‘Ze zeiden hier dat mijn voetbal niet defensief is’

© KOEN BAUTERS

Nadat hij zes jaar lang Charleroi nieuw leven inblies, wacht Felice Mazzu op de bank van de Belgische landskampioen een nieuwe uitdaging. Een gesprek tussen nostalgie, tactiek en psychologie.

De muren zijn oogverblindend wit, overgoten met het licht van de zon die voluit op de vensters van de Luminus Loge hamert. Het uitzicht op de grasmat van de titelvoerende landskampioen is onnavolgbaar. Het zijn omstandigheden die de kleinste details naar boven halen, als was dit een ondervragingskamertje.

Onder zijn blauwe ogen, assorti met het wapenschild van de Limburgers dat op zijn jasje prijkt, draagt Felice Mazzu de tekenen van iemand wiens nachten veel te kort zijn. Je zou erbij denken aan een jonge vader. Maar het verschil is dat de baby van de Carolo een nog embryonaal voetbalproject is, als leider van een kern die nog helemaal hertekend kan worden.

‘Sinds ik bij Genk ben, kom ik elke dag om 7.30 uur in het stadion aan en ga ik tussen 23 uur en middernacht slapen. En in al die uren ben ik met niks anders bezig dan met voetbal, zowel op als naast het veld’, legt Felice Mazzu uit, terwijl hij naar de wallen onder zijn ogen wijst om zijn woorden kracht bij te zetten. Tussen twee sessies op de zoals steeds onberispelijke gazons waarop de trainingen van Racing plaatsvinden, neemt de Henegouwse coach de tijd om met ons uitgebreid over zijn nog prille nieuwe leven te praten.

Ben je er tijdens de vakantie in geslaagd om wat te rusten en aan andere zaken dan voetbal te denken?

Felice Mazzu: ‘Totaal niet. Nochtans had ik daar wel behoefte aan. Zeker na de ontgoocheling van het seizoenseinde en gezien ik in een nieuwe omgeving terechtkom waar men net een titel heeft gewonnen. Ik heb vijf dagen genomen, die vielen net in het midden van de onderhandelingen, de voorbereiding van het nieuwe seizoen, de zoektocht naar een appartement… Echt vakantie heb ik niet gehad.’

Voor Genk kiezen betekende niet alleen een verandering in je professionele carrière maar ook in je privéleven. Heb je daardoor niet getwijfeld?

Mazzu: ‘Getwijfeld niet, neen… Wel nagedacht. Veel nagedacht. Voor mij is dit een nieuwe situatie, dus dan denk je erover na en praat je erover met je vrouw en je kinderen. Ik heb ook met mijn ouders gesproken. Als mijn familie er voorbehoud bij had gehad, dan was het nog veel moeilijker geweest om die beslissing te nemen. Maar ze hebben me gesteund en zelfs een zetje gegeven, want ze wisten al een hele tijd dat ik een stap hogerop wilde zetten. Dit was een unieke kans voor mij om van de Champions League te proeven, wat toch een bijzonder doel is voor een trainer. Na veel gepraat met iedereen ben ik er helemaal voor gegaan.’

Als Charleroi nog altijd met mij had willen doorgaan, dan was ik gebleven.’ Felice Mazzu

Gehecht aan Charleroi

In je laatste maanden bij Charleroi had je het vaak over het einde van een cyclus. Denk je dat het voor iedereen het beste was om de stap naar iets anders te zetten?

Mazzu: ‘Ik weet niet of je kunt zeggen dat het tijd was voor iets anders, zo gemakkelijk is het niet om een antwoord te geven op zulke vragen. Ik denk dat de attitude die je uitstraalt tegenover de personen die je voor je hebt, belangrijk is voor de motivatie, de objectiviteit van de keuzes en de teneur van de boodschap die je wilt overbrengen. Misschien heb ik op dat vlak het afgelopen seizoen wat minder goed gepresteerd.’

