In zijn vijftiende jaar als voorzitter geniet Roger Vanden Stock nog eens van ouderwets champagnevoetbal en droomt Anderlecht van de titel en – ondanks de nederlaag op AZ – van Europese roem.

Oei! Dat is van lang geleden”, lacht Roger Vanden Stock wanneer de interviewer een competitiespecial van het seizoen 1996/97 op zijn bureau legt, dat in het mooi gerenoveerde trainingscomplex op Neerpede uitkijkt op de trainingsvelden waar jong paars-wit talent opgeleid wordt. In 1996 volgde Roger zijn vader Constant Vanden Stock op als voorzitter. Het waren woelige tijden voor paars-wit, leert de prognose uit die special van 1996/97 die zegt: voor het eerst sinds jaren begint Anderlecht niet als grote favoriet aan de competitie. Op papier heeft Anderlecht in ieder geval geen indrukwekkende ploeg.

Weet u nog wie in uw eerste seizoen als voorzitter Belgisch kampioen werd?

Roger Vanden Stock: “Club Brugge, zeker?”

Lierse!

“Ha, dat fameuze jaar van Lierse! Wij hadden toen geen te goeie ploeg.”

Crasson, Grün, Bosman en De Wilde waren de eerste spelers die na het Bosmanarrest contractvrij vertrokken. Rutjes stopte. Nieuwkomers waren Oleg Iachtchouk, Samuel Johnson, Suad Katana, Tibor Selymes en de piepjonge Alin Stoica.

“… dus geen goeie ploeg! De erfenis was zwaar. Ik zeg nog altijd: Pär Zetterberg heeft ons toen gered in die seizoenen. Dat was de motor van onze ploeg. Dat is de reden waarom ik altijd achter hem ben blijven staan, en hem heb teruggehaald, omdat ik nooit vergeten ben wat hij voor ons heeft betekend in die moeilijke overgangsjaren.”

Van de achttien voorzitters van toen bent u, samen met Roger Lambrecht, de enige die nog in functie is.

“De traditie wil dat Anderlecht weinig voorzitters heeft gekend. Als ik de traditie in ere wil houden, moet ik hier minimaal nog vier of vijf jaar blijven.”

Is dat uw bedoeling?

“Ik wil de traditie niet schaden. Continuïteit is belangrijk.”

Wat heeft u in die vijftien jaar voorzitterschap verbaasd?

“De evolutie in het topvoetbal. Europees iets betekenen is moeilijker geweest dan verwacht, omdat andere landen sneller vooruit zijn gegaan dan wij. In België moeten we gemiddeld om de twee jaar kampioen zijn. Dat is ons ook gelukt ( zes titels in veertien jaar, nvdr). Ik herinner me wel dat ik bij mijn aantreden dacht: oeioei, Anderlecht heeft het imago niet meer van vroeger, het heeft te weinig vedetten. Op dat moment was ik blij met Zetterberg, een speler die het imago van Anderlecht bleef uitstralen.

“In oude interviews met mij zal je merken dat mijn grootste doel toen was: een waardig jeugdcentrum uitbouwen. Twee jaar na mijn benoeming tot voorzitter zei ik al dat ik bezig was met mijn opvolging. De evolutie van vzw naar nv is nu eindelijk in orde. Sommige dingen duren veel langer dan ik toen gedacht had: het trainingscentrum, en de verbouwing van het stadion of de bouw van een nieuw stadion. Terwijl dat allemaal aansleepte, probeerden we nog altijd sterk te blijven in Europa. Daarom heb ik onmiddellijk gepleit voor de beperking van het aantal eersteklassers.”

Dan bent u gelukkig met de huidige competitieformule.

“Ik ben niet tevreden met deze formule. Dit is niet de formule van Anderlecht, dit is een compromis. Ik heb altijd gepleit voor veertien clubs.”

Dieumerci Mbokani

Europees maakt u nu een fantastische campagne door, maar toen u voorzitter werd, droomde u niet van de Europa League (of de UEFA Cup), maar van de Champions League.

“Bij elke wedstrijd in de Europa League zeg ik: bedankt, mijnheer Platini. Hij heeft van die Europa League iets gemaakt, al blijft ons doel om Champions League te spelen. Het is niet gemakkelijk: als je in de CL de groepsfases bereikt, stoot je in elke groep op twee clubs die behoren tot de twintig rijkste van Europa. Elke keer dat we in de Champions League raken, spelen we dus om derde te worden. Maar we mikken op die Champions League omdat het verschil tussen CL en EL financieel zo groot is.”

