Vier jaar geleden waren ze met Cercle Brugge de revelatie van de Jupiler Pro League, maar sindsdien liep hun pad nog maar zelden over rozen. Een gesprek met Tom De Sutter (Anderlecht), Stijn De Smet (Westerlo) en Frederik Boi (Oud-Heverlee Leuven).

Alle drie wonen ze in het Brugse, maar de plaats van afspraak vorige week was een terras in Leuven. Frederik Boi (29) betrekt er sinds zijn transfer naar OHL een appartement, Tom De Sutter (26) en Stijn De Smet (26) voetballen bij clubs die daar bij vlot verkeer op minder dan een halfuur rijden vandaan liggen. De vrouwen zijn bovendien samen op reis naar Frankrijk en dan spreken de mannen al eens meer met elkaar af. Vijf jaar geleden leerden ze elkaar kennen bij Cercle en sindsdien kunnen ze nog moeilijk zonder elkaar.

Wat bindt jullie?

Tom De Sutter: “Vriendschap, zeker? Bij Cercle bouwden we die band op en die is er altijd gebleven.”

Stijn De Smet: “We hebben een beetje dezelfde humor …”

Frederik Boi: “… en een voorliefde voor spelletjes.”

Spelletjes?

Boi: “Bij Cercle waren dat het poolbiljart en de Xbox.”

De Sutter: “Onze interesses zijn dezelfde.”

Boi: “We zetten ook graag af en toe een stapje.”

De Smet: “En de vrouwtjes komen heel goed overeen met elkaar. Dat is toch ook wel belangrijk. We zijn een bendetje geworden. Ik denk niet dat zoiets in het voetbal vaak voorvalt.”

Pokeren jullie nog?

De Smet: “Neen, wij spelen niet graag voor geld, want daar komt ruzie van. Met Monopoly zijn we ook al gestopt.”

Boi: “Het eindigt toch altijd met ruzie.”

Frederik speelt bridge, jullie ook?

De Smet: “Neen. Dat is een seniorensport!”

De Sutter: “Hij zit tegen ons altijd wel slagen uit te leggen, maar dat is veel te moeilijk voor ons.”

Jullie golfen samen?

De Smet: “Neen, Bio golft voor drie.”

Barça

Kijken jullie weleens samen naar voetbal?

De Sutter: “Vorig seizoen zagen we bij mij thuis na een etentje de Clásico.”

Allemaal Barçafans?

De Sutter: “Ik ben de enige.”

Boi: “Ik ben niet tégen Barça, maar ik vind de hype overdreven. Precies alsof de manier waarop zij voetballen nog de enige juiste in de wereld is. Het is alsof al de rest niets meer voorstelt, alsof zelfs Real Madrid niets voorstelt. Ik vind dat onterecht, maar soit, we zullen daar maar niet over uitweiden.”

Ze tikken te veel?

Boi: “Wat ze doen is fantastisch, maar ik vind bijvoorbeeld het rendement per baltoets bij Barça verschrikkelijk laag. Er zijn situaties waarin ze zich met vijf tegen twee bevinden en ze de bal achteruit tikken.”

De Sutter: “Maar ze tikken wel iedereen uit en winnen bijna al hun matchen met groot gemak! Ik ben zot van Barça. En als ze de bal verliezen, zetten ze direct druk.”

Boi: “Maar niet iedereen, toch? Messi al eens zien bewegen? In die Champions Leaguewedstrijd tegen Real waren de statistieken duidelijk: geen enkele speler op het veld liep minder, hij liep zelfs maar twee en een halve kilometer meer dan de keeper. Messi, de nummer 10.”

De Sutter: “Maar wat is zijn rendement?”

Boi: “Ik vraag mij af: zou het niet nog hoger zijn, mocht hij directer spelen?”

De Sutter: “Hoeveel keer scoorde hij?”

Boi: ” Ronaldo scoorde meer dan Messi in blijkbaar een mindere ploeg en bijna altijd vanuit de counter, maar niemand die erover spreekt dat hij topschutter werd in Spanje!”

De Smet: “Zijn er nog andere vragen? Want straks wordt dit een interview van drie in plaats van anderhalf uur.”

Boi: “Bij Barcelona zijn het Xavi en Iniesta die de ploeg doen draaien, niet Messi.”

Messi is niet de beste speler ter wereld?

Boi: “Voor mij zijn dat Xavi en Iniesta. Ik kan niet kiezen tussen de twee, maar Xavi vind ik nog completer dan Iniesta.”

