Al van kindsbeen af streefde Roger Federer één droom na : de beste tennisser ter wereld worden. Wanneer de nummer een vandaag onbewogen over het plein schrijdt, zouden weinigen vermoeden dat zijn weg naar de top bezaaid ligt met bergen kattenkwaad, een resem strafstudies en een paar gebroken rackets.

Op zijn eigen, koele, Zwitserse manier is Bazel trots op zijn beroemde telg. Wie de luchthaven inloopt, wordt er meteen verwelkomd door een grote poster met een glimlachende Roger Federer die de Swiss Indoors promoot. In de bus naar het centrum van de stad maakt een scherm de laatste triomfen van het Zwitserse nummer één op de ATP-ranglijst wereldkundig.

De rest van de stad heeft blijkbaar andere katjes te geselen. Bazel is een relatief kleine, maar bloeiende stad op het drielandenpunt van Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Eromheen rijzen de glooiende heuvels van het Zwarte Woud op. Eeuwenoude Elzassische huisjes met shops staan er broederlijk naast modernistische gebouwen van bedrijven. Je kan er geen foto nemen of er staat een bus of tram op, getuigen van het hypergrondige openbaarvervoersnet waarop de stad zo trots is. Terwijl Roger Federer bruin bakt op een tennisveld in de Verenigde Staten om de US Open voor te bereiden, zucht zijn thuisstad onder de ene hevige regenbui na de andere vlaag motregen. Het water van de Rijn kolkt door al die overvloed.

Ook de Ciba-tennisclub houdt het eerbetoon aan Roger Federer bescheiden. Er hangt een poster aan de binnenkant van de deur en één kleine, ingekaderde foto van Roger met een paar juniorspelers. De club hecht belang aan een ontspannen sfeer. Er zijn een paar wat oudere spelers aan het werk op het plein, een heleboel andere zitten gezellig op het terras te kijken, af en toe iets roepend naar hun actievere vrienden.

“In deze club heeft Roger zijn eerste racket vastgepakt”, vertelt Lynette Federer, Rogers moeder. “Hele weekends hebben we hier doorgebracht met ons gezin. Toen de kinderen nog klein waren, woonden we op een appartementje op de zeventiende verdieping. Hier konden ze naar hartenlust rennen en spelen. Roger speelde hier niet enkel tennis, maar ook voetbal, basket, pingpong, wandelen, squash, fietsen, noem maar op. Hij is, net als mijn man Robert en ik, nog steeds lid van deze club trouwens.”

Peuter met talent

Dat Roger een getalenteerd sporter zou worden, stond blijkbaar in de sterren geschreven. “We merkten al van toen hij nog maar een peuter was dat hij een ongelooflijke coördinatie had”, vertelt Lynette. “De beheersing van al zijn bewegingen was gewoon fantastisch, zeker voor zijn leeftijd. Toen hij amper achttien maanden oud was, kon hij al een bal naar je trappen. Als kind was hij dan ook goed in alle sporten.

“Roger speelde ook zeer behoorlijk voetbal. Maar zijn voetbaltrainer vroeg dat hij vaker kwam trainen en dat werd in combinatie met het tennis te veel. Op zijn twaalfde moest hij een keuze maken. Dat werd dus tennis. De reden voor zijn beslissing was vooral omdat hij dacht dat hij in tennis meer kon bereiken dan in voetbal. Maar wie weet had hij ook in die sport talent gehad.”

Günther Hollenreiner, die de Ciba-tennisclub openhoudt, doet vermoeden van wel. “Ik speelde hier voetbal toen Roger nog klein was. Hij wilde altijd met ons, de volwassen meedoen. Maar hij speelde goed, zeer goed zelfs. Een klein winnaartje. Hij stond altijd in de aanval, hij wilde potten maken.”

Maar talent alleen maakt nog geen winnaar. De kleine Roger Federer was altijd en overal aan het tennissen. “Toen we in Münchenstein woonden, spande hij een net over straat en speelde daar uren en uren lang”, vertelt zijn moeder. “Na school tenniste hij elke dag nog vier, vijf uur met zijn vriendjes. Er was toen nog niet zoveel verkeer.”

Bruno Floris was de beste vriend van Roger Federer in de lagere school. “We brachten veel tijd samen door, deelden een schoolbank, maakten ons huiswerk samen… en sportten hele dagen lang. Roger was in elke sport de beste. Niet alleen in tennis, maar ook in pingpong, voetbal, in alles !