Als u ziet wat Genk dit jaar in de Champions League heeft meegemaakt, is het dat wat u volgend jaar wilt met Anderlecht?

“Ik ga hier niet het proces van Genk maken, maar ze zijn wél onverwacht kampioen geworden. De ploeg die CL speelde, was zelfs verzwakt tegenover de ploeg die kampioen werd.”

Wat u nu overkomt, riant aan de leiding staan en zo’n Europese campagne meemaken, had u dat verwacht?

“We zijn een beetje verrast, maar we moeten niet gaan jubelen. AZ is top in Nederland, dat een betere competitie heeft dan de onze, maar we zijn nooit bang geweest om tegen Nederlandse clubs te spelen.”

Daarom was u zo’n voorstander van een Beneliga!

“Absoluut! Ik heb dat plan voluit gesteund, in die jaren 1996 en 1997 was het bijna gelukt. Door het veto van een van de Nederlandse topclubs is dat toen niet doorgegaan: Feyenoord. Anderlecht en PSV trokken de kar, Ajax weifelde maar was uiteindelijk toch overtuigd. In België ging iedereen akkoord, ook Standard.”

Zou u dat idee vandaag nog verdedigen, als morgen iemand over een Beneliga begint?

“Ik denk dat dat moment voorbij is.”

Hebt u nog Europese ambities?

“Onze ambities zijn zeer groot. Als je ziet dat Braga de Europese finale haalt, waarom zouden wij dat dan niet kunnen? Anderlecht is sterker dan Braga.”

Kan Anderlecht de Europa League winnen?

“Als u me dat voor het seizoen had gevraagd, had ik gezegd: nooit. Nu hebben we een ploeg met speciale individualiteiten die ons naar de top van de Europa League kunnen leiden.”

Welke spelers hebben u verrast?

Mbokani verrast iedereen. Hij was afgekeurd bij Monaco, bij Wolfsburg.”

Bij Anderlecht …

“Nee, nee. Hij wou hier spelen in het eerste elftal, maar de trainer zag dat niet zo. We hebben geprobeerd hem een nieuw contract te laten tekenen, maar in december van zijn laatste jaar had hij al getekend bij Standard. Nu hebben we er alles aan gedaan om hem terug te halen.”

Mbokani was toen geen makkelijke jongen.

( lacht) “Het is nog altijd geen makkelijke jongen. Maar ik heb altijd bewondering gehad voor zijn kwaliteiten: zijn balvastheid, snelheid, doelgerichtheid, fantastische detente. Alle mogelijke kwaliteiten van een midvoor heeft hij. Heeft Mbokani eigenlijk gebreken? Misschien het feit dat hij niet altijd constant is. Hij kiest zijn wedstrijden uit.”

U speelt regelmatig tegen voetballers die hier zijn opgeleid of doorgebroken, maar daarna vertrekken en nu elders het mooie weer maken. Mujangi-Bia, Batshuayi … Zelfs als spelers veel talent hebben, hanteert u een bepaalde ethiek.

“Ik vind ethiek nog altijd belangrijk. Anderlecht heeft een ethische code. Er zijn dingen die wij niet doen of accepteren.”

Wat kan voor u wel en wat kan niet?

“Ik doe niet wat ik niet graag zou hebben dat een ander met mij of met ons doet.”

Het zijn niet alleen de Mbokani’s of Mujangi-Bia’s, de meeste Belgen in eerste klasse zijn opgeleid in Neerpede.

“Goed genoeg voor eerste klasse is in onze ogen soms niet genoeg voor Anderlecht. Je moet ambitie hebben om Europees mee te kunnen met ons, en international te worden.”

Luciano D’Onofrio

U hebt dit jaar met Mbokani en Jovanovic gekozen voor ervaren spelers uit het buitenland. Hebt u lang geaarzeld of dat wel de goeie weg was?

“Nee, omdat de kwaliteit van die spelers buiten kijf stond. Normaal kunnen wij zo’n kwaliteit mét hun ervaring niet meer aantrekken. Jova is wel duur qua salaris, maar hij verhoogt wel het niveau van heel het team.”

