Het is een hele weg die Marc Wilmots heeft afgelegd, van RCS Jodoigne naar het WK in Brazilië. Sport/Voetbalmagazine hield onderweg halt bij mensen die hem op zijn etappes als speler een eind begeleid hebben.

RCS JODOIGNE (1980-1985)

José Bauwin (67) was de eerste trainer van Wilmots bij RCS Jodoigne.

José Bauwin: “Elf jaar was Wilmots toen hij zich bij ons aansloot. Je zag meteen wat hij kon, de eigenschappen waarmee hij later zijn loopbaan uitbouwde: fysiek, kracht, wilskracht, een goed schot en doelgerichtheid. Wij konden niet anders dan hem meteen een leeftijdscategorie hoger zetten, bij de knapen. Om beter te worden moest hij met oudere spelers voetballen. Ik herinner me dat zijn pa, Léon, ons zei dat Mark al flink meewerkte op de boerderij en niet op een inspanning keek. Hij had al gezond boerenverstand op zijn twaalfde, hij wist dat je eerst moest zaaien alvorens je kan oogsten. Waarschijnlijk hadden we toen nog andere spelertjes met evenveel talent als hij, maar voor hen was voetbal niet het allerbelangrijkste. Marc daarentegen wist toen al dat hij ooit in eerste klasse wou en zou spelen, en heeft al de rest aan dat doel ondergeschikt gemaakt. RCS Jodoigne had toen een goeie lichting knapen. Marc vormde een sterk aanvalsduo met een andere jongen uit de streek. De middenvelders gaven alle ballen aan hen, en een van de centrale verdedigers gaf regelmatig een lange lel op de bal, waarop Marc erachteraan spurtte. Ook op een slecht veld ging hij graag de diepte in. Niemand kon hem afstoppen, hij scoorde aan de lopende band.

“In zijn interviews blikt hij nog weleens emotioneel terug op die eerste kampioenstitel met de knapen. Ze maakten dat seizoen meer dan 200 goals. Wanneer de voorsprong groot genoeg was, vroeg ik Marc om af te haken naar het middenveld of om naar de flank uit te wijken. Soms was het té gemakkelijk, voorin in punt, en was het juist interessant om te zien hoe hij zijn actieradius uitbreidde, het spel verdeelde, mee hielp verdedigen. Je moest hem niets twee keer uitleggen.

“Op een dag speelde Anderlecht bij ons vooraleer ze afreisden naar het toernooi van Montaigu. Wij klopten ze met 3-2. Hun trainer, Philippe Van Wilder, schold zijn spelers de huid vol: ‘Jullie verliezen van een ploegske boeren!’ Die drie jaar met Marc en zijn team waren fantastisch.”

SINT-TRUIDEN VV (1985-1988)

Marc Wilmots arriveert in de zomer van 1985 op Staaien, waar hij het seizoen erna aan de zijde van publiekslieveling Stef Agten vaste waarde bij de toenmalige tweedeklasser wordt. Agten wordt, met dank aan Marc Wilmots, twee seizoenen na elkaar tot beste speler van het seizoen uitgeroepen.

Stef Agten: “Ik herinner mij nog goed een van Marcs eerste matchen in tweede klasse, nadat hij bijna het hele jaar met de jeugd gespeeld had en pas op het einde van het seizoen met ons begon mee te trainen. Marc moest invallen, maar kreeg zijn polshorloge niet los. Hij trok zijn lange mouwen boven zijn uurwerk, maar de scheidsrechter stuurde hem meteen naar de zijlijn, waar onze kinesist met een tang het slotje moest openbreken. (lacht)

“Een gewone jongen, vond ik hem, tot hij begon te voetballen… Je zag meteen: dit wordt een groot sportmens. Wij noemden hem Het Beest. Amper zestien jaar, maar als je op training met Marc in duel moest gaan… (blaast) Een onmenselijke kerel, maar dan in positieve zin. Sterk als een paard. Toen hij rond halfzes op training arriveerde, kon je soms nog zien dat hij de hele dag op de ouderlijke boerderij gewerkt had. Er zat nog een plukje stro op de kleren…

“Hij had geen grote mond, maar was ook niet teruggetrokken. Marc kende heel goed zijn plaats binnen de groep en luisterde naar de oudere spelers. Stelen met de ogen én de oren. En na de matchen gingen we met twaalf, dertien man een pintje drinken. Ook Marc, al was hij pas zestien of zeventien jaar. Marc at op tijd en stond een stuk spek of bestelde een zakje chips en een biertje. Hij is zelfs ooit nog bij ons blijven slapen, want hij was nog te jong om met de auto te rijden. (lacht)

