Christophe Grégoire ruilde de (sub)top van de Jupiler League voor de kelder van de Eredivisie. Toch blijft de Luikenaar ook in Tilburg ambitieus. Op het verlanglijstje: het behoud verzekeren, Nederlands leren, een tweede kans bij de Rode Duivels en daarna graag een stap hogerop.

Hup, stoere kerels!” is de leuze van Willem II en dat zal iedere bezoeker geweten hebben. Van het wachtmelodietje aan de telefoon over de cover van het clubblad tot de welkomstborden bij de ingang van het stadion, de kernachtige slogan is echt alomtegenwoordig.

Sinds de winterstop verdient ook Christophe Grégoire in Tilburg de kost. Voorheen was hij bij AA Gent nochtans niet de stoerste kerel van de Jupiler League. Wel een van de verfijndste linkervoeten, maar is een fijnbesnaarde voetballer bij een Nederlandse degradatiekandidaat wel de juiste man op de juiste plaats?

Christophe Grégoire: “Dat is wat de kranten hier in Nederland ook zeggen: ‘Jij moet bij een hoger geklasseerd team spelen.’ Maar misschien is Willem II wel de ideale tussenstap. Als je uit de Belgische competitie komt, is het niet vanzelfsprekend om een transfer naar een grote club te maken. Daarom – als ik hier goed speel – kan Willem II een heel mooie etappe in mijn loopbaan zijn.”

Bij Willem II lijkt ‘goed spelen’ wel een hele opgave. Speelt een ploeg in puntennood niet het soort voetbal waarin Christophe Grégoire minder tot zijn recht komt?

“Tja, het is inderdaad moeilijk om goed te spelen, dat is zeker. Vooral op verplaatsing dan. Het verschil tussen uit- en thuiswedstrijden is heel groot. Buitenshuis ondergaan we het spel, voor mij is het dan niet makkelijk om me te onderscheiden. Ik moet me vooral in eigen stadion proberen te tonen. Thuis proberen we wél te voetballen, spelen we ook offensief.”

Je liet in de pers al verstaan dat je een degradatie niet ziet zitten. De Nederlandse Jupiler League, de tweede klasse, zegt je niets?

“Ik zat erg verveeld met dat artikel. Ik vroeg zelfs aan de club of het mogelijk was om op de website een interview te zetten waarin ik het een en ander kon verduidelijken. Volgens mij berust het op een misverstand. Ik zei: ‘Ik wil niet in de tweede klasse spelen’, in de betekenis van: ik zal er alles aan doen om met Willem II in de Eredivisie te blijven. Ik bedoelde niet dat ik de club absoluut wil verlaten in geval van degradatie. We staan momenteel trouwens niet op een degradatieplaats, dus is dat helemaal niet aan de orde.”

Andere uitspraak in de kranten: ‘Een transfer van AA Gent naar Willem II is een stap vooruit want het niveau van de Nederlandse competitie ligt hoger dan dat van de Jupiler League.’ Heb je na tien wedstrijden nog steeds dezelfde mening?

“Absoluut. Ik merk week na week dat het niveau hoger ligt dan in België. Elk elftal heeft kwaliteiten, de eerste kan verliezen van de laatste. In België is dat niet zo. Als Anderlecht een thuiswedstrijd speelt, dan winnen ze die. In Nederland kunnen topclubs ook verliezen op eigen terrein.”

Akkoord, maar dat bewijst niet dat het niveau hoger is. Wat maakt precies het verschil?

“Spelers hebben hier een betere basistechniek dan in België. Natuurlijk zijn fysieke kwaliteiten in de Eredivisie ook belangrijk, maar de nadruk ligt vooral op het voetbal. Nu, puur voetbaltechnisch verteerde ik de overstap makkelijk. Met het hogere ritme had ik het wel moeilijk. Het spel gaat een pak sneller, de bal circuleert beter, een tegenaanval wordt sneller uitgespeeld … Maar ik heb nu tien wedstrijden in de benen, ik pik het stilaan op.”

Nochtans waren pers en publiek best enthousiast over je eerste wedstrijden. Nadien liep het kennelijk wat moeizamer. Correct?

“Ja, ik kreeg meteen goeie kritieken, maar voor mezelf wist ik dat ik nog vooruitgang moest maken. Of mijn prestaties na die eerste wedstrijden zoveel minder zijn geworden, dat laat ik in het midden. De ploeg had het wat moeilijker en dan kom je zelf ook minder in het stuk voor. Ik vind dat ik maar één echt slechte wedstrijd heb gespeeld, tegen Venlo.”

Twee keer rood, vier keer geel

Je begon sinds je komst één wedstrijd op de bank, uitgerekend tegen Ajax. Hoe ontgoocheld was je?

