Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

In de uitwedstrijd tegen SV Roeselare maakte Wouter Vrancken zaterdag een opgemerkt debuut voor KV Kortrijk. Hij viel in de 73e minuut in, schakelde zich meteen zowel voor- als achterin probleemloos in het ploegspel in, maar moest 17 minuten later met een spierscheur in de rechterhamstring alweer vervangen worden. “Jammer, want ik voelde mij uitstekend”, zegt hij. “Ook de positie en de manier waarop ik mocht voetballen, zorgden ervoor dat ik meteen goed in de match zat. Georges Leekens kent mij van bij AA Gent, hij weet wat mijn kwaliteiten zijn en speelt mij uit zoals ik het best rendeer. Ik mag mij weer uitleven, meters maken, meeverdedigen en in de box van de tegenstander komen. Dat is ontzettend plezierig, want de laatste twee jaar moest ik tegen mijn aard spelen, controlerend voor de verdediging of langs de rechterkant, en dat was soms aan mijn lichaamstaal te zien, denk ik. Ik wou mijn nieuwe supporters bovendien direct tonen dat er iemand is bijgekomen die een aanwinst kan zijn. De voorbije veertien dagen leerde ik iedereen beter kennen, ook in de groep zit het goed. Ik kan mezelf zijn en veel babbelen. Leekens behandelt zijn spelers met veel respect en je kunt tegen hem iets zeggen zonder dat hij zich persoonlijk aangevallen voelt. Davy De Beule begon er vorige week nog over: hij weet wie wat nodig heeft om zich goed te blijven voelen. Kortom: ik weet weer waarom ik nog graag voetbal.”

Wouter Vrancken (31) kwam vorige maand over van KV Mechelen, hij tekende bij KV Kortrijk een contract van anderhalf seizoen. Achter de Kazerne had hij geen toekomst meer. Peter Maes deed er nog maar weinig een beroep op hem. “Ik vraag mij nog altijd af waarom”, zegt hij. “Ik begon sterk aan het seizoen, er kon niet naast mij gekeken worden, maar na mijn schorsing voor mijn rode kaart tegen Club Brugge op speeldag 3 kreeg ik zelfs in de lange reeks waarin er amper punten werden gepakt geen kans meer. Toen ik mij in Gazet van Antwerpen eens liet ontvallen dat ik mij genegeerd voelde, werd ik zelfs uit de selectie gezet. Op de vraag waarom hij dat deed, antwoordde de trainer mij botweg dat er geen reden voor was. Ik ben altijd blijven meewerken, ik gaf jongens richtlijnen en moedigde hen aan en tijdens videoanalyses zei ik wat ik ervan vond. Als ik dan tegen de trainer opmerkte dat ik altijd positief was gebleven, antwoordde hij: ‘Ja, sarcastisch positief.’ Blijkbaar kon ik niets goeds meer doen. Kijk, ik ben van het principe: ga je de kleedkamer in voor een groepsbespreking, dan komt iedereen daar het best voor zijn mening uit zodat de trainer eropin kan pikken en je naar buiten kunt komen met één gemeenschappelijk idee. Veel beter zo dan dat de tongen pas nadien loskomen, vind ik. Toen ik destijds met KV Mechelen onderhandelde, werd mij verteld dat ze mij wilden omdat ik iemand ben die zijn gedacht durft te zeggen en een groep op sleeptouw kan nemen. Het zou gek zijn, mocht ik uiteindelijk daarop afgerekend zijn geweest.”

Wouter Vrancken was het die vorig seizoen Peter Mollez vertelde dat Glenn Verbauwhede hem tegen Björn Vleminckx voor de wedstrijd van KV Kortrijk tegen KV Mechelen ‘zwartmaakte’. Nu zijn hij en Verbauwhede dus ploegmaats. “Dat is iets wat in het verleden is gebeurd en er is afgesproken om daar niets meer over te zeggen”, besluit Vrancken. “We zijn volwassenen en vanaf de eerste dag deden we gewoon normaal tegen elkaar.”

CHRISTIAN VANDENABEELE

‘De laatste twee jaar moest ik tegen mijn aard voetballen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content