De held van de Rouches laat niet gemakkelijk het achterste van zijn tong zien, maar dit keer praat hij vrijuit over zijn historische goal, de crisis op Sclessin, de Europa League en zelfs Turkije.

S inan Bolat (21) is een even grote spraakwaterval als Dieumerci Mbokani. Dat is natuurlijk ironie, want het kost bijna even veel moeite om woorden te ontlokken aan de Limburgse Turk als aan de Congolese spits. En ze hebben nog meer gemeen: ze kunnen een goal maken. De beelden van het kopbaldoelpunt van de jonge doelman tegen AZ zijn Europa rond gegaan. Meer dan tijd dus voor een diepgaand gesprek.

Hoe zag je dag eruit na die historische wedstrijd?

Sinan Bolat: “Vrij hectisch. Ik heb eerst rustig ontbeten in Limburg bij mijn ouders. Mijn broer was er ook. Maar dan was al snel het hek van de dam. Mijn telefoon stond roodgloeiend en de voltallige pers wilde me zien. Ik heb mijn gsm dan maar aan mijn manager Kismet Eris gegeven en mijn dag door hem laten organiseren. In een brasserie in Droixhe heb ik ’s middags met verschillende journalisten gesproken. Daarna volgde een persconferentie in de Académie en vervolgens een kleine training. Daarna ben ik naar de VRT-studio’s geweest en tussendoor gaf ik ook nog een interview aan een Turkse televisiezender die een team had zitten in Brussel. Uit Turkije kreeg ik felicitaties van de bekende voetbaltweeling Hamit en Halil Altintop. Ook een andere Turkse international, Tuncay Sanli, die bij Stoke City speelt, wenste me proficiat.”

Had je zo ’n massale aandacht verwacht?

“Eigenlijk niet. Ik wist natuurlijk wel dat ik een superbelangrijke goal had gescoord, maar ik wist niet dat iedereen daardoor zo van de sokken zou zijn geblazen. Ik denk dat ik nu een plaatsje heb in de annalen van het Europese voetbal, want ik las ergens dat ik nog maar de derde of vierde doelman ben die erin geslaagd is een doelpunt te scoren in de Champions League.”

Denk je dat die goal je carrière kan veranderen?

“Ja, omdat men me nu ook buiten België en Turkije kent. Het zal natuurlijk voor altijd de mooiste en meest onvergetelijke avond van mijn loopbaan blijven.”

Zei je dat ook niet nadat je vorig seizoen in de laatste match op Gent de penalty van Bryan Ruiz stopte?

“Ik weet het, maar mijn goal was toch een emotioneler moment. De hele avond voetbalden we met erg veel stress. We domineerden, maar we kwamen vlak voor de rust toch op achterstand zodat we in de tweede helft moesten achtervolgen. Je voelde de angst in de ploeg sluipen dat we het Europese toneel zouden moeten verlaten. En dan bracht mijn doelpunt de verlossing. Niemand geloofde er op dat ogenblik nog in. Vandaar ook mijn uitzinnige vreugde.”

Idool Rüstü

Besliste je zelf om naar voren te gaan of had de bank een teken gegeven?

“Dat deed ik zelf, maar terwijl ik naar voren liep, keek ik uiteraard naar de bank. Iedereen schreeuwde dat ik het moest doen, behalve de coach. Die was niet in mijn richting aan het kijken.”

Ben je in de laatste seconden van een wedstrijd al vaak mee opgerukt bij vrije trappen of hoekschoppen?

“Neen, het was de eerste keer van mijn leven dat ik dat deed.”

Was het ook de eerste goal van je hele carrière?

“Neen, de tweede. Bij de jeugd van Genk heb ik eens een strafschop omgezet. Sinds ik prof ben, heeft men me niet meer gevraagd om elfmeters te trappen. Dat is ook normaal want sommige veldspelers kunnen dat een stuk beter.”

We herinneren ons dat Laszlo Bölöni je tijdens de voorbereiding als veldspeler gebruikte. Weet je waarom?

“Omdat ik ook niet onaardig kan voetballen, maar vooral om eens te voelen wat verdedigers meemaken als de tegenstander het vijandelijke doel nadert. Dat was ook heel nieuw voor mij, maar ik heb er toch wel iets uit geleerd. Met mijn vrienden heb ik vroeger ook als veldspeler gespeeld, maar bij de club was ik altijd keeper.”

Wie is jouw absolute voorbeeld als doelman?