Hoe kwam dat dan?

Mazzu: ‘Een combinatie van factoren. Zeker de ontgoocheling van ons parcours in play-off 1 het jaar voordien. Dat maakte dat ik me geregeld de vraag stelde of ik nog altijd wel geschikt was voor deze groep. Want uiteindelijk hebben we bijna met z’n allen gedurende zes jaar samengewerkt. Maar het was vooral hetgeen ik voor mijn ogen zag gebeuren wat me tot die bedenking heeft geleid. Ik ging met die groep alweer moeten herbeginnen. Alle spelers die uitgeleend waren zijn teruggekeerd. Geen evidente situatie, noch voor de spelers, noch voor mij. Ik vroeg me af of ik wel degene zou kunnen zijn die hen begeesterde. Ik heb die discussie ook gevoerd met Mehdi Bayat en we hebben daarover nagedacht. Maar mijn motivatie is altijd onveranderd gebleven. Het bewijs is dat we die play-off 2 gewonnen hebben, ook al begonnen we er slecht aan. En zo gaat het trouwens altijd: van zodra er in het voetbal een reeks van overwinningen volgt, wordt alles mooier, krijg je er weer plezier in en lijkt alles vanzelf te gaan.

‘Wanneer ik nu kijk naar de groep die er momenteel is in Charleroi, dan denk ik dat het zowel voor de groep als voor mij goed is zo. Zij hadden misschien nood aan iets anders. En wanneer Genk dan gekomen is met een officieel aanbod, zijn de zaken eenvoudiger geworden.’

Is er op een bepaald moment sprake van geweest om Charleroi te verlaten ook zonder een aanbod van een andere club?

Mazzu: ‘Die gedachte is bij me opgekomen. Ik heb erover gepraat met Mehdi Bayat, maar dat is iemand die heel nuchter is in zulke zaken. Wat later zagen we elkaar opnieuw en toen zei hij me dat hij me de tijd gegeven had om goed na te denken en wilde hij weten of ik er nog altijd op die manier over dacht – en mijn antwoord was neen. Als we geen oplossing hadden gevonden en als Charleroi nog altijd met mij had willen doorgaan, dan was ik gebleven. En ik zou het niet laten afweten hebben. Maar soms heb je momenten van zwakte.’

Toen Charleroi de trainingen hervatte, deed dat toch niet wat pijn?

Mazzu: ‘Pijn, somberheid, nostalgie… Want dat was mijn eerste club en ik heb er zes jaar lang een goeie relatie gehad met iedereen. In mijn onderbewustzijn was ik ervan overtuigd dat ik iets moest veranderen, zowel voor mij als voor de club. Maar tegelijkertijd was er een ander deel van mij dat dat niet wilde, omdat ik echt aan Charleroi ben gehecht. Mijn ouders wonen er nog altijd en nu ben ik ver van hen. Ze wonen naast het stadion. Het is een hele manier van leven die ten einde gekomen is. Als je dertig jaar lang de gewoonte hebt om dezelfde straten te doorkruisen om naar dezelfde plek te gaan… Want zelfs voor ik bij de club kwam, werkte ik in Charleroi. Dat is allemaal in mijn hoofd gepasseerd. Je weet dat je niet meer op diezelfde plaatsen zult vertoeven, dat is behoorlijk ingrijpend.’

De juiste analyse

Tijdens je officiële voorstelling vertelde Dimitri de Condé wat het verschil had gemaakt tussen jou en de andere kandidaten: jij was niet bang voor de uitdaging die hij voorstelde. Dit Genk overnemen had best angstaanjagend kunnen zijn, niet?

