Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

December 2005 vertellen René Vijt en Walter Mortelmans de gerechtelijke politie over hun wedervaren met Zheyun Ye. Van betrokkenheid van beide makelaars bij de gokfraude is geen sprake, zegt het parket. Van Sjanghai tot Kessel : het exclusieve verhaal.

Zondagmiddag 17 oktober 2004, La Louvière-Germinal Beerschot. Het Antwerpse makelaarsduo René VijtWalter Mortelmans heeft de thuisclub om kaarten gebeld en als antwoord een uitnodiging voor het vipdiner ontvangen. Ze mogen mee aan de eretafel met voorzitter Filippo Gaone en huisadvocaat Laurent Denis, die zijn kinderen heeft meegebracht. Verder in het exquise gezelschap onder meer een Chinees, vergezeld van een tolkende vrouw.

Wanneer de aftrap nadert, vraagt de Chinees Vijt om een pronostiekje. “1-1”, antwoordt die. Anderhalf uur later staat het, dankzij een late gelijkmaker van Daniel Cruz, ook echt 1-1. De Chinees is onder de indruk. Of zijn tafelgenoot ook weet wat het later die avond in Lokeren-Club Brugge wordt ? Vijt aarzelt : zijn geluk is op, denkt hij, en hij gunt Mortelmans een gokje. Die voorspelt een 0-2. Naamkaartjes worden uitgewisseld, de Chinees heet Zheyun Ye. ’s Avonds klopt Club Lokeren met 0-2.

Da’s straf ! Jullie moeten nogal indruk hebben gemaakt.

Mortelmans : “Wel, ’s anderendaags belt zijn secretaresse met de vraag of we elkaar kunnen zien. De volgende avond ben ik met hem in het Hilton gaan eten. Daar zegt hij me : ‘Ik wil een club kopen’.”

Vijt : “Aziaten vinden je een voetbalkenner op basis van zaken die er volgens ons niks mee te maken hebben. Dat is eigen aan hun cultuur.”

Mortelmans : “Wij hebben René Desaeyere geplaatst in Korea en Japan. Het eerste wat ze daar doen, is naar je geboortedatum vragen en hem toetsen aan hun horoscoop. Daar doen ze drie uur over.”

Vijt : “Ye is een Chinees : wat moesten wij daarvan denken ? Wij dachten : Denis is erg actief in China, misschien is dit een van zijn cliënten. Al hadden we de indruk dat hij hem niet kende. Die Chinees zat daar ook heel normaal te zijn. In onze optiek om ook in China te penetreren, dachten wij : tiens, dit is misschien interessant. Na de wedstrijd hebben we even gepraat. Hij bleek in de textielbusiness te zitten en had een zaak in Parijs, zei hij.”

Sjanghai Football Forum

Vijt en Mortelmans kijken niet raar op als ze Denis ontmoeten in het gezelschap van een Chinees. Op dat moment is het precies een jaar geleden dat ze samen met hem het Sjanghai Football Forum hebben bijgewoond, georganiseerd door de Chinese spelersmakelaar, clubeigenaar en tv-figuur Louis Liu. Liu heeft die zomer drie spelers van AA Gent – Jima Oyawole, Nenad Vanic en Tomas Vasov – naar China getransfereerd en zoekt nog sprekers voor zijn evenement. Dat heeft plaats van 6 tot 8 september 2003. Hij zet AA Gentmanager Michel Louwagie op zijn sprekerslijst.

Louwagie : “Ik beschouwde die uitnodiging als een hele eer : ik stond geprogrammeerd tussen mensen van Manchester United, Manchester City en Ajax. Louis Liu vroeg me of ik geen advocaat wist die goed de FIFA-reglementen kende. Op dat moment werkten wij nog samen met Laurent Denis. Ik heb het hem gevraagd en hij heeft ja gezegd. Vijt en Mortelmans, met wie wij veel werken in Gent en aan wie ik het ook had gezegd, zijn op hun eigen kosten meegegaan.”

Vijt : “De Chinese voetbalmarkt biedt enorme mogelijkheden, nog altijd. Dat congres heeft ons uitstekende contacten opgeleverd. Wij hebben het hotel vrijwel niet verlaten, en Denis zeker niet : die had direct een paar juridische zaken beet, van Chinese clubs met problemen. Ze erkenden hem daar meteen als een autoriteit.”

