Het gras is altijd groener op Wimbledon. Het prestigieuze toernooi dat elk jaar weer op royale belangstelling kan rekenen, kende een turbulente start. Update van één week grastennis.

Wimbledon heeft zijn voor- en tegenstanders. Oeverloos saai en niet meer van deze tijd volgens de enen, spectaculair en prachtig traditioneel voor de anderen. Natuurlijk straalt de All England Lawn Tennis and Croquet Club klasse en weelde uit, maar van de andere kant wordt het elitarisme en de hiërarchie in de tenniswereld nergens zo benadrukt als in Londen. Toppers worden met veel égards behandeld, de overigen worden onbelangrijk geacht.

Nu heeft de organisatie de laatste jaren flink wat geïnvesteerd in een verbetering van de infrastructuur, waardoor niet alleen meer de grote klappers over een serieuze kleedkamer beschikken. Ook het plebs, de rest van het spelerspeloton, heeft met de nieuwe installaties genoeg manoeuvreerruimte om op fatsoenlijke wijze een wedstrijd voor te bereiden. Samen met de invoeging van tweeëndertig reekshoofden is het een stap richting het moderne tennistijdperk.

Bovendien wordt met nieuwe aanpassingen aan speeloppervlak en tennisballen almaar meer geprobeerd om de stelling dat grastennis iets voor specialisten is, te ontkrachten – of toch tenminste te versoepelen. Het fameuze gras wordt een fractie langer gehouden, waardoor de ondergrond net een ietsje trager wordt. Ook de vergroting van de ballen dient in dezelfde optiek als ruggensteuntje voor de minder aanvallend ingestelde tennissers. Gecombineerd met de almaar voortschrijdende nivellering in het mannentennis blijkt het zelfs te werken ook.

Hoe verklaar je anders de ravage die de eerste dagen onder de grote kanshebbers werd aangebracht ? Virtuele eindwinnaars werden meedogenloos afgeslacht en gelauwerde ex-kampioenen werden zonder pardon terug naar af gestuurd. Het was een waar bloedbad – en dan moest het toernooi het al stellen zonder de finalisten van vorig jaar.

Thomas Johansson, winnaar van de Australian Open, weet u nog, verloor na een marathonpartij van de onbekende Braziliaan Sarreta. Vroeger verkozen de landgenoten van Ronaldo gedurende de grasperiode enkele mooie weken door te brengen aan de Braziliaanse stranden – Kuerten doet dat trouwens nog steeds. Tegenwoordig gelooft elke gravelbijter dat er ook op gras iets te rapen valt en komt hij met een heel andere instelling naar Londen afgezakt.

Roger Federer, de elegantste en meest stijlrijke speler van het circuit, en daarom ook uitermate geschikt om in het groen te gedijen, werd tot een figurant gedegradeerd door een broekventje uit Split. Men bombardeerde Mario Ancic prompt tot de nieuwe Goran Ivanisevic, maar hij werd in de volgende ronde weer meteen met zijn Kroatische neus op de feiten gedrukt. Bob Brett, de zeer gerenommeerde coach die zich in het verleden zelden vergist heeft in zijn pupillen, weet dat er nog wat werk aan de winkel is, maar weet evenzeer dat hij een goed product in handen heeft.

Pete Sampras, die de laatste tien jaar twee wedstrijden verloren had op de heilige grond, werd vakkundig uitgeteld door een speler die aan zijn tweede winstpartij op Wimbledon bezig was. Op de plaats waar men, na zijn afscheid, waarschijnlijk een standbeeld van de Amerikaan gaat neerpoten, doemde in de verte het spook van het jaar te veel op. Pistol Pete, nu toch al een tijdje op de dool, vond zelfs op zijn favoriete ondergrond nooit enige gemoedsrust en werd vernederd door een speler die hij voorheen met gemak onder de graszoden had gestoken. Na een ontgoochelend Roland Garros was dit een nog hardere klap voor hem. Het resultaat op de U.S.Open zal met argwaan gevolgd worden, ook door hemzelf.

Zijn kompaan en eeuwige rivaal Andre Agassi mocht ook al na twee rondes zijn koffers pakken. Hij verslikte zich in een Thaise hap. Zelfs de meest talentrijke van het circuit heeft honderd procent strijdvaardigheid, ritme en concentratie nodig om zich door te zetten in het hedendaagse mannentennis.

Eigenschappen die de Rus Marat Safin te pas en te onpas ontbeert. Toch was zijn uitschakeling door onze landgenoot Olivier Rochus op voorhand aangekondigd. Op Roland Garros hadden beiden al voor een beklijvend kijkstuk gezorgd en redde Safin zich door te blijven knokken tot op het einde. Op het gras in Londen kwam lilliputter Olli natuurlijk opslagkracht tekort tegenover de reus aan de andere kant van het net, maar hij compenseerde dat met een oogstrelende touche en een laag zwaartepunt. Hij had het veel gemakkelijker dan de nummer twee van de wereld om de doorschietende en laagzittende ballen onder controle te houden en te sturen waar hij het wilde. Net als twee jaar geleden, toen hij in de tweede ronde het toenmalige nummer twee van de wereld Magnus Norman verraste, toch weer een verbluffende prestatie van de talentboy uit Auvelais. Jammer dat hij zijn talentverspreiding niet kon doorzetten tegen de sneltrein Arnaud Clément. Rochus leek in die partij lange tijd op een schim van de mannetjesputter die hij is en kreeg de motor nooit echt op toerental.

