Twintig jaar was Hugo Broos trainer in België, voor hij naar het zuiden trok. Hij trainde in Griekenland en Turkije en was de voorbije maanden assistent van Frank Vercauteren bij Al Jazira in Abu Dhabi. Hoe is dat, werken in de Golf? ‘We hebben geen enkele keer naar België verlangd.’

Hij trainde in Griekenland en Turkije en was de voorbije maanden assistent van Frank Vercauteren bij Al Jazira in Abu Dhabi. Hoe is dat, werken in de Golf? ‘We hebben geen enkele keer naar België verlangd.’

Graag zou hij geregeld gaan fietsen, zegt hij, met wat maats de polders in. Maar het weer zit tegen. We zijn woensdag, begin mei, en buiten gieten ze het water gul over het gemeenteplein van Varsenare. De zonnige maand maart ging aan hem voorbij, toen zat hij nog in Abu Dhabi, al waren hij en Frank Vercauteren (56) er al wel ontslagen. Toen alles financieel was geregeld, eind maart, en in zijn paspoort een uitreisstempel stond, keerde Hugo Broos (60) naar België terug. En alsof de duivel ermee gemoeid was, keerde ook het weer zich tegen hem. Aangezien fietsen in zijn ogen bij voorkeur bij droog weer gebeurt – kou mag wel – zat hij de voorbije weken meer thuis dan hem lief was.

Hoe was het ginder in de Golf?

Hugo Broos: “Samengevat: kust, zon en goeie voetballers. Achteraf bekeken was ons probleem dat we te laat in de voorbereiding kwamen. Begin juni waren ze gestopt en toen ze herbegonnen, eind juli, zaten ze zonder trainer. De Argentijn die ze wilden, had afgezegd. Het hoofd van de jeugd nam tijdelijk over, maar het was ons direct duidelijk dat de conditie erbarmelijk was. Wij wilden trainen zoals in Europa, maar moesten constant roepen: blijven bewegen, no walking! Hun trainingen bleken vooral bezigheidstherapie te zijn geweest, er was geen enkele conditionele basis gelegd. De periode was ook moeilijk: ramadan, bloedheet, pas om tien uur ’s avonds konden we trainen. Er was ook geen trainingskamp geweest. Normaal gaan ze altijd veertien dagen naar Europa, om een basis te leggen. Wij hebben direct een kamp gezocht, uiteindelijk in Qatar, bij Aspire. Schitterend complex, maar dat bleek toch niet hetzelfde. We hadden maar drie weken tot de competitiestart, dan moet je doseren.”

Als de gewichten op de spelersprofielen die wij konden terugvinden kloppen, stonden die niet bepaald scherp.

“Dat is het tweede grote probleem: qua voeding is het er een ramp. Dat was een van de redenen voor de keuze voor Frank: meer toezicht op discipline, training, gewicht, vetpercentage. Wij hadden een spits, Baré is zijn Braziliaanse roepnaam, die 105 kilo woog toen we er aankwamen. Toen we vertrokken, was dat nog 95. Wij hebben geprobeerd om de jongens wat discipline bij te brengen. Ontbijt, eten om 12 uur, om 16 uur en dan om 20.30 uur wedstrijd. Regelmaat. Maar dat kwam nooit in orde. Of ze kwamen aan de ontbijttafel en ze aten niet, of ze kwamen niet. ’s Middags aten ze dan een hele berg, en om vier uur zag je ze weer niet meer. Resultaat: krampen in de tweede helft. Ze waren daar nooit bewust mee bezig.

“Voetbaltechnisch gezien was er niks op aan te merken, maar mentaal hadden de jongens een groot probleem. Het minste geringste wat er gebeurde, een tegengoal, leidde tot een warboel op het veld. Een tik krijgen betekende zeven keer rollen en blijven liggen. Geen ambitie, dat ook. Uitwijken naar Zuid-Korea, of naar Europa? Neen. Zij spelen in een topclub, verdienen goed geld en hebben er een goed leven.”