Mazzu: ‘Het is enigszins gewaagd. In eerste instantie omdat ik me nu op de plaats bevind – en ik zeg bewust niet: ‘de plaats heb ingenomen’ – van de beste trainer van België, die hier kampioen is geworden. Ik kom in de club die Belgisch landskampioen is, dus uiteraard liggen de verwachtingen hoog. Het is een lastige uitdaging, maar als je in het voetbal bang bent, dan geraak je ook niet vooruit. Bovendien is er dat gegeven van Frans en Nederlands en beheers ik het Nederlands niet zo goed… Ik begin het te begrijpen, enkele zinnen te spreken, maar ook daar: op de plaats staan van een Nederlandstalige die kampioen geworden is met een Nederlandstalige club… Ik heb daar allemaal over nagedacht, maar uiteindelijk gezegd: dan is het maar zo. Waag je kans!’

Is er niet wat te veel te doen geweest rond die taalkwestie? Philippe Clement heeft nooit een training in het Nederlands gegeven…

Mazzu: ‘Ik ben hier nu tien dagen en vanaf het ogenblik dat ik de kleedkamer van de spelers binnenkom tot het einde van de training, wordt er geen woord Nederlands gesproken. Het is Engels of Frans. Maar ik begrijp dat tegenover de buitenwereld, uit respect voor de pers en een deel van het publiek, ze graag zouden hebben dat ik me kan uitdrukken in het Nederlands. Ik probeer zo veel mogelijk mijn best te doen. En alle mensen binnen de club of eromheen gaan er heel respectvol mee om dat ik de taal niet beheers. Zij doen de moeite en hebben de capaciteit om met mij in het Frans te praten. Ik van mijn kant probeer het zo snel mogelijk en zo goed als ik kan te leren.’

Felice Mazzu: 'De Champions League? Ik heb er eerlijk gezegd nog geen tijd voor gehad om daaraan te denken.'
Felice Mazzu: ‘De Champions League? Ik heb er eerlijk gezegd nog geen tijd voor gehad om daaraan te denken.’© KOEN BAUTERS

Is je werk bij Genk veel veranderd tegenover dat bij Charleroi?

Mazzu: ‘Niet speciaal. Het grootste verschil is dat de staf veel omvangrijker is. Iedereen neemt dus een deel van de training voor zijn rekening. De methodes zijn ook wel verschillend. Vandaag hebben we bijvoorbeeld, van het moment dat de fysiektrainers in de zaal begonnen tot de sessie op het veld, een training van bijna drie uur gehad.’

Blijf jij zelf, nu je zo’n grote staf ter beschikking hebt, wat meer op de achtergrond?

Mazzu: ‘Voor het ogenblik meet ik me vrijwillig de rol van observator aan. Om iedereen een beetje te leren kennen, de staf en de spelers. En om te zien welke methodes er hier gebruikt worden – ik heb geen zin om te veel om te gooien.’

Moet je je eigen stijl niet opleggen?

Mazzu: ‘Het is aan mij om me aan te passen aan de filosofie van de club en aan de methodes die hun nut bewezen hebben. Daarnaast heb ik zelf ook mijn methodes, maar ik zal wel voelen wanneer het moment daar is om hen bij te brengen wat ik hen wil bijbrengen. Ik sta natuurlijk tussen hen, we bereiden samen wedstrijden voor en ik geef mijn theorie zoals ik die bij Charleroi gaf, maar ik observeer ook wat meer.’

Heb je tijdens de onderhandelingen met Dimitri de Condé veel over jouw spelstijl gesproken?

Mazzu: ‘Het is iemand met wie je op een heel interessante manier over voetbal kunt praten. Idem met mijnheer Croonen, de voorzitter. De analyse die het bestuur van Genk heeft gemaakt van de manier waarop ik het voetbal zie, is volgens mij correct. We hebben daar veel over gepraat. Ik weet dat gedurende mijn periode bij Charleroi mijn voetbal bestempeld werd als defensief voetbal. Dimitri en de voorzitter waren de eersten om me te zeggen dat ze mijn voetbal niet bijzonder defensief vonden, want bij elke aanval komen er vier of vijf spelers in de grote rechthoek. Ik heb hen geantwoord dat zij de eersten waren die de juiste analyse maakten, in elk geval van de manier waarop ik de dingen zie.’