“We hielden op school regelmatig sportkampioenschappen met verscheidene sporttakken. Degene met het beste gemiddelde in alle sporten was op het eind van de dag de winnaar. Roger was daarbij verdraaid moeilijk te verslaan. Als kind had hij al een zeer goede conditie. Hij speelde elke avond tennis, dus hij had een zeer goede fysiek. Groot was hij wel niet als kind, hij is pas vrij laat beginnen groeien, maar dan wel aan een ijltempo. Hij kon ook tegen zijn verlies. Denk ik. Hij verloor gewoon niet zo vaak.”

Ausdauer

Nochtans was de kleine Roger niet altijd even makkelijk voor zijn omgeving. “Roger was een erg speels, goedgehumeurd kind. Hij was ook een heel open en eerlijke jongen. Maar hij haalde wel heel wat kattenkwaad uit, wat behoorlijk kon doorwegen op de mensen rondom hem”, herinnert Lynette zich. “Roger tastte voortdurend de grenzen af, hij probeerde altijd hoe ver hij kon gaan. Hoe lang hij je kon plagen voor je écht kwaad werd. Een keer heeft hij het werkelijk bont gemaakt. We waren net terug van een skivakantie en hij had zijn vader het bloed onder de nagels gehaald. Ze zaten achter mekaar aan, mijn man kreeg hem uiteindelijk te pakken, maar stootte daarbij per ongeluk zijn hoofd. We hebben hem naar de dokter moeten brengen voor hechtingen.

“Dat uitdagen van hem maakte het soms moeilijk om met hem samen te werken. Voor hem was het allemaal een spelletje. Maar wanneer jij ernstig wilde worden, ging hij er nog lustig mee door. Dan bleef hij bijvoorbeeld speciale shots uitproberen terwijl zijn trainer serieus op het een of ander wou oefenen.

“Het was een vorm van Ausdauer, zoals we dat in het Duits noemen. Hij wou alles altijd zover mogelijk drijven : hoe ver, hoe lang… Zelfs als kind tastte hij de grenzen af van wat hij kon. Daardoor deed hij toen misschien wat vervelend maar ik denk dat net die Ausdauer later zijn grootste kracht is geworden. Hoe lang kan hij blijven winnen, hoe lang kan hij nummer één blijven ?

“Als kind kon hij zich totaal niet lang concentreren. Met de jaren is dat gekomen en heeft hij die uithouding van hem kunnen aanwenden. Met de jaren en met het succes won hij aan zelfvertrouwen. Toen hij jonger was, speelde hij soms één schitterende set, waarvan zelfs wij zuchtten : ‘God, wat kan die tennissen.’ Maar nadien kon hij dan weer op drift slaan, de ene fout na de andere maken en uiteindelijk de westrijd nog verliezen. Hij heeft moeten leren om er te blijven voor gaan. Je kan zelfs niet je beste tennis spelen en toch winnen. Nooit opgeven, altijd blijven doorbijten, dat is een winaarsmentaliteit. Kijk maar naar Justine Henin, die is net zo. Steeds opnieuw concentreren voor elk punt en jezelf altijd een kans gunnen op winnen. Maar Roger was een jaar of 21, 22 voor hij op dat punt was gekomen.

“Hij was ook nogal wispelturig. Een typische leeuw, hij is zijn sterrenbeeld ten top. Hij was goed in de dingen die hij graag deed en daarin had hij dan ook het nodige zelfvertrouwen. Maar wanneer iets hem niet interesseerde, werd het een ramp. Op school was het net zo. Hij studeerde graag talen, dus daarin was hij goed. Hij pikte bijvoorbeeld snel een beetje Turks op toen er een Turkse jongen op school kwam. Maar aan wiskunde had hij een hekel en dus ontpopte dat zich tot een nachtmerrie. In dat geval was hij in de klas vaak met iets anders bezig en kreeg ik klachten van zijn leraars.

“Roger stond graag in het centrum van de belangstelling. Dus haalde hij grappige dingen uit om de aandacht te trekken.”

Kattenkwaad

“Je moest weten hoe je Roger moest aanpakken”, verklaart Lynette Federer. “Wanneer ik naar een trainer of leerkracht moest met wie hij problemen had, merkte ik vaak dat het probleem makkelijk opgelost had kunnen worden. Je moest Rogers vertrouwen winnen, dan deed hij werkelijk alles voor je. Hij moest zich een beetje geapprecieerd voelen. Eenmaal kwam ik in de klas aan en ik zag hem op zijn eentje helemaal achteraan in een hoekje zitten, apart van alle andere kinderen. Ik wist meteen dat dat het probleem was. Door die aanpak gaf de leraar hem het gevoel dat hij niet welkom was, en dan ging hij lastig doen. Hij had wat aandacht nodig.