Heeft Iniesta niet meer diepgang?

Boi: “Xavi zag ik ook al diepgang maken, maar die mannen doen dat gewoon niet veel.”

De Smet: “En nu graag het volgende punt. Eigenlijk praten wij normaal bijna niet over voetbal als we bij elkaar zitten.”

De Sutter: “Voetbal betekent veel voor ons, maar niet alles.”

Romelu Lukaku zegt: ‘Voetbal is mijn leven, ik adem voetbal.’

De Sutter: “Bij ons is dat niet zo, hé?”

De Smet: “Ik denk dat bij ons de nood juist groot is om het voetbal af en toe even aan de kant te zetten.”

Boi: “Ik bekijk zelf ook al mijn wedstrijden nog eens opnieuw, maar je kunt ook overdrijven.”

De Sutter: ” Romelu spreekt over niets anders dan voetbal.”

Boi: “Voetbal spreekt ook over niets anders dan over Romelu.”

De Sutter: “Je leven op maar één iets richten, dat zou ik niet kunnen, denk ik.”

De Smet: “Maar hoe oud is hij? Achttien? Praat over een jaar of acht eens met hem.”

Vertrouwen

Zijn jullie soms elkaars steun en toeverlaat in het voetbal?

De Sutter: “Zeker. Wij gaven Stijn onze mening toen Westerlo en andere ploegen geïnteresseerd in hem waren en ik denk wel dat hij daar iets aan had. De dag dat ik zelf zo’n beslissing moet nemen zal ik ook vragen: wat zouden jullie doen in deze situatie?”

Boi: “Mijn advies luidde dat hij naar OHL moest komen. Ik heb lang zitten zagen tegen hem en heb hem bij onze trainer aanbevolen. Aan hem om het te bewijzen, maar een fitte Stijn behoort tot de beste voetballers van België.”

De Smet: “Bij Gent zat ik op een dood spoor. Er waren te veel aanvallers en bij Westerlo is de sfeer in de groep ook wat collectiever. Misschien past dat wel een beetje meer bij mij.”

Boi: “Hoeveel nationaliteiten zijn er in Gent? Twintig?”

De Smet:”Met maar vijf Vlamingen op een kern van 32 man is het niet gemakkelijk om een goede sfeer te creëren. Maar voor mij was het vooral zaak om meer te kunnen spelen, te tonen dat ik nog een potje kan voetballen en dat ze mij toch beter wat meer hadden opgesteld. Vorig seizoen kwam de trainer na een wedstrijd een keer naar mij en zei: ‘Jouw trainingen zijn echt wel goed, waarom komt het er in de match niet uit?’ Ik vond dat een rare vraag, want ik zat al een week of vier op de bank zonder dat ik was ingevallen … Er is mij ook gezegd dat de voorkeur voor de posities op de buitenkant naar explosievere types ging. Veel mensen stellen zich vragen, maar eigenlijk werd ik daar gewoon gebarreerd door twee toppers die veel hoger dan Gent kunnen spelen: Soumahoro en Ljubijankic. Wat doe je eraan? Zo is het leven zeker, met ups en downs?”

De Sutter: “Wij zijn de grootste realisten in eerste klasse.”

Boi: “Als je alles geeft wat je in je hebt, wat kun je je dan verwijten?”

Trainers zeggen: ‘Spelers stellen zichzelf op.’ Spelers zeggen: ‘Trainers maken je of kraken je.’ Wat is er het dichtst bij de waarheid?

De Sutter: “Het is een combinatie van de twee.”

De Smet: “Als trainer moet je weten hoe je een speler moet aanpakken.”

Boi: “Veel spelers stellen zichzelf op door met vertrouwen te spelen. Vertrouwen dat de trainer in hen stelt … Het is een vicieuze cirkel, het is zoals met de kip en het ei: wat was er het eerst?”

De Smet: “Iedere speler is verschillend. Sommigen spelen vier weken niet en zijn dan meteen top. Anderen hebben vier weken nodig om er wat in te komen.”

De Sutter: “Invallen is voor mij geen probleem.”

Zijn creatieve spelers niet doorgaans de gevoeligste?

De Sutter: “Zij moeten het meeste vertrouwen krijgen om hun acties te durven maken.”

