Guy Van Wolvelaer is lezer, abonnee en verzamelaar van het eerste uur van Sport/Voetbalmagazine. Hij is in het bezit van alle nummers van het blad sinds de start op 20 maart 1980.

Het abonnement

Guy Van Wolvelaer: “Als student kocht ik Sport 70 en mijn eerste woorden Frans leerde ik in France Football. Toen er ook in België een voetbalblad op de markt kwam, abonneerde ik mij meteen. In het begin was het magazine tweewekelijks. Het viel mee, ook taalkundig, en ik ben abonnee gebleven.

“Sinds ik in 1988 als winnaar van de wekelijkse voetbaltoto met vrouw en kind voor een week naar Tenerife mocht, is mijn hart natuurlijk helemaal verpand aan jullie magazine ( lacht). Het was in gezelschap van Jacques Sys en de toenmalige voetballers Etienne Delangre en Lei Clijsters en zijn dochtertjes Kim en Elke. Kim is trouwens van hetzelfde geboortejaar als onze Tom. Het zou kunnen dat ze toen met elkaar gespeeld hebben. Dat was daar in elk geval dik in orde.”

Het magazine

“Wat ik van die 28 jaar in de eerste plaats onthoud, zijn de columns van Jan Mulder en Koen Meulenaere. Ik ben allesbehalve een Hollandfan, maar Mulder vond ik schitterend. Ooit ben ik ongelukkig geweest omdat de Artispunten op de keerzijde van zijn column stonden. Die knipte ik uit voor neefjes en nichtjes, maar dan was ik telkens een stuk van Mulder kwijt. De erfenis was zwaar toen hij stopte, maar ook de stijl van Meulenaere is een meerwaarde. Ik ben het niet altijd met hem eens, soms heb ik zelfs zin om te reageren, maar ik lees hem graag. Dat beetje provocatie is nooit ver weg en daar hou ik wel van. Ook de rubriek ‘7 Dagen’ vind ik schitterend. Dat verrijkt het magazine.

“Zelf schrijf ik ook graag en ik moet toegeven dat ik wel eens geïnspireerd word door een zinswending of een gevleugelde wijsheid die ik bij jullie lees. Ik was graag journalist geworden, maar in het college werd dat afgeraden. Ik ben blijvend gezond jaloers op mensen die deze job kunnen uitoefenen.

“Wat natuurlijk ook blijft hangen, zijn die zomerseries van buitenlandse rootsverhalen. Dat onderscheidt jullie. De rubriek ‘Doorgevraagd’ hoeft voor mij niet, dat is waarschijnlijk meer voor de jonge gasten. Mij interesseert het niet wie iemands favoriete onenightstand is, maar ik zal er mijn abonnement niet voor opzeggen.

“‘De 100 buitenlanders van Club Brugge’ was voor mij genieten, omdat het retroaspect er gekoppeld werd aan het heden: wat doen al die mannen nu?”

Het voetbal

“Ik heb veel sympathie voor Anderlecht sinds de tijd van Van Himst en Jurion, van Kialunda, Plaskie en Jacky ‘Zorro’ Stockman. In mijn jeugdjaren wonnen ze alles en dat is bijgebleven, maar ik ben nooit vaak gaan kijken. De laatste keer dat ik ze live aan het werk zag, was in de afscheidswedstrijd van Enzo Scifo.

“Ja, ik was een onvoorwaardelijke Scifofan. Ik ergerde mij enorm aan hoe Rik De Saedeleer hem destijds te pas en te onpas neersabelde. Scifo speelde wel eens breed, maar een salonvoetballer was hij absoluut niet. Hij scoorde ook vaak, zelfs met het hoofd; hij koppelde schoonheid aan efficiëntie. De Vlaamse pers had het meer voor types als Jan Ceulemans en Franky Van der Elst. Dat waren goede spelers, maar de absolute topklasse van Scifo hadden ze niet.

“Genieten kan ik vooral van een doorsteekpass. Ook een klassieke center vanop de flank à la Puis vind ik mooi. Maar zo’n even eenvoudig als geniaal balletje tussendoor vanuit het middenveld dat de hele verdediging openrijt en een snelle spits alleen voor doel zet … Zaaaalig!

“Een fervente livevoetbalkijker ben ik niet. Met ouder te worden, begin ik ook wat op te zien tegen die immense drukte. Van voetbal op televisie ben ik ook al wat verzadigd geraakt. Toen je vroeger Di Stefano, Gento en Puskas op het scherm kon zien, was dat nog ‘wauw’, maar nu kan je alles en iedereen op tv bekijken, wanneer en hoe vaak je maar wilt.

“De wedstrijd die mij het meest is bijgebleven, is de fantastische finale van de wereldbeker in 1970: Brazilië tegen Italië. Onvergetelijk is voor mij die kopbalgoal van Pelé, waarbij hij precies in de lucht bleef hangen. En dan die 4-1: passje van Pelé naar de opkomende rechtsback Carlos Alberto, die in volle vlucht binnenknalt. Zaaaalig!”

De collectie

“Er ontbreekt geen enkel nummer. De verzending is heel accuraat en als er eens een verloren gaat, zoals bij een staking van de Post al wel eens gebeurde, dan bel ik de abonnementendienst en krijg ik binnen de kortste keren een duplicaat. Ik moet hier thuis wel soms wat op mijn strepen staan om de verzameling intact te houden ( lacht). Mijn echtgenote begrijpt niet altijd even goed waarom ze per se compleet moet blijven.

“Alle nummers zijn ook volledig. Waar er een bladzijde is uitgeknipt, is er een kopie in de plaats gekleefd. Ben ik aan de psychiatrie toe?

“Een deel van de collectie staat in een kast op de overloop, de rest op de zolder in kartonnen kaften van Sport/Voetbalmaga-zine en dozen van de Colruyt. Zijn die kaften nog te verkrijgen? Sinds een bedrijfsbezoek aan Roularta ben ik jaloers op de lederen verzamelmappen die ik daar in de bibliotheek zag.

“Nog niet alle nummers zijn geklasseerd. Ik probeer alles te lezen, maar dat lukt niet altijd. Meestal heb ik het vorige boekje nog niet helemaal uit als het volgende er al is. Op vakantie probeer ik mijn schade in te halen.

“Interessant is ook om nu nog af en toe eens te grasduinen in wat jullie pakweg tien jaar geleden schreven. Voor mij is dat een zeer merkwaardige ervaring geweest: er zitten duidelijk zieners op de redactie. Dat belooft voor mijn pensioen ( lacht).” S

door christian vandenabeele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content