“Zonder enige twijfel Reçber Rüstü. Die heeft me altijd gefascineerd. Recent maakte ik hem van nabij mee bij de nationale ploeg. Dat vind ik nog altijd ongelooflijk. Dat ik naast iemand mocht staan die zich een levende legende mag noemen. Het is een moment om voor eeuwig te koesteren.”

Zijn er nog andere doelmannen naar wie je opkijkt?

Petr Cech, Gianluigi Buffon, Edwin van der Sar. En puur technisch gezien, is Pepe Reina volgens mij de beste. Hij is niet van de grootste, maar hij is enorm sterk, voetbalt goed mee en zijn uittrappen zijn een voorbeeld.”

En wie heeft het meeste charisma?

“Rüstü.”

Op dat vlak doe je het met je donkere ogen en je rijzige gestalte toch ook niet slecht…

“Het is nu eenmaal belangrijk dat een doelman indruk maakt op de aanvallers en toont dat hij er staat.”

Achter de trainer

Rüstü is inmiddels gestopt als international, de nummer één is nu Volkan Demirel.

“Ik was ongelooflijk blij dat ik onlangs tegen Armenië het afscheid van Rüstü van nabij kon meemaken. De coach liet hem de laatste tien minuten spelen, om zo afscheid te kunnen nemen van zijn fans. Het was echt indrukwekkend. Maar zijn besluit staat vast. Hij heeft genoeg gedaan voor zijn land en heeft op zijn 36e duidelijk gemaakt dat hij plaats wil maken voor de jongeren.”

Ook Volkan Demirel is nog maar 28…

“Voor een doelman is dat inderdaad nog jong. Ik weet dat ik geduld zal moeten hebben. Anderzijds weet ik ook dat alles in het voetbal heel snel kan gaan. Mijn goal in de Champions League heeft me zeker ook extra krediet bezorgd bij de nationale ploeg. Ik hoop trouwens dat ik dat ook gekregen heb omwille van de reddingen die ik tegen AZ heb verricht. Hoe fantastisch die goal ook was, mijn eerste job blijft ballen tegenhouden. Op dat vlak heb ik het tegen AZ ook erg goed gedaan.”

Hadden jullie bij het begin van het duel tegen AZ het gevoel dat het lot van Bölöni in jullie handen lag?

“Door echt tot de laatste snik te strijden in een superbelangrijke wedstrijd heeft iedereen toch getoond nog altijd achter de trainer te staan.”

Kwam zijn positie in gevaar als jullie hadden verloren?

“Ik denk het wel. Maar het was ook gevaarlijk voor de spelers. Als we er niet in waren geslaagd een punt te pakken, zouden we weer een zware golf van kritiek over ons heen hebben gekregen. Zonder die laatste vijftien seconden van de match zouden de commentaren totaal anders hebben geklonken.”

Is een derde plaats in deze Champions League groep uiteindelijk niet logisch?

“Absoluut niet. Eigenlijk verdienden we de tweede plaats. We stonden 2-0 voor tegen Arsenal en gaven het nog uit handen. We kregen op Olympiacos een goal tegen in de slotseconden en normaal hadden we thuis pro-bleemloos van AZ moeten winnen. Maar goed, laten we de zaken positief bekijken en vooral benadrukken dat we enorm veel ervaring hebben kunnen opdoen.”

Het was juist de ervaring die ontbrak om bij de laatste zestien te geraken.

“Precies. Dat voelden we al in de eerste wedstrijd. Maar dat is ook normaal, iedereen moest de Champions League nog leren kennen. Hadden we nog enkele poulewedstrijden meer kunnen spelen, dan zouden we hebben kunnen laten zien dat we al gegroeid waren en beter met de wedstrijdomstandigheden konden omgaan. Als we morgen opnieuw tegen Arsenal spelen en men geeft ons twee goals voorsprong, komen de Gunners echt niet meer terug. En bij een 1-1 op het veld van Olympiacos op enkele seconden van het einde zouden we nu wel alle tegenstanders zo kort op de huid zitten dat we een tegendoelpunt in de slotseconden kunnen vermijden.”

Wat zeg je als je de persoonlijke balans opmaakt van je Champions League?

