Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

In het seizoen dat Anderlecht zijn 75-jarige bestaan vierde, kreeg niet alleen het stadion een facelift, maar won de Brusselse club ook de Uefabeker. Drie spelers van toen blikken terug op de jaargang 1982/83.

Meimaand, finalemaand. Behalve Club Brugge 25 jaar geleden, KV Mechelen 15 jaar geleden en Antwerp 10 jaar geleden, speelde ook Anderlecht 20 jaar geleden de finale van een Europabeker. Ten koste van Benfica veroverde het in 1983 in een heen- (1-0) en terugwedstrijd (1-1) de Uefacup. Een woelig jaar was het in de geschiedenis van Anderlecht, met een trainerswissel en een stadionverhuis. Dat laatste na een vriendschappelijke wedstrijd bij de New York Cosmos en het Europese duel tegen Aston Villa in de lente van ’82, die de Brusselse clubleiding aan het denken had gezet. Met de bouw van loges zou de commerciële toekomst de club toelachen. En dus werd met nieuwjaar een begin gemaakt met de verbouwing, waarna Anderlecht de resterende helft van het seizoen 1982/83 afwerkte in het nationale stadion op de Heizel.

Wim Hofkens, rechtsachter in de gouden periode, schrikt als we hem bellen. “Twintig jaar geleden al ? Wat gaat het snel, ik voel me plots een oude man. Ivic begon nog aan het seizoen als hoofdtrainer, maar in september al werd hij vervangen door Paul Van Himst. De bezieling en de beleving ontbraken. De supporters hadden kritiek op de manier van spelen, maar ook in de groep was er ongenoegen over de eentonigheid en de manier van trainen. Ik had er totaal geen last mee, want ik trainde heel graag onder Ivic. De conditie die ik toen had, heb ik nadien trouwens nooit meer gehaald. Maar de trainingen waren vrij eentonig, dat klopt wel. Hij had één systeem : zo snel mogelijk de bal veroveren en dan zo snel mogelijk de bal in de zestien krijgen. We speelden driekwart van de wedstrijd op de helft van de tegenstander, waardoor er heel veel ruimte lag in onze rug. Daardoor kregen we op cruciale momenten tegengoals. Zijn laatste wedstrijd was een zware nederlaag op Waregem, maar daarvóór hadden we ook al wat puntjes verloren. En als een aantal jongens het beu zijn, met name Coeck en Lozano, iets wat ik na twee jaar ook wel kan snappen, dan ligt zo’n trainer er.”

Jacky Munaron, doelman sinds ’80, snapt het ook : “We speelden niet zo goed en sommige spelers wilden een iets lossere, rustigere aanpak. Ik denk dat die wissel goed deed. Het gebeurde echt in de uren voor de return van de Uefacupwedstrijd tegen Kuopio. We trainden die dag nog met Ivic, maar je voelde dat er iets op til was. ’s Avonds waren we in het hotel voor het vertrek naar Finland, toen Michel Verschueren kwam melden dat er een trainerswissel was. Paul was toen trainer van de Uefa’s van Anderlecht.”

Na een 3-0 thuis (met de eerste Europese goal van nieuwkomer Erwin Vandenbergh) won Anderlecht ook in Finland makkelijk (1-3). In de tweede ronde was FC Porto in Brussel te gast. “Schitterende wedstrijd daar gespeeld”, weet Munaron nog. “Thuis gewonnen met 4-0, Juan ( Lozano) was met twee goals de held van de avond. Uit kwamen we ook vrij makkelijk 0-2 voor, maar dan pakten we in tien minuten drie tegengoals. Ik ben godverdomme héél kwaad op die mannen geworden. Zoiets heeft een doelman immers niet graag.”

Anderlecht was wel héél sterk in die periode, benadrukt Hofkens. ‘Zelden meegemaakt hoe er in die jaren zo’n chemie was op het veld. We hoefden elkaar amper aan te kijken en binnen het half uur was het 3 of 4-0. Willy Geurts stond het eerste jaar in de spits, nadien maakte Kenneth Brylle twee schitterende seizoenen. Wij trainden heel veel op voorzetten van de flank en Brylle was héél scherp in de eerste tien meter. Franky Vercauteren en Michel De Groote moesten links de flank doen, Pär Frimann en ik rechts. Van de vijf trainingen waren we er drie bezig met twee spitsen tegenover twee verdedigers, en wij maar voorzetten. Daardoor heeft Kenneth ontzettend veel goals gemaakt. Ivic was vijftien jaar vooruit op andere trainers. De huisstijl van Anderlecht was een 4-4-2, maar Ivic maakte daar een 5-4-1 van of een 5-3-2, met de intentie om van achter uit een meerderheid te creëren. Het hangt af van je interpretatie af of je dit defensief dan wel offensief noemt. Ik weet alleen dat de linksbuiten van de tegenpartij vaker achter mij heeft moeten lopen dan omgekeerd.”