Boi: “Dan kun je er veel uithalen, maar er zijn onder de creatievelingen ook ettertjes die zich helemaal niets aantrekken van wat de trainer vraagt. In elk geval vind ik: als je weet dat je eens een slechte match mag spelen, dat je er de volgende keer toch weer bij zal zijn, dan is dat een heel ander gevoel dan wanneer je moet vrezen dat een foute bal je je plaats kan kosten. Wie zegt dat ‘ze mentaal maar sterk genoeg moeten zijn’, verkeerde nog niet in zo’n situatie, denk ik.”

De Sutter: “En dan is er nog de pers die erbij komt kijken en meteen op je huid zit.”

De Smet: “Het is een apart wereldje.”

De Sutter: “Kijk wat Club Brugge doet: door in elke linie een trainer te zetten besteedt het meer aandacht aan zijn spelers en door meer aandacht en sturing te krijgen voelen de spelers meer vertrouwen. Mij is altijd gezegd: als een trainer niet meer met je babbelt, niet meer zegt ‘zo en zo moet je het doen’, je niet meer beter wil maken, dan is het best dat je naar iets nieuws begint uit te kijken. Vercauteren was daar enorm mee bezig, De Boeck eigenlijk ook.”

Kun je discussiëren met een trainer?

De Smet: “Het hangt ervan af met welke trainer. Sommigen staan open voor discussie en van anderen weet je: zeg ik iets, dan zal het in mijn nadeel zijn. Als speler moet je dat een beetje aanvoelen.”

De Sutter: “Kun je discussiëren met een trainer zonder dat er iets blijft hangen? Ik denk dat dat zeer, zéér moeilijk is.”

De Smet: “Het is delicaat.”

De Sutter: “Ik denk dat het bijna niet mogelijk is.”

Frederik?

Boi: “Ik ben iemand die graag discussieert en ik vind dat je elkaar met de extra informatie die dat oplevert beter kunt maken. Helaas hangt er nog vaak een sfeertje van: je mag niets zeggen tegen de trainer, want hij is de baas.”

De Sutter: “In elk bedrijf is er ’tegenkanting’ nodig om beter te kunnen worden, toch? Een trainer moet dat zelf ook tegenover zijn bestuur kunnen doen, denk ik.”

Boi: “De oppositie in de politiek is toch ook noodzakelijk?”

Cercle

Tom naar Anderlecht, Stijn naar AA Gent en Frederik een nieuw contract bij Cercle: maakten jullie destijds de juiste keuzes?

Boi: “Ik denk dat zij de juiste keuzes maakten. Achteraf is het altijd makkelijk praten. Tom vertrok in de winter en was in de terugronde met onder meer een beslissende assist in Charleroi en een goal of tien heel belangrijk voor Anderlecht. Spelen ze niet gelijk in Tubeke, dan zijn ze kampioen en is hij de grote held. Daarna werd hij gebarreerd door het fenomeen Lukaku, wat helemaal geen schande is, hé! Om die uit de ploeg te spelen moet je er haast elke wedstrijd drie maken. En Stijn bij AA Gent … Als je al over een stuk of negen spitsen beschikt en je zegt in de krant dat je er nog twee nodig hebt, tja …”

De Sutter: “Ik ben niet ontevreden, ik ben blij dat ik bij Anderlecht zit, maar ik wil uiteraard wel meer. De mensen ‘boven’ zijn positief tegenover mij: er zijn al mogelijkheden geweest om te vertrekken, maar ik mocht niet, dus daar spreekt toch vertrouwen uit. Natuurlijk ben ik ontgoocheld over de speeltijd die ik nog maar kreeg, maar dat komt door die blessures. Doordat ik de voorbereiding kon meemaken voel ik mij fysiek sterker. Ik hoop dat ik een jaar fit kan blijven en kan tonen wat ik waard ben.”

De Smet: “Tom kent gewoon de pech dat dat fenomeen daar rondloopt. Wat kan hij daaraan doen? Gewoon nog wat geduld oefenen, denk ik.”

Boi: “Ik denk dat dat fenomeen daar ook al langer rondloopt dan gedacht. Had jij verwacht dat Lukaku begin augustus nog bij Anderlecht zou zijn? Dat is een situatie die je zelf niet kiest.”

Wie is de beste van jullie?

De Sutterwijst naar De Smet

De Smet: “We spelen allemaal op een andere positie met andere kwaliteiten, dat kun je niet vergelijken. De beste jaren moeten er nog aan komen.”

De Sutter: “Voor mij ook.”

Boi: “Ik heb mijn beste jaren al gehad, ik word binnenkort 30. Al moet ik zeggen dat ik me momenteel weer 22 voel! Behalve de dag na een match …” ( knipoogt)

Is jouw droom gerealiseerd?