“Nu geeft Roger zoveel terug aan zijn omgeving. Soms denk ik dat dat komt doordat hij weet hoe moeilijk hij vroeger is geweest.”

Ook Bruno Floris denkt met plezier terug aan het kattenkwaad dat Roger en hij hebben uitgehaald. “We waren niet zo goed in luisteren… Elke week werden we wel eens uit de klas gegooid. Niet dat we iets ergs uithaalden of zo, maar we zaten vaak te lachen en te babbelen. Erg vonden we dat niet, we liepen gewoon naar buiten en speelden wat basket.

“We haalden voortdurend onschuldige fratsen uit. Ik herinner me nog zoiets van toen we klein waren. Roger sliep onder het dak, op de zolderverdieping van het huis. We sleepten stiekem een paar matrassen daarheen en legden ze op de grond zodat we daarop konden worstelen. Dat moet nogal een gezicht geweest zijn !”

Hij benadrukt wel dat het allemaal zeer onschuldig bleef. “Roger genoot ervan om mensen een beetje te provoceren. Maar niet op een kwaadaardige manier, hij vond het gewoon plezant. Hij was een heel grappig iemand. Hij nam de dingen niet te serieus, en dus ook zichzelf niet. Hij kon met zichzelf lachen. Roger was ook nooit echt bezig met imago of zo. Maar toen liet hij ineens zijn haar groeien. Mijn broer en ik hebben vaak hoofdschuddend voor tv gezeten. Mijn broer bleef maar zeggen : ‘Bel hem ! Bel hem nu meteen en zeg dat hij het afknipt !’ Gelukkig draagt hij het nu weer gewoon kort.” (lacht)

Loyaliteit

Maar bovenal was Roger Federer altijd een heel loyale vriend. “Zelfs nu we mekaar nog nauwelijks zien, blijft hij me elk jaar gratis tickets sturen voor de Swiss Indoors hier in Bazel”, vertelt Bruno Floris. “Je leest voortdurend over sterren hoe iedereen uit hun omgeving zegt dat ze nog steeds dezelfde zijn. En meestal is dat regelrechte onzin. Maar voor Roger geldt het écht, hij is nog steeds dezelfde kerel als vroeger. Hij is met zijn voeten op de grond blijven staan.

“Ik kwam als kind enorm graag bij Roger thuis. Hij is opgegroeid in een heel hechte, warme familie. Het was zo’n huishouden zonder al te veel ruzies. Hij heeft altijd een goede band gehad met elk van hen, zijn ouders, zijn zus Diana. Rogers moeder hield een beetje in het oog dat alles goed ging op school, zijn vader duwde hem meer in de richting van het tennis.

“Bij mij ging het er anders aan toe. Mijn moeder stierf toen ik nog kind was en mijn vader moest altijd werken. De Federers boden me een soort van tweede thuis. Ze hebben me heel hard gesteund in die moeilijke periode na het verlies van mijn moeder.

“Het doet nu een beetje vreemd aan om hem op tv te zien, een wereldster… Terwijl er in mijn leven zo weinig veranderd is tegenover vroeger. Ik woon nog altijd in Bazel, doe al vijf jaar dezelfde job. Laatst hielden we een schoolreünie, tien jaar na ons afstuderen. Roger kon er jammer genoeg niet bij zijn omdat hij een toernooi moest spelen. Maar toen bij de koffie kregen we melkjes waarop zijn foto stond. Daar moesten we zo mee lachen : ‘Zie ons hier nu allemaal zitten, Rogers melk aan het drinken.'”

Ook in zijn relaties blijkt Roger Federer pakken trouwer dan de leeuw die zijn sterrenbeeld suggereert. Hij is intussen al zeven jaar samen met Mirka Vavrinec, een ex-proftennisster. Maar ook in de lagere school toonde hij zich al een trouwe lover. “Ha ja, Roger en ik hadden allebei een vriendinnetje toen”, vertelt Bruno Floris al lachend. “We zijn de hele lagere school samengebleven. Ik was met Claudia en hij met Martina. Dat was kinderspel natuurlijk, we liepen wat hand in hand, gaven voorzichtig een paar kusjes, vertelden wat nonsens over hoe we gingen trouwen… Kennen jullie dat spelletje met die draaiende fles ook in België ? Na de lagere school zijn we in een andere klas terechtgekomen dan de twee meisjes en zijn we mekaar gewoon uit het oog verloren.”