Iedereen een huis als je achttien bent, schulden die bij tijd en wijle worden afgelost door de emir, immigranten die het harde werk opknappen: wat zouden die veertien procent autochtonen zich ook inspannen, als je leeft op olievelden en gasbellen?

“Ik denk niet dat in de emiraten een arme autochtoon bestaat. In het voetbal merk je dat buitenlanders met heel veel goeie wil komen en er echt wat van willen maken. Maar na een jaar zie je die mannen veranderen en denken: wat zit ik mij hier uit te sloven, rustig gaat ook. Moet ik nog op mijn eten letten, lopen? Komen trainen? Het gaat vandaag wat minder, laat maar. Het vreemde is: die mannen sjotten graag. Die trainen, hoor! Als ze er zijn … Maar ’s morgens waren er soms vijf, zes niet. En als je dan ’s avonds vraagt: mannen, waar zaten jullie vanochtend? Dan antwoordden ze: ‘ Family, very important!’ Dan moesten ze hun vader naar de kliniek voeren of met hun dochter naar de dokter. Na een tijd hebben we de ochtendtraining afgeschaft.

“Professioneel amateurisme, ik kan het niet anders omschrijven. Als je dat wilt veranderen – wat de taak was van Frank – bots je op onwil. Er is niemand die te laat komt: een kwartier voor de training zijn de meesten er. Alleen zitten ze nog rustig te babbelen wanneer je de training wilt beginnen. ‘ No problem, coach, we are ready‘, zeggen ze dan. Waarop ze rustig hun schoenen vastmaken en naar het veld stappen. In het begin startten we gegarandeerd een kwartier te laat. Op het einde nog vijf minuutjes.”

Angst

Die verhalen kende je toch vooraf?

“Jawel. Maar als je tegen Vercauteren vooraf expliciet zegt: er moet meer discipline komen, dan verwacht je steun wanneer er binnen de kortste keren de vraag komt: moet dat nu echt, we hebben toch gewonnen?

“Wij wilden direct voetbal, voorwaarts passen, geen twintig keer tiktik en nog maar aan de middellijn zitten. Maar als je zo wilt spelen, moet je lopen. En dat was het probleem. Binnen de kortste keren had Frank mensen tegen zich. Zeven maanden later zorgden die ervoor dat we buiten lagen. Ze weten heel goed wat er scheelt, de beleidsmensen. De nationale ploeg won geen enkele wedstrijd in de kwalificaties voor de wereldbeker. In de Engelstalige kranten lees je dan van alles over change en mentality, maar de dag dat er iemand dat wil veranderen, is het commentaar: moet dat?”

‘Het ontslag was niet gebaseerd op resultaten, maar omdat Vercauteren niet met zijn spelers overweg kon’, klonk het in het persbericht van de club.

“Met sommige spelers. Wij weten wie. De spits onder meer. Vorig jaar de held, nu al eens op de bank en kwaad. De Argentijn Delgado ook. Schitterende voetballer, maar niet in staat om negentig minuten te spelen. De nieuwe trainer haalt hem er ook iedere keer na 70 minuten af. Lekker wijntje, eens goed eten, goed geld verdienen en een matchke spelen. Dat waren de mensen – belangrijke spelers – die vervelend deden. En de club kiest voor de spelers, uit vrees.

“In het begin van het seizoen hadden ze twee van onze internationals een verbeterd contract beloofd. Die mannen kwamen in september terug van de nationale ploeg en verschenen niet op training. Contract niet in orde. Wij: dan kunnen jullie toch komen trainen? ‘ No, coach,’ zegden, ze, ‘we leggen wat druk op de board.’ Veertien dagen erna: nieuw contract. Ze zijn bang dat ze naar een andere ploeg vertrekken. Vorig seizoen hebben ze zich blauw betaald aan forse premies, om kampioen te worden. Wij kregen te horen: dat kan niet meer. Waarna de spelers … identiek dezelfde winstpremies kregen. Altijd angst. Spelers hebben een enorme macht, de belangrijke tenminste.”

