Yoni Buyens houdt van tatoeages. Zijn rechterarm staat inmiddels helemaal vol. “Ik vind dat mooi”, zegt hij. Een greep uit wat er op het lichaam van Buyens prijkt:

* Twee Latijnse spreuken. Ze betekenen: ‘Niets is onmogelijk voor zij die het willen’ en ‘Iedereen is de maker van zijn eigen geluk’. “Veel voetballers met enorm veel kwaliteiten zullen nooit in de eerste klasse spelen”, aldus Buyens, “omdat ze het vereiste niet kunnen opbrengen. Ik ben op mijn positie waarschijnlijk niet de beste voetballer die er rondloopt, maar door mijn mindere punten te compenseren met inzet sta ik toch al ergens. Sommigen dachten dat ik het nooit zo ver zou schoppen.”

* De initialen van zijn grootouders. “De band met je grootouders is dikwijls nog anders dan die met je ouders. Met je vader en moeder heb je al eens een woordenwisseling, met je grootouders zelden, bij hen draait het vaak louter om liefde. Mijn moeder, mijn vader en zijn vader waren vroeger niet voetbalminded. Het was mijn grootvader langs moederszijde die mij vroeger naar de trainingen bracht. Hij geloofdedirect in mij. ( lacht) In het begin zei hij na elke match: ‘Onze Yoni was weer de beste op het veld’. En eigenlijk is dat nog altijd na iedere wedstrijd zijn mening. Tegen mij zal hij weleens vloeken of zeggen dat iets beter kan, maar naar anderen toe komt wat hij zegt altijd op hetzelfde neer: de anderen snappen niet hoe je moet voetballen.” ( lacht)

* Het beeld ‘De kus’ van Auguste Rodin. “Dat vind ik in de eerste plaats mooi en het hangt samen met de spreuk die ik ernaast liet zetten: ‘ Love all, trust a few’. Ik probeer iedereen lief te hebben. Maar mensen die je heel graag hebt, moet je daarom nog niet blindelings vertrouwen.”

* Het woord ‘ Believe’ en een Mariabeeld met blote borsten. “Ik zit niet elke week in de kerk, maar ik maak wel regelmatig een kruisteken, bijvoorbeeld als we het veld oplopen. Ik ben gelovig, maar op mijn manier. Er mag ook wel mee gespot worden, ik kan het relativeren, vandaar die blote borsten.

“Ik ben ook enorm bijgelovig. Ik ga bijvoorbeeld altijd plassen in de meest linkse piscine. Als daar iemand staat, wacht ik. Soms kijkt die persoon om en zegt hij dat een andere piscine vrij is. Dan antwoord ik: ‘Nee, ik wacht wel.’ Op zo’n moment kijkt die gast wel raar, maar ik trek me dat niet aan.”