U moest wel afwachten of hij nog voetbalhonger had.

“Ik kan u verzekeren dat hij na zijn periode bij Liverpool ferme honger had. We zijn ook niet zeker dat hij honger zal blijven hebben, maar op dit moment wel.”

U volgde Jovanovic al langer dan afgelopen zomer?

“Ik heb altijd een goed contact gehad met hem, door zijn houding in onze moeilijke wedstrijden. Toen wij in Qatar waren, was hij daar toevallig voor zijn revalidatie. Op dat moment was hij nog niet overtuigd dat Anderlecht een goeie stap voor hem zou zijn. Hij dacht nog altijd dat hij dé man voor Liverpool zou worden.”

Hebben jullie Luciano D’Onofrio gebruikt om op hem in te praten?

“Eigenlijk niet.”

Hebt u nog contact met Luciano?

“Ja, maar ik ga daar niet veel meer over zeggen. Hij kent veel van voetbal, die kennis had Anderlecht in mijn ogen kunnen gebruiken. Ik heb het gevoel dat hij té lang dé vijand is geweest, en dat het niet klikte met mensen hier.”

Dus hij gaat niets meer voor Anderlecht doen?

“Wie weet. Op dit moment is er niets.”

Beschouwde u hem als een vriend?

“Wat is een vriend? ( toont zijn hand met vijf vingers) Echte vrienden kan je op één hand tellen. Daar behoort hij niet toe. Ik kan het goed met hem vinden omdat ik hem beschouw als een voetbalkenner. Echte voetbalkenners hebben me altijd aangetrokken.”

U kaart uw opvolging vaak zelf aan. Waarom begint u daar zelf over?

“Omdat ik daar bezorgd over ben. Ik ben nu al bezig om de toekomst te verzekeren voor de dag dat ik er niet meer ben, wetende dat we nu een nv zijn, maar met een situatie waarin ik nog altijd kan beslissen wie na mij komt en wie niet. Omdat ik nog altijd de meerderheid van de aandelen in handen heb.”

Weet u wie u gaat opvolgen?

“Ik heb mijn idee, maar ik vertel het u vandaag lekker niet.”

Staat er een deadline op?

“Ik ga morgen niet opstappen, maar ik ga wel meer en meer delegeren, als het klikt met de man die mijn opvolger zou kunnen worden.”

Anderlecht is een nv en dus zijn de aandelen te koop. Stel dat hier morgen een rijke Rus komt die zegt: Monaco is niet meer te koop, doe mij maar Anderlecht.

“Ik verwacht dat zich hier de komende jaren zulke mensen aandienen.”

Gaat u daar dan ernstig over nadenken?

“Dat mag nooit gebeuren.”

Wat wilt u absoluut nog bereiken als voorzitter?

“Een nieuw of vernieuwd stadion.”

De tendens is nog altijd om op de bestaande locatie een ring bij te bouwen.

“Klopt. En de capaciteit op te drijven naar 30.000 plaatsen.”

Durft u daar nog een deadline op te plaatsen?

“Nee. Alles is gepland voor 2013, uiterlijk 2014, maar het kan ook een jaar langer duren. Vandaag is Anderlecht klaar om een investering te doen van 40 tot 50 miljoen euro om die derde ring te bouwen, maar we mogen niet. Als we morgen de vergunning hebben, beginnen we direct. Ons probleem is niet de middelen vinden, maar een bouwvergunning krijgen. Dat lijkt me een Belgisch probleem. Toen we zes jaar geleden bij NEC gingen spelen, stond ik te kijken van hun nieuwe stadion. ‘Dat is al het vijfde of zesde in een paar jaar’, zei ik tegen Jeu Sprengers. ‘Nee’, was zijn antwoord: ‘het negentiende!'”

Moet u dan nieuwe parkeermeters laten plaatsen, zodat uw supporters geen verkeersboete van de gemeente krijgen terwijl ze de wedstrijd volgen?

“Het parkeerprobleem is een probleem in heel Brussel. Onder het vernieuwde stadion zal zich een parking van 1000 plaatsen bevinden. Intussen blijft het moeilijk om mensen te overtuigen hun auto op een grote parking achter te laten. Ik heb zelfs op vrienden moeten inpraten om hun auto bij het Erasmusziekenhuis te laten en van daar de metro te nemen.”