Zou het kunnen dat hij Zheyun Ye daar heeft leren kennen ? Ye zou familie zijn van de Chinese minister van Sport, en daardoor ook onaantastbaar.

Louwagie : “Dat weet ik niet : ik heb hem nooit ontmoet.”

Mortelmans : “( lacht) De macht daar zal alleszins bij veel minder mensen liggen dan hier bij ons.”

Vijt : “Ik ben zeker dat de oorsprong van de contacten tussen Ye en Denis niet op dat congres ligt. Het verhaal-Ye past hier in de verste verte niet in.”

Quatre-vingt-dix-neuf

Terug naar oktober 2004 en het Hilton in Brussel. Ye wil een club kopen en Mortelmans suggereert hem voor een nv te gaan. Want : “Een vzw kan je niet kopen omdat de macht niet bij de aandeelhouders ligt, maar bij de leden. Dan blijven er drie mogelijkheden over : Charleroi en Standard, maar die zijn al in handen van buitenlanders, en Germinal Beerschot.”

Een nieuwe afspraak wordt gemaakt, deze keer met Vijt erbij.

Vijt : “Wij hadden duidelijk het gevoel – en dat bleek ook uit wat hij zegde : hij noemde toen al Bergen – dat hij voor die bewuste La Louvière-GBA al verscheidene wedstrijden had bijgewoond. Zijn eerste stappen in het Belgische voetbal dateren van voordien : dat staat vast.”

Mortelmans : “Hij kénde Paul Put en spelers van Lierse, maar noemde zelden namen. Hij sprak van quatre-vingt-dix-neuf, Lierse. Van dix-neuf, Beerschot ook.”

Mitu en Messoudi.

Vijt : “Met Mitu dwéépte hij : die wilde hij koste wat het kost hebben. Ook Put had een grote indruk op hem gemaakt. Hij had het almaar over een wedstrijd van Lierse – alleszins van weken of maanden daarvoor – waarin het op achterstand was gekomen, maar door enorm aanvallend voetbal en een erg aanwezige trainer een denderende tweede helft had gespeeld.”

Op de vraag van wanneer de allereerste verschijning van Ye in het Belgische voetbal dateert, antwoordde Filippo Gaone vorige zomer : “Jàren geleden. Ik vraag me af of het niet was toen Geel nog in de eerste klasse speelde.” Dat was het seizoen 1999/2000 met, tiens, Paul Put als trainer.

Vijt : “Dat bevestigt alleen maar onze indruk dat hij al veel langer wedstrijden volgde in België. En het bevestigt ook dat zijn eerste contacten in België niet met ons waren, maar met anderen.”

Hoe verliepen de gesprekken verder ?

Vijt : “Ye wilde tegen 31 december een ploeg overnemen, zodat hij in januari al spelers kon aantrekken. Aangezien hij gecharmeerd was van het nummer 99 en de trainer van Lierse, wilde hij wedstrijden van hen zien. Ik ben dan met hem naar Moeskroen-Lierse geweest.”

Mortelmans : “Op een bepaald moment zegt hij : ‘Ik wil met de trainer van Lierse praten.’ Wij bellen Put en spreken af in het Hilton in Brussel, waar we iets eten en een aangename avond hebben.”

Vijt : “In survival Frans : over voetbal, zonder de minste echo van wedstrijdmanipulaties. Ik had ook niet de indruk dat hij en Put elkaar kenden.”

Mortelmans : “Ofwel hadden ze mekaar nooit eerder ontmoet, ofwel hebben ze allebei op een geweldig niveau geacteerd. Als je ’t mij vraagt, zet ik mijn geld in op het eerste.”

Vijt : “Denk eens logisch na : áls er al iets was, dan had hij ons niet nodig gehad voor die afspraak. Trouwens, onze indruk was dat hij al andere kanalen had. Hij had het vooral over Bergen, waarop wij hem zegden : ‘Maar dat is zakelijk toch niet interessant ?’ Wij hebben deze zaak altijd benaderd als een investering met kans op slagen. Antwerpen met zijn Chinese gemeenschap, de haven en Sjanghai als zusterstad : dát was een interessante markt ! Ik vergeet nooit dat ik hem nog zeg : ‘Dat zou toch fantastisch zijn : u hier als eerste Chinese clubvoorzitter !'”