“In zijn tweede seizoen, 1986, werd hij onder Guy Mangelschots titularis. De club had een aantal spelers met zware contracten vervangen door jonge gasten. Danny Boffin, Marc, Alain Peetermans… In zijn eerste wedstrijd, toen we tegen THOR Waterschei 0-2 achterstonden, mocht Marc invallen en scoorde hij meteen de 1-2 en de 2-2. Hij werd topschutter in tweede klasse met 22 goals én we waren kampioen. Ik werd voor het tweede opeenvolgende jaar tot beste speler verkozen, maar op voetbaltechnisch vlak was Marc zó veel beter. Marc Wilmots en tien anderen, dát was STVV in die tijd. En toch liep hij nooit naast zijn schoenen. Nog altijd niet, vind ik. Integendeel. Marc is joviaal en sympathiek.

“In ons eerste seizoen in de hoogste afdeling wonnen we thuis van Club Brugge – twee goals van Marc – en óp Anderlecht (doelpunt Stef Agten, nvdr), nadat hij die dag op de boerderij nog de maïs geoogst had. Onvoorstelbaar… Marc kon zich enorm opladen, zeker als we op Staaien moesten voetballen. ‘Komaan gasten, we steken een tandje bij.’

“Toen bekend geraakte dat hij naar KV Mechelen zou vertrekken, werd hij door onze voorzitter – Guy Lambeets – een paar wedstrijden geschorst. De ironie wil dat Marc later met Katrien, de dochter van onze voorzitter, zou trouwen. Op Standard stond Marc niet in de ploeg. Wij hingen allemaal aan de club vast, terwijl Marc eigendom van zijn vader, Léon, was en op het einde van het seizoen deed wat hij wilde.”

KV MECHELEN (1988-1991)

Paul Courant was manager van KV Mechelen toen hij in 1988 Marc Wilmots bij Sint-Truiden weghaalde.

“Eigenlijk was Marc Wilmots toen de eerste vrije transfer. Zijn vader behartigde zijn zaken, hij runde een grote boerderij en wist wat het was om te onderhandelen. Er werd aan hem een aanzienlijk bedrag betaald en hij bedong nog een percentage op een eventuele doorverkoop.

“Ik had zelf aangedrongen op de komst van Wilmots. Ik wist zeker dat hij met zijn mentaliteit en werkkracht heel goed zou passen. KV Mechelen had toen net de Europacup gewonnen, maar je kan niet zeggen dat dat met artistiek voetbal gebeurde, met uitzondering dan van Eli Ohana.

“Wilmots had het in zijn eerste seizoen niet gemakkelijk, hij zat vaak op de bank, maar schikte zich in die rol. Tijdens het tweede jaar brak hij dan door. Dankzij Fi Vanhoof. Wilmots kwam als diepe spits naar Mechelen, maar Fi schoof hem een compartiment achteruit. Hij vond dat hij vanuit de tweede lijn met zijn werkkracht meer zou renderen. Een zeer juiste inschatting.

“Het verbaast me niet dat Wilmots het als trainer goed doet. Het kwam er voor hem op aan het juiste moment af te wachten. Bij Schalke 04 had hij geen goeie ervaring als trainer, hij werd te snel voor de groep gegooid, de toenmalige manager Rudi Assauer vertelde me dat hij wat dat betreft een zware inschattingsfout had gemaakt. Maar Wilmots is iemand die in alles wat hij doet, wil leren, dat zag je ook als voetballer. Het is een overlever. Wat er ook gebeurt, je krijgt hem niet stuk. Dat zal in Brazilië wel blijken, ook als het minder loopt.

“Ik ken Dick Advocaat vrij goed en toen die me op een gegeven moment vroeg wat ik ervan vond dat hij Wilmots als adjunct zou aantrekken, heb ik hem meteen gezegd dat dit een zeer goed idee was. Waarmee ik niet wil beweren dat Wilmots door mij bij de nationale ploeg kwam, Advocaat zal ook wel bij anderen advies hebben ingewonnen.

“Waarom ik in Wilmots als trainer geloofde? Vanwege zijn integriteit. Hij is zeer eerlijk en weet hoe hij met topvoetballers moet omgaan. Je merkt dat hij de Rode Duivels heel nadrukkelijk stuurt, dat hij goed anticipeert en als het moet toch zegt waar het op staat. En dat wordt aanvaard. Want dat is toch opmerkelijk: je hoort over Wilmots geen enkele klacht. Al had hij natuurlijk het nodige geluk. Want wat gebeurt er als eerst Advocaat en later Georges Leekens niet vertrekken? En het is bekend dat er met andere kandidaten was gepraat en dat niet iedereen binnen de voetbalbond in Wilmots geloofde. Maar zo is het in het leven: veel hangt aan een zijden draadje.”