“Er waren goede en minder goede zaken bij, maar ik ben altijd sereen en kalm gebleven en ik meen dat ik bij een aantal cruciale fases toch erg belangrijk ben geweest. Daar staat tegenover dat ik één van de goals van Olympiacos op mijn rekening mag schrijven. Op Arsenal liet ik mij verrassen door een rare curve in de bal bij een schot van op dertig meter. Ik heb dus fouten gemaakt, maar anderzijds heb ik de verdienste dat ik met beide voeten op de grond ben gebleven en dat ik goed weet wat ik kan en niet kan.”

Wat kun je niet?

“Goede vraag! ( lacht) Ik zou een beter niveau willen halen op hoge ballen. Mijn timing is nog niet goed genoeg en ik schat soms het traject dat de bal zal afleggen niet goed in.”

Vijftien punten achterstand

Is Sinan Bolat even goed als Simon Mignolet, het andere jonge opkomende talent in de Belgische competitie?

“Waarom vraag je niet of Simon Mignolet even goed is als Sinan Bolat? Het is niet mijn rol om over hem te oordelen, maar ik stel wel vast dat hij erg goed is. Of dat volstaat om het bij Anderlecht of Standard te maken is weer een andere vraag, want – met alle respect – het is makkelijker om je in de kijker te spelen bij een ploeg als Sint-Truiden dan bij Standard. Hij moet twintig ballen per match pakken, ik soms slechts twee of drie. Bovendien lijk ik de jongste weken een abonnement te hebben om de doelpunten van de week binnen te krijgen. Denk maar aan de goals van Jonathan Wilmet en Bart Goor en eerder op het seizoen van Habib Habibou. Prachtige goals, daar niet van, maar voor een keeper gewoon onhoudbare schoten.”

Waaraan ligt het volgens jou dat Standard veel minder sterk speelt in de competitie dan op het Europese toneel?

“Je kunt er niet omheen dat sommige spelers het moeilijk hebben om zich op te laden voor wedstrijden tegen kleine ploegen. Het is echt niet makkelijk om jezelf voor 300 procent te motiveren als je moet aantreden tegen een kleine ploeg nadat je drie dagen eerder de grote sterren van Arsenal in de ogen hebt gekeken. Daar moeten we echt aan werken. Voorts moeten we van de pauze op het Europese toneel gebruikmaken om rustig de terugkeer van geblesseerden zoals Steven Defour af te wachten. Dan kunnen we eigenlijk met het team dat kampioen speelde de Europa League in.”

Tenzij het bestuur er natuurlijk voor opteert om tijdens de winter één of twee vedetten te laten vertrekken…

“Dat zou me verwonderen. Ik denk dat Standard er alles aan zal doen om iedereen bij elkaar te houden. Ik denk dat Milan Jovanovic en Mbokani ook in de tweede ronde nog voor Standard zullen spelen. Het hele team heeft nog een eitje te pellen in de Europa League. Onze uitschakeling van vorig jaar tegen Braga ligt iedereen nog zwaar op de maag, omdat we ons zo makkelijk hebben laten verrassen in Portugal.”

Hoeveel punten achterstand kan Standard zich bij de start van de play-offs veroorloven om nog een kans te maken op de titel?

“Iedereen weet dat Standard het goed doet in grote wedstrijden, maar uiteraard wordt het een onmogelijke opdracht als we vijftien punten achterstand zouden hebben op het einde van de reguliere competitie. Maar met negen punten achterstand moet het te doen zijn.”

Veel mensen waren verrast toen je zei dat je niet dadelijk naar een Turkse club wil verhuizen…

“Mijn carrière is pas begonnen en ik wil gebruikmaken van de Belgische competitie om ook elders in Europa naam te maken. Ik zal niet vertrekken vooraleer ik het gevoel heb dat ik hier voldoende heb bewezen, tenzij er natuurlijk zo ’n gigantisch bod zou komen dat zowel Standard als ikzelf er een flink stuk beter van worden. Maar zoals elke uitgeweken Turk droom ik er natuurlijk ook van om ooit eens in de competitie van mijn vaderland aan te treden.”

Er zijn al verschillende Turkse clubs in je geïnteresseerd, waaronder het grote Fenerbahçe. Loop je niet het gevaar dat je een kans laat schieten die je misschien nooit meer zult krijgen?

“Laten we vooral kalm blijven. Ik ben nog maar 21. Ik weet dat ik in de toekomst nog veel goede wedstrijden zal spelen, maar wellicht ook slechte. We zullen wel zien wat er gebeurt.”

door pierre danvoye

Nu naar Turkije vertrekken? Laten we kalm blijven: ik ben nog maar 21.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content