Sjeik Mansour, de grote baas van Manchester City, was ook jullie patron.

“Nooit gezien, nooit gesproken. Ook niet in de tribune gezien.”

En het leven naast het voetbal?

“Heel goed. ( lacht) Dubai is New York: hoge gebouwen, enorm druk, daar is alles mogelijk, de grootste dit, de langste dat, de dikste zus, helemaal niet te vergelijken met Abu Dhabi. Kalmer. Ook hoogbouw, maar veel gezelliger.”

Gebouwd op een eiland, met het vasteland verbonden via bruggen en bedoeld voor 600.000 mensen, maar nu met een bevolking van 1,4 miljoen. Hoe stapel je dat?

“Door in de hoogte te bouwen. Je kunt er alles krijgen, je mag alles doen, een vrouw is er nog een vrouw. Die mag er met de auto rijden, mag in bikini op het strand. Je moet niet provoceren, maar respecteer je hun cultuur, dan is het oké, net zoals zij respect voor de onze hebben. Heel tolerant. Ik heb me daar nooit ambetant gevoeld, mijn vrouw evenmin. Ook qua eten is alles er te krijgen. Zelfs varkensvlees. Apart verkocht, met als indicatie ‘ not for muslims‘. Normaal gezien moet je een dranklicentie hebben om alcohol te kunnen kopen. Die hangt nauw samen met wat je verdient, bedoeld om te verhinderen dat de immigranten ’s avonds te veel zouden drinken. Ze laten je leven, wij hebben op dat vlak geen enkele keer verlangd naar België.”

Michel Preud’homme heeft het moeilijker in Saudi-Arabië.

“Dat weet ik. Naar Saudi-Arabië zou ik niet gaan, omdat ik weet dat ik dan alleen moet gaan en dat vind ik niks. Een weekje je vrouw zien, die de hele tijd lange kleren moet dragen, niet mag autorijden, daar of daar niet binnen mag … Frank hoorde weleens wat van Michel, het leven is daar helemaal anders.”

Respect

Heb je wat van de andere emiraten kunnen zien? Zijn de voetbalclubs verdeeld over de zeven?

“Alleen de twee kleintjes hebben er geen. De afstanden vielen ook mee, de verste verplaatsing was tweeënhalf uur met de bus. Rij je op een autostrade door de woestijn, links en rechts zand. Meestal zaten we iets meer dan een uur in de bus.”

Toen Jan Boskamp in Dubai was, stoorde hem de manier waarop ze goedkope buitenlandse werkkrachten behandelden. Het leek op slavenhandel.

“Het ‘vuile werk’ laten ze doen door buitenlanders. Filipino’s, Indiërs, Pakistani … Zij hebben zelf altijd een job waarin ze bevelen geven. De gastarbeiders leven in containers, zonder luxe, dat is een feit. Maar we hebben daar ook anderen ontmoet, die er wél in comfortabele omstandigheden werken. Belgen onder meer. Ook zij werden geconfronteerd met onze problemen: waarom willen jullie dat het nú gebeurt? Morgen is ook goed. Afspraken maken is een ramp. Idem met betalingen. Het geld komt heus wel, maar het kan evengoed de achtste als de eerste van de maand zijn. Zij vinden dat wij zagen over stipt gedoe.”

Namen jullie voetballers zelf initiatief?