STANDARD (1991-1996)

Guy Hellers (49), tegenwoordig sportief manager bij F91 Dudelange, van 1991 tot 1996 Wilmots’ ploegmaat bij Standard.

“Veel aanpassingstijd had Wilmots niet nodig toen hij van KV Mechelen overkwam. Slim van hem om niet onmiddellijk van Sint-Truiden naar Sclessin te trekken. In Mechelen leerde hij het vak van topvoetballer, en met zijn ervaring, zijn vriendelijkheid en zijn rechtdoorzee mentaliteit werd hij meteen geaccepteerd op het veld en in de kleedkamer. Standard had flink wat geld voor hem betaald. Hij had daarvan kunnen profiteren om de ster uit te hangen, maar Marc deed dat niet. Hij gaf altijd alles voor het collectief en de winst. Marc speelde zoals hij trainde. Altijd voluit. Dat eisen de supporters ook in Luik. Je mag een foutje maken, als je maar je truitje nat maakt. Marc was gemaakt voor Standard.

“Willy was een goalgetter, die goeie aanvalsduo’s vormde, vooral met Michael Goossens en Aurelio Vidmar. Maar hij stond niet voorin in de zestien meter te wachten op een bal. Hij vond het fijn om af te haken en op het middenveld te komen helpen, of op te rukken uit de tweede lijn. Hij stak me vaak een handje toe, ik zei dan: ‘Komaan, dikke, de loopgraven in.’ Met hem naast mij had ik nooit het gevoel dat ik in de problemen kon komen.”

“Hij is met hard werken een allround voetballer geworden. Je hebt fijne technische spelers en goeie technische spelers. Marc behoorde tot de tweede groep, hij wist hoe hij Goossens en Vidmar moest bedienen. Zijn traptechniek benaderde de perfectie, want hij werkte er elke dag aan op training. Bij Mechelen kreeg hij zijn opleiding, maar pas bij Standard is hij uitgegroeid tot een leider. Altijd bereid om tientallen meters af te leggen om een ploegmaat bij te staan. Bij Standard is hij ook een betere voetballer geworden. Een die in 1996 begreep dat hij, om nog een stap vooruit te zetten, naar het buitenland moest. Opnieuw koos hij niet de gemakkelijkste weg, richting Bundesliga. Dat hij het daar op topniveau maakte, zegt alles. Als ik hem als trainer zie, veeleisend voor zijn spelers maar toch dicht bij hen, herken ik de speler die hij was. Soms sms’en we nog. Zo vroeg ik hem tickets voor de wedstrijd tegen Wales. Hij had ze kunnen opsturen, maar hij vroeg me langs het spelershotel te passeren om ze op te halen, en daar een koffie met hem te drinken. Dat is Wilmots ten voeten uit.”

SCHALKE 04 (1996-2000/2001-2003)

Schalke 04 biedt 750.000 euro aan Standard, dat echter meer wil. Marc Wilmots past uit eigen zak 250.000 euro bij en zal er op en naast het veld een uitstekende tandem met Youri Mulder vormen.

Youri Mulder: “Schalke had het in die periode financieel niet gemakkelijk, zodat onze manager Rudi Assauer de policy had om elk seizoen een speler naar Gelsenkirchen te halen die karakterieel én op voetbalvlak bij de club moest passen. Ik herinner me nog dat Assauer mij vroeg om naar Schloss Berge, een zaak in de buurt van het stadion, te komen om met Willy en zijn vrouw kennis te maken. Mijn eerste indruk? Een extraverte kerel met een hartelijke lach.

“Dat hij zelf een deel van de transfersom betaald had, zegt veel over zijn karakter: een speler die enorm in zichzelf geloofde, maar tegelijk stevig op de grond stond. Hij vond gemakkelijk zijn weg in de groep – dat extraverte trekje – zonder overdreven op de voorgrond te willen treden. Een fijn mens om mee samen te leven. Soms kom je buiten het veld goed overeen maar tussen de lijnen totaal niet. Met Marc klikte het overal.

“We waren geen types die drie man dribbelden en dan scoorden, maar probeerden elkaar in de combinatie te vinden. Ik kon de bal kwijt aan hem en omgekeerd: eventjes vasthouden en weer inspelen. Ik vond het prettig om met Marc in de ploeg te staan, hij was een intelligente voetballer die met zijn fysieke kwaliteiten uitstekend in de Bundesliga paste. Met zijn geuzennaam Das Kampfschwein deden ze volgens mij zijn voetbalkwaliteiten tekort. Hij trok zijn ‘poot’ nooit terug, maar hij kon ook geweldig voetballen.