“Viel wel mee. De coach had me in loop van de week al verteld dat ik niet zou starten, maar dat ik de wedstrijd nadien gewoon weer mijn plaats zou hebben in het elftal. Hij wilde op Ajax graag wat defensiever spelen. Het was dus louter een tactische keuze en daarom voelde ik me ook niet echt gepasseerd.”

Je hebt inderdaad een basisplaats, maar anderzijds speelt de trainer je wel op verschillende posities uit. Waar speel je zelf het liefst?

“Ik speel waar de trainer me opstelt. Hier was dat al als linker- en centrale middenvelder of als linkerflankaanvaller. Mijn voorkeur is al mijn leven lang dezelfde: ik speel het liefst als een linkermiddenvelder in een 4-4-2. Hier spelen we vooral 4-3-3, het systeem dat ik ook bij Gent speelde onder Sollied. Daar werd ik vooral links op het middenveld geposteerd. Sollied vond dat mijn beste positie. Hij zei me: ‘Je zult zien, in de rest van je carrière, ook wanneer ik er niet meer ben, zal je op die positie spelen.’ Afgelopen zondag (tegen Heracles Almelo, nvdr) speelde ik echter centraal en veel mensen zeiden me dat het mijn beste wedstrijd was voor Willem II. Zelf ervoer ik het niet zo. Centraal kan ik mijn voorzet, toch een van mijn grootste kwaliteiten, minder benutten. Anderzijds heb ik in die centrale rol wel de vrijheid om uit te wijken naar de flanken.”

Minder voorzetten betekent ook minder assists, iets waar je na je transfer wat schrik voor had. Je hebt van meet af aan duidelijk gesteld dat je niet wilde afgerekend worden op je Belgische statistieken.

“Bwa, het is normaal dat daarover gesproken wordt. Ik had in België geregeld de meeste assists achter mijn naam en ik wou niet dat ze me daarop zouden vastpinnen. Veertien of meer assists in België garanderen geen veertien assists in Nederland. Nu, in krantenartikels noemden ze mij hier toch ‘de koning van de assist’. Het is aan mij om dat waar te maken. Voorlopig staat de teller op vier. In tien wedstrijden is dat niet zo ’n slecht gemiddelde.”

Een ander opvallend gemiddelde: in tien wedstrijden werd je directe tegenstander al twee keer met rood uitgesloten. Toeval?

“Is dat zo? Ik herinner me de kopstoot die ik kreeg tegen Excelsior, de andere kan ik me niet voor de geest halen. Pas op, het is best mogelijk. Af en toe probeer ik wel wat te provoceren. Nooit gemeen, maar verdedigers reageren er blijkbaar slecht op. Eigenlijk probeer ik vooral zelf geen kaarten te pakken.”

Nochtans, twee keer rood in België, hier in Nederland al vier keer geel.

“Ja, maar de Belgische kaarten, dat was voor onnozelheden. Die kaart tegen Cliftonville voor de Intertoto, pff … En hier in Nederland geven scheidsrechters ook erg makkelijk kaarten. Als je je mond opendoet: geel. Als je je ontgoocheling te nadrukkelijk laat blijken na een beslissing: geel.”

Begrijpen scheidsrechters dan wat je zegt? Ik kan me moeilijk inbeelden dat je in het heetst van de strijd Nederlands spreekt?

Ils comprennent (lacht). Zoveel woorden heb je ook niet nodig om duidelijk te maken dat je niet akkoord gaat.”

Ben je hier verplicht om Nederlandse les te volgen?

“Ja, ik ben ermee begonnen, maar de lessen waren voor absolute beginnners. Na mijn periode bij Gent ken ik de basiswoordenschat natuurlijk. Daarom ben ik eruit gestapt. Wanneer het niveau wat hoger ligt, pik ik opnieuw aan. Er zijn vijf spelers die geen Nederlands spreken, maar we kunnen ons allemaal verstaanbaar maken in het Engels. In het begin werden oefeningen op training voor ons vertaald, nu hoeft dat al niet meer.”

Ruiz = klasse!

Hoe zit het met de Nederlandse mentaliteit: zijn ze hier echt zo direct als wij in België plegen te denken?

“Ja, absoluut. Als je een slechte match hebt gespeeld, dan zegt de coach dat ook: ‘Je was gisteren nergens.’ Daarna bewijst hij dat met de beelden ten overstaan van de hele groep. Ach, als iedereen gelijk wordt behandeld, dan heb ik daar geen enkel probleem mee. Iedereen geeft zijn mening recht in het gezicht. In België geven ze hun mening achter je rug.”

Jij kunt het weten. Na je vertrek bij Gent kwam er achterklap genoeg, met manager Michel Louwagie als belangrijkste kwatong.