De grote motor van de prestatie is het mentale aspect. En ik denk dat men in België die parameter onderschat.’ Felice Mazzu

Na het vertrek van Pozuelo, die op de kleine ruimte het verschil kon maken, onderging het Genk van Clement een gedaanteverwisseling. Hij legde fel de nadruk op de omschakeling. Daardoor is de overgang van Clement naar Mazzu misschien niet zo groot als her en der te lezen viel…

Mazzu: ‘Je beschrijft daar exact de reden waarom Genk het voetbal kon spelen dat het voor het vertrek van Alejandro Pozuelo speelde. En vervolgens de manier waarop ze na zijn vertrek gespeeld hebben. Je moet altijd je voetbal aanpassen aan de profielen van de spelers die op het veld staan. De grootste kwaliteit van iedereen hier is de balbeheersing. Je kunt niet anders dan hen vragen om voetbal te spelen, want ze hebben daar het profiel voor. Maar als er iemand wegvalt, moet je je spel een beetje bijstellen. Meer positiewissels, maar nog altijd uitgaande van je filosofie. Dat is de juiste analyse. Je past je voetbal aan aan de profielen die je ter beschikking hebt.’

De klik

Wordt het psychologische werk van een trainer onderschat? Men zegt van een coach soms dat hij ‘gewoon een goede motivator’ is, alsof dat een groot woord is.

Mazzu: ‘Ik denk dat men dat heel erg onderschat. Soms volstaat het misschien om ‘gewoon een goeie motivator’ te zijn. Ik zeg niet dat het spel alleen met het hoofd gespeeld wordt, want er zijn basisprincipes die je moet respecteren in het voetbal, in de organisatie, in balbezit en bij balverlies. Maar de grote motor van de prestatie is het mentale aspect. En ik denk dat men in België die parameter onderschat. Ook al hebben sommige spelers het er misschien niet zo op begrepen, ik geloof dat de beste specialisten in dat domein goed werk zouden kunnen leveren in de clubs. Het mentale aspect, de psychologie, enzovoort. Maar de clubs moeten ervan overtuigd geraken.’

Wat zal de sleutel zijn van je welslagen bij Genk?

Mazzu: ‘Het belangrijkste voor mij is wat er gaat gebeuren tussen de groep en mij. Ze weten dat ik van Charleroi kom en niet van Barcelona. Ze weten dat ik met hen in het Engels praat, maar dat ik geen Nederlands spreek. Daar zijn ze zich allemaal van bewust. Als ze zin hebben om die factoren, die niet doorslaggevend zijn om een wedstrijd te winnen of goed te presteren in de competitie, aan de kant te schuiven, en als ze ontvankelijk zijn voor de boodschap die ik hen wil overbrengen, dan vind ik dat het belangrijkste.’

Het succes van Rezaei en van Osimhen heeft aangetoond dat jij het niet nodig hebt om de taal van de speler te spreken om hem toch te laten uitblinken.

Mazzu: ‘Soms zijn woorden belangrijk, dat zal ik niet ontkennen, maar een houding bevat ook een boodschap. Alles hangt af van de gevoeligheid die je uitstraalt en van de ontvankelijkheid bij degene die je tegenover je hebt. Met Rezaei had ik een buitengewone verhouding. Een gebaar of een blik en hij had het begrepen. Natuurlijk, als je perfect de taal beheerst van degene met wie je praat, dan is het makkelijker om dat ene woordje te gaan zoeken dat iets losmaakt bij hem. Ik heb dat misschien niet altijd in het vloeiendste Engels gedaan, en daar trek ik me ook niks van aan want het belangrijkste is dat de persoon tegenover mij begrijpt wat ik te zeggen heb. De rest…’

Waarop hoop je dit seizoen?