Mortelmans : “Tijdens de ontmoeting in Brussel zegt Put : ‘Kom eens naar een training in Lier, dan kun je zien hoe ik werk.’ Enkele dagen later zijn wij met Ye en zijn secretaresse, of wat zij ook was, naar Kessel gereden. Tientallen mensen hebben ons daar gezien. Na de training passeren de spelers ons en zeggen goedendag, en Put laat ons binnen. We hebben een tas koffie gekregen, Paul is zich eerst gaan douchen en heeft ons daarna bij zich in zijn bureau geroepen. Het was de week voor Moeskroen-Lierse : Paul heeft zijn scoutingverslagen, zijn tactische bespreking en heel zijne cinema voor die wedstrijd op computer laten zien. Hij heeft zich daar louter professioneel willen profileren.”

Zijn er nadien nog ontmoetingen geweest tussen Ye en Put ?

Mortelmans : “Nog één. Ik ging met Ye naar Westerlo-GBA kijken, toen hij vóór de wedstrijd per se nog Put wilde zien. Hij wilde hem een stylo cadeau doen die we samen waren gaan kopen. Op mij kwam dat over als een vorm van erkentelijkheid voor de tijd die Put voor hem had vrijgemaakt. Put moest die avond nog gaan scouten en we zijn zonder hem doorgereden naar het stadion van Westerlo. Dat was zijn laatste contact met Ye waar ik weet van heb.”

Als Mitu verklaart dat hij Ye al in november 2004 zag op Lier, klopt dat dus.

Mortelmans : “Alle spelers hebben ons toen gezien. Laatst had ik Eric Van Meir aan de lijn : die herinnerde zich dat ook nog.”

Jullie hebben Ye ook voorgesteld aan Marc Brys, toenmalig GBA-trainer, en zijn spelers.

Vijt : “Ye zat op hotel in Antwerpen en heeft één keer een training van GBA bijgewoond. Dan is het toch evident dat ik hem ook voorstel aan de trainer ? Trouwens, ‘voorgesteld’ is een groot woord : hij heeft Brys een hand gegeven, zoals ook de spelers die voorbijkwamen. Je moet het zo bekijken : wij hebben een potentiële investeerder en die wil óók trainingen bijwonen. Waar zie je dat nog ? Voor ons maakte dat die Chinees heel geloofwaardig. Vergeet ook niet dat we ons dan nog altijd in tempore non suspecto bevinden.”

Verzuurde sfeer

Wanneer hebben jullie een punt gezet achter het Ye-verhaal ?

Mortelmans : “We zijn naar Jos Verhaegen en René Snelders gestapt en hebben gezegd : ‘Wij hebben iemand die geïnteresseerd is in een meerderheidsparticipatie in GBA.’ Hun reactie was : waar zijn de adelbrieven en de bankreferenties, liefst van westerse banken ? Ook onze eigen advocaat vroeg ons om uiterst voorzichtig te zijn. Wij hebben dan zijn paspoort gekopieerd, van achter naar voor en van voor naar achter – óók de lege bladzijden.”

Vijt : “Voor de gerechtelijke politie is dat zéér nuttig gebleken. Ye liet dat ook spontaan toe. Geef toe : onverdachter bestaat niet.”

Mortelmans : “Onze advocaat heeft dan een brief geschreven naar de stafhouder om melding te maken van onze contacten. Daar zijn we niet toe verplicht, maar uit voorzorg hebben we het toch gedaan : omdat we dachten dat het om het witwassen van zwart geld kon gaan en we ons daar tegen wilden indekken. Met Verhaegen en Snelders spraken we ook af wat wij aan de zaak, als de aandelen verkocht zouden worden, konden verdienen.”

Vijt : “Onze enige betrachting was een commissie te ontvangen van GBA. Ondanks dat hebben wij ons niet laten verblinden : wij zijn zéér voorzichtig geweest. Tussen Ye en GBA is er ook nooit rechtstreeks contact geweest.”

Zijn Ye’s geloofsbrieven er ook gekomen ?

Mortelmans : “Hij vroeg wat tijd, wat normaal is, maar na een maand was er nog steeds niks. Hij vroeg nog een week. Nog niks. Toen heb ik gezegd : we stoppen. Dat was begin december 2004. Ik heb direct zijn nummer uit mijn gsm verwijderd.”