Munaron loopt graag de ploeg af. ” Coeck, Lozano, Franky. Achterin Hugo ( Broos), Peruzovic en Olsen. Schitterende ploeg ! Voorin Erwin en Kenneth – Czernia speelde iets minder. En dan die twee op het middenveld : Ludo ( Coeck) en Juan. Ludo was een goed mens, iemand die een mop kon vertellen, een opmerking maken… Erwin was meer de droge stille, maar met rake opmerkingen. Als hij zich liet horen, was het zoals op het veld : goal ! Soms speelden we met vier achterin, maar op verplaatsing durfden Ivic en later ook Paul het ook met vijf verdedigers. Om het resultaat te beveiligen. We waren heel soepel : de flanken speelden hoog of laag naar gelang van de omstandigheden. Wim en Michel konden dat qua loopvermogen goed aan. En Morten ( Olsen) was een moderne libero, in die zin dat hij vaak voor zijn verdediging ging voetballen. Meespelen was zijn stijl. We speelden heel hoog, zodat ik vaak ook een soort libero was. Soms stond ik tijdens een wedstrijd meer buiten de zestien dan erin.”

Hofkens : “Lozano was absoluut een groot talent, en Ludo Coeck een grote leider, zowel op als naast het veld. Hij eiste heel veel ballen op, had een goeie pass en kon die ballen prachtig voor je neerleggen. Een geweldig mooie speler om naar te kijken.

“Alles was aanwezig, het enige dat ontbrak in die periode, was vertrouwen”, zegt Hofkens over de vervanging van Ivic door Van Himst. “Als een relatie uitgebloeid is, is elke nieuwe trainer voor een aantal spelers een verademing. Voor mij was de komst van Van Himst niet goed, alle buitenlanders moesten weg van hem. Ik heb het nog drie jaar uitgehouden, maar met blessures door de negatieve spanning die ik onder Van Himst had. Met een andere trainer had ik minimaal acht of tien jaar in Anderlecht gezeten, nu vijf. Dat is mijn zwarte bladzijde.”

In de derde ronde lootte Anderlecht het Sarajevo van Susic en Hajibejic. In Brussel werden de Bosniërs verpletterd met 6-1 (Munaron : “De glansrol was opnieuw voor Juan”), uit werd het weer een nederlaag (1-0). Van die wedstrijd heeft Munaron vooral de psychologische beïnvloeding onthouden. “De verplaatsing was in één woord beroerd. We konden de landingspiste zien, maar vanuit de controletoren hoorde onze piloot dat het vliegtuig wegens mist werd afgeleid naar Dubrovnik. Onzin natuurlijk, ze speelden met onze voeten. Nu moesten we vanuit Dubrovnik de bus nemen. Door de bergen, drie, vier uur draaien en keren, omhoog en omlaag, iedereen was misselijk. We hebben die dag niet eens kunnen trainen.”

Opmerkelijk detail, achteraf bekeken : scheidsrechter in Sarajevo was de Spanjaard Guruceta-Muro, later bekend geworden door de omkoopaffaire in Anderlecht-Nottingham Forest van het seizoen erna.

Intussen waren er ook de duels tegen Aston Villa en New York Cosmos geweest. Vanden Stock wilde de loges die hij daar gezien had, ook in Anderlecht in het leven roepen. Halverwege het seizoen werd het eigen stadion daarom ingeruild voor de Heizel. Hofkens : “De laatste match in het oude stadion was tegen Waregem. Dat werd mijn beste wedstrijd ooit voor Anderlecht.” Munaron : “Het was toch heel anders op de Heizel. Maar het was goed dat we niet alleen onze Europese duels, maar ook de competitiewedstrijden daar speelden. Alterneren tussen de twee stadions zou ik helemaal niet goed gevonden hebben.”

De eerste Europese opdracht na nieuwjaar was de match tegen Valencia en Mario Kempes. Dat was voor iedereen zowat het hoogtepunt van de Europese campagne. Volgens sommige waarnemers was het ook de wedstrijd waarin Juan Lozano de bazen van Real Madrid wist te overtuigen. Na het duel verklaarde de coach van Valencia dat hij de beste ploeg van Europa had bestreden. Het kostte hem zijn job… Hofkens : “Prachtig stadion, veel sfeer. Frank Arnesen speelde toen in Spanje en gaf na de wedstrijd te kennen dat wat hij van ons had gezien absolute Europese top was. Daarom is hij het jaar nadien naar Brussel gekomen.”