Mazzu: ‘Dat de club en het publiek me in de armen sluiten. Dat is erg belangrijk voor mij. Ik heb er nood aan om te voelen dat de mensen voor en met wie ik werk, er plezier aan beleven om met mij te werken. Wat de club betreft, denk ik dat het al goed zit. Wat het publiek betreft, dat weet ik niet. Ik veronderstel dat de resultaten ervoor zullen zorgen dat het goed of minder goed gaat. Maar de klik op menselijk vlak, dat is mijn voornaamste bekommernis. De relaties van mens tot mens zijn erg belangrijk voor mij.’

Heb je, nadat je je handtekening had gezet, al eens stilgestaan bij de minuten vlak voor je debuut als coach in de Champions League?

Mazzu: ‘Nog niet. Daar heb ik eerlijk gezegd nog geen tijd voor gehad.’

Felice Mazzu: 'Ik heb er nood aan om te voelen dat de mensen voor en met wie ik werk, er plezier aan beleven om met mij te werken.'
Felice Mazzu: ‘Ik heb er nood aan om te voelen dat de mensen voor en met wie ik werk, er plezier aan beleven om met mij te werken.’© KOEN BAUTERS

‘Kompany creëert een positieve context’

Het komende seizoen zou weleens erg bijzonder kunnen worden gelet op de vele verschuivingen bij de topclubs. Denk je dat het een overgangsjaar wordt? Of wordt het een prooi voor degene die het eerst klaar zal zijn?

Felice Mazzu: ‘Dat weet ik niet, want met het systeem van de play-offs kun je slecht van start gaan en dat uiteindelijk nog rechttrekken. Maar misschien zullen er veel meer ploegen zijn die hoogtes en laagtes kennen.’

Zijn er volgens jou bepaalde tegenstanders die beter zijn dan andere?

Mazzu: ‘Eerlijk gezegd zijn er twee ploegen waarvan ik denk dat het daar goed gaat lopen. Club Brugge, dat een bepaalde lijn aanhoudt en tot op heden niet zoveel is kwijtgespeeld, en Anderlecht, met de komst van Vincent Kompany. Ik denk dat er een bepaald enthousiasme rond die club komt, alles is nu positief. Zo zit het voetbal in elkaar. Je kunt een gewone ploeg hebben, maar als de sfeer rond de club goed zit, dan kan het hard gaan. Daarnaast moet je ook naar Standard kijken, dat veel spelers met kwaliteit heeft getransfereerd. Dat is het mechanisme van Michel Preud’homme. Het eerste jaar kijkt hij rond en het tweede jaar doet hij het. Hij weet dan wat hij echt wil.’

Je praat over enthousiasme en geloof. Is dat ergens te vergelijken met de fameuze Mazzutime bij Charleroi? Dat was fenomenaal, het gaf de indruk dat jullie in tien minuten tijd over gelijk welke tegenstander konden heen rollen.

Mazzu: ‘Dat is het precies, dat fenomeen. Dat is onbewust! Je hebt momenten, in het voetbal of in het leven, dat er een heleboel situaties rond jou bestaan die maken dat alles positief is. Ongeacht wat je doet, het werkt. Dat is ook zo wat er gebeurt aan het einde van zo’n wedstrijd. Je doet dat één, twee, drie keer. Wanneer je achter staat, zeg je bij jezelf: het is niet erg. We zetten dat aan het einde van de match nog wel recht. Het feit dat je dat denkt, maakt dat je gaat pushen en pushen en scoren.

‘Dat is een beetje wat er aan het gebeuren is bij Anderlecht met Kompany. Het geloof in hem, in zijn cv, zijn carrière, dat is allemaal immens groot… Al die positieve gedachten brengen hen in een context waarin hen niks kan overkomen. Situaties die onbewust of doelbewust ontstaan en die positieve energie aanvoeren, dat kan alleen maar een plus zijn, voor eender welke club.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content