Vijt : “We hebben de blaffeturen naar beneden getrokken. Achteraf zijn wij ervan overtuigd dat hij, door alle eisen die wij stelden, is gaan denken : ‘Verdomme, dit zijn andere gasten dan ik tot hier toe gewoon ben geweest.’ Volgens ons is hij daarna van koers veranderd. Ik durf te stellen : mochten alle anderen op dezelfde manier te werk zijn gegaan als wij, zijn penetratie in het Belgische voetbal zou veel moeilijker verlopen zijn. Primair voor ons was : de veiligheid. Anderen, denk ik, hebben het daar niet zo nauw mee genomen en het geldgewin vooropgesteld. Mijn hoop voor de toekomst is dat er op de bond een meldpunt wordt gecreëerd voor de identiteit van potentiële investeerders. Dat zou een eerste dam zijn tegen malafide figuren met malafide geld.”

Ondertussen was Ye ook bezig te infiltreren in Lier. Wat wisten jullie daarvan ?

Vijt : ” Gaston Vets ( ex-voorzitter, nvdr) belde mij op in januari. Hij had mij met Ye gezien op Moeskroen-Lierse en Oostende-Lierse en wilde weten of ‘die Chinees’ hier nog rondliep. Ik heb hem geantwoord dat wij niet meer bezig waren met die man. Naar wat ik nu lees, lijkt het erop dat Paul Put hem heeft voorgesteld. Dat is ons ook zo gezegd door Chris De Nijn ( die advocaat en voorzitter was van Lierse, nvdr). Ik weet nog dat wij dachten : dat zou toch straf zijn, dat Put zoiets achter onze rug gedaan zou hebben. Ik heb hem gebeld, maar hij zei dat het via Gaston Peeters was gegaan. Vanaf dan is het contact tussen ons enorm verflauwd. Belden we hem vroeger, was er meteen repliek : nu bleef die uit. ‘Tiens,’ zegden wij tegen elkaar, ‘wat is dat met Paul ?'”

Mortelmans : “Ik heb zijn contract met Lokeren gemaakt, heb bemiddeld in het geschil met die club, en ben met hem naar Lierse gegaan. Op Pasen en paasmaandag 2004 heb ik thuis bij Gaston Vets het contract geregeld. Lierse wilde echter geen commissie betalen – niks nieuws : wij hebben nóg geld te goed van Lierse – en sindsdien is het contact niet meer geweest zoals voorheen. We hebben nooit ruzie gemaakt, maar de sfeer was verzuurd. Zijn contractverlenging met Lierse heeft hij rechtstreeks met Leo Theyskens onderhandeld.”

Vijt : “Toen de ware rol van Paul Put aan het licht kwam, was ik onthutst. Het rechtvaardigt de gebeurtenissen niet, maar misschien is Paul in financiële problemen gekomen doordat Lierse de lonen niet betaalde. Mogelijk is dat een voedingsbodem geweest.”

Hallo, Gaston ?

Hadden jullie na december 2004 nog contact met Ye ?

Vijt : “Eén keer. Begin april 2005 belt Mo Messoudi, een van onze spelers. ‘René,’ zegt hij, ‘ik heb een fantastisch voorstel van Lierse, ik wil naar Lierse.’ ‘ Allez Mo,’ zeg ik, ‘dat kan niet : Lierse heeft geen geld.’ Bovendien had ik vaak contact met Gaston Vets en die had me daar nooit iets van gezegd. Toen zei Mo dat het voorstel van de Chinees kwam. ‘Dat gaat dé man worden bij Lierse’, zei hij. Ik heb hem direct gevraagd een afspraak te maken en we hebben Ye ontmoet in het Astrid Plaza Hotel in Antwerpen. Hij was zoals altijd héél gentil. Hij zegt : ‘ Moi. Travail. Chaque jour. Beaucoup. Lierse. Avec Gaston.’ Ik denk bij mezelf : maar dat kán niet ! Gaston Vets had mij nooit gesproken van Ye.