Ariël Jacobs

Houdt u bij hoeveel hoofdtrainers u versleten hebt sinds u voorzitter bent?

“Om de drie jaar één, denk ik.”

Waarom is Ariël Jacobs hier dan na drie jaar nog?

“Als een trainer goed werkt, qua resultaten onze doelen haalt en we een goed contact hebben, waarom dan veranderen? Ik ben altijd voorstander geweest van een trainer die lang blijft. Voor mij mag Ariël Jacobs hier nog twintig jaar blijven. Maar de druk van buiten op ons is soms zo groot …”

Laat u door die druk van buitenaf uw beleid bepalen?

“Nee nee. De druk om van trainer te veranderen was vorig jaar zeer groot, maar we hebben dat niet gedaan.”

Waarom houdt u hem dan langer dan de anderen?

“Hij heeft dezelfde visie als ik. Daarmee bedoel ik: als we een probleem hebben en we vragen hem hoe hij dat gaat oplossen, zitten we op dezelfde lijn. Vaak is dat niet het geval geweest in het verleden, met andere trainers. Die problemen hebben we met Jacobs niet. Zijn manier van aanpakken is in mijn ogen wat een trainer moet doen.”

Ook al wordt hem weleens aangewreven dat hij niet altijd dominant wil voetballen. Is hij niet te voorzichtig voor Anderlecht?

“Wat je hem soms kunt verwijten, is zijn cynisme, de dubbele bodem in zijn opmerkingen tegen de pers. Dat getuigt dan wel weer van persoonlijkheid.”

Wanneer wordt hij TD?

Ge doet het zoals in Engeland met een trainer die de baas is over de club, of zoals in België met een trainer die de verantwoordelijkheid heeft over de eerste ploeg. De leiding van de club qua transfers en contracten is bij ons in handen van de algemeen directeur. Ik heb geen trainer-manager nodig. Omdat wij in België nog altijd zeer kort bij het beslissingsniveau staan. Misschien verandert dat in de toekomst.”

Hoe vaak praat u met de trainer?

“Minstens één keer per week. Voor de rest doet hij zijn ding. Maar hij moet wel de stijl van Anderlecht behouden. Daar liep het de laatste jaren een beetje mis. De stijl van Anderlecht is nu terug. Een paar jaar geleden neigde men meer naar krachtvoetbal, nu zijn we terug bij ons uitgangspunt van vroeger: wij moeten in de eerste plaats goed voetbal brengen. Het liefst mét resultaat.”

De voorbije jaren zijn jullie een paar keer kampioen geworden terwijl de supporters op de tribune niet tevreden waren met wat ze zagen. Hoelang is het geleden dat u nog eens zo’n goed voetbal van uw ploeg zag?

“Waarschijnlijk van de tijd van Aimé Anthuenis toen we Radzinski en Koller hadden. Het voetbal van nu is wel het beste wat we hier in de laatste zes, zeven jaar gezien hebben.”

Kunt u zich voorstellen dat u met dit voetbal geen kampioen wordt?

“Ik denk dat, als we de kern zo kunnen houden, we kampioen gaan spelen.”

U moet ook kampioen worden, als u rechtstreeks geplaatst wilt zijn voor de Champions League!

“Dat is ook de reden dat we zo’n effort gedaan hebben in de transferperiode. We hebben Biglia ook laten opereren opdat hij fit zou zijn voor de play-offs, en in januari geen sterkhouders laten vertrekken. We hebben er alles aan gedaan om dit jaar kampioen te worden.”

En als u straks toch geen kampioen wordt, en de CL mist?

“De Champions League is onze buffer voor de toekomst. Zonder CL moeten we een stap achteruit zetten. Dat is: geen transfer kunnen doen, of zelf een speler verkopen. Als we de CL halen, kunnen we onze spelers houden, als we dat willen.”

U bedoelt: Biglia en Suárez.

“Om eerlijk te zijn: ik denk dat die zich zodanig in de kijker hebben gespeeld dat ze weg zullen gaan.”

Dan moet u goeie vervangers halen.

“Daar zijn we al mee bezig, maar ik ga u nu niet zeggen met wie.”

DOOR GEERT FOUTRÉ

“Als we de Champions League halen, kunnen we onze spelers houden.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content