De beste zijn

Doorheen al die jaren loopt er één stevige rode draad : tennis. “Roger was niet alleen gepassioneerd tennisser, maar ook een fanatieke tenniskijker”, vertelt Lynette. “Hij bekeek alle matchen van Boris Becker en andere sterren. Wanneer hij als kind ook maar een onbelangrijke vriendenmatch won, liet hij zich op het plein neervallen ‘zoals Becker’. De droom was er toen al.”

“Zelfs als kind al wist hij dat hij een geweldige tennisser zou worden”, verzekert Bruno Floris. “Hij had in zijn kamer posters hangen van Boris Becker en Pete Sampras en andere tennissterren. Elke dag herhaalde hij : ‘Zo wil ik worden. Ik wil zijn zoals hen.’ We praatten er veel over. Tennis was voor hem niets minder dan een passie. Roger heeft het nooit voor het geld gedaan. Dat interesseerde hem niet zo, en ik heb de indruk dat hij er nog steeds niet zoveel mee bezig is. Als kind fantaseerde hij nooit over een groot huis of auto’s. Zijn hart zit op de juiste plaats. Hij had het alleen over tennis en de beste zijn. Van kinds af aan werkte Roger hard om de beste tennisser ter wereld te worden. Hij deed er alles voor, vertrok op zijn veertiende moederziel alleen naar Écublanc. En tja, nu is hij de beste.”

“Hij maakte de beslissing om thuis te verlaten en naar Écublanc een tennisopleiding te gaan volgen helemaal op zijn eentje”, denkt Lynette Federer terug. “Dat lag in het Franstalige deel van Zwitserland en Roger sprak geen woord Frans. Maar toch besloot hij te gaan. De eerste maanden voelde hij zich daar ellendig. Hij weende zelfs regelmatig, ik kon het nauwelijks nog aanzien. Vooral omdat hij van nature zo’n opgewekt, gelukkig kind was. Het bleek dat de coaches te veel druk op hem legden. ‘Ik dacht dat ik hier kwam omdat ik kon tennissen, maar ze vinden niks wat ik doe nog goed’, vertelde hij. Roger moet zich aanvaard voelen om te kunnen presteren.”

Alle talent en passie ten spijt was Roger Federer een beetje een laatbloeier. Hij won zijn eerste ATP-toernooi pas in 2001, op zijn bijna twintigste. “We hebben lang gedacht dat hij een underachiever zou zijn”, blikt zijn moeder terug. “Maar hij heeft blijkbaar gewoon zijn tijd nodig gehad om zijn draai te vinden.”

Temperament

“Hij is bovendien lang een kind gebleven”, vervolgt Lynette Federer. “Hij was zo snel afgeleid. Bij de juniores heeft hij nog vier, vijf keer verloren tegen Olivier Rochus. Op een keer kwam Roger thuis nadat hij alweer het onderspit had gedolven tegen hem en zijn trainer zei : ‘Het was de laatste keer dat hij van die speler heeft verloren.’ En inderdaad, sindsdien won hij elke clash.”

Als juniorspeler vertoonde Roger Federer een heel ander temperament dan nu op het plein. “We tapen al zijn wedstrijden”, knikt moeder Federer. “Wanneer we nu beelden zien van toen hij pakweg zeventien was… wat een verschil ! Hij kloeg bij elke fout die hij maakte, gooide zijn racket tegen de grond of smeet met een bal die hij nog in zijn zak zitten had van woede. Hij richtte dat temperament nooit tegen zijn tegenstander, hij vervloekte alleen zichzelf wanneer hij fouten maakte.”

Wat is er dan ineens veranderd ? “Op een gegeven moment zag hij gewoon in dat die woede hem geen stap verderhielp. Integendeel, het kostte alleen energie. Bovendien legde hij veel te duidelijk zijn zwakke momenten bloot voor zijn tegenstander. Hij heeft toen een paar maanden een mental trainer gehad om hem te helpen zijn evenwicht wat beter te vinden. De eerste maanden overdreef hij in de andere richting, toen durfde hij niets meer te uiten op het plein. Te rustig zijn bleek ook niet te werken, hij vertelde dat hij zich wat ‘lam’ voelde daardoor. Uiteindelijk kreeg hij de balans te pakken. ‘I finally got my act together’, verklaarde hij zelf in de pers.” En het vervolg kennen we : sindsdien lag de weg naar de eerste plaats van de wereld wagenwijd open voor Roger Federer. S

Door Ilka De Bisschop

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content