“Straffer nog. Terwijl wij daar zitten, gaat Ye’s telefoon. Ik hoor hem ‘Gaston’ zeggen en ik doe teken dat hij zijn toestel aan mij doorgeeft. Ik zeg : ‘Hallo Gaston, René hier. Zeg, wat is dat allemaal, met Messoudi ?’ Blijkt Gaston Peeters aan de andere kant van de lijn te hangen ! Ik geloofde mijn oren niet. Ik heb daar achteraf met Gaston Vets over gebeld : hij wist nergens van, en ik geloof hem.

“Ik heb Ye gezegd dat mijn advies voor Mo was om niet naar Lierse te gaan. Mo heeft onze raad opgevolgd.”

Hij was wel al in de winterstop naar China geweest. Op Ye’s kosten.

Vijt : “Dat hebben wij achteráf vernomen : via iemand van GBA, die dat in zijn reispas had gezien. Toen we hem daarmee confronteerden, deed hij daar helemaal niet moeilijk over. Wij zagen er ook niet direct iets verkeerd in : China spreekt tot de verbeelding, dus als je zo’n kans krijgt, grijp je ze. Spelers moeten ons ook niet voortdurend rekenschap geven van hun privéleven. Ik ben overtuigd dat Mo er op dat moment niks verdacht in zag.”

Cruz en Luciano zouden ook naar China zijn gevlogen.

Vijt : “Daar weten wij niets van.”

Mo zou ook hebben toegegeven dat hij een omkoopvoorstel had gekregen.

Mortelmans : “Dat heeft hij ons pas gezegd na zijn verklaring aan het parket. Het ging om de wedstrijd GBA-Bergen ( 30 april 2005, 2-0, nvdr). Ze waren er niet op ingegaan, zei hij : GBA heeft die wedstrijd ook gewonnen.”

Vijt : “Naar wat hij zei, had hij het om te lachen gevonden : daarom had hij het ons niet verteld. Als ik dan lees dat hij met dat geld een appartement gekocht zou hebben… Zal ik eens wat zeggen ? Dat hij dat appartement heeft gekocht, was op aanraden van ons en Jos Verhaegen. Te veel voetballers verkwanselen hun geld. Wij hebben hem gezegd : ‘Je moet investeren, nú.’ We hebben samen zijn rekening gemaakt en zijn met hem naar de bank gegaan. Hij heeft quasi het hele appartement beleend.”

Mortelmans : “De premie van de bekerwinst heeft gediend om de notariskosten en het voorschot te betalen.”

Maar goed, voor jullie was duidelijk geworden dat Ye zijn zinnen op Lierse had gezet.

Vijt : “En daar snapten wij niks van. Hij begreep het belang van een nv-structuur en hij wilde géén stadion kopen. Waarom dan Lierse, dat juist wél met een stadion zat en géén Chinese achterban noch wereldse uitstraling heeft zoals Antwerpen ? Maar dan zei hij : ‘ Pas problème. Moi avec des juifs.’ Blijkbaar hebben toen ook Joodse mensen Lierse geholpen. Hij gaf de indruk dat hij daarmee aan tafel had gezeten.”

Mortelmans : “Ik heb hem nadien nooit meer gesproken, wel nog gezien : op die fameuze Lierse-Anderlecht. En één keer in het Sheraton in Brussel, waar we hem toevallig voorbij zagen lopen.”

Gokcircuit

Vijt : “Als ik terugblik op de hele zaak, ben ik er nog altijd niet van overtuigd dat op het ogenblik dat wij met Ye in contact waren, het zijn bedoeling was een gokcircuit op te zetten. Stel dat het toch zo was : waarom zou hij dan miljoenen investeren in de aankoop van een club als GBA ? Achteraf is gebleken dat hij het kan bewerkstelligen zónder zo’n grote investering. Dat blijft voor mij nog altijd ongerijmd.”

Blijft ook de vraag : met wie had hij vóór jullie contact ?

Vijt : “Hij zei : ‘ Moi travaille avec avocat.’ Alles gebeurde dus in overleg met zijn advocaat. Daarom zeg ik : er waren voordien al contacten die wij nooit hebben gekend. Ye heeft ons daar ook nooit over gesproken.”

Nooit een bodyguard gezien ?

Mortelmans : “Nooit.”

Vijt : “In het begin was hij met een secretaresse, op het eind meestal alleen. En hij verplaatste zich met de taxi of per trein. Daarom : als wij al die verhalen nu lezen, zijn wij verbaasd.”

JAN HAUSPIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content