Er zijn van die voetballers die amper de mediakoppen halen, maar ondertussen wel iets neerzetten. Veel kans dat Stef Wils dat komend weekend tegen Anderlecht nog eens duidelijk maakt. Voor wie verder kijkt dan de stoere quotes weliswaar.

Negentien speeldagen is de competitie ver en daarvan heeft Stef Wils nog geen minuut gemist. Geen enkele Gentse veldspeler – Bojan Jorgacevic als doelman buiten beschouwing gelaten – doet hem dat dit seizoen na. Met twee doelpunten en slechts één gele kaart mogen bovendien ook de andere statistieken van de centrale verdediger gezien worden.

Stef Wils: “Het is leuk, maar ik hou mij daar niet echt mee bezig. Er zijn zo veel factoren die meespelen. Ik heb tot hier toe weinig of geen blessures gekend en ook geen schorsingen – je krijgt dit seizoen wel maar één wedstrijd schorsing na vijf gele kaarten, maar ik zit nog maar aan één – op Genk in de laatste minuten. Vorig seizoen had ik er gemiddeld vijf, zes per seizoen. Soms móét je ook eens een gele kaart pakken in het belang van de ploeg. Maar misschien dat ik met de jaren positioneel toch wat beter word. Ik voel dat er nog altijd evolutie is. Je straalt meer uit, denk ik. Je merkt aan alles een beetje dat je als voetballer meer volwassen wordt.”

Waarom slaagt AA Gent er nu in om 18 op 18 te halen?

Stef Wils: “Ik denk niet dat er veel veranderd is. Bernd is teruggekomen en daardoor is de ploeg misschien wel wat meer in balans. In het begin stonden we met redelijk veel aanvallende spelers in de ploeg. In verdedigend opzicht is een controlerende toch anders dan een aanvallende middenvelder. Zonder afbreuk te doen aan anderen, maar Bernd is echt een controlerende middenvelder. We hebben dit seizoen al negen keer een achterstand moeten ombouwen tot een overwinning. Je wilt dan toch wel eens een wedstrijd voor komen en winnen. Het probleem was dat we meestal een reactie hadden in plaats van actie. We kregen vaak een doelpunt tegen en dan pas schoten we wakker. Dan kan dat al eens verkeerd aflopen. Nu zitten we in de fase van de actie en niet van de reactie. Dan zet je ook meteen een toon in de wedstrijd: ‘Kijk jongens, vandaag zal er tegen ons weinig te rapen vallen.'”

Ook Lepoint stond het grootste deel van de goede periode nieuw in de basis. Welke rol speelt hij daarin?

Christophe speelde nu vooral hoger, zoals in zijn beste periode bij Moeskroen en Tubeke. Hij is iemand met enorm veel kracht die kan wegen op een verdedigende middenvelder en de verdediging van de tegenstander. Bernd die controleert, Milos ( Maric, nvdr) die het ziet en de bal kan leggen waar hij wil, Christophe ( zaterdag tegen Lokeren op de bank, nvdr) die voor wat furie zorgt, dat is een geslaagde combinatie. In deze drukke periode kunnen we iedereen gebruiken, want er is, zeker met de zware velden, weinig tijd om te recupereren.”

Je hebt dit seizoen al centraal gespeeld in een verdediging met vier, met drie, op de zijkant. Tegen Germinal Beerschot stond je in die laatste positie op een gegeven moment vertwijfeld naar de bank te kijken. De conclusie lag voor de hand: Preud’homme vroeg te veel flexibiliteit van zijn spelers.

“Het is logisch dat je als trainer probeert oplossingen te zoeken als het minder gaat, maar ik denk dat er meer over werd geschreven dan het in werkelijkheid was. In het begin, met Europees voetbal, haalden we veel punten, maar dan kwam er een periode dat weinig lukte en er geen vertrouwen in de ploeg zat. Op Charleroi is de ommekeer er gekomen: iedereen wou weer voor elkaar vechten. Iedereen liep daarvóór wat geprikkelder rond. Het was moeilijk om commentaar van anderen te aanvaarden en dan wordt er al snel gedacht dat die of die iets tegen iemand anders heeft. Op training werd er dan al eens gereageerd dus hebben we op een gegeven moment beseft dat het zo niet verder kon en we een groep moeten vormen. De sfeer is goed in de kleedkamer en dat vertaalt zich op training en in de resultaten.”

In stilte

Tegen Anderlecht kom je volgend weekend wellicht tegenover Lukaku te staan, dé spits van het moment. Sta je er wel eens bij stil dat hem uit de match houden je positieve publiciteit oplevert?

“Of tegen Frutos kan ik ook staan, hé. Wat komt, komt en verder sta ik daar niet bij stil. Tegen Lukaku heb ik op Anderlecht al gespeeld – het was de eerste wedstrijd waarin hij in de basis begon. Dat zijn leuke duels, daar kijk je wel naar uit. Gemakkelijk is het niet, maar het is wel leuk. Tenzij hij drie of vier keer scoort natuurlijk. ( lacht) Maar het klikt ook beter en beter tussen mij en Marko ( Suler, nvdr). Hij is gewoon een goeie, complete verdediger, al heeft hij soms zo eens efkes … Dan moet je hem wel eens coachen en dan lost dat zichzelf op.”

Jullie uitvoetballen kan beter.

“Ik weet dat ik nog beter kan worden en wat de buitenwereld zegt of denkt, is natuurlijk weinig interessant. De kranten moeten ook iets schrijven, maar kritiek is altijd rap gegeven. Ik lees ook geen kranten. Ik lees alleen Sport/Voetbalmagazine, waar ik een abonnement op heb.” ( lacht)

Wie de kranten wel leest, komt weinig grote interviews met Stef Wils tegen.

“Misschien omdat ik weinig te vertellen heb, ik weet het niet. Maar dat stoort mij niet. Ik heb liever dat ik in alle stilte kan werken. Ik ben niet de voetballer die iemand twee keer door de benen speelt en daardoor veel positieve commentaar krijgt, maar misschien wel minder efficiënt is. Dan vind ik het belangrijker efficiënt te zijn. Je moet je vooral profileren op het veld en niet in de pers.”

Zo kom je misschien nog in de eindejaarslijstjes als meest onderschatte voetballer terecht.

“Wie weet.” ( lachje)

door raoul de groote

Nu zitten we in de fase van de actie en niet van de reactie.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content