De machine van Xavier Malisse draait anders wel op volle toeren. De uitschieters beginnen met de regelmaat van de klok te komen, zodat ze stilaan geen verrassingen meer zijn. De Kortrijkzaan speelde weer ogenschijnlijk gemakkelijk tennis en hield zonder al te veel moeite en met heel veel klasse Kafelnikov af, een man die bezwaarlijk een leek genoemd kan worden op gras. Voor X-man, die nog maar eens van coach veranderde, blijft het nu wachten op de echte grote doorbraak in één van de Grand Slams. Een beetje geluk bij de loting en het kopje erbij houden moet volstaan om eens tot het ultieme kransje te behoren. Met zijn polyvalentie is Malisse een ernstige kandidaat op elke ondergrond.

U weet ondertussen hoe hij het ervan af heeft gebracht op zijn minst geliefde bodem. Er stond alleszins een opslagkanon tegenover hem in de vierde ronde. Greg Rusedski, geen echte Brit maar toch, droeg de steun maar ook de druk van een hele natie en enkele overzeese kolonies op zijn schouders. Een interessante partij die mentaal niet van de poes geweest zal zijn.

Maar dat Xavier ook op dat vlak aardig veranderd is, bewees hij in het interview na zijn overwinning op het Russische vijfde reekshoofd. Hij verklaarde daarin dat de Belgische federatie goed werk had verricht en nog steeds deed. Ook voor de Vlaamse tennisschool niets dan lof. Hij had er geleefd en gewerkt in een positieve sfeer van tucht en opvoedkundige waarden. Nu moet u weten dat Malisse indertijd vanwege een dispuut over zijn discipline richting zonnig Florida vertrok, en dat zijn relatie met de federatie tot voor kort onbestaande was. Waarlijk een ander mens, X-man.

In het vrouwencircuit viel er weinig nieuws te rapen. Het was business as usual daar de topzeven, met weliswaar een gehalveerde Belgische delegatie ( zie kader), toch weer ontspannen door de eerste week kuierde. De grootste bijna-verrassing kwam nog uit onverwachte Antwerpse hoek. Els Callens, die zich al vlot kwalificeerde voor het hoofdtoernooi, maakte het Serena Williams knap moeilijk en kan terugblikken op een beresterke wedstrijd. Met aanvallend georiënteerd tennis bracht ze de bulldozer uit Florida bijkans van de wijs. Het jongste Williams-zusje bracht in beide tiebreaks enkele krachtige argumenten naar voor om uiteindelijk met veel gezwoeg en gekreun het laken naar zich toe te trekken. Ze zullen al van straffe huize moeten zijn om nog maar eens een zusterfinale te kunnen verijdelen op het Londense gras.

De finalistes krijgen trouwens minder geld voor hun prestaties dan hun mannelijke collega’s. Elk jaar weer is dat een punt van discussie op Wimbledon, maar ook hier moet de oprukkende emancipatie wijken voor de lang ingevoegde traditie. Men kan de fysieke capaciteiten van beide seksen natuurlijk niet vergelijken, maar evenmin kan men negeren dat er bij de mannen vanaf de eerste rondes veel meer geknokt moet worden. Ook in deze editie waren de voorbeelden legio van loodzware wedstrijden voor het mannelijke corps, terwijl Jennifer Capriati doodleuk verklaarde dat haar eerste ronde een aangename ervaring was, omdat ze zich af en toe toch had moeten concentreren. Als man val je daar dus wel dood van.

Het was Richard Kraijcek, die trouwens aan een fantastische comeback bezig is, die enkele jaren geleden de koe letterlijk de bel aanbond door het merendeel van de vrouwengilde te vergelijken met het betreffende beest. Tegenwoordig zal ook hij wel moeten toegeven dat het vrouwentennis een injectie kracht en fitheid heeft gekregen en daardoor een pak levendiger is dan het met een gebrek aan persoonlijkheden kampende mannentennis. Het zal een eeuwig twistpunt blijven en het organisatiecomité zal er zich waarschijnlijk eeuwig niets van aantrekken en koppig de eigen koers blijven varen.

Wimbledon is een wat oubollig toernooi, wat verpersoonlijkt wordt door de oude tantes in aangepaste kledij die als lijnrechter dienst doen. Maar het blijft toch ook een zekere charme bewaren. Waar ter wereld vind je nog zo’n mega-evenement dat niet wordt platgewalst door commerciële partners, waar het groen voorkeur krijgt op enorme reclamepanelen, en waar de mensen met plezier wat discipline opbrengen omdat het hoort bij de traditie. Daarom alleen al is het zijn plaats op de kalender meer dan waard.

door Filip Dewulf

Laten we Kim Clijsters voorlopig het voordeel van de twijfel geven.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content