Boi: “Het probleem is dat ik nooit gedroomd heb. Ik belééfde mijn droom bij Cercle: ik zat bij de vereniging van mijn hart, speelde plots voor de vierde plaats en ons voetbal was van het beste wat er in België al te zien is geweest. We maakten de meeste goals, kregen er weinig tegen en trokken gemiddeld tienduizend mensen. Bij de jeugd ben ik nooit iemand geweest van wie ze zegden dat ik de eerste ploeg zou halen, maar heel weinig jeugdspelers van Cercle maakten zo’n carrière als ik. Velen beschouwen OHL als een stap achteruit, maar wie zegt dat we niet vóór Cercle kunnen eindigen?”

De Smet: “Valt Tom dat jaar eind januari niet uit met een zware knieblessure, dan waren we misschien nog hoger geëindigd dan de vierde plaats.”

De Sutter: “Ik deel de mening van De Boeck: ik denk niet dat we nog ooit elders zo’n groep zullen meemaken.”

Boi: “De sfeer in de ploeg was fantastisch en de aandacht die we kregen vind ik helemaal niet overdreven. De manier waarop wij toen speelden is de manier waarop Belgische ploegen moeten spelen, vind ik: defensief op punt en ook offensief volgens vaste patronen. Stijn zegt dat in Gent de explosieve spelers de voorkeur kregen op hem, maar dan zeg ik: het is niet omdat je explosief bent dat je efficiënter bent. In onze competitie lopen niet de Messi’s die zes man kunnen dribbelen, dus kun je het maar beter collectief oplossen. Ik verwijs graag naar een doelpunt van Lokeren op Charleroi vorig seizoen, waarvan je duidelijk zag dat er tijdens de week getraind was op kaatsen, doorlopen en inlopen.”

De Sutter: “Dat zie je maar weinig ploegen doen in België.”

Boi: “Ik herinner me dat wij destijds op KV Mechelen drie keer scoorden na nochtans een slechte pass in de opbouw. Maar doordat we allemaal in beweging waren, kwam die pass toch nog goed. Mijn mening is dat je in ons land niet louter op explosieve actiespelers moet rekenen. Dat het AA Gent van Trond Sollied op de eerste speeldag tegen Cercle 36 of 37 doelpogingen ondernam, was geen toeval. Het is de kracht van het systeem.”

Cercleladies

Wat leerden jullie sindsdien over jezelf?

De Sutter: “Je leert omgaan met hoogtes en laagtes, met blessures en met de zware concurrentie van Romelu. Het zijn superleerzame jaren geweest.”

De Smet: “Je leert de keerzijde van de medaille kennen en je moet zorgen dat je er in de moeilijkste momenten niet volledig onderdoor gaat. Maar hoewel ik vorig seizoen na Nieuwjaar nog weinig meedeed, ben ik voor de buitenwereld wel altijd positief gebleven en ben ik ook toen met goesting blijven gaan trainen. Misschien was het wel een voordeel dat mijn vrouw eigenlijk niet van voetbal houdt en ik er dus niet altijd mee bezig was.”

Boi: “Ik moet meer ‘foert’ kunnen zeggen. Al drie jaar weet ik dat het mij kan helpen om nog beter te presteren, maar het lukt mij precies niet. Ik blijf mij opwinden over bepaalde dingen. Ik wil een beetje perfectionistisch zijn. Bij alles zet ik vraagtekens en misschien is dat niet nodig in het voetbal. Misschien moet je dat als trainer wel doen, maar niet als speler.”

Je volgt trainerscursussen. Word je trainer?

De Sutter: “Dan ga ik uit het voetbal!”

Boi: “Ik weet niet of ik ooit trainer zal worden, maar ik ben blij dat ik de UEFA A-trainerscursus volg. Daar voerden we ook de discussie over Barça en Real, maar daar luisteren ze wel naar je argumenten.”

De Smet: “Hij is er wel enorm mee bezig en bezit er ook het inzicht voor. Ik denk wel dat hij een goede trainer kan worden.” ( grijnst)

Zouden de Cerkelladies je interesseren?

Boi: “Neen. Die zijn niet explosief genoeg.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE

“Bij Westerlo is de sfeer in de groep wat collectiever. Misschien past dat wel een beetje meer bij mij.” Stijn De Smet

“Als een trainer je niet meer beter wil maken is het best dat je naar iets nieuws begint uit te kijken.” Tom De Sutter

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content