Munaron : “De uitschakeling van Valencia was inderdaad een schitterende prestatie. We hadden een rijpe groep die een resultaat kon halen wanneer ze dat het wilde. Ons ingraven deden we niet vaak, maar ginder hebben we toch met vijf verdedigers gespeeld. 1-2 gewonnen, herinner ik me. En thuis maakte Kenneth er twee. Ik geloof dat we toen in één week 90.000 man naar de Heizel hebben gehaald : 40.000 tegen Valencia en 50.000 tegen Club Brugge.”

De halve finale tegen Bohemians Praag, daar weet niemand nog veel over, behalve dat Lozano geblesseerd de heenwedstrijd moest missen, de return een draak van een wedstrijd was, maar dat Anderlecht toch vrij makkelijk de finale bereikte. In de eigen competitie liep het ondertussen niet zo vlot. Na een nederlaag tegen Stadard, getraind door Raymond Goethals, namen de Ruoches resoluut de leiding in de rangschikking. Ondanks nu en dan een fluitconcert van de eigen supporters telde voor de spelers echter maar één ding : winst in de eindstrijd tegen Benfica.

Hofkens : “Ik heb alles gespeeld, behalve de kers op de taart : de return in Benfica. Die heb ik gemist wegens een tweede gele kaart in de thuiswedstrijd. Ik ben wel meegereisd en heb er Lozano met het hoofd een prachtige gelijkmaker zien scoren. Of ik een medaille heb ? Dat ik het niet eens meer weet, maar het zou kunnen. Een jaar later speelden we opnieuw de finale. Op Tottenham stonden we 0-1 voor tot tien minuten voor tijd, maar uiteindelijk pakten we nog een goal en verloren we met de strafschoppen. Op goed één jaar tijd speelden we dus twee Europese finales. Anderlecht was dan ook een Europees topteam in die dagen. Wedstrijden zijn het waaraan je toch met plezier terugdenkt. Achteraf was er nog wel wat commotie, met de omkoping van Standard en die tegen Nottingham het jaar nadien. Op het moment zelf weet je dat niet, maar als je met die informatie in het achterhoofd de beelden terugziet, ja dan…”

“Er is niet zoveel gefeest in Lissabon,” weet Munaron nog, “we hebben in het hotel nog iets gegeten en daarna wat uitbundig gedaan. Ik herinner me dat de aftrap van de wedstrijd laat was en de terugrit heel moeilijk, omdat er zoveel toeschouwers in het stadion waren – bijna 100.000, geloof ik. Meestal gaat het ook koeler toe op verplaatsing dan in het eigen stadion. En er was de gewenning… Ik zeg niet dat we het gewoon waren, maar een Europese finale of halve finale, het klinkt raar nu, maar toen vonden we dat eigenlijk normaal. Het was de vierde al, en door de kwaliteit van de ploeg eigenlijk een must.”

Kenneth Brylle, maker van het enige doelpunt in de heenwedstrijd tegen Benfica, miste bijna uit colère die finale, bekent hij nu. “Die finale zal ik niet snel vergeten. Thuis wonnen we en scoorde ik, maar veertien dagen later in Portugal zat ik op de bank. Dat was echt van de hemel naar de hel. Ik ben voor de match nog naar huis willen terugkeren, maar Morten ( Olsen) kalmeerde me en vroeg me om geen domme dingen te doen. Ik ben nog ingevallen, wat een pleister was op een houten been. Twintig jaar later begrijp ik Van Himst iets beter. Een trainer moet aan een heel team denken, een speler denkt alleen aan zichzelf. Hij ging voor het resultaat, met vijf verdedigers; ik bekeek het uit mijn standpunt als aanvaller. Achteraf bekeken kan je hem geen ongelijk geven, er stond voor hem ook heel wat op het spel. En we hebben gewonnen.

“Uiteindelijk ben ik gelukkig dat ik het heb meegemaakt. Wij hadden een ontzettend goeie ploeg met veertien, vijftien internationals. Nu zou je die ploeg niet meer kunnen betalen. De huidige voorzitter droomt er nog altijd van, maar de Denen van nu, die komen niet meer naar België, maar gaan naar Spanje, Duitsland of Italië. In onze tijd was België een Europees topland, nu niet meer.”

door Peter T’Kint

‘En dan die twee op het middenveld : Ludo en Juan. Schitterend !’

‘Het klinkt raar nu, maar toen vonden wij een Europese finale of halve finale eigenlijk normaal.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content