“In zijn eerste maanden werden we met het ontslag van Jörg Berger geconfronteerd, maar wonnen we onder Huub Stevens de UEFA Cup. Marc kwam ook al vrij snel in de spelersraad en leerde van onze manager om een bepaalde lijn aan te houden: niet vandaag naar links gaan en morgen naar rechts zwalken. Een eigenschap die hem wellicht ook als trainer goed van pas komt. Zelfreflectie mag en moet, maar spelers hebben toch graag iemand die rechtuit is en niet voortdurend twijfelt. Zo was Marc als speler ook. Als het even niet goed gaat de schouders optrekken en doorgaan. Nooit zeuren over pijn.

“Ik zag er toen al een trainer in, maar dan vooral eentje die het spel niet te moeilijk zou maken. In een interview in De Voetbaltrainer las ik toch dat hij veel met pass- en trapvormen of positiespelletjes werkt, wat we onder Stevens ook veel deden. Huub stond voor een goede organisatie, discipline, op tijd komen en hard werken…

“Toen hij na een seizoen bij Bordeaux terug naar Gelsenkirchen kon, werd zijn transfer met Stevens en Assauer op mijn huwelijksfeest geregeld. (lacht) Ik vond hem niet veranderd, alleen had zijn enkel redelijk wat schade opgelopen. Hij was nog steeds een fijne collega, die thuis overheerlijke steaks had. Soms kwamen we midden in de nacht van een verre uitwedstrijd terug in Gelsenkirchen, waarna ik bij Marc thuis bleef slapen. Maar eerst werden nog een paar biefstukken in de pan gegooid: eentje voor mij, Marc nam er zelf meestal twee. Soms hoorde ik Katrien vanuit de slaapkamer roepen: ‘Ik bak nu geen frieten meer hoor…’ (lacht) Enorm hartelijke mensen.”

BORDEAUX (2000-2001)

Elie Baup (59 jaar, ex-trainer van Saint-Etienne, Toulouse, Nantes, Marseille) was Wilmots’ trainer bij Bordeaux in 2000-2001.

“Ik heb fantastische herinneringen aan Marc Wilmots. Aan de speler maar nog meer aan de mens. Bij Bordeaux had ik nog een krachtige speler nodig die zich centraal kon doorzetten. Wilmots had een ideaal profiel, door zijn tomeloze inzet, zijn kracht, arbeidsvolume en zijn bescheidenheid. Hij had soms moeite om zijn gewicht op peil te houden, maar je had hem moeten zien zweten op training om de overtollige kilo’s weg te krijgen. Onwaarschijnlijk.

“Dat seizoen 2000/01 hadden we aanvallende weelde met hem, PedroPauleta, Tony Vairelles, Lilian Laslandes en Christophe Dugarry. Wij waren de eersten die uitpakten met spelmakers vanop de flank, met een 4-4-1-1. Zo heb ik Wilmots op een dag op rechts gezet, al wist ik dat dat niet zijn beste positie was. Hij komt centraal het best tot zijn recht, maar in een team moet je soms improviseren. Marc heeft daar nooit iets over gezegd, voor hem telde het collectief en hij voerde zonder morren alle taken uit die ik hem toevertrouwde. Voor een trainer is het een droom om te werken met een speler met zo’n mentaliteit.

“Na dat seizoen keerde hij terug naar Schalke maar hij is nog steeds gehecht aan de streek rond Bordeaux, waar hij een huis heeft. Toen ik hem zei dat ook ik op een boerderij ben opgegroeid, creëerde dat een band. We hebben veel gepraat over het leven op het platteland, het werk op het land. Hij maakte vaak nuchtere opmerkingen. Ik herinner me dat ik hem op een dag sprak over de problemen die we hadden met de omheining voor de paarden op de boerderij. Marc begon onmiddellijk over een bepaald soort palen dat je in België makkelijk vond. Een paar dagen later laadde een aanhangwagen alles af bij mij thuis. Marc had dat allemaal geregeld. Zeg hem bij gelegenheid dat die palen het nog steeds goed doen.”

DOOR PIERRE BILIC, JACQUES SYS & CHRIS TETAERT

“Wat er ook gebeurt, je krijgt hem niet stuk. Dat zal in Brazilië wel blijken, ook als het minder loopt.” Paul Courant

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content