‘Een man met een complexe persoonlijkheid. Geboren leider, gedreven, maar tegelijk ook hoffelijk en charmant.’ Een portret van David Moyes (50), de nieuwe manager van Manchester United.

Eind maart 2003. David Moyes, een jaar ervoor nog manager van Preston North End én een nobele onbekende in het Engelse voetballandschap, is in zijn eerste seizoen bij Everton op weg naar een zevende plaats en dat vraagt om een groot verhaal. Een journalist van The Observer Sports Monthly mag een week in de slip-stream van de Schot vertoeven. Alles kan. Het trainingscentrum van Bellefield, de kleedkamers van Goodison Park, zijn riante huis op het platteland in Lancashire, een Europese avond van Celtic Glasgow, waar hij begin de jaren tachtig drie seizoenen heeft gevoetbald… er zijn geen geheimen. Wanneer Moyes door een Londense fotograaf wordt gebeld, maakt de manager graag wat extra tijd vrij. Want, vindt hij, “journalisten moeten ook hun job kunnen doen.”

Het wordt een memorabele fotoshoot. In de krappe spelerstunnel van Goodison Park wil Moyes van de fotograaf weten hoe lang hij al voor The Observer en The Guardian werkt, welke stijl zijn voorkeur geniet, wie zijn voorbeelden zijn. En vooral: hoe zijn persoonlijk leven eruitziet. “Ik woon samen met mijn vriendin, samen hebben we twee kinderen.” Moyes is geschokt. “Twee kinderen en niet getrouwd?” De manager schudt het hoofd, er wordt niets meer gezegd. Een indringende stilte, die op de fotograaf een grote indruk maakt. ’s Avonds, na een lange rit op de ellendig drukke M1, vraagt de fotograaf – staflid van een links-liberaal blad – zijn vriendin ten huwelijk.

“Die anekdote typeert David Moyes. Hij heeft een enorme impact op mensen”, zegt schrijver/journalist Martin Baker in The Independent.”Een man met een complexe persoonlijkheid. Geboren leider, gedreven, maar tegelijk ook hoffelijk en charmant.” Baker weet waarover hij praat. Hij is auteur van Moyes’ (voorlopig onuitgegeven) biografie en ontmoette de Schot met de killer baby-blue eyes voor het eerst in januari 1998. “Ik was nochtans heel sceptisch.” Moyes, enkele weken ervoor nog speler/assistent-trainer van Preston North End, had bij de Engelse derdeklasser manager Gary Peters opgevolgd en dat leidde op de tribunes tot een storm van protest. “De fans – ik was er een van – stelden zich grote vragen bij de aanstelling van de 34-jarige centrale verdediger. Er waren betere kandidaten – Ian Rush en Howard Kendall – om de club uit de degradatiezone te loodsen, vonden we. Moyes was jong, onervaren en volgens ons vooral de goedkoopste oplossing. Argumenten die ik de voorbije maanden bij de fans van Manchester United óók hoorde.”

Na een dramatische start met drie opeenvolgende nederlagen neemt de onvrede bij de supporters toe, de pennen van de Prestonwatchers worden in vitriool gedoopt. Baker: “Eén ding is zeker: zo’n start zal hij zich op Old Trafford – met de Sir Alex Ferguson Stand recht tegenover zijn dug-out en god himself in de eretribune – niet kunnen veroorloven. Maar op dat moment nam hij een van zijn belangrijkste beslissingen ooit: hij stopte als voetballer om zich op zijn grote sterkte – het coachen – te concentreren.”

De resultaten volgen. Moyes loodst Preston weg van de laatste plaatsen en neemt met winst tegen Bristol City – al zeker van promotie – in schoonheid afscheid van het seizoen. Baker: “Ik vroeg aan voorzitter Bryan Gray hoe die jonge manager voor zo’n drastische ommekeer had gezorgd. De technische staf en de spelersgroep waren ongewijzigd, maar de vorm van de spelers en vooral het voetbal was spectaculair verbeterd. Zijn antwoord was… vreemd: ‘I think David makes the players love each other a bit more.’ Maar liefde is in geen geval synoniem voor zwakheid. Het illustreert alleen dat hij altijd en overal wil weten wat er bij zijn spelers leeft en dat ze – excuseer mij voor het enorme cliché – een team moeten vormen.”

