meer dan vijfentwintig punten : dat is niet zo slecht, dacht ik.”

“Ik moest wel eerst die Afrikaanse mentaliteit wat leren kennen. Kijk, wij maken ons heel druk over een nederlaag. Zij… verliezen ook niet graag. Op training lopen er ook met zó’n gezicht als ze een partijtje verliezen of zouden ze een ander in twee stampen om toch maar te winnen, maar vijf minuten later zijn ze het wel vergeten. Als je je daar druk om gaat maken, ben je dus wel fout bezig. Begin je te brullen en roepen tegen die mannen, dan is het over, want dan sluiten ze zich af.

“Wij doen bijvoorbeeld ook geen specifieke fysieke testen. Dat heeft voor een deel met het financiële te maken maar ook omdat sommige jongens er niet gemotiveerd voor zijn. Zet bijvoorbeeld een van die Afrikanen op een loopband of een fiets en je krijgt niet het ware eindresultaat omdat ze er het nut niet van inzien. Wat moeten wij hier trappen om goed te kunnen voetballen ? Dankzij Eddy De Bolle was ik daar op voorbereid en leef ik mee in hun gedachtenwereld : vandaag is vandaag en morgen is morgen. Je moet tegen hen eigenlijk niet beginnen over iets van over twee, drie weken, want dat heeft geen zin.

“Verder houden we ook rekening met hun kwaliteiten. Dat betekent : het technische laten voorgaan en niet te veel kritiek geven op het balbezit, want ze houden heel graag de bal bij, waardoor ons spel in het begin wel iets te traag verliep. Je kan dan wel de bal rondspelen, maar ondertussen is de tegenstrever natuurlijk goed georganiseerd. Dat we sneller naar voren moeten spelen, hebben we er in de loop der tijd wel wat in kunnen brengen. Maar er wordt nog geregeld zuiver op balbezit gespeeld en dat moet je dan wel af en toe door de vingers kunnen zien. Want wij kunnen eenvoudig weg niet met de lange bal spelen, daar hebben we de spelers niet voor. Daarom spelen de meeste ploegen ook graag tegen ons. Wij láten voetballen. Er zijn, denk ik, weinig wedstrijden waarin we voetballend onder liggen, om niet te zeggen dat we voetballend meestal de betere ploeg zijn. In balbezit zijn we op ons best.”

Lijdt Beveren echter balverlies, dan komt de zwakte van het elftal naar boven : in de recuperatie en organisatie blijkt vooral de achterste linie heel kwetsbaar. “Met EricDecroix hadden we iemand met veel routine gehaald. Iemand die een heel goeie opleiding heeft genoten, veel met voetbal bezig is, later trainer wil worden en naar wie de Ivorianen luisterden. Kortom, de ideale man voor het organiseren van de verdediging, want hij liet de mensen rond zich beter voetballen. Maar hem zijn we nu door een blessure al een paar weken kwijt en dan zie je dat het meteen een pak minder gaat. Ook omdat we van achteren uit nu iets minder verzorgd opbouwen.

“De alertheid, waar Eric door zijn verbaal optreden voor zorgde, is ook weg. Je kan daar voor de wedstrijd of tijdens de rust op hameren, dat ze wakker moeten blijven, maar het moet ook óp het veld tegen de jongens gezegd kunnen worden. Let op aan de tweede paal, kijk in je rug, laat niemand voor je komen, aan de binnenkant dekken : met de beginselen van het voetbal moet je hier eigenlijk constant bezig zijn. We hebben wel verdedigers die op zichzelf heel goed spelen, maar geen jongens die de anderen beter maken en daar knelt dus het schoentje.”

Ook voorin. FrédéricPierre werd gehinderd door een weerspannige knie en kon vooralsnog niet wegsteken dat hij al een hele tijd niet meer heeft gevoetbald. “Dat wis je inderdaad niet zomaar uit. Maar hij is al paar kilo afgevallen, dat bewijst voor mij toch dat hij wíl.” Wat de trainer dan weer niet kan zeggen van Zézéto. “Ik had gehoopt dat hij dit jaar weer de voetballer zou zijn die hij hier het eerste half jaar was. Hij speelt af en toe wel een goeie wedstrijd, maar hij zou beter moeten kunnen. Probleem is dat hij er ook zelf hard aan moet werken. Het is niet enkel ’s zondags dat wedstrijdje spelen. Hij moet beseffen dat alleen wie in de week goed werkt, in het weekend zijn beste rendement haalt. Kaiper bijvoorbeeld, die aanvankelijk nog helemaal was aangepast en wat te licht woog voor eerste klasse, blijkt nu een bruikbare schakel geworden in onze ploeg.”

Beveren stond er tegen Mechelen, maar kende de weken ervoor een terugval, met nederlagen tegen haalbaar geachte ploegen als Lommel of Westerlo. Als je die reeks wedstrijden van Beveren analyseert, stelt Helleputte vast, zie je dat het telkens individuele fouten achterin zijn die de ploeg de das omdeden. “Dat heeft misschien ook wel wat met de jeugdigheid van de selectie te maken. We mogen niet vergeten dat er veel van 18, 19 of 20 jaar tussen lopen. Men spreekt in dat verband altijd van het jonge KV Mechelen, maar ik denk niet dat die zoveel jonger zijn dan wij. Bovendien lopen er bij Beveren jongens die heel weinig of zelfs nog nooit in competitieverband hebben gespeeld. Van als ze zes of zeven jaar zijn tot ze uit Afrika naar hier komen, zijn ze bovendien in de Académie altijd de beste geweest en hebben ze daarom tactisch nooit iets moeten doen. Zeventig, tachtig procent van de tijd hadden ze daar toch de bal en ze wonnen alle wedstrijden. Je kan eventueel Theunis of Touré naar achteren schuiven, maar dan verlies je weer een heel pak mogelijkheden op je middenveld. Want zij laten door hun balrecuperatie, werkkracht en spirit de ploeg dáár beter spelen”

Dus moet Beveren het achterin vooral hebben van zijn Engelse doelman, GrahamStack. Een aanwinst, beseft Helleputte. “Alleen moeten we nog schaven aan zijn uitkomen. Je houdt dat in het oog bij andere keepers in Engeland en dan zie je wat ArsèneWenger mij hier ook vertelde. Namelijk dat Engelse keepers bij ballen voor doel veel rekenen op hun verdedigers, die meestal kopbalsterk zijn, en dus niet uitkomen.”

Toch zal het Helleputte niet zijn die gaat klagen. “We lopen niet als blinde kippen over het veld. We mogen alleen niet meer van die beginnersfouten maken zoals de laatste weken. Want als we dan achter komen, zijn er een aantal die meteen de gelijkmaker willen scoren, zonder na te denken wat er in de rug gebeurt en dan krijg je soms afstraffingen, zeker tegen topploegen. Maar als we nu nog een keer of twee kunnen winnen en gelijkspelen, zitten we straks bijna aan evenveel punten als in de heenronde. Dan zullen we het goed gedaan hebben en is er zelfs van een terugval geen sprake geweest.”

door Raoul De Groote

‘Voetballend zijn we meestal de betere ploeg, want in balbezit zijn we op ons best.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content