De rivaliteit tussen Club Brugge en AA Gent, vanavond tegen elkaar in de beker, dringt ook door tot in de jeugdwerking, waar Gent zich steeds nadrukkelijker manifesteert. ‘Eigenlijk is het unfair wat Club Brugge doet.’

Veel Gentse jeugd viel er de laatste jaren in het eerste elftal van AA Gent nog niet te bespeuren. Maar er is beterschap in het verschiet, zegt Karel Fraeye, hoofd van de jeugdscouting bij AA Gent en een paar keer per week assistent van Bob Peeters bij de beloften.

“Qua jeugdwerking heeft Gent zeker zijn plaats in de top vijf. De voorbije jaren hebben we geen trainers gehad die jeugdminded waren. Sollied was bovendien een passant. Zo iemand die weet dat hij voor één jaar komt, houdt zich niet bezig met jonge talenten. Preu-d’homme is de eerste trainer sinds lang die drie jaar en misschien nog langer zal blijven en van in het begin duidelijk heeft gemaakt dat de jeugdstructuren moeten veranderen en dat er in de jeugd geïnvesteerd moet worden. De beloftekern werkt daardoor bij ons professioneel nu: twee keer training per dag, drie of vier trainers, krachtoefeningen, mentale begeleiding, er is constant overleg met de eerste ploeg. Het zou ons twee, drie jaar kosten om doorstroming te krijgen. We zitten nu in jaar twee en ik denk dat er drie, vier, vijf jongens aankomen die heel dicht bij de A-kern aanleunen. Er trainen er ook al een stuk of vier heel vaak mee (Mathias Kaminski, Igor Vetokele, Zacharia Milisa, Ibrahima Conté nvdr).

“Ik denk dat Gent zich de laatste drie, vier jaar enorm heeft ontwikkeld qua imago en dat de aantrekking door de accommodatie en wat er nog staat te gebeuren enorm groot is geworden. Wij zijn echt een smeltkroes. Dat is uniek in België qua opleiding. We hebben spelers van Brussel, Oostende, Antwerpen, Zeeuws-Vlaanderen …”

… en Gent uiteraard.

Hoewel.

“Vorig jaar hadden we een spelertje aangetrokken dat in de Bruiloftstraat woonde, de straat waarin het stadion ligt. Hij is bij ons weggehaald door Club Brugge. Een speler van 7 jaar. Een van zijn ouders was supporter van Club Brugge. Dan woon je op nog geen kilometer van het oefencomplex en rij je elke dag naar Brugge. Tja, tegen zoiets sta je machteloos, natuurlijk.”

Maar Club Brugge blijft een concurrent.

“Ik ben bijna acht jaar op Gent en de voorbije jaren zijn de talenten van Gent bijna altijd naar Club Brugge getrokken. Sinds we vorig jaar die investeringen deden en veel spelers aantrokken, komen we tot de vaststelling dat Club Brugge structureel drie scouts zet bij elke jeugdwedstrijd van AA Gent. Dat heeft natuurlijk niks met opleiding te maken. Je kunt je afvragen of men de jeugdopleiding wil verbeteren en spelers echt sterker maken, of dat het de bedoeling is om gevormde spelers zomaar weg te halen uit een andere opleiding. Eigenlijk is het unfair wat Club Brugge doet. Anderlecht stuurt één scout. Maar er drie naar Gent sturen? Is dat een prioriteit, spelers van andere ploegen in kaart brengen? Als je naar de bovenbouw van hun jeugdwerking kijkt, van de U14 tot de U19, is het een schande te zien wat daar allemaal van andere eersteklassers aangetrokken wordt.

“Clubs moeten weten dat ook wij intensief spelers wegtrekken bij hen als men zonder overleg spelers bij ons weg wil halen. En van zo’n vicieuze cirkel wordt niemand eigenlijk beter. Het verloop van spelers verhindert een vlotte jeugdwerking bij alle profclubs.”

AA Gent deed het ook, geeft Fraeye toe.

“We zaten met een hiaat, want als je elk jaar je beste jeugdspelers moet laten vertrekken, heb je geen toppers meer en dus geen doorstroming. Vorig jaar hebben we vanaf de U11 een vijfentwin-tig-, dertigtal spelers aangetrokken, veel uit de nationale ploeg ook. Die kwaliteitsinjectie hadden we nodig.”

Lijst van 100

Een concreet voorbeeld illustreert wat er leeft: Muhamed Rushiti.

“Hebben we bij Roeselare gehaald en speelt nu vijf maanden bij ons. Komt elke dag met de smile naar ons en is doodgelukkig. Maar elke week wordt die jongen plat gebeld. Ze bieden hem 4000 euro voor een overeenkomst. Ben je dan met jeugdopleiding bezig? Een speler van dertien jaar, een maandvergoeding van 400 euro geven, is een verdoken vorm van contract, terwijl de wetgeving hierover heel duidelijk is. Wanneer we voetballertjes van 13, 14 jaar beginnen geld te geven, zitten we in een bijzonder onethisch decor.

“Ik heb met Henk Mariman gebeld: ze hadden in oktober al spelers van ons gecontacteerd. Ik vroeg hem of we elkaar gingen beginnen plat te stoken? Want dan vraag en krijg ik bij MichelLouwagie geld om er bij Club Brugge vier of vijf weg te halen. Maar is dat de bedoeling? Vorig jaar hebben we er twee bij hen weggehaald om te laten voelen: pas op, wij kunnen dat ook.

“Uiteindelijk heeft een speler recht op de beste opleiding. Ik denk dat die van Club Brugge en AA Gent gewoon gelijkwaardig is. Daar zit nauwelijks verschil in. Dus als ze met de ouders van die jongen praten over opleiding, is dat naast de kwestie. Het gaat gewoon om die 4000 euro. Ik vind het ethisch onverantwoord om een kind van 14 jaar daarmee weg te lokken uit Gent. Wij gaan óók ver, in de feitelijke onkostenvergoeding: twee treinabonnementen, voor zijn vader en hem, om vanuit Tielt naar de club te komen, en eventueel een paar voetbalschoenen. Brugge ligt op 25 minuten van Gent, als dat geld het verschil maakt, denk ik echt niet dat we goed aan het werken zijn in België.

“Alle clubs praten erover, iedereen heeft er de buik van vol, maar de oplossing kan alleen van de voetbalbond komen. Maar de bond bestaat ook uit clubs, dat is een van de grootste fouten in België. De clubbelangen die daar spelen, houden alles tegen.

“Een limiet op het aantal buitenlanders in de eerste ploeg kan blijkbaar niet in België. Als de bond de eerste ploegen verplicht om met zeven Belgen te spelen – en dan heb ik het niet over spelers die drie jaar in België verblijven – zal elke club zijn jeugdwerking opwaarderen en spelers zullen kansen krijgen. Daaraan gekoppeld moet de bond ervoor zorgen dat, zoals in Nederland, een speler niet zomaar van AA Gent naar Club Brugge kan gaan.

“Ik heb destijds het idee gelanceerd van ‘de lijst van honderd’, waarbij elke club tot in vierde provinciale jaarlijks op 1 januari een lijst mocht indienen van honderd jeugdspelers voor wie de club voluit ging. Wie niet op de lijst stond, kon kosteloos van club veranderen; voor wie er wel op stond moest per opleidingsjaar een bepaald bedrag betaald worden naargelang van het niveau. Nu is er geen enkele vorm van protectie en dat is niet goed.”

door raoul de groote

De oplossing kan alleen van de voetbalbond komen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content