“Natuurlijk was ik daarover ontgoocheld. Tweeënhalf jaar heb ik bij Gent gevoetbald en nooit had ik met iemand problemen. Na mijn vertrek hoor ik dan: ‘Het is beter dat hij weg is.’ Ik heb Louwagie gebeld en hij heeft me gezegd dat het de journalisten waren die de verhalen hebben opgehangen. Ik geloof hem.”

Een rondje waar of niet waar. Eén: je zou het Gentse nachtleven beter gekend hebben dan het een profvoetballer betaamt.

“Niet waar. Guillaume Gillet en ik zouden zogezegd elke dag zijn uitgegaan. Larie natuurlijk. Guillaume heeft een vriendin, ik heb een vrouw en twee kindjes. Het gebeurde dat we na een wedstrijd een glas gingen drinken, maar dat is toch helemaal niet abnormaal? Ach, de mensen mogen vertellen wat ze willen. Voor mij is het belangrijkste dat iedereen die me nauw aan het hart ligt de waarheid kent.”

Twee: je kon bij AA Gent niet omgaan met de concurrentie.

“Niet waar. Natuurlijk waren er veel goeie linkerflankspelers bij Gent. Bryan Ruiz is zelfs een van de allerbesten met wie ik in Gent ooit gespeeld heb. Er zijn weinig voetballers die zoveel kwaliteiten hebben als hij. Ruiz … c’est la classe. Maar we konden perfect samen in één ploeg spelen. Zelfs mocht Fadiga erbij gekomen zijn, dan hadden we ook met ons drietjes in het team gepast.”

Tot slot de hardnekkigste roddel: je was ontgoocheld dat je maatje Gillet naar Anderlecht trok.

“Helemaal niet waar. Guillaume is mijn kameraad, waarom zou ik hem zijn transfer naar Anderlecht niet gunnen? Mocht ik per se met mijn vrienden willen spelen, dan was ik toch helemaal niet naar Willem II gegaan? Hier ken ik niemand.”

Zelfs je looneisen kwamen in de media. Je wilde naar verluidt 400.000 euro per jaar. Meer dan Gent wilde betalen.

Daar wil ik het niet over hebben. Geloof het of niet maar ik heb dat bericht zelfs niet gelezen. Ik ben blij met mijn loon bij Willem II, laat ik het daarop houden. Ik was al een jaar lang een nieuw contract aan het onderhandelen met Gent. Ik kreeg niet wat ik wou, dus heb ik niet getekend. Ik begrijp daarom dat Gent me liet gaan: hoe dichter ik bij het einde van mijn contract kwam, hoe minder geld ze voor mij zouden vangen. Eigenlijk was iedereen tevreden met mijn transfer.”

En toch, je vertrek bij Gent was een afscheid in mineur.

“Afscheid in mineur, de grote poort, de kleine poort … Daar lig ik allemaal niet wakker van. Als speler ben je een passant, dat is het voetbal van vandaag. Ik ben wel trots dat ik iedereen in Gent recht in de ogen kan kijken. De spelers, de coach, de afgevaardigden, met al die mensen zijn er nooit problemen geweest.”

Volg je de prestaties van Gent nog?

“Absoluut. Ik woon nu in Antwerpen. Ik volg de Belgische competitie daardoor beter dan de Nederlandse. Eigenlijk weet ik heel weinig over de Eredivisie. Van PSV ken ik hooguit twee spelers. Inclusief Timmy Simons, ja.”

Rode Duivel

Je werd niet geselecteerd voor de interland tegen Marokko. Achteraf gezien geen slechte zaak. Maar toch, ontgoocheld?

“Neen. Momenteel begrijp ik dat ik niet word geselecteerd. Ik zeg niet dat ik het niet verdien, maar mijn vorige interland was heel slecht. Ik zat wel in de voorselectie, dus ga ik ervan uit dat ze mijn prestaties hier blijven volgen. Het enige wat ik kan doen, is presteren bij Willem II.”

Na amper twee wedstrijden uit de selectie van de nationale ploeg, op basis van zes wedstrijden doorgestuurd bij Anderlecht. Frustreert het je dat je zo snel wordt beoordeeld?

“Neen, helemaal niet. Zo werkt het in het voetbal. Een paar wedstrijden kunnen doorslaggevend zijn in een carrière. Het werkt in de twee richtingen. Destijds bij Luik kwam Moeskroen een andere speler scouten, maar viel ik hen op. Zo maakte ik mijn transfer naar de eerste klasse. Op basis van één wedstrijd. Het hangt soms echt af van details. Er is maar één remedie: zorgen dat je elke wedstrijd op niveau bent.” S

door jan-pieter de vlieger

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content