Tijdens de carnavalsmatch van basketbalclub Okapi Aalstar liepen de Ajuinen zich zaterdag al warm voor de droi zotte daugen. ‘Het is moeilijk om jezelf in toom te houden.’

Met een namaakkip op zijn hoofd stapt een Okapisupporter in Aalst zaal Het Forum binnen. Een komisch gezicht. Achter hem wandelt een man die een kweekprogramma voor toekomstige Okapispelers uitbeeldt. Rond hen slenteren talloze voil jeannetten. Ze dragen sjakosjen en pruiken in alle formaten en tinten. Blauw en wit hebben de overhand, de kleuren van Aalstar.

Basketbalclubs in de hoogste afdeling mogen enkele datums kiezen waarop ze thuis willen spelen. Okapi zorgt er altijd voor dat op de vooravond van carnaval het eigen kot op zijn kop gezet kan worden. De ploeg die net dan moet afzakken naar de Ajuinenstad, deze keer Gent, is er nooit graag bij. Het Forum baadt op zo’n avond in een kolderieke ambiance die de thuisploeg bijna automatisch naar een zege stuurt.

Drie kwartier vóór de match zitten de meeste fans al op hun stoeltje. Rond acht uur beginnen enkele voormalige prinsen carnaval de zaal op te warmen met carnavalsliedjes. Het sappige, plaatselijke dialect rolt van de tribunes.

Een van de entertainers is Bart Van den Neste (27), de prins van 2000. Hij zit in een Elvisoutfit. Al jaar en dag is hij supporter. De hele zaal kent hem, want tijdens matchen verlaat hij af en toe zijn zitje om als een volslagen gek rond het speelveld te rennen. Druk gesticulerend vraagt hij dan het publiek om een Mexican wave in te zetten.

Van den Neste groeide op in het café van zijn ouders, op de Grote Markt, het centrale punt van het carnaval. “Toen ik klein was,” vertelt hij, “moesten leeftijdsgenootjes bij hun ma en pa zagen om naar het carnaval te mogen gaan. Ik moest smeken om te mogen thuisblijven ( lacht). Op mijn zevende mocht dat voor het eerst.

“Vanaf mijn twaalfde volg ik den Okapi. Zo belandde ik bij De Steijnzoel’n, een carnavalsgroep die uit het basket ontstond. Nu zit ik bij Lotjonslos.”

Intussen stapt Jurgen, de prins van 2009, het speelveld op. Als hij zijn liedje De Florablommekei brengt, vliegt de zaal in lichterlaaie. Elke fan tiert de tekst mee en zwaait met het boeketje bloemen dat op zijn zitje voor hem klaarlag.

De match begint. Zottigheid komt nu even op de tweede plaats. Veel Okapifans volgen de wedstrijd onverstoorbaar, terwijl valse borsten uit hun jas puilen. Deze partij winnen is een erezaak voor hen. ‘Win of ik sla met mijn sjakosj!’, dat lijkt het motto.

Als het moet, willen ze een handje helpen om de zege binnen te halen. “Enkele jaren geleden was ik tijdens de carnavalsmatch verkleed als voil jeannet“, zegt Van den Neste. “Ik zat net in het gezichtsveld van tegenspelers die zich klaarmaakten om een vrijworp te nemen. Telkens ze moesten gooien, sprong ik recht en hield ik mijn rokske omhoog. Eronder had ik enkel een stringske aan. ( lacht) Toen waren er toch een paar missers.”

In de carnavalsmatch van dit jaar begint Gent het best, maar de spelers van Aalst, die voor de gelegenheid een hanenkam hebben, stellen snel weer orde op zaken. Ze sluiten het eerste quarter af met een 23-18-voorsprong.

Okapi diept de kloof elk quarter verder uit. De supporters worden er steeds geruster op en beginnen almaar meer uitgelaten mee te zingen met de carnavalsliedjes die door de boxen galmen. ‘ Oilsjt viert carnaval, alle daugen bal, en zè mor gerest, w’emmen gienen dest.

Als de 78-68-eindstand op het bord prijkt, vliegt confetti door de zaal. Uitgelaten springen de fans op het veld, sommigen met al een behoorlijk promillegehalte in hun bloed.

Even later zakt het gros af naar de kantine. Vieren en je tegelijkertijd toch sparen voor de drie zotte dagen die nog komen, het blijkt een lastig evenwicht. “Je bent een heel jaar met dat carnaval bezig geweest”, aldus Van den Neste. “Het is moeilijk om jezelf in toom te houden. Net als een nieuwjaarsfeest is carnaval ‘gemaakt’, maar dit wordt telkens weer spontaan gevierd.

“Je moet van Aalst zijn om dat allemaal te begrijpen.” S

door kristof de ryck – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content