“Weinig. Ze doen wat je hebt gezegd. Ook héél vriendelijk tegen elkaar. Een opmerking moest je maken onder vier ogen, niet in de kleedkamer. Onder de rust moesten wij de spelers niet uitkafferen voor het oog van hun ploegmaats. Met negentien man vertrekken en de negentiende in de tribune laten … olala! ’s Anderendaags speelde die niet met de reserven. Als je vroeg waarom, vond hij dat de coach geen respect voor hem had getoond. Maar zijn respect voor ons dan, voor het afmelden voor de wedstrijd? Dat is niet hetzelfde, vonden ze. Met opmerkingen hadden ze het zéér moeilijk. Niet één heeft ook de ambitie om het elders te maken. Er zijn zeer goeie spelers, maar mentaal …”

Anderlecht haalde nochtans een Saudische verdediger binnen. Hoe groot is zijn kans op slagen?

“Ik ken die jongen niet, maar ik kan me gerust voorstellen dat hij voetbaltechnisch mee kan. De linksachter van Al Jazira is écht een goeie, Moussa, 25 jaar. Maar als die hier in een ploeg komt waar hij elke week moet presteren en wordt aangepakt als het eens fout gaat, sterft die. Ben ik zeker van.”

Achterdeur

Weinig volk ook in de stadions ginder, iets meer dan 2000 per wedstrijd.

“Uitgedeelde tickets! Loketten zijn er niet: als je aan de ingang komt, geeft iemand je een ticket en daarop staat waar je moet gaan zitten. Gratis. Nergens wordt betaald.”

Was de kritiek op het spel terecht? Ook dat stond in de begeleidende tekst bij het ontslag: ‘Zelfs toen ze wonnen, bracht het team geen goeie prestaties.’

“Ze vergeten er dan wel bij te zeggen dat het team dat het jaar voordien kampioen werd ook geen goeie wedstrijden speelde. En we haalden resultaten. Op het einde gebruikten ze het wel als excuus: de coach vraagt erom. Wij vroegen inderdaad voetbal naar voren, maar geen lange ballen!”

Hoe was Diego Maradona?

“Ontgoochelend. Een speler met zo’n carrière, trainer geweest van zijn nationale ploeg, en zich dan zo gedragen, veel show … Lelijke gebaren maken naar Frank na een nederlaag, in de tribune naar de supporters vliegen, de scheidsrechter proberen te beïnvloeden … Maradona maakt zijn spelers zo gek als een achterdeur, die jongens zijn opgefokt. Ontgoochelend, maar hij kan zich dat permitteren.”

Je werkte eerder al in Turkije en Griekenland, waar communicatie niet altijd makkelijk was. Hoe zat dat hier?

“In Turkije heb ik eens mijn vertaler-assistent laten controleren, zonder dat hij het wist, door Belgische Turken. Ik mocht op beide oren slapen, de man vertaalde echt correct alles, met punten en komma’s als het moest. Een schitterende vent, ik heb nog contact met hem. Hier was er geen enkel probleem, iedereen sprak Engels. Dé voertaal. Ik had het bij wijze van spreken in Waregem moeilijker, omdat het daar soms in het Nederlands, Frans én Engels moest.”

Vercauteren kijkt er nog wat rond. Zou je nog zijn assistent willen zijn als hij ginder wat vindt?

“Ik zeg dat niet a priori af. De samenwerking was goed, maar dat wist ik toen ik vertrok. We kennen elkaar al zo lang. Toen hij me belde, was mijn enige vraag hoe het land was. Als hij me morgen belt met een club in Saudi-Arabië, zeg ik neen, maar een andere club is oké voor mij.”

Ook al rijmt de mentaliteit er niet met die van jullie?

“Is Preud’homme zo tolerant? Hij is daar gekomen, gestart met een trainingskamp en daar heeft hij de toon gezet. Na veertien dagen zijn ze uit dat alledaagse leefmilieu weg. Die volgen dan wel de baan hoor.”

DOOR PETER T’KINT

“Qua taal was er geen enkel probleem, iedereen sprak Engels. Ik had het bij wijze van spreken in Waregem moeilijker.” “Professioneel amateurisme, ik kan het niet anders omschrijven.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content