Drumchapel Amateurs

De parallellen tussen David Moyes en Alex Ferguson gaan verder dan hun gemeenschappelijke Schotse roots en no-nonsensereputatie. Hun vaders werkten ooit voor dezelfde scheepsbouwer in Govan, Glasgow, de jonge Alex Ferguson werd bij Drumchapel Amateur Football Club getraind door Moyes’ vader David senior, moeder Joan waste de truitjes. “Alles draaide rond voetbal”, herinnert David Moyes zich. “Toen mijn vader, een technisch tekenaar, de scheepswerf verliet en leraar in Anniesland College werd, begon hij ook het schoolteam te coachen. En ik was er op zaterdag altijd bij: ’s morgens op school, in de namiddag naar Glenhead Park in Drumchapel. Mijn vader zat ’s avonds úren aan de telefoon. Wedstrijden en trainingen regelen, oefenvelden reserveren, scheidsrechters en tegenstanders vastleggen… En ma moest steeds meer truitjes wassen”, lacht Moyes, die hoog oploopt met de voetbalkennis van zijn vader, in die mate zelfs dat hij hem in 2002 als Evertonscout aanstelde.

Drumchapel Amateurs was een kweekvijver van talent. Ferguson, Moyes, Andy Gray, Archie Gemmill, ze voetbalden allemaal bij The Drum, hun eerste halte op weg naar het professionele voetbal. Daar, aan de rand van Glasgow, werden jonge kerels fysiek en mentaal gekneed, duidelijk gemaakt dat hard werken en zelfdiscipline de basis voor succes zijn. Jeugdspelers waren verplicht een pak met das te dragen, zero tolerance voor scheldwoorden, wangedrag op en naast het veld leidde vaak tot uitsluiting. “Dat David hier belangrijke waarden heeft meegekregen, is hij niet vergeten”, getuigt Jimmy Woods, chief executive van Drumchapel Amateurs, in The Telegraph. “David was vijftien jaar toen hij naar Celtic Boys Club vertrok, maar elke zomer keerde hij terug naar Drumchapel, waar hij ons eerste elftal door de voorbereiding loodste. Hij was zestien, zeventien jaar, maar hij legde er bij die veel oudere gasten stevig de pees op. Je zag gewoon toen al dat hij coach zou worden.”

Net als Ferguson heeft ook David Moyes een bescheiden spelerscarrière achter de rug. Fergie speelde zeven keer voor het Schotse elftal en voetbalde weliswaar twee seizoenen bij Glasgow Rangers – ondanks zijn huwelijk met zijn katholieke vriendin Cathy Holding – maar voor de rest? Queen’s Park, St. Johnstone, Dunfermline, Falkirk en Ayr United, waarna hij in 1974 – 32 jaar jong – manager werd van… East Stirlingshire, zijn zoveelste illustere clubje in de Schotse voetbalwoestijn. Moyes’ parcours is vergelijkbaar. Kampioen met Celtic in 1982, dat wel, maar zijn aandeel was beperkt, herinnert Frank McGarvey – Schots international – zich in The Telegraph. “Hij gaf telkens het maximum, maar de supporters lustten hem niet. Davie was altijd de zondebok, een ervaring die hem sterker heeft gemaakt. Hij was vastbesloten om het als manager wél te redden. Middelmatige spelers moeten méér over voetbal nadenken.”

Wanneer Moyes 22 jaar is en bij Celtic in 1983 aan de deur wordt gezet, volgt hij zijn eerste trainerscursus. En hij maakt meteen indruk, weet Jim Fleeting, directeur Football Development op Largs, het Schotse nationale voetbalcentrum. “Een degelijke voetballer, maar het was heel snel duidelijk dat David als manager een mooiere carrière zou maken. Coachen zat hem in zijn bloed. Intelligent én enthousiast, want hij volgde ook al vrij snel de Engelse trainerscursus. Hij wilde gewoon zo veel mogelijk informatie absorberen.”

In 1983 verhuist de centrale verdediger naar Cambridge United, een clubje in de Engelse Second Division, waar zijn geloof – Moyes is een praktiserend katholiek – een voortdurende bron van ergernis is voor Roy McDonough, een rudimentaire aanvaller. “We speelden dat seizoen tegen de degradatie, maar onze Heilige Drievuldigheid – Moyes, Alan Comfort en Graham Daniels – deed niets anders dan in een bijbeltje lezen en over hun geloof discussiëren. Ik werd hoorndol van The God Squad“, schrijft McDonough in zijn biografie Red Card Roy. “Ik kon niet begrijpen dat Moyes, die in het rauwe Glasgow was opgegroeid, op het veld zo’n aardige kerel was en totaal geen agressiviteit toonde. Hoe kan Jezus ons helpen in de strijd tegen de degradatie? Ik pakte hen hard aan, hing in de kleedkamer een voorpagina van een tabloid op, waarin stond dat een priester zich aan enkele koorknaapjes had vergrepen. ‘Willen jullie ook als een pervert eindigen?’ Maar ze reageerden niet eens en bleven maar staren naar hun kleine, zwarte boekje.”

Hard werken

De top is te hoog gegrepen voor de roodharige verdediger, die een hele rij schimmige clubjes afschuimt. Bristol City, Shrewsbury, Dunfermline Athletic, Hamilton Academical en – tussen 1993 en 1999 – Preston North End, een club met een rijk verleden. In 1888 de allereerste Engelse landskampioen én winnaar van de FA Cup, de ex-club van onder anderen Bill Shankly, Tommy Docherty, Bobby Charlton en David Beckham. Maar wanneer David Moyes er in januari 1998 aan zijn trainerscarrière begint, is de club vergane glorie. De 32-jarige Schot vermijdt maar net de degradatie naar Division Three, maar wordt het seizoen erna met zogoed als dezelfde spelersgroep vijfde. Een prestatie die indruk maakt, niet in het minst op Alex Ferguson, die na het vertrek van Brian Kidd naar een nieuwe assistent op zoek is. Moyes blijkt, samen met Steve McClaren, op Fergusons shortlist te staan.

“Die kans had ik op dat moment zeker gegrepen. Als sir Alex je vraagt, dan weiger je gewoon niet”, aldus Moyes. Ferguson kiest voor McClaren, Moyes gaat over tot zijn oorspronkelijke missie: Preston North End weer op de voetbalkaart zetten. “Hij was maniakaal met zijn vak bezig”, weet Craig Brown, tussen 1993 en 2001 bondscoach van Schotland. “Toen we ons in 1998 voor het WK plaatsten, vroeg David of hij in Frankrijk onze trainingen mocht bijwonen. Hij betaalde alles uit eigen zak, stond aan de rand van het veld, bijna verlegen zelfs… Een echte workaholic. Ik weet nog dat bestuursleden van Preston hem probeerden duidelijk te maken dat hij minder wedstrijden moest volgen. Hij zag soms tien matchen per week.”

Het harde werk loont. David Moyes leidt zijn ploeg in 2000 naar de titel in derde klasse, het seizoen erna zelfs naar de finale van de play-offs, waar Bolton Wan-derers in het Millennium Stadium van Cardiff de promotie naar de Engelse voetbalelite afdwingt. Eén keer, kort voor een belangrijke wedstrijd, toont hij in de kleedkamer de dramatische ontknoping van de Champions Leaguefinale van 1999 tussen Bayern München en Manchester United in Camp Nou, waar Teddy Sheringham en Ole Gunnar Solskjær in blessuretijd de 0-1 in een 2-1-zege ombuigen. Hij wendt zich tot zijn spelers. “Willen jullie Samuel Kuffour, de verdediger van Bayern die hard met de vuisten op de grasmat klopte, of de spelers van United zijn en hun extreme vreugde óók eens beleven?”

Manchester City, Southampton en West Ham maken Moyes in 2001 het hof, maar de jonge manager tekent in het noordwesten van Engeland een nieuwe vijfjarige overeenkomst. Alex Ferguson ziet dat het goed is. Moyes: “We hadden toen al geregeld contact. Wanneer ik een aanbieding kreeg, gaf hij me raad. Waarom? Hij houdt wellicht van managers die hongerig zijn en die, net als hij, succes nastreven.”

Overachiever

Moyes is gelukkig in Preston, maar de Premier League kijkt mee. In maart 2002, wanneer Everton op zoek is naar een opvolger voor Walter Smith, bezwijkt hij. Onder voorwaarden, want zijn respect voor Smith – een landgenoot die in de jaren negentig met Glasgow Rangers zeven opeenvolgende titels pakte – is groot. Zonder de zegen van Smith zal hij in Preston blijven, klinkt het. Er volgt een gesprek, de twee schudden elkaar de hand, The Toffees betalen anderhalf miljoen euro. Een koopje, want de 38-jarige manager is op dat moment the best young manager in Britain.

Maar Moyes zelf weigert in die hype mee te dansen. Meer zelfs, al op zijn eerste werkdag slaat de twijfel toe. “Ik keek rond in de kleedkamer. David Ginola, Duncan Ferguson, Paul Gascoigne, grote namen in het Engelse voetbal. Ik dacht: Jesus Christ, wat doe ík hier? Maar ik besefte dat ik moest doen wat me naar Everton had gebracht. Hard werken, eerlijk zijn and always making sense… En wat ik deed vonden ze na een tijdje blijkbaar oké.”

Die vlinders in de buik voelde Moyes begin juli – toen hij met United naar Thailand, Australië, Japan en Hongkong afreisde – opnieuw, zegt Michael Grant, chief football writer van The Herald. “Hij ís zelfverzekerder, meer ervaren en indrukwekkender dan de manager die van Preston naar Everton vertrok, maar de club, de verwachtingen en de namen zijn óók groter: Robin van Persie, Rio Ferdinand, Ryan Giggs…”

Bij Everton, een club die in de jaren tachtig haar grootste successen had behaald maar bij zijn aankomst in 2003 krampachtig naar die gloriedagen op zoek is, wordt Moyes nog voor zijn aankomst door de fans op handen gedragen. Want, zo zegt hij na zijn eerste bezoek aan Liverpool. “Ik had nog geen contract en werd door verschillende mensen opgebeld die me vertelden dat ze fan van Everton waren. En toen ik met mijn broer Kenny door de stad reed, zag ik enorm veel mensen met een Evertonshirt. Ik omschreef The Toffees in een interview als de people’s club. Niet om bij de supporters te scoren, ik meende dat echt.”

In Moyes we trust, de spandoeken op Goodison Park zijn stille getuigen van zijn relatie met de Evertonians. Verrassend – in elf seizoenen wint hij geen enkele prijs – en toch weer niet, want de noodlijdende club van voorzitter Bill Kenwright eindigt slechts één keer buiten de top acht. De Engelse voetbalwereld is overtuigd: Moyes is een overachiever, die meer dan het maximum uit zijn ploeg haalt en daardoor drie keer (2003, 2005 en 2009) tot Manager van het Jaar wordt verkozen. “In deze job sta je er alleen voor. Het is elke week zwemmen of verzuipen. Ik kan niemand opbellen om te vragen wie ik zaterdag moet opstellen.” Moyes vaart elf seizoenen op zijn kompas. In zijn kleine kantoortje hangt een groot bord waarop hij na elke wedstrijd een gekleurd bolletje – er zijn vijf gradaties – naast de namen van elke speler prikt. “Mijn objectieve manier om hun vormpeil en progressie in de gaten te houden, want ik mag me nooit door mijn emotie laten leiden.”

Geen Special One

8 mei 2013. Alex Ferguson kondigt na meer dan 26 seizoenen zijn afscheid bij Manchester United aan, een dag later stelt de club David Moyes als zijn opvolger aan. Mét de zegen van sir Alex. “Een integer man, die streng is voor zichzelf én zijn spelers. Ik bewonder hem al heel lang, want bij Everton heeft hij het schitterend gedaan.”

Maar ook nu, net zoals dat in januari 1998 het geval was bij zijn aanstelling bij Preston North End, zijn er sceptici. Geen Special One, geen grote spelerscarrière, geen ervaring in de Champions League, geen prijs gewonnen… Moyes: “Ik voetbalde onder andere bij Cambridge, Bristol, Shrewsbury… Niet indrukwekkend, neen, maar wat ik bij Celtic leerde, is me altijd bijgebleven. Je moest er elke wedstrijd winnen en bij voorkeur in stijl. Maar als dat niet mogelijk was, dan was winnen óók genoeg. En dat zal hier in Manchester niet anders zijn, toch?” ?

DOOR CHRIS TETAERT – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Waarom Alex Ferguson wat in mij ziet? Hij houdt wellicht van managers die hongerig zijn en die